Aanvulling op de aantallen:
In 1995, 1996 en 1998, telde ik in totaal 137, 162 en 95 zingende mannetjes op Lesbos. Dit komt neer op minimaal 0,12 per hectare tot maximaal 0.21 per hectare. Het totaal aantal vogels op Lesbos moeten in die jaren beduidend hoger zijn geweest, want mijn telroutes (nagenoeg identiek in de drie teljaren, telkens rond de 770 hectare) dekten maar een klein deel van de geschikte biotoop (maximaal 10%).
De tellingen werden tussen 20 april en 15 mei gedaan. Dat is aan de late kant, liever had ik dit begin april willen doen, maar vluchten waren toen nog erg schaars. In sommige jaren (o.a. 1996, was er sprake van een “laat” broedseizoen op Lesbos, dus was ik er prima op tijd. In 1998 was de zangactiviteit erg laag (ik was wellicht echt te laat), ook van begeleidende soorten.
Bedankt voor de link George ik kende zijn 2004 artikel, niet deze opvolger.