DB Actueel Online

Op gezette tijden wil de website aandacht besteden aan actuele ornithologische fenomenen. De Nederlandse vogelaars worden (gelukkig maar) nog regelmatig verrast. Door een influx van een bepaalde soort of bepaalde soorten, door een uiterst zeldzame soort waarvan de meeste vogelaars nog niet eens de juiste Nederlandse naam weten, door onverwachte determinatieproblemen en dergelijke. De kracht van dit medium is dat er direct en interactief ingegaan kan worden op deze spannende gebeurtenissen in het veld. Wat is er precies aan de hand? Wat is hier al van bekend? Is er al eerder over geschreven in Dutch Birding? Hoe denkt men in het veld hierover?

Friesland Big Year 2023

4 januari 2024  ·  Vincent Douwes  ·  2415 × bekeken

Friesland Big Year 2023

Mijn Friese Big Year 2023 begon helemaal niet als Big Year, maar startte wel op 1 januari 2023 zoals gebruikelijk met een rondje vogels kijken. Elke nieuwjaarsdag wat dat betreft hetzelfde recept; met een slaperig hoofd vanwege de korte nacht, de oliebollen en vieze en te goedkope champagne, voor of met schemer naar buiten om weer helemaal opnieuw te beginnen en je hoofd leeg te maken. Dit jaar begon in het Ketlikerskar. Nou, dat viel behoorlijk tegen. Ook de Lindevallei kon niet verantwoordelijk worden gehouden voor een aanzienlijke aanwas in een frisse jaarlijst. Dan maar snel door. Onderweg naar Lemmer was een Bruine Kiekendief misschien wel het hoogtepunt. Bij Lemmer zelf (nabij het surfstrandje) was het echter ook geen feest. Ik moest het doen met Nonnetjes en Brilduikers. Bij Nijemirdum pikte ik mijn eerste Kleine Rietgans op (die kun je maar beter hebben) en liep er één Wilde Zwaan tussen de grote groep Knobbelzwanen (>60 ex.). Bij Oudemirdum kon ik in een singel 2 vugo’s (Vuurgoudhaan) noteren en bij Workum werd het zwanentrio compleet gemaakt met een groep van 60 Kleine Zwanen. De Workumerwaard viel helaas ook wat tegen, net als de omgeving van Kornwerderzand; de jaarlijst begon dus niet heel voortvarend … Even na vieren vond ik het wel welletjes en toog ik huiswaarts. De jaarlijst stond op een schamele 68 soorten. Meteen maar een eerste lijstje:
2023 68 soorten
2022 70 soorten
2021 70 soorten
2020 79 soorten
2019 48 soorten
2018 85 soorten

Een paar dagen later kon ik wat leuke soorten toevoegen door een uurtje rondom het Aekingerzand in ZO Friesland te wandelen. Soorten zoals Kruisbek, Glanskop, Zwarte- en Groene Specht, Kuifmees, Goudvink en Houtsnip waren stuk voor stuk leuke aanvullingen. En niet te vergeten een prachtige Klapekster in de fraaie Kale Duinen nabij Appelscha.

De eerste “rode soort” was een IJseend die aan de waddenkant bij Kornwerderzand tussen de Toppers dreef. De 100 soorten-grens wist ik de 8e januari te doorbreken (wat een schril contrast met de 150 soorten van Jeroen Breidenbach in 2022 in diens Big Year). Na afloop van de eerste maand van 2023 stond het totaal aantal soorten op 130. Dat begon erop te lijken (al was ik toen nog steeds niks van plan wat op een Big Year zou moeten gaan lijken). Leukste soorten deze maand waren, naast de eerder genoemde soorten, Roodhalsgans, Koereiger, Bokje, Paarse Strandloper, Kraanvogel, Raaf, Velduil, Ransuil, Zeearend, Ruigpootbuizerd, Smelleken, Steppekiekendief, Frater, Sneeuwgors, IJsgors en Strandleeuwerik.

De maanden februari maar vooral maart gingen niet onopgemerkt aan vogelend Friesland/Nederland voorbij, maar voor het zover was bleek 11 februari voor mij persoonlijk een erg goede dag, met een zelf gevonden Dwerggans en een leuk te twitchen Kleine Burgemeester in Heerenveen. Een paar dagen later deed ik een rondje nabij Schaopedobbe en Stuttebosch en weliswaar zonder “rode soorten” toch een zeer vermakelijke tijd gehad hier, met soorten als Zwarte Specht, Groene Specht, Kleine Bonte Specht, Raaf, Grote Lijster, Vuurgoudhaan, Veld-, en Boomleeuwerik, Keep, Glanskop, Kuifmees en Geelgors. De persoonlijke topper van de dag was voor mij echter een zingende Koperwiek!

Kleine Burgemeester Larus glaucoides (Vincent Douwes)

19 februari was nog zo’n topdag. De dag begon in het holst van de nacht met het zoeken naar uilen. Dat lukte aardig met het vinden van Ransuil, Kerkuil en Bosuil. Met het ontwaken van de dag bevond ik mij in Oranjewoud, altijd een mooi vogelrijk plekje. Ik wist hier Appelvink, Zwarte Specht, Groene Specht, Middelste Bonte Specht, IJsvogel, Kuifmees en Havik te scoren, toch weer een paar nieuwe soorten voor de jaarlijst. In de middag bezocht ik een goede plek voor Steenuil en die wist ik ook te vinden. Na vier soorten uilen op één dag genoteerd te hebben, leek het me wel leuk om ook Velduil te proberen. Het was even rijden maar het lukte, waardoor maar liefst vijf uilensoorten op één dag een feit waren.

De Grote Kruisbekken van de Kale Duinen werden een paar dagen later niet onmiddellijk gevonden, maar uiteindelijk had ik er twee te pakken. Weer een mooie aanvulling op een lijst die er inmiddels best leuk begon uit te zien (> 140 soorten met daarbij enkele leuke soorten).

In maart begonnen de knallers te komen. Op 9 maart ontdekte Rommert Cazemier de eerste en langverwachte Kleine Topper voor Friesland. Ik was snel ter plaatse en kon samen met Hessel van der Lest lang en goed van de vogel genieten. Een mooie bijvangst hier was een Kuifduikertje. Zo’n 10 dagen later was de volgende Amerikaan aan de beurt. Een door Libbe Zijlstra gevonden Amerikaanse Smient liet zich met hulp van Folkert Jan Hoogstra en Haije Valkema zien aan de rand van het IJsselmeer.

Het was inmiddels half maart dus de eerste trekvogels en/of zomergasten dienden zich aan, een heerlijke tijd. Soorten als Krooneend, Zwartkopmeeuw, Zwarte Ruiter, Bontbekplevier, Kemphaan, Grutto, Geoorde Fuut, Zwarte Roodstaart, Blauwborst, Witte Kwikstaart, Rouwkwikstaart en Tjiftjaf waren misschien dan niet al te spannend, maar zijn elk jaar weer een genot om terug te zien.

Op de 21e maart van 2023 was het goed raak met een door Dirk Kooistra gevonden Alpengierzwaluw in Franeker. Dit was niet alleen een leuke jaarsoort, het betekende ook een nieuwe Frieslandsoort én een nieuwe Nederlandse soort voor me. Bovendien liet de vogel zich meerdere dagen aan een groot publiek veelal geweldig zien. Ik wist toen natuurlijk nog niet dat het me dit jaar nóg een keer zou gaan overkomen om een Friese Alpengierzwaluw te zien. Zo heb je er gedurende 20 jaar vogelen géén, het volgende moment heb je er binnen acht maanden opeens twee!

Alpengierzwaluw Tachymarptis melba (Vincent Douwes)

In Friesland is elke Patrijs vermeldenswaardig. Nabij Ravenswoud zitten een paar vogels, maar die zitten meer aan de Drentse kant dan aan de Friese; en zelfs dan zijn ze maar zelden te vinden. Ik wist echter dat ook nabij Paesens-Moddergat een koppel zou moeten zitten. Ik ben diverse malen wezen zoeken, maar het was bijna halverwege maart toen het lukte en dat had ik te danken aan de sneeuw die de dag ervoor was gevallen. Ik vond een paartje bovenop een greppelrand vlakbij een boerderij ten zuiden van Paesens (maar wel een paar kilometer verder dan gedacht, ook niet vlakbij Beespoke in de buurt).

April 2023

En zo brak april aan en werd het buiten steeds leuker. Ik was flexibel, had vaak best veel tijd en dat was best fijn. April kende veel buitendagen, veel waarnemingen en daar zaten best leuke soorten tussen, zoals twee Roodhalsfuten in het Fochteloërveen. De trek was in volle gang en ik heb meerdere keren een dag(deel) op de telpost in de Bantpolder in het Lauwersmeer gestaan. Dit leverde, vaak in goed gezelschap, leuke soorten op, zoals Roodhalsgans, Visarend, Zwarte Wouw, Grauwe Kiekendief, Boomvalk, Lachstern, Reuzenstern, Witwangstern, Velduil, Bokje, Engelse Kwikstaart, Noordse Kwikstaart, Balkankwikstaart (ingediend), Europese Kanarie, Beflijster en Draaihals. Meerdere keren werden we tijdens het tellen “gestoord” door meldingen van Woestijnplevier (op 500 meter rijden, met vlak daarbij een paar Morinelplevieren), Breedbekstrandloper (op 100 meter lopen), Poelsnip (niet geaccepteerd door de CDNA) en op dezelfde dag als de Balkankwikstaart een Oostelijke Blonde Tapuit (of Westelijke; daar is het laatste woord nog niet over gezegd).

Een waarschijnlijke Roodstuitzwaluw werd té kort en alleen door mij gezien toen ik met Merel Zweemer en Durk Lautenbag op de telpost stond; die wist het dus helaas niet te halen (maar het was er wel eentje 😉).

Je kunt nooit genoeg krijgen van een Hop en zo kwam het dat ik in april twee Hoppen kon waarnemen, waarvan eentje bij mij om de hoek in Leeuwarden. Ik wist zelf een zangpost van een Buidelmees in de Leien te vinden en dat was een opsteker, omdat deze soort ook niet elk jaar gegarandeerd is. Twee maanden later bleek er nog steeds een vogel rond te hangen maar of er een geslaagd broedgeval kon worden genoteerd, is mij niet bekend.

Eind april was ook de eerste keer in 2023 dat ik een Waddeneiland bezocht. Die Waddeneilanden zijn enerzijds een zegen maar anderzijds een vloek. Toch zou ik zonder die eilanden voor de Friese kust natuurlijk nooit zo ver zijn gekomen (zie verderop). De eer voor het eerste bezoek was gegund aan Schiermonnikoog, één van de mooiste eilanden mijns inziens en een eiland dat zeker een plek in de top 5 verdient! De voornaamste reden was het zien van een (goede) Bonte Kraai. Dit lukte en terugdenkend hieraan denk ik dat ik medio april wel wat verder was met de gedachte een Big Year te doen (anders had ik dit nooit gedaan tenslotte). Toen was de beer (pas echt) los...

Veel soorten werken vaak aardig mee, maar er zijn ook soorten die notoire lastpakken zijn. Een goed voorbeeld is Poelruiter. Deze soort heeft me wel zeven bezoeken aan het Lauwersmeer gekost. En toen ik de vogel eindelijk had gevonden, stond ‘ie met z’n kop in de veren te pitten notabene. Nog zo’n soort was Porseleinhoen; ik weet niet meer hoeveel avonden ik eropuit ben gegaan maar ik denk dat een half dozijn wel realistisch is. Overigens werd ik tijdens een vruchteloze poging wél getrakteerd op een tweetal otters van nabij. Soms zijn dipjes helemaal niet verkeerd!

Mei 2023

Een soort die dan wel weer uitstekend wist mee te werken was Zwarte Ibis. Een fraaie groep van meer dan 10 exemplaren hing vanaf begin mei een paar dagen rond nabij Dokkum. Een soort die net als Koereiger aanzienlijk toeneemt en snel van “rood” naar “zwart” zal wijzigen.

Op 8 mei 2023 ontdekte Tom Jager een Aziatische Goudplevier in de Lendevallei; Deze waarneming werd bevestigd door Sietse Bernardus, dus stond ik er de ochtend daarop met het eerste licht en wist ik de vogel al snel terug te vinden. De vogel riep regelmatig, wat het extra interessant maakte. Hij werd die dag, en de dag erna, nog veelvuldig getwitcht. De teller voor 2023 stond inmiddels op 235 soorten en mei was nog niet eens halverwege. Dat was het moment dat ik erin begon te geloven dat er een Big Year met een interessant aantal in zou kunnen zitten. Dat was meer dan interessant, omdat Jeroen Breidenbach het record in 2022 aangescherpt had (Dutch Birding verslag Friesland Big Year 2022).

Mijn tweede geringde Ross’ Gans werd aan de zuidkant van het Lauwersmeergebied gezien. Ook die ging de boeken dus niet in. Gelukkig kon ik die dag in mei wel enkele andere leuke soorten noteren: Wespendief, Grauwe Franjepoot, Breedbekstrandloper, Roerdomp, Kleine Zilverreiger en een Kwartel.

Een vroege ochtend in Zuidoost-Friesland een paar dagen later was weer erg succesvol, met Slangenarend, Rode Wouw, Geoorde Fuut, Kraanvogel, Nachtzwaluw, Zwarte Specht, Groene Specht, Houtsnip, Kwartel, Raaf, Appelvink, Bonte Vliegenvanger, Fluiter, Blauwborst, Veld,- en Boomleeuwerik, Appelvink, Grauwe Klauwier, Paapje, enzovoort. We hebben in Nederland/Friesland echt niets te klagen hoor!

Een dag later was het opnieuw raak, met twee adult zomerkleed Witvleugelsterns en een adult zomerkleed Rosse Franjepoot, beide in het Lauwersmeergebied. Wat is het toch fijn wanneer in mei de dagen zo lekker lang zijn! Daarmee hield het niet op, want een dag later kon ik weer uitrukken voor een Bonapartes Strandloper en een door Sietse Bernardus en David Hoekstra gevonden Grijze Wouw. Weer een paar dagen later kon ik als één van de weinigen een Witoogeend in het Tjeukemeer bijschrijven en de dag erna een Kwak in een parkje in Sneek, die als reserve moest dienen voor het Aqua Zoo-beest (dat bovenop de grote vliegkooi een nest heeft gebouwd en ongeringd is).

Witoogeend Aythya nyroca (Vincent Douwes)

In de laatste week van mei bezocht ik Ameland, met name voor Dwergstern, Noordse Stern en Strandplevier. Met wat moeite lukte het om alle drie de soorten te zien. Een mooi dagje met waanzinnig mooie soorten. Een andere target voor die dag was een dit jaar schaarse Grote Karekiet. Ook die werd gevonden, al was er weinig van de vogel zelf te zien. Horen = scoren echter, en dat lukte maar al te goed. Andere leuke soorten deze dag waren Kleine Barmsijs en Houtsnip. Eenmaal weer aan vaste wal kon in de Ezumakeeg nog een Gestreepte Strandloper worden binnengekopt.

Op de 25e mei moest ik ’s avonds nog even halsoverkop naar de Ezumakeeg voor een door Jelmer Vonk ontdekte Terekruiter, weer zo’n heerlijke soort.En een paar dagen later stond ik hier weer, voor mijn tweede Kleine Topper voor de provincie. Buitengewoon! Diezelfde dag werd echter goed benut met mijn enige Casarca’s van dit jaar. In de middag besloot ik Schiermonnikoog te bezoeken. Ik werd beloond met een “heard only” Roodmus, een vogel die zich in ontoegankelijk gebied bevond en dus automatisch op embargo werd gezet.

De maand mei was nog niet voorbij toen er nog een grotere knaller voorbij kwam. Helaas bleek de soort niet een soort te zijn maar een hybride; de schrik van elke soortenjager of Big Year-vogelaar. Maar het bleek wel een hele zeldzame hybride te zijn, een eerste voor Nederland zo lijkt het; een Withalsvliegenvanger x Bonte Vliegenvanger. Leuk hoor, maar wat moet je ermee? Het zou leuk zijn wanneer hierover een mooi stuk in Dutch Birding wordt geschreven.

Juni t/m augustus 2023

De maand mei liep dan eindelijk op zijn einde en juni was aanstaande. De eerste week van deze maand wist ik zowaar één van de laatste Friese Zomertortels te vinden, door waarneming.nl al snel op embargo gezet. Eerst vloog er een vogel langs en later hoorde ik (waarschijnlijk dezelfde) vogel verderop koeren. Overigens was dit sowieso een goed dagje in Zuidoost-Friesland, met Zomertaling, Zwarte Specht, Kleine Bonte Specht, Raaf, Kraanvogel, Appelvink, Grauwe Vliegenvanger en Wielewaal.

Diverse avonden, nachten en ochtenden werden in juni en juli gespendeerd om Klein Waterhoen, Kleinst Waterhoen en/of Kwartelkoning te vinden, maar helaas mocht deze inzet niet baten. De laatstgenoemde soort heeft het zwaar en met name dit jaar. Volgens Sovon werd er slechts één territorium in Friesland vastgesteld maar helaas was dit exemplaar niet voor mij weggelegd. Al deze inspanningen brachten één grote troost; een zelf gevonden Krekelzanger. Heel fijn!

Een aantal Europese Flamingo’s bevond zich midden juni in een gemêleerd gezelschap (met zeker ook een aantal Chileense) op de slikken in Zuidwest-Friesland. Dat was weer een leuke twitch rijker. Gelukkig werd de soort een paar weken later nogmaals aangetroffen aan de Waddenkust (met dank aan Durk Lautenbag). De dag van deze waarneming was overigens wederom een goede dag met goede soorten: Purperreiger, Middelste Zaagbek (leuk voor juni), Brilduiker (idem), Zwartkopmeeuw, Geoorde Fuut, Kwartel, Bosrietzanger, Spotvogel en Cetti’s Zanger.

Het lukte in die periode niet om een melding van een Struikrietzanger te twitchen. De vogel bleek onvindbaar en had geen zangpost (meer).

Eind juni (alhoewel, het was de 20e) werden de Friezen verblijd met een aantal Vale Gieren. Natuurlijk was ik al snel ter plaatse en kon ik er eentje terugvinden. Dat blijven bijzondere waarnemingen en ik was er erg blij mee dat de soort ook dit jaar in Friesland opdook. Eind juni stond de teller op exact 260 soorten (minus één voor de niet goedgekeurde Poelsnip). Het voorjaar was nagenoeg voorbij, de vaak spanningsloze zomer stond op de stoep en meer en meer werd de macrolens ter hand genomen in plaats van de verrekijker en telelens. Nou ja, zo erg bleek het niet te zijn met midden juli-soorten, zoals Gestreepte Strandloper en Lachstern (beide in Durks eigen sub-provincie). Eind juli wist ik een Zwarte Ooievaar te twitchen nabij het Fochteloërveen, terwijl één van de grootste klappers van het jaar een weekje later zijn opwachting maakte in de Ezumakeeg; een mannetje Marmereend liet zich geweldig zien. Wellicht een mooie “blocker-to-come”, aangezien veel Friese vogelaars inmiddels met vakantie waren. De vogel bleek goed in zijn kleed te zitten en was duidelijk aantoonbaar ongeringd en dus met goede papieren om er bij de CDNA door te komen. Het zal pas de tweede voor Nederland zijn in dat geval.

De rest van de maand augustus was ik in het buitenland (Italië en Frankrijk) waardoor ik Waterrietzanger, Amerikaanse Goudplevier en Groene Bijeneter (…….) moest missen. De dag nadat ik terugkwam in Nederland bezocht ik de Graszanger buitendijks bij Ferwert. Twee dagen later ontdekte ik er zelf eentje meer landinwaarts. Dat werd gecombineerd met het zien van een juveniel Klein Waterhoen, ook zo’n soort die je niet jaarlijks op de jaarlijst ziet pronken, een mooie, in september niet meer verwachte meevaller.

September 2023

Het weekend daarop stond een volgend bezoek aan de eilanden op de planning, Vlieland dit keer! Het doel was duidelijk, de Kuifaalscholver. Al geruime tijd werd een juveniele vogel gezien aan de oostzijde van het eiland. Helaas lukte het mij niet om de vogel te zien te krijgen. De hele dag goed gezocht, maar niets gevonden. Een hele fijne goedmaker was een overvliegende Ortolaan toen ik een boterhammetje in de haven aan het eten was. Naar later bleek de enige van het jaar.

Een paar dagen later sloeg Sietse Bernardus weer eens toe, met de vondst van een Sperwergrasmus in de Kooiwaard nabij Makkum. Dit was wel een hele matige twitch echter; een vogeltje horen roepen (maar met een hele slechte opname) en vervolgens een vogeltje zien boshoppen. Het was vrij duidelijk dat het de Sperwergrasmus betrof maar meer kon ik er ook niet mee.

Vanaf de 22e september stond het eerste DT (Deception Tours) weekend van 2023 op het programma. Aangezien ik de laatste 10 tot 15 jaar al deze weekenden bijwoon kon ik dit jaar geen enkele skippen natuurlijk. De eerste dag werd al een Bladkoning gehoord én gezien, maar de rest van het weekend bleek niet al te spannend. De door Jeroen Breidenbach getipte Geelpootmeeuw op het strand werd erg op prijs gesteld. Op Vlieland is het gelukkig (bijna) altijd leuk vogelen, ook zonder “rode soorten” want veel nieuwe aanwinsten voor de jaarlijst waren er niet. Op de zondagmiddag, toen de zondagmiddagboot al was vertrokken (ik bleef t/m maandag), kon ik nog mijn matige Sperwergrasmus-waarneming verbeteren, maar leuke zichtwaarnemingen waren er ook ditmaal niet bij. Helaas bracht de “Monday-after” ook niets spectaculairs, waardoor ik enigszins gedesillusioneerd maandagmiddag op de 16:50 uur-boot richting Harlingen zat. En net toen kwam het bericht dat er een Izabeltapuit op Vlieland was gevonden. Tuurlijk…… ☹! Er zat maar één ding op; de dinsdag teruggaan naar Vlieland, mijn derde bezoekje aan het eiland voor 2023 (en er zouden nog een paar volgen …). Gelukkig werd ik beloond.

Izabeltapuit Oenanthe isabellina (Vincent Douwes)

September liep op zijn einde en het gevoel was wat dubbel; al heel veel soorten gezien dit jaar, maar ook veel gemist of niet vastgesteld in de provincie. Het najaar moest echt goed worden want anders zou ik de 300 soorten niet gaan halen. Een van de “must-haves” in een Big Year was Roodpootvalk; een soort die piekt in augustus en september, maar die dit jaar nog niet te twitchen was geweest. Twee dagen voor het einde van de maand vond Rommert Cazemier er eentje nabij het altijd mooie Weakens. Dankzij een snel appje van zowel Durk Lautenbag als Jeroen Breidenbach was ik snel na de ontdekking op de hoogte (ik zit sinds enige tijd niet meer in de ToH vogelapp, dus had de melding van Rommert zelf gemist) en knalde ik die kant op. Ik trof Jaap Westra daar en samen genoten we een half uurtje van dit mooie juveniele roofvogeltje!

Oktober 2023

Voor een vogelaar, en zeker voor een Big Year-vogelaar, is oktober dé maand van het jaar om te vlammen! Het begon op Terschelling. Het was namelijk inmiddels duidelijk dat de (of een andere) Kuifaalscholver een eilandje opgeschoven was. Tja, duidelijk dat een retourtje Terschelling aanstaande was. Dit keer ging het een stuk gemakkelijker en vond ik een mooie juveniel achterin de jachthaven. Ik kon het niet laten ook even over zee te kijken en dat viel niet tegen, met Roodkeelduiker, Parelduiker, Zeekoet, Alk, Kleine Jager en als absolute uitblinker een juveniele Vorkstaartmeeuw.

Een paar dagen later was het tijd voor een ander Waddeneiland, de wind was richting noordwest gedraaid en had genoeg kracht om zeevogels naar de kust te stuwen. Samen met Justin Jansen en Jaap Eerdmans bleken een paar uur zeetrektellen op Ameland erg “rewarding”. We noteerden o.a: Vale Pijlstormvogel, Noordse Pijlstormvogel, Grauwe Pijlstormvogel, Alk, Zeekoet, Kleine Jager, Middelste Jager, Grote Jager, Vaal Stormvogeltje, Roodkeelduiker en Parelduiker. Het goede zeetrekseizoen was nu echt begonnen, tegelijk ook een soortengroep waar veel te halen is in een Big Year. Het is een kwestie van hier veel tijd in te steken en dat deed ik dan ook, nu de mogelijkheid er was.

De eerste van de drie Grote Piepers van 2023 werd op de Züricher telpost gevonden ten zuiden van Harlingen. Gelukkig kon ik een geluidopname maken, altijd fijn tijdens een Big Year, maar zonder altijd meelopende geluidrecorder geen vanzelfsprekendheid.

Half oktober was het tijd voor één van de meest veelbelovende vogelweekenden van het jaar; DT2 op Vlieland. Al tijden een weekend waar erg naar uitgekeken werd, maar al snel bleek dat het een zeetrekweekendje zou worden. Het waaide te hard uit de verkeerde richting, dus verder dan een Bladkoning, IJsgors, Sneeuwgors, Velduil en op de laatste dag een roepende Pestvogel, kwam ik niet. Aan zee was het leuk toeven; Grauwe en Noordse Pijlstormvogel, Kleinste-, (vier ex.), Kleine- en Middelste Jager, Vorkstaartmeeuw (2 ex.), Drieteenmeeuw, Dwergmeeuw, Kleine Alk en Noordse Stormvogel.

Een dag later bevond ik mij op Ameland voor een eerder gemelde Siberische Braamsluiper. Volgens waarneming.nl/IOC is dit een ondersoort van Braamsluiper maar volgens de CSNA valt deze binnen de groep van Humes Braamsluiper (waarin ook Vale Braamsluiper zich bevindt) en is het dus een op zichzelf naast Braamsluiper bestaande soort. Een “must-go” voor een Big Year-vogelaar. De determinatie is echter niet eenvoudig waardoor de soort vooralsnog met een ? de boeken in is gezet.

Na in oktober Vlieland, Ameland en Terschelling al met een bezoekje te hebben vereerd, was het hoog tijd voor Schiermonnikoog. Dat bezoekje viel dit keer niet tegen, ik kon twee nieuwe jaarsoorten toevoegen in de vorm van een Vale Gierzwaluw en een Dwerggors. Ik vond nota bene nog een tweede Dwerggors (los van de twitchbare vogel nabij de jachthaven). Het was sowieso leuk vogelen met Sneeuwgors, Strandleeuwerik, IJsgors, Geelgors en zes prachtige Roodhalsganzen. Wat een feestje was het die dag!

Het volgende feestje was gelukkig ook al snel aanstaande. DT3 samen met Jaap Westra en Gerben Mensink bleek één van beste DT-weekenden ooit te worden! Gerben en ik hadden onze spullen nog niet bij het huisje gedropt, toen we hals over kop een sprint moesten trekken voor de melding van een spannend gorsje. Na een paar minuten staren naar een graspolletje waar een Bos- of Geelbrauwgors zou moeten zitten, werd dé vogel een 100 meter verderop teruggevonden en bleek het een Geelbrauwgors te zijn. Dit was persoonlijk voor mij een héle fijne soort aangezien ik de soort het jaar hiervoor in Drenthe gemist had doordat ik in Suriname zat. En nu zat deze soort op een paar meter van me rustig op Vlieland, nieuw voor m’n levenslijst, mijn Nederlandse lijst, mijn Frieslandlijst, mijn ToH-lijst, mijn Vlielandlijst en natuurlijk mijn Big Year 2023-lijst! Dat noemen ze lijst-technisch nou een hele fijne soort ...

Geelbrauwgors Emberiza chrysophrys (Vincent Douwes)

Het werd een lang en leuk lijstje dit weekend. Alleen op de vrijdag al zag ik Bladkoning, Vuurgoudhaan, Grote Barmsijs, twee Pestvogels en een Pallas’ Boszanger. De zaterdag deed daar nog een schepje bovenop, met Siberische Tjiftjaf (die eerder op Schiermonnikoog als onzeker werd genoteerd), Dwerggors (beide met dank aan Jeroen Breidenbach), Beflijster, Kruisbek, Boomleeuwerik, Strandleeuwerik, Vuurgoudhaan, Kuifaalscholver (toch weer op Vlieland dus) en Houtsnip.

De laatste DT-dag van 2023 was zondag de 29e oktober en ook deze dag was een memorabele. Niet alleen omdat we wederom naar de Geelbrauwgors konden kijken maar temeer omdat Gerben, Jaap en ik in de gelukkige positie waren om de twee minuten ervoor gemelde Alpengierzwaluw op te pikken. Een uurtje later maakte een juveniele Huiszwaluw het bijna nog spannender dit weekend, maar dat bleek toch uiteindelijk niet meer dan dat. Toen het weekend nagenoeg op z’n einde liep en we op het punt stonden het huisje schoon te maken, werd er vlakbij een Siberische Boompieper gemeld. Ook nu was een sprintje met de fiets op zijn plaats om er nog een beetje van mee te krijgen. Veel werd er niet van gezien helaas, maar het bracht de Friese jaarlijst wel tot 295 soorten.

DT3 was een succes, maar wat was er dan nog meer in oktober te beleven? Nou, nog een Ruigpootbuizerd, een tweede en derde Grote Pieper, een derde “escape” Ross’ Gans, meerdere Bokjes, Koereigers, Grote Barmsijs en nog veel meer “gewoon”, maar desalniettemin leuk ander gevogelte. De enige soort die eigenlijk niet lukte was Taigaboomkruiper. Ik ben er tweemaal voor naar Schiermonnikoog geweest maar beide keren resulteerden niet in het zien van de soort. Misschien nog in november of december?

November 2023

Met de DT’s achter de rug beschouw ik het vogeljaar vaak enigszins als afgerond en klaar. Maar dit jaar kon dat nog niet; een Big Year duurt tot en met de 31e december (zeker ook dit jaar, zie verderop). Het beste voorbeeld tot dan was in 2013 toen ik (o.a. samen met Lieuwe van Welie en Pieter Doorn) op de allerlaatste dag van het jaar een Sneeuwuil op Vlieland wist te zien. Dus ook dit jaar moesten we door, en maar goed ook want de teller stond nog niet op het target-aantal van 300 soorten (of meer).

En inderdaad duurde het niet lang voordat een nieuwe soort zich aandiende. En niet zo maar een soort. Hessel van der Lest had een Stormvogeltje gevonden dat min of meer ter plaatse was tussen Zürich en Kornwerderzand. Ik was net aangekomen op de dijk bij Paesens om te scannen naar de eerder gemelde Sneeuwganzen toen een appje van Jaap Westra binnenkwam. Een Stormvogeltje TP (Ter Plaatse)!? Dat komt niet vaak voor. Hoeveel kans had ik, kijkend naar de behoorlijke reistijd tussen Paesens en Kornwerderzand? Ik besloot het DT-credo toe te passen: “No guts, no glory”, gaan dus! Het lukte! Na een zenuwslopende rit duurde het even voordat we ‘m weer in de scoop hadden, maar tenslotte was ik het zelf die de vogel boven de Waddenzee weer terugvond. Na Vaal Stormvogeltje nu ook Stormvogeltje dus in de pocket. Top, en niet meer op gerekend en “pas” mijn vierde ooit. Ook hier was overigens nog een winterkleed Kuifduiker ter plaatse, pas mijn tweede voor 2023 dus het vermelden waard.

Op 5 november vond Sietse Bernardus (het wordt eentonig, wat eet die kerel voor ontbijt?) in een groot bos een Humes’ Bladkoning. Ik appte wat vrienden dat dit wel een hele lastige zou worden om terug te vinden, maar besloot na andere verplichtingen toch maar een poging te wagen. Al met al zou ik de vogel heel misschien best gehoord kunnen hebben, maar het was allemaal te mager om ‘m de boeken in te laten gaan. Jammer maar helaas; I can’t blame myself for not trying ...

Snel daarna was het weer tijd voor een eiland, een dag eerder werd een Waterspreeuw gezien en gefotografeerd op Terschelling. Altijd een erg leuke soort met dito gedrag en zeker ook voor 2023 erg gewenst. Het werd een fraaie dagje op een nat Terschelling en ik zag er veel leuke soorten, zoals Geelgors, Middelste Jager, Kleine Jager, IJsvogel, Sneeuwgors, Alk, Grote Zee-Eend, Parelduiker en Slechtvalk, maar helaas bleek de Waterspreeuw onvindbaar.

Een paar dagen later kwam een andere leuke soort via een foto op social media voorbij, nota bene eentje in Leeuwarden. Het betrof een spannende vliegenvanger, het werd (slechts) een Kleine Vliegenvanger, maar ook die had ik dit jaar nog niet. Deze fraaie kleine zangvogel is een soort die de laatste jaren in Nederland steeds zeldzamer lijkt te worden tijdens de trektijd en zijn piek ook wat eerder kent dan midden november. Desalniettemin was ik erg blij toen ik de vogel de dag na de ontdekking als eerste wist terug te vinden.

Twee dagen later was het weer raak. Nu met een melding door Daniël Paalvast van twee Roze Spreeuwen op de kwelders van het Noorderleech. Binnen een uur was ik ter plaatse en bleek Durk ook al aanwezig te zijn. Dit zou nog een lastige klus worden in zo’n uitgestrekt gebied met z’n tweetjes. Al snel zag ik de eerste groepjes met Spreeuwen vliegen maar daar zat niks spannends tussen. Dit herhaalde zich een paar keer en tussentijds had ik even telefonisch contact met Durk. Tegen de verwachting in kwam het toch al snel goed toen ik weer een groepje zag vliegen waar dit keer wél een vaal geelbruin beest met donkere vleugels en lichte snavel in meevloog. Ik kon de vogel goed volgen en het groepje ging (zo leek het althans) naar de grond achter een dijkje, op een paar honderd meter ten zuidwesten van mij. Ik belde Durk meteen en toen hij mij eenmaal, al slootjes springend, had weten te bereiken, gingen we samen op zoek naar het bewuste groepje. Het was echter nog een flink eind door zompig land terwijl we onderweg daarheen her en der de scoop ter hand namen om dijkjes te checken. Helaas lukte het ons niet om de vogel(s) terug te vinden; een eenmanswaarneming (m.u.v. de ontdekker) zonder bewijs is niet wat je wilt tijdens een Big Year in de eindfase maar het is wat het is.

Het feest met nieuwe jaarsoorten was echter nog lang niet voorbij. Mister Big Year Arjan Dwarshuis vond op vrijdag de 17e november een heuse Amerikaanse Zee-Eend vanaf het duin op Ameland. De eerste dagen na de ontdekking was het echter te onstuimig om te gaan zoeken (je hebt eigenlijk een dag met weinig wind en golfslag nodig) dus pas vier dagen later durfde ik de oversteek te maken. De eerste boot werd gepakt, een elektrische fiets werd gehuurd en al snel klom ik het duin over om daar getuige te zijn van de aanwezigheid van vele duizenden Zwarte Zee-Eenden. De moed zakte me snel in de schoenen. Nou ja, ik was er nu toch en de zee was kalm dus ik begon maar gewoon op de plek van Arjans waarneming. Na een half uurtje een paar honderd meter verderop hetzelfde recept en een half uur later nogmaals. En ja hoor, bij de derde poging was het zowaar raak! Snel bewijsplaatjes maken en de piep de wereld in; YES, het was gelukt! Inmiddels is de waarneming door de CDNA goedgekeurd en betreft het pas de vierde waarneming ooit voor Nederland.

Een dag later was het weer tijd om er in “my hometown” met de verrekijker op uit te trekken en dit keer was het zelfs op loopafstand. Geen nieuwe (jaar)soort helaas maar Pestvogels zijn altijd leuk. Twee vogels bleven een aantal dagen ter plaatse en werden derhalve goed bezocht.

Het laatste weekend van november bleek weer eens goed te zijn voor zeevogels. Ik had het plan opgevat om vrijdags naar Ameland af te reizen om te zien of het daar met noordwest 8 nog een beetje uit te houden was, maar werd tussen Holwerd en de haven tegengehouden door een paar lange slagbomen; hoog water en harde wind hadden ertoe geleid dat er afvaarten waren geannuleerd en dat de pier tot verboden gebied was verklaard. Dan maar naar Lauwersoog. Daar trof ik Gerben en samen hadden we een hoogst vermakelijke maar koude ochtend tussen de sluizen op de grens van Friesland en Groningen. De enige nieuwe soort van dat jaar werd een IJsduiker maar met Parelduiker, Roodkeelduiker, Middelste Jager, Grote Zee-Eend, Jan-van-Gent, Dwergmeeuw, Drieteenmeeuw, Grauwe Pijlstormvogel en een prachtige niet ver weg vliegende kleine Alk, was de ochtend meer dan geslaagd. Achteraf bleek dat we Stormvogeltje gemist hadden, maar die hadden we beide al een paar weken terug, dus dat drukte de pret allerminst.

December 2023

En toen was opeens de laatste maand van het jaar aangebroken. Een bewogen jaar in veel opzichten en met een frisse start voor de boeg voor wat betreft de werkomgeving. Inmiddels stond de teller op 299 soorten, geweldig natuurlijk, maar met een kanttekening. Twee of drie van die 299 soorten konden achteraf nog wel eens roet in het eten gooien vanuit CDNA-perspectief; Balkankwikstaart, Oostelijke Blonde Tapuit (of Westelijke, of …) en Marmereend (in ronde 2 van de CDNA momenteel). Die laatste soort was nog wel de meest hoopvolle wellicht, maar je weet het maar nooit; het zou mijn derde Marmereend worden die getorpedeerd zou worden. Het bleef de eerste week van december stil en ook de tweede week was er vogeltechnisch niet veel te beleven. Ik heb nog een poging gedaan voor Dwerguil en Oehoe maar beiden gaven niet thuis. Een enigszins onbetrouwbare melding van een Ringsnaveleend werd gecheckt maar leverde (zoals verwacht) niks op. Half december deed ik nog een “rondje” Breezanddijk en Kornwerderzand maar ook dat loonde niet. Die avond kwam echter een interessante melding binnen; er was iets ten noorden van Joure een Sneeuwgans gemeld. Er was geen foto bijgevoegd, maar het was op nagenoeg dezelfde plek als waar vorig jaar een goedgekeurde Sneeuwgans zat. De ochtend erna was ik natuurlijk ter plaatse en vond ik een ….. ongeringde Ross’ Gans! Eindelijk maar toch nog een leuke gans op de lijst erbij? Nu nog door de commissie…. P.S; foto’s van o.a. de ringloze poten staan op waarneming.nl.

Ross' Gans Anser rossii (Vincent Douwes)

Maar ook daarmee was de 2023-koek nog niet op, zo bleek diezelfde dag toen een Humes’ Bladkoning met geluidopname én foto werd ingevoerd. Dat was mijn herkansing! Achteraf bleek deze vogel er al langer te hebben gezeten. Ik kon die dag echter niet weg, dus het was afwachten of de vogel er de dag erna nog zou zitten. Het regende die dag echter, het was mistig en koud en het bleek op het eerste gezicht niet echt vogelrijk te zijn rond de ringersbosjes bij Kornwerderzand. Ik zag Rommert Cazemier uit zijn auto stappen en op het veldje trof ik Wim van Zwieten; die laatste was al druk aan het tapen. Maar ook nadat hij die uit had gezet, hoorde ik al snel een Humes roepen. Was Rommert aan de andere kant aan het tapen? Wim hoorde ‘m nu ook en samen liepen we richting het stuk met hogere boompjes waar het geluid vandaan kwam. Al snel kwam Rommert ook om de hoek en sloot zich bij ons aan; hij bleek niet aan het tapen te zijn geweest. De Humes’ Bladkoning was dus “in the pocket” maar we wilden hem wel wat beter horen en graag ook even zien. Wim was niet helemaal fit en taaide snel af; Rommert en ik hadden nog ruim een uur nodig om eindelijk de vogel (toen opeens wel) heel leuk in beeld te krijgen. Dit was soort 301 in 2023 in Friesland, progressief bezien dan in ieder geval.

Het één na laatste weekend van december was ik toch weer buiten te vinden en stond ik al in het donker in de duinen van Schiermonnikoog om de een dag ervoor waargenomen Papegaaiduiker terug te vinden. Ik kan hierover kort zijn: Het was een pittig dagje met veel zeemist, regen, zand en weinig vogels. Er werd géén Papegaaiduiker gezien.

Twee dagen later, nog steeds wat gammel, maar hup weer naar buiten! De dag ervoor was een verdachte grote meeuw gezien die op waarneming.nl werd goedgekeurd als Grote Burgemeester. De foto’s waren niet bepaald overtuigend, maar als ‘ie op waarneming goedgekeurd is zal het wel … Nou niet dus, bleek achteraf, want halverwege de ochtend (toen ik al een paar uur aan het zoeken was) keek Merijn Loeve ernaar en bleek het toch “gewoon” een Zilvermeeuw te zijn. Gelukkig was ik niet de enige die ermee de mist in was gegaan. Diezelfde dag werden overigens nog wel Grote Burgemeesters gezien op Terschelling en in de Eemshaven; ze hangen dus wel in de buurt rond!

En het (vogel)jaar was nog niet voorbij want derde Kerstdag kwam een foto naar buiten van een Meenatortel (een ondersoort vanOosterse tortel) die in Sneek was gezien, de tweede keer dat deze soort in die stad opduikt nota bene. Ik was binnen een uur na de melding ter plaatse maar dat mocht niet baten. Een zoekactie met een half dozijn vogelaars leverde niks op. Ook de in de schemer gevonden slaapplaats met meer dan 30 Turkse Tortels leverde niet de zo gehoopte Meenatortel op. Bij navraag bij enkele omwonenden bleek dat de vogel er al een tijdje zat, dus de volgende ochtend stond ik wederom bij het eerste licht paraat. Dit keer was het na een half uurtje nagelbijten raak en kwam de vogel aangevlogen en landde in de dakgoot van één van de huizen van het huizenblok. Nummer 302 was ook binnen gehengeld, progressief bezien dan wel en dus nog steeds niet afdoende om de champagne ’s avonds te laten ploppen.

De laatste dagen van 2023 en de eerste week van 2024 zou ik met het gezin in Drenthe verblijven, dus die tortel kwam maar net op tijd. Het jaar zat erop, ik had (progressief) 302 soorten in Friesland waargenomen (en 305 in de ToH na de 30e december nog even de Grote Burgemeester te hebben bezocht) en veel meer was er niet te verwachten.

Toch kwam er nog een epiloog.Al geruime tijd kreeg ik de goedbedoelde adviezen om nog maar eens de Noordzee op te zoeken om Papegaaiduiker te proberen. Ik had dit altijd een beetje afgehouden, niet in de laatste plaats omdat ik al mijn zeevogels ofwel met anderen samen, ofwel met fotobewijs had waargenomen. Zou ik alleen naar een eiland gaan voor Papegaaiduiker (of Zwarte Zeekoet) en zou ik ‘m zien, dan zou een dergelijke waarneming snel een lading meekrijgen die ik koste wat kost wilde voorkomen (in vogelaarsjargon ook wel “string” genoemd). Maar toen Chris Grobbe op Terschelling en Martin Olthoff op Schiermonnikoog de laatste dagen Papegaaiduikers wisten te vinden, moest ik wel! Vrouw en kinderen waren gelukkig zeer begripvol, waardoor ik de laatste dag van 2023 voor een laatste keer op pad ging. De boot naar Schiermonnikoog ging te laat in de ochtend dus Ameland werd de bestemming. De laatste dag van het jaar waren er buien en een pittige zuidzuidwestenwind, het was een graad of 7-8, maar ik was er gelukkig met het eerste licht. Het moment dat ik mijn neus boven het duin uitstak, vlogen de Roodkeelduikers me bijna om de oren, ik heb er die ochtend honderden gezien, heel gaaf. Ook lukte het me om Parelduiker, IJsduiker en Kleine Jager op te merken, maar daar ging het me natuurlijk niet om. Mijn target was duidelijk en zowaar had ik er binnen een uur al eentje in de scoop, YES! Een uurtje later volgde zowaar nog een tweede Papegaaiduiker die zelfs even inviel maar lastig terug te vinden was tussen de golven. Mijn missie was geslaagd, ik kon naar huis om aan de oliebollen te gaan. Het Big Year Friesland 2023 zat er nu echt op, het record was binnen en ik kon nieuwe plannen maken voor 2024.

Nawoord + lijstjes

Het hebben van een gezin met kinderen in combinatie met een fulltime baan met veel afspraken zijn componenten waarmee een écht goed Big Year niet te combineren valt. Op mijn vorige Big Years was daarom altijd wel wat aan te merken (al was 2020 bizar goed achteraf in dit licht bezien). 2023 was in veel opzichten een bijzonder jaar en was vooraf niet als Big Year bestempeld. Toch bleek de kans zich voor te doen en als eenmaal de knop omgaat dan ga ik er ook echt voor!

Tijdens het vorige Big Year was ik al in het bezit van een elektrische auto en dat voelde wel zo fijn met het oog op de ecologische voetafdruk die gepaard gaat met een dergelijke hobby. Ook in 2023 beschikte ik over een elektrische auto (m.u.v. de laatste drie dagen) maar tegelijkertijd heb ik dit jaar ook veelvuldig gebruik gemaakt van (elektrische) fiets, veerboot en streekbus. De veerboot was wederom zeer geliefd, want zonder de Waddeneilanden heeft een Fries Big Year geen schijn van kans. Ik was dus veelvuldig op de eilanden te vinden, in totaal maar liefst 27 dagen:
Vlieland: 14
Terschelling: 2
Ameland: 5
Schiermonnikoog: 6
Dit leverde me 25 soorten op die ik niet op de Friese vaste wal heb waargenomen:

  1. Amerikaanse Zee-Eend
  2. Vale Gierzwaluw
  3. Strandplevier
  4. Drieteenmeeuw
  5. Vorkstaartmeeuw
  6. Dwergstern
  7. Grote Jager
  8. Kleinste Jager
  9. Zeekoet
  10. Alk
  11. Papegaaiduiker
  12. Vaal Stormvogeltje
  13. Noordse Stormvogel
  14. Noorse Pijlstormvogel
  15. Vale Pijlstormvogel
  16. Bonte Kraai
  17. Pallas’ Boszanger
  18. Siberische Tjiftjaf
  19. Grote Karekiet
  20. Izabeltapuit
  21. Siberische Boompieper
  22. Roodmus
  23. Ortolaan
  24. Dwerggors
  25. Geelbrauwgors

Wat had ik terugkijkend op dit Big Year anders kunnen/moeten doen voor een nog betere score?

Nou ja, bijna zes weken met vakantie in het buitenland (twee weken in maart, vier weken in de zomer) is niet bepaald slim, maar ja, zoals gezegd lag een Big Year niet in de planning (en twee weken vlinderen in de Aosta vallei wel). Die weken vakantie hebben me (mogelijk) Amerikaanse Goudplevier, Groene Bijeneter en Waterrietzanger gekost. Voor de rest denk ik niet dat ik veel heb laten liggen of veel anders had kunnen doen. Ik had begin september na terugkeer van vakantie wel wat gas kunnen geven op het vinden van Waterrietzanger.

De slagingskans van een Big Year is natuurlijk zeer afhankelijk van de aanvoer, van wat potentieel mogelijk is. In 2023 zijn in Friesland 329 soorten waargenomen (volgens waarneming.nl, maar bedenk dat zowel Oostelijke als Westelijke Blonde Tapuit is opgenomen, dat ook Withalsvliegenvanger een plekje heeft en dat Siberische Braamsluiper hierin iets te voorbarig is meegenomen). Het werkelijke aantal bedraagt dus 326 soorten en daarvan heb ik er 303 waargenomen. Even in vergelijking met vorige jaren:
2023: 326 soorten
2022: 320 soorten¹
2021: 324 soorten
2020: 331 soorten
2019: 331 soorten
2018: 328 soorten
2017: 326 soorten
2016: 322 soorten
2015: 316 soorten
2014: 319 soorten
2013: 320 soorten

In dit licht heeft Jeroen het vorig jaar met het potentieel een stuk beter gedaan dan ik in 2023 en ook is duidelijk waarom 2020 zo’n topjaar was, terwijl ik wel veel heb moeten laten lopen. Duidelijk is wel dat 2023 een prima (maar geen uitzonderlijk) jaar was om een Big Year te doen.

Ten slotte nog wat meer lijstjes:

  • Mijn persoonlijke top 10 2023: Geelbrauwgors, Marmereend, Alpengierzwaluw (2x), Amerikaanse Zee-Eend, Oostelijke Blonde Tapuit, Stormvogeltje, Kleine Topper (2x), Balkankwikstaart, Klein Waterhoen en Woestijnplevier. De Withalsvliegenvanger x Bonte Vliegenvanger hybride op een kwartiertje van huis was overigens ook vermeldenswaardig maar helaas niet telbaar.
  • Beste “self founds” in Friesland in 2023: Krekelzanger, Graszanger, Ortolaan, Dwerggans, Roodhalsgans, Europese Kanarie, Buidelmees, Koereiger, Pestvogel, Bladkoning, Grote Pieper, Roodmus, Dwerggors, Draaihals en veel leuke soorten op zee zoals Kleinste Jager, Vorkstaartmeeuw, Papegaaiduiker, kleine Alk en IJsduiker.
  • Opmerkelijke ontbrekende soorten in Friesland in 2023: Kleinst Waterhoen, Blonde Ruiter, Grote Grijze Snip, Noordse Boszanger, Bonte Tapuit, Blauwstaart en Citroenkwikstaart.
  • Missers 2023 (23): Taigarietgans, Sneeuwgans, Amerikaanse Oeverloper, Amerikaanse Goudplevier, Kwartelkoning, Woudaap, Grote Burgemeester, Zwarte Zeekoet, Schreeuwarend, Oehoe, Roodstuitzwaluw, Bijeneter, Groene Bijeneter, Roodkeelpieper, Duinpieper, Waterspreeuw, Taigaboomkruiper, Waterrietzanger, Struikrietzanger, Raddes’ Boszanger, Bruine Boszanger, Grauwe Fitis, Grauwe Gors.

De meeste van de 23 missers zijn eigenlijk geen missers want waren (voor mij) niet te twitchen. Van deze 23 soorten heb ik slechts drie soorten getwitcht maar gedipt (de Waterspreeuw van Terschelling, de Struikrietzanger van het Lauwersmeer en Taigaboomkruiper op Schiermonnikoog). De Zwarte Zeekoet die de eerste week in de haven van Vlieland zat had ik wel kunnen en moeten twitchen maar omdat bij mij een Big Year nog niet speelde, heb ik die gewoon laten schieten. Ik heb zelf veel gezocht naar soorten als Grote Burgemeester, Oehoe, boszangers en Sneeuwgans maar deze niet getwitcht (of zelf gevonden).

Om een dergelijk Big Year mogelijk te maken is steun van het thuisfront nodig. Ik wil daarom mijn vrouw en kinderen bedanken voor hun geduld en compassie. Daarnaast ben ik alle in dit verslag genoemde personen erkentelijk voor het vinden van gave soorten, het doorgeven van gevonden soorten, het samen vogelen, etc. Thanks guys!

En wat was nou mijn beste soort van 2023? Duidelijk, dat was een zoogdier zoals zo vaak ook in vogeltripjes naar het buitenland :

Wolf (Vincent Douwes)

Noot:
¹ Oostelijke Gele Kwikstaart is niet geaccepteerd door de CDNA en telt derhalve dus niet mee in de lijst van waarneming.nl. Het totaal aantal waargenomen soorten in 2022 wijzigt daarmee van 321 naar 320 soorten.

Vincent Douwes, Leeuwarden
M: 06-20068721
E: v_douwes@hotmail.com
Website: www.flickr.com/vincentdouwes

Discussie

Folkert Jan Hoogstra  ·  4 januari 2024  19:59

Mooi verslag Vincent, al hadden er wat mij betreft nog wel iets meer plaatjes in gemogen 😃

Note: de Balkankwikstaart wordt pas ingediend als het project van de Kwikstaartroepjes is afgerond en ik heb begrepen dat dit project momenteel stil ligt dus dat duurt nog even. 

Gijsbert van der Bent  ·  4 januari 2024  23:30

Mee eens FJ, maar de weinige foto's zijn wel heel fraai!

George Sangster  ·  5 januari 2024  00:15

Proficiat Vincent voor dit leuke verslag met erg mooie foto's, en gefeliciteerd met jouw record.

Kun je nog nagaan hoeveel vogelsoorten jezelf hebt ontdekt en hoeveel je er hebt getwitcht? Zou die verhouding verschillen tussen jaarlijsten van de diverse provincies, of verschillen tussen provinciejaarlijsten en landelijke jaarlijsten?

Verder vraag ik mij bij jaarlijsten altijd af hoeveel tijd (in het veld, en reistijd) erin gestoken is (inclusief trips die niets nieuws hebben opgeleverd). Dat zal achteraf (dus voor 2023) moeilijk te reconstrueren zijn, maar wellicht is dit iets dat de jaarlijsters van 2024 kunnen bijhouden? Ik ben best benieuwd of de gemiddelde tijd per soort (i) verschilt tussen provinciejaarlijsten en landelijke jaarlijsten, en (ii) toeneemt of afneemt in de loop der jaren.

Wellicht een leuk onderwerp om vooraf over te speculeren en later te verifiëren met echte data.

Jeroen Breidenbach  ·  6 januari 2024  19:18

Gaaf Vincent! Proficiat met het record, mooi dat het gelukt is en dat het anderen maar weer mag inspireren tot verbetering hiervan in de toekomst. Duidelijk is dat, in deze provincie, de potentie er echt nog wel is er goed overheen te kunnen gaan!

Vincent Douwes  ·  6 januari 2024  23:56

Dank FJ, Gijsbert, George en Jeroen!

@Folkert Jan; duidelijk, dit stukje van het verslag had ik al een poos geleden geschreven en ik was er vanuit gegaan dat bij verschijnen van het verslag, de waarneming van de Balkankwikstaart wel was ingediend.

Ik heb in 2023 maar weinig (goede) foto's van vogels gemaakt, de focus lag echt op het waarnemen, zeker toen ik het big year idee echt helemaal omarmd had, vandaar het relatief lage aantal foto's in het verslag (al snap ik heel goed dat een verslag met foto's wat lekkerder leest). Op waarneming.nl staan bij diverse waarnemingen nog wel wat matige bewijsplaatjes daar waar aanwezig. Deze leken me echter voor een leuk verslag als dit beoogd te zijn, niet toereikend en waarde toevoegend.

@George, van de 76 rode soorten op waarneming.nl heb ik er 44 soorten getwitcht. Hier zitten echter ook soorten bij die ik later zelf nogmaals een keer vond (bijv. dwerggors, kuifaalscholver, pestvogel). Hoeveel tijd ik er vorig jaar in totaal in gestoken heb is inderdaad niet meer te traceren. Wat ik wel heb kunnen achterhalen is dat ik in ieder geval tot en met april er op 50 dagen of dagdelen op uit getrokken ben, de rondjes in mijn eigen wijk niet mee gerekend. Hierin zit bijvoorbeeld ook de eerste twitch naar de Alpengierzwaluw van Franeker, de enige soort voor die dag die ik heb ingevoerd. Maar ook zitten hier een paar trektelpostdagen in (Lauwersmeer Bantpolder). In mei was ik in totaal 20 dagen buiten te vinden (los van waarnemingen in Leeuwarden zelf) maar in juni t/m augustus "slechts" 23 (o.a. vanwege lange vakantie). Van september t/m december was ik 54 dagen buiten, soms voor een twitch van een uur, soms een hele dag of een lang weekend op pad. In totaal over 365 dagen in 2023 dus 147 dagen (dat ik ook iets op waarneming.nl heb ingevoerd, ruim 40% van de dagen dus. Weet dus waar je aan begint.... ;-).

Qua reistijd spelen de Waddeneilanden natuurlijk een belangrijke rol; die slokken veel tijd op, zeker de tripjes naar Vlieland en Terschelling natuurlijk. Ik woon in Leeuwarden en dat ligt redelijk centraal gelegen in de provincie. Elke uithoek op de vaste wal van de provincie is binnen ca. 40-45 minuten te bereiken.

Al met al interessante vragen voor een volgend Big Year (maar voorlopig niet meer door mij).

Lieuwe van Welie  ·  6 februari 2024  08:57

Wat een mooi verslag, Vincent, en wát een prestatie!

Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.

Feedback?