(Niet geheel) toevallig heb ik onlangs samples van 25 foto’s van voorjaarsmannetjes uit de broedgebieden van Witster- (Wsb) en Roodsterblauwborst (svecica; Rsb) wat beter bekeken omdat ik mij afvroeg of er naast de sterkleur nog andere verschillen zijn in keel/borsttekening, die je zou kunnen gebruiken om na te gaan of een roodgesterde blauwborst ook in overige opzichten een ‘goede’ Rsb is. Daarbij zag ik significante verschillen in gemiddelden, maar met vrijwel volledige overlap van de extremen voor elk kenmerk. Bij Rsb:
- was de rode kleur van de ster bij 9 van de 25 vogels donkerder dan de kleur van de roestoranje onderborstband, bij 11 even donker, bij 4 een fractie lichter en bij 1 vogel duidelijk wat lichter.
- was de rode stervlek gemiddeld (significant, P<0.001 o.b.v. verdeling scores) groter dan de witte ster van Wsb, vaak vooral breed. De vlek was nooit geheel afwezig.
- was de oranjerode onderste borstband doorgaans vrij smal, niet vaak (30%) duidelijk breder dan de zwarte band erboven. Wsb toonde vaker (75%) een brede band, ruim breder dan de zwarte band (P<0.01). Brede band kan echter ook bij Rsb (8%).
- kwamen grote zwartige vlekken aan de zijhoeken van de ster minder vaak voor (12% tegen 35% bij Wsb), en was de ster vaker geheel omringd met blauw (44% tegen 15% bij Wsb) (P<0.05).
- was er een lichte neiging tot een prominenter wit bandje tussen de zwarte en rode onderborstband, maar de gemiddelde scores verschilden niet significant (P>0.05) en het bandje kan bij beide ssp geheel ontbreken.
- was er een lichte neiging tot een minder verzadigd roestoranje onderborstband dan bij Wsb (wat dan het effect van de smallere band versterkt) maar ook dit verschil was niet significant.
Bij deze vogel zou ik de ster scoren als 'donker rood', 'vrij groot', 'beperkt zwarte hoeken', het witte tussenbandje als 'smal' en de oranje onderborstband als '(erg) smal' en 'lichtgekleurd'.