Het artikel beoogt 2 voorbeelden te geven van Westelijke vogels die kenmerken van Oostelijke tonen. Illa et al gaan daarbij vooral in op het Oostelijke staartpatroon van beide Westelijke vogels, omdat vooral dat kleedkenmerk volgens de auteurs een belangrijke rol speelde bij de door Svensson voorgestelde “three-way split”. Ook uit Shirihai & Svensson (2018) kun je opmaken dat beide auteurs - puttend uit eigen werk - aan het staartpatroon een grotere waarde hechten dan aan de andere (op zichzelf niet diagnostische) kleedkenmerken.
Het artikel van Illa et al. geeft niet aan hoe vaak Westelijke een Oostelijk staartpatroon toont. Misschien kan Arnoud Illa porren om voor DB een artikeltje te schrijven waaruit de variatie in staartpatronen bij de Westelijke uit een handig frequentietabelletje blijkt? Heb het idee dat hij er daar al heel wat van in handen heeft gehad...