We bewerken de ‘losse waarnemingen’ op verschillende manieren Leo. De exacte bewerking hangt bijvoorbeeld af van de zeldzaamheid van de soort. Bij een Visarend met vele tienduizenden records is het niet mogelijk alle losse gevallen uit de database te halen en dan berekenen we bijv. van pleisterende vogels het maximum per gebied per 5 dagen en van trekkers het maximum aantal per plek per dag. Bij een soort als Dwerggors is het, met enige moeite, wel mogelijk de gevallen op een rijtje te zetten. In de database die we voor het stukje in Sovon-Nieuws hebben gebruikt zitten 5195 waarnemingen van Dwerggorzen, die na controle op dubbele en vervolgwaarnemingen zijn samengevoegd tot 653 gevallen (683 vogels). Ander voorbeeld: van Roze Spreeuw hadden we 3800 waarnemingen en uiteindelijk 288 gevallen (308 vogels).
Wat betreft die zingende Bladkoningen; als we daar wat van zouden willen zeggen in een artikeltje dan zouden we die waarnemingen/gevallen beoordelen. In dit artikeltje over de Bladkoning (Sovon-Nieuws 2002-3) zijn we niet op zang ingegaan.