Lijkt met dat je dat op grond van één foto niet zo stellig kan beweren.
Migeul Demeulemeester beschrijft het volgende: "Gemiddeld korter en konischer, met een rechter culmen dan ‘flammea’, zeldzaam convex aan de top. Velen komen over alsof ze een heel klein snaveltje hebben. Die individuen met de kleinste snavels, gecombineerd met het steile voorhoofd geven de typische ‘ingedrukte kop-indruk’, maar veel missen deze indruk. Sommige hebben een hogere snavelbasis die dan doet denken aan ‘hornemanni’."
Ik heb ook even de maten er bij gehaald:
flammea volgens Demeulemeester:
- Snavel (F): 7,5-10,4mm (F = gemeten tot aan bevedering)
- Snavel (D): 5,2-6,8mm (D = hoogte aan basis)
flammea volgens Svensson (1992):
- Snavel (F) man: 8,2-10,4 mm
- Snavel (F) vrouw: 7,2-9,7 mm
- Snavel (D): 5,7-6.5 mm (geen uitsplitsing gegeven in man en vrouw)
hornemanni exilipes volgens Demeulemeester:
- Snavel (F): 6,3-8,8 mm (geen uitsplitsing gegeven in man en vrouw)
- Snavel (D): 5,3-6,4 mm (geen uitsplitsing gegeven in man en vrouw)
hornemanni exilipes volgens Svensson (1992):
- Snavel (F): 7,0-9,6 mm (geen uitsplitsing gegeven in man en vrouw)
- Snavel (D): 5,6-6,3 mm (geen uitsplitsing gegeven in man en vrouw)
Dan is er nog een vorm met extreem lange snavel, de zg flammea 'holboellii' met snavellengte bij man 10,5-13,5 mm en bij vrouw 10,0-13,1 mm (Svensson 1992).
Al met al lijkt het me nog steeds een goede Witstuit. De grootte van de stuit, het witgrijze verenkleed en de bijna witte onderstaartdekveren. Eén en ander wordt ook wellicht beïnvloed dat we in Nederland geen of weinig ervaring hebben met adulte Witstuitbarmsijzen.