Dit jaar meerdere (4?) in NL waarvan o.a. deze lang verblijvende vogel. Ik vraag me wel eens af hoe je bij deze soort kan bepalen of het daadwerkelijk een broedpoging is (geweest). Itt tot bij Phylloscopus zangers is het zien van een zingende man al een hele opgave laat staan een vrouw en evt. jongen..

Als mannetjes stilvallen nadat ze een vrouwtje hebben bemachtigd, (gaat dit op voor sprinkhaanzangers?), dan zijn vervolgwaarnemingen interessant. De kans op vervolgwaarnemingen zijn wellicht te beïnvloeden door te tapen op plekken waar de krekelzangers zijn "vertrokken". 

dat geldt ook voor Cetti's Zangers. Er zijn zelden of nooit  nesten gevonden maar recent zijn er wel tijdens ringonderzoek vogels met broedplekken gevangen. Dus gewoon geduld hebben tot dat ook met krekelzangers gaat gebeuren. Sprinkhaanrietzangers beginnen na het uitvliegen van de jongen wel weer met zingen zoals zoveel zangers dat kunnen doen,

min of meer de stelregel is dat monogame soorten de snavel houden als ze een partner hebben (braamsluiper gaat van enkele honderden zangstrofen per uur naar enkele per dag) terwijl polygame soorten door blijven zingen (zoals de Cetti). Maar lang niet alle individuen van de Cetti zingen veel. Op onze vangplek zit een vogel (met ietwat afwijkende zang) die zeer frequent zingt. Dat is vrijwel de enige die we horen, terwijl uit ringonderzoek blijkt dat er nog zeker drie andere mannen aanwezig zijn, alsook vier vrouwen (met actieve broedvlek). Kennelijk zit er tussen de mannen ook wel wat hiërarchie in. Afgelopen weekend de eerste net uitgevlogen jongen geringd. 

Braamsluiper heeft nog een kleine opleving aan begin van tweede broed. 

nu nog een nestje Krekelzangers voor Max, Ton!

Ik heb vandaag geprobeerd de vogel terug te vinden. Ik kreeg geen response. De vogel is na 5 juni niet meer gemeld.