Het was weer een lekker warme maand, waarin Nederland op zijn grondvesten schudde van de zeldzaamheden. De eerste Roetvliegenvanger van het land, gevolgd door vele klauwieren, tapuiten en piepers van diverse pluimage, met nog een Rotszwaluw als kers op de taart, bijna teveel om op te noemen. Laten het een en ander maar eens rustig tot ons gaan nemen…
Hoogtepunten
Roetvliegenvanger
De vogel van het jaar, en mogelijk ook van de voorgaande vier jaren, dat moet wel de
Roetvliegenvanger zijn. De vogel liet zich twee dagen zien in de Ganzenhoek in Meijendel in de Wassenaarse duinen (ZH). Het was voor de bezoekers op de tweede dag van het verblijf nog wel een bezoeking, toen de vogel pas na ongeveer vijf uur zoeken tevoorschijn kwam. Het was pas het derde geval van Europa. Het verhaal is
hier te lezen. Met de
Roetvliegenvanger werd een historische hindernis geslecht: de eerste Nederlandse vogelaar behaalde een lijst van 500 in Nederland waargenomen soorten.
Roetvliegenvanger Muscicapa sibirica, Meijendel, Wassenaar (NH), 5 oktober (Arnoud van den Berg)
Bruine Klauwier
Op 6 oktober werd de vijfde
Bruine Klauwier van Nederland gezien, aan de Hondsbossche Zeewering (NH). Het verblijf was maar kort en het aantal waarnemers gering.
Bruine Klauwier Lanius cristatus, Hondsbossche Zeewering (NH), 6 oktober (Jan Willem Dekker)
Rotszwaluw
Vogels die maar door een enkeling zijn gezien, verankeren zich niet sterk in het geheugen. Dat geldt in ieder geval voor de
Rotszwaluw die werd gezien op 2 oktober vliegend langs de duinen aan het eind van de Krimweg op Texel (NH). Na een kort rondje zei de vogel de enige waarnemer vaarwel. De soort herstelde zich daarna krachtig: op 25 oktober werd er opnieuw een op Texel ontdekt, die rondjes rondom de kerk op Oosterend vloog. De vogel ging daar slapen en kon de volgende dag nog enige tijd worden bewonderd.
Rotszwaluw Ptyonoprogne rupestris, Texel (NH), 26 oktober (Job ten Horn)
Mongoolse Pieper
Het gemak waarmee overvliegende vogels tegenwoordig aan hun geluid worden herkend is verbazingwekkend! Zo werden er een flink aantal overvliegende Mongoolse Piepers waargenomen. Slechts één keer hoefde een
Mongoolse Pieper over Texel op weg naar het zuiden te roepen en de vogel werd geïdentificeerd. Vervolgens werd dezelfde vogel nog op meerdere locaties op het eiland gehoord en gezien. Nog veel meer
Mongoolse Piepers werden geclaimd, maar het hoogtepunt vormde de vogel die enige dagen op Ameland (Fr) verbleef.
Overzicht
Eenden en ganzen
Ross' Ganzen waren er in het Oudeland van Strijen (ZH) gedurende de hele maand, bij Finsterwolde (Gr) op 8 oktober, in de Oostvaardersplassen (Fl) op 12 oktober, in het Zuidlaardermeergebied (Gr) vanaf 13 oktober, met een tweede op 24 oktober, en bij Assendelft (NH) vanaf 16 oktober. Zo goed als alle vogels konden als ontsnapt worden beschouwd, op die van Finsterwolde na. De
Dwergganzen van het Oudeland van Strijen (ZH) waren met 41 exemplaren op 21 oktober alweer op volle sterkte. Daarbuiten werd er een van onduidelijk allooi gezien bij Nederweert (L), en werd een overvliegende gefotografeerd aan het Wolderwijd (Fl) op 26 oktober. In 13 uurhokken werden
Witoogeenden gezien, waarvan er een in Drenthe lag, drie in Overijssel en drie in Zuid-Holland, en de overige zes in Flevoland. De
Ringsnaveleend van het Vogelmeer in de Kennemerduinen begon weer te pendelen naar het Kennemermeer in IJmuiden, waar de vogel van 15 tot 22 oktober en op 29 oktober werd gezien. De vogel van Heerhugowaard (NH) was ook de hele maand aanwezig, of althans, werd ook op 5, 6, 10, 17, 21 en 22 oktober gezien. Van de
Kleine Topper werd er nog maar één vastgesteld, de vogel die al vanaf 9 augustus op het Vogelmeer in de Kennemerduinen verbijft. Andere exemplaren die de eclips in Nederland doormaakten, hielden zich beter schuil.
Aalscholvers tot gierzwaluwen
Nadat in de tweede helft van augustus al op drie plaatsen een overvliegende
Dwergaalscholver was gezien, in de Amsterdamse Waterleidingduinen (NH), de Oostvaardersplassen (Fl) en bij Diemen (NH), werd een verblijvende gezien in de Duursche Waarden bij Wijhe (Ovl) op 14 oktober. Ook de laatste vogel was niet bezoekbaar, vanwege een te kort verblijf. Geheel tegen de verwachting in werd er deze maand geen enkele
Vale Gierzwaluw gemeld, en buiten ongeveer 14 gewone
Gierzwaluwen werd er alleen één
Alpengierzwaluw gemeld, over het Noordhollands Duinreservaat op 12 oktober. Liefhebbers van de meer extreme
Huis- en
Horusgierzwaluw zullen nog een tijdje geduld moeten hebben. Waders tot meeuwen
Het weer en de aantallen vogelaars waren fenomenaal, dit jaar tijdens het Dutch Birding vogelweekeinde op Texel (NH). Ondanks dat waren er - afgezien van overvliegende piepers - alleen zeldzaamheden te bewonderen die al langere tijd op het eiland verbleven, en was ook de oogst aan zee zeer mager. De 350 - 400 vogelaars op het eiland konden wel allemaal genieten van een Amerikaanse Goudplevier, die van 10 tot 13 oktober door 312 verschillende vogelaars op waarneming.nl werd ingevoerd. De vogel zat er al aan het begin van de maand en werd op 17 oktober voor het laatst gezien. Amerikaanse Goudplevier Pluvialis dominica, Texel (NH), 7 oktober (Gert Gelmers)
Met enige moeite werd een op 28 oktober over Stortemelk, Vlieland (Fr) vliegende en roepende goudplevier gedetermineerd als
Aziatische Goudplevier. Ook de
Grote Grijze Snip op Texel (NH), die al op 12 augustus was ontdekt, verblijdde heel veel bezoekers van bovengenoemd DB-weekeinde op Texel. De vogel was in De Volharding bij De Cocksdorp met beginnend afgaand tij heel mooi te bewonderen, tot 14 oktober.
Grote Grijze Snip Limnodromus scolopaceus, De Volharding, Texel (NH), 6 oktober (Eric Menkveld)
Meeuwen
Een bijna adulte
Grote Burgemeester fleurde de zeehaven van IJmuiden op van 17 tot 23 oktober. Wellicht dezelfde vogel werd naar het zuiden vliegend opgemerkt langs de Hondsbossche Zeewering op 6 oktober. Een prachtige en tegelijk deprimerende foto van de vogel in IJmuiden is hieronder te zien.
Grote Burgemeester Larus hyperboreus, Velsen (NH), 19 oktober (Roy Slaterus)
Roofvogels
In een flinke 13 uurhokken werd de
Grijze Wouw vastgesteld. In april 2023 stelden we al dat we - statistisch gesproken - in 2025 voor het eerst meer dan 25 gevallen in één jaar van deze soort verwachten. Met een verblijf in 30 uurhokken tot op heden dit jaar, zou onze voorspelling zomaar eens uit kunnen komen.
Grijze Wouw Elanus caeruleus, Drents-Friese Wold (Fr), 5 oktober (Sebastiaan Koppelle)
Hoppen tot kraaien
Er zijn jaren dat er meer worden gezien, maar de
Hop werd toch in negen uurhokken gezien. Een uiterst vertrouwelijke vogel in Maastricht trok veel bekijks van vogelkenners en -liefhebbers tot volslagen leken, van 14 tot 23 oktober.
Hop Upupa epops, Wassenaar (ZH), 25 oktober (Gertjan van der Kooij)
Op 6 oktober begon het jaarlijkse klauwieren-festival met een
Bruine Klauwier bij de Hondsbossche Zeewering. Het was de vijfde van Nederland en daarmee meteen de zeldzaamste. De vogel liet zich maar kort bewonderen. Op 15 oktober werd een
Daurische Klauwier gezien in de Eierlandse Duinen op Texel (NH). OP 18 oktober werd er - minder karakteristiek - een gezien en gefotografeerd in de Wieden (Ovl). Vervolgens werd er op 27 oktober nog maar eens eentje gezien in een niet-toegankelijk deel van het Noordhollands Duinreservaat (NH), en die bleek er op 30 oktober en daarna nog steeds te zitten.
Daurische Klauwier Lanius isabellinus, Eierlandse Duinen, Texel (NH), 15 oktober (Ton Rijnders)
Op 29 oktober werd de een-na-laatste
Kleine Klapekster ooit gezien, en wel op Terschelling. Alleen een geval bij Lelystad in 1991 was later in het jaar. Hiermee kwam het bijna jaarlijkse klauwieren-festival in Noord-Holland en op de Waddeneilanden ten einde. De
Bonte Kraai, een van de favorieten van het
DB Terugblik-team, deed het kalm aan, met vogels op bekende plekken als Schiermonnikoog (Fr) aan de westkant van Goeree (ZH) en de haven van Scheveningen (ZH), welke laatste vogel zich heel aardig liet fotograferen.
Bonte Kraai Corvus cornix, Scheveningen (ZH), 1 oktober (Hans Overduin)
Kleine vogeltjes
Een
Rotszwaluw die misschien had gedacht een beetje in de luwte rond een kerkje te gaan foerageren aan de oostkant van Texel, vergiste zich deerlijk toen bleek dat de plek die de vogel had uitgekozen zich juist tegenover het huis van een vogelaar bevond. De vogel bracht de nacht door op de kerk in kwestie en was de volgende dag nog enige tijd zichtbaar.
Rotszwaluw Ptyonoprogne rupestris, Oosterend, Texel (NH), 26 oktober (Ruud van Beusekom)
Sperwergrasmussen bevolkten tijdelijk de Pontweg op Texel (NH) op 1 oktober, camping de Robbenjager en nabije omgeving, ook op Texel (NH), van 4 tot 15 oktober, de Noordoosthoek op Vlieland (Fr) in de eerste week van de maand, de Geul op Texel (NH) op 10 oktober, en de bosjes bij hotel Duinoord in Berkheide, Wassenaar (ZH), van 23 tot 27 oktober. Op 31 oktober werd tot slot nog een vogel gezien in Middelburg (Zld). Met de loofzangertjes hield het niet over, deze maand oktober. In twaalf uurhokken werden
Pallas' Boszangers gezien, zoals gebruikelijk vooral vanaf 10 oktober, en zoals eveneens gebruikelijk met de grootste dichtheid op Texel: daar werd de soort in vier uurhokken vastgesteld.
Raddes Boszangers deden het dit jaar matig, met maar drie gevallen: de vangst van de eerste voor Limburg, aan de Tungelroyse beek, op 12 oktober, een vangst in Voorst bij Zutphen (Gld) op 18 oktober en een op Schiermonnikoog (Fr) op 23 oktober.
Bruine Boszangers deden het iets beter, met een vogel in Berkel en Rodenrijs (ZH) op 10 oktober, een in de Sliedrechtse Biesbosch op 13 oktober, in Almere (Fl) en Noordwijk (ZH) op 17 oktober, IJmuiden (NH) op 24 oktober en een in Wolfheze (Gld) op 25 oktober. Op 26 oktober zat er weer een in IJmuiden, en tot slot zat er een in Westenschouwen (Zld) op 26 oktober. Bij Woerden (U) hield zich enige tijd een vogel op die in de moeilijkste vogelherkenningsquiz - de zogeheten
mystery bird competition - niet zou misstaan. De vogel werd in eerste instantie aangezien voor een mogelijke Struikrietzanger, en tijdens discussies kwamen
Sykes',
Oostelijke en
Westelijke Vale Spotvogel over het voetlicht, maar bij de uiteindelijke vangst bleek het om een late
Bosrietzanger te gaan. Het kleed kwam niemand bekend voor, en vergis u niet:
Bosrietzanger is aan het eind van oktober zeldzamer in Nederland dan
Struikrietzanger!
Bosrietzanger Acrocephalus palustris, Woerden (U), 21 oktober (Jacob Molenaar)
In het optreden van de
Roze Spreeuw werd na een kort bezoek van een juveniele vogel in Finsterwolde (Gr) de show gestolen door een langdurig verblijvende adulte vogel in Den Burg op Texel (NH). De vogel verdedigde met verve een ter beschikking gestelde pot pindakaas, hetgeen de fotograaf van onderstaande foto deed vermelden: "Pindakaas, wie is er niet groot mee geworden...?"
Roze Spreeuw Pastor roseus, De Koog, Texel (NH), 5 oktober (Eric Menkveld)
Met de
Roetvliegenvanger werd een historische hindernis geslecht: de eerste vogelaar behaalde een lijst van 500 in Nederland waargenomen vogelsoorten. Dit geval was pas het derde voor Europa, en kan daarmee gekwalificeerd worden als absolute topzeldzaamheid, die thuishoort in het rijtje van de
Horusgierzwaluw van Schiermonnikoog (Fr) van 26 en 27 september 2019, de
Steppeplevier van Walcheren van 15 augustus 2020, en de
Grijskopkievit van Workum (Fr) van 27 en 28 juni 2019.
Glanstroepiaal en
Daurische Spreeuw horen ook in dit rijtje thuis, maar zijn niet geheel van enige verdenking gevrijwaard, en geven dan ook een "
ander gevoel"...
Roetvliegenvanger Muscicapa sibirica, Meijendel, Wassenaar (NH), 6 oktober (Rob Halff)
Hoe historisch is die grens van 500 soorten nu eigenlijk? Welnu, de 400-soorten-barrière werd genomen in september 1996 en dat is dus maar 28 jaar geleden. De vogelaar die deze grens als eerste overstak had zijn 300ste soort in september 1981. Toen was hij niet de eerste die de 300 soorten zag, want wie dat wel was moeten we nog uitzoeken. Tegenwoordig zijn er ongeveer 380 vogelaars in Nederland die meer dan 400 soorten op hun lijst hebben staan. Daarvan is maar ongeveer 10% jonger dan 30 jaar. Dus, voor de jongere vogelaars: volhouden is het devies. De laatste
Noordse Nachtegaal ooit werd op 19 oktober bij Arnhem (Gld) gezien en op geluidsdrager vastgelegd. Buiten deze waren er alleen gevallen in de eerste week van oktober, op 3 oktober 2013 en 4 oktober 2015. De status van de
Blauwstaart als icoon van zeldzaamheid is natuurlijk allang ingestort. Ook deze maand werden er een paar gezien: een in het Noordhollands Duinreservaat (NH) op 4 oktober en een op 19 oktober op Schiermonnikoog (Fr). De soort maakte wel een gave "doorstart" door zich te laten vertegenwoordigen door een adult mannetje, op 18 oktober in het Hoornse Bos op Terschelling. Dat blijft toch een droom voor vrijwel iedere zeldzaamhedenliefhebber. Helaas werd de vogel maar door drie vogelaars gezien. Het was pas het tweede adulte mannetje voor Nederland, na de eerste op Texel op 27 september 2020.
Blauwstaart Tarsiger cyanurus, Castricum (NH), 4 oktober (Hans Groot)
Ook met de
Kleine Vliegenvanger hield het niet over: op 4 en 5 oktober werd er een gezien op de Maasvlakte (ZH), op 5 oktober een in de Pettemerduinen (NH) en op 8 oktober een in de Muy op Texel (NH). Daarmee was de koek op. Een vrijwel zekere
Withalsvliegenvanger - altijd lastig in het najaar - werd op 22 oktober gefotografeerd in Noordwijkerhout (NH). Helaas werd de vogel maar door enkele vogelaars gezien.
Withalsvliegenvanger Fidecula albicollis, Noordwijkerhout (ZH), 22 oktober (Sylvain Fleur)
Op 20 oktober werd door een betrekkelijke leek een "tapuit" gefotografeerd in Berkheide in Katwijk aan Zee (ZH), die na inspectie een
Izabeltapuit bleek te zijn. Twee dagen later werd de vogel, die heel tam bleek te zijn, vlakbij teruggevonden. Een lawine van prachtige foto's was het gevolg.
Izabeltapuit Oenanthe isabellina, Katwijk aan Zee (ZH), 22 oktober (Joas de Vreugd)
Drie
Woestijntapuiten, waaronder een fraai mannetje, waren deze maand te zien, de eerste langs de Prins Hendrikzanddijk op Texel (NH) - dat betrof een mannetje - en die werd op 8 oktober ontdekt. Vervolgens werd die vogel op 14 oktober teruggevonden op enkele honderden meters van de oorspronkelijke vindplek. Dit geeft ernstig te denken over de vaardigheden in het zoeken van zeldzaamheden van de meer dan 300 vogelaars die in de tussenliggende dagen waren verzameld op Texel voor het DB-vogelweekeinde. De tweede was een eerstejaars vogel, die werd op Ameland (Fr) gezien, op 21 en 22 oktober. Op 25 oktober werd er ook nog een gezien en gefotografeerd in de Zouweboezem (U).
Woestijntapuit Oenanthe deserti, Texel (NH), 8 oktober (Thomas van der Es)
Ook een
Bonte Tapuit werd deze maand gezien, en wel bij Delfgauw (ZH) op 15 oktober, ontdekt door een vogelaar zonder verrekijker, die nadat hij de verrekijker had opgehaald, kon bevestigen dat het niét een gewone
Tapuit betrof...!
Bonte Tapuit Oenanthe pleschanka, Zuidpolder, Delfgauw (ZH), 15 oktober (Jacob Lotz)
De tweede
Citroenkwikstaart van de ondersoort
citreola - de
Toendracitroenkwikstaart - vloog over de Ballumerduinen op Ameland (Fr) op 3 oktober. De vogel werd vooral aan het sonagram herkend, zullen we maar zeggen. Het was het tweede geval van dit taxon voor Nederland, en ook nog het eerste geval van de soort voor Ameland. De eerste
Toendracitroenkwikstaart voor Nederland - u was het vast vergeten - was in Warmond in 2010. Het taxon staat overigens nog niet op de Nederlandse lijst. In 107 uurhokken werden
Grote Piepers vastgesteld, waarvan meer dan 30% in het binnenland. Het aantal waarnemingen was niet speciaal veel hoger of lager dan in andere recente jaren. Een recordaantal
Mongoolse Piepers werd deze maand in Nederland vastgesteld. Het begon op 6 oktober met vogels langs de Hondbossche Zeewering (NH) en Vlissingen (Zld). Op 12 oktober werd er een gehoord over Noordwijk (ZH) en werd er een op verschillende locaties gemeld op Texel. Verder vloog er op 15 oktober een over de Crezéepolder bij Ridderkerk (ZH). Dit waren allemaal overvliegende vogels. Daar worden we wel blij, maar niet echt gelukkig van. Dit veranderde toen twee vogels aan de grond werden gezien en gefotografeerd op Ameland van 23 tot 26 oktober en op Schiermonnikoog op 25 oktober.
Mongoolse Pieper Anthus godlewskii, Ameland (Fr), 24 oktober (Marchel Stienstra)
De vaardigheid om een vogel te herkennen aan het geluid, heeft kortgeleden een voorname hindernis op het pad gekregen. In september al werd een
Duinpieper gezien die het geluid maakte van een
Gele Kwikstaart. Dat maakt het leven ineens veel ingewikkelder dan het tevoren leek. Kun je de
Duinpieper nog wel goed op geluid herkennen, of mag je een overvliegende
Gele Kwikstaart nog wel tellen? Wat hebben waarnemingen van overvliegende
Mongoolse Piepers nog voor waarde? Niemand die het weet, niemand die er iets zinnigs over kan zeggen. Hieronder is in ieder geval een foto van de
Duinpieper in kwestie, en
hier zijn opnamen van het geluid van de vogel te horen. Meerdere waarnemers hebben de vogel duidelijk als een
Gele Kwikstaart horen roepen.
Duinpieper Anthus campestris, Hendrik-Ido-Ambacht, 31 augustus (Lodi Nauta)
In het duizelingwekkende aantal van 31 uurhokken werden
Siberische Boompiepers vastgesteld. Deze lagen op vijf na allemaal aan zee, waarbij waddeneiland of duin telt als "aan zee". Het waren niet eens allemaal overvliegers; sommige lieten zich ook heel aardig zien. De vluchtfoto die zo ongeveer een eind maakt aan alle overige vluchtfoto's van deze soort is hieronder te zien.
Siberische Boompieper Anthus hodgsoni, Texel, 29 oktober (Frans Buiter)
Een stuk of 35
Dwerggorzen werden vastgesteld in evenzovele uurhokken, die op zes na allemaal aan de kust lagen, zoals gebruikelijk. We sluiten het overzicht van de Nederlandse zeldzaamheden af met een bescheiden tsunami van de
Bosgors. Op 3 oktober vloog er een over telpost Parnassia in de Kennemerduinen (NH). Op 5 oktober vloog er weer een over Vlissingen (Zld); een prachtige verblijvende vogel was van 5 tot 10 oktober te zien in de Amsterdamse Waterleidingduinen (NH); op 6 oktober vloog er een over het Zuidhollandse deel van de Amsterdamse Waterleidingduinen (ZH) en op 7 en 8 oktober zat er een in de Kennemerduinen (NH). Op 9 oktober werd er een gevangen bij Castricum (NH). Op 12 oktober vloog er weer een over de Maashorst (NB), op 16 oktober een over Westenschouwen (Zld). Op 25 oktober nog eens eentje over het Koningsdiep bij Opsterland (Fr). De laatste van de maand was weer een verblijvende, van 26 tot 29 oktober op Schiermonnikoog (Fr).
Bosgors Emberiza rustica, Amsterdamse Waterleidingduinen (NH), 8 oktober (Hans Overduin)
Een rondje langs de velden
Voor het overzicht van deze maand maken we een rondje door Europa, om zo de relevante zeldzaamheden eruit te kunnen lichten.
Azoren
De fanatieke soortenjagers van de Westelijke Palearctis (WP) bivakkeren traditioneel de eerste drie weken op Corvo. Na een ongelooflijk 2023 was het ook dit jaar prijs. De eerste recente
Amerikaanse Havik voor de WP verbleef vanaf de 17e op het eiland. Een reeks oude Ierse gevallen is momenteel “in heroverweging”. De
Orpheusvireo (9-10 oktober) was de tweede voor de WP, na een vogel in 2021 op hetzelfde eiland. De
Corvo Supporting Cast bestond uit:
Kastanjezangers,
Amerikaanse Roodstaarten,
Maskerzangers,
Brilparulazangers,
Bonte Zangers,
Gele Zangers,
Zwartkopzanger,
Blauwe Zwartkeelzangers,
Roodoogvireos,
Philadelphia Vireos,
Indigogorzen,
Bobolinks,
Baltimoretroepialen,
Zwartvleugeltangare,
Roodborstkardinaal,
Ovenvogel,
Grijswangdwerglijsters,
Amerikaanse Klifzwaluwen,
Schoorsteengierzwaluw,
Groene Reiger,
Amerikaanse Blauwe Reiger,
Bandijsvogel,
Amerikaanse Blauwe Kiekendief en een Amerikaanse ondersoort van de
Bonte Strandloper.
Kastanjezanger Setophaga castanea, Corvo, Azoren, 2 oktober (Max Dettori)
Op Flores was men wat bescheidener, met diverse Amerikaanse zangers, een
Amerikaanse Waterpieper,
Amerikaanse Regenwulp,
Geelsnavelkoekoek en een onbevestigde
Amerikaanse Torenvalk. Op Graciosa werd een
Amerikaanse Kleine Zilverreiger ontdekt. De laatste dagen van de maand draaide de wind naar het oosten en werd er nog maar weinig nieuws ontdekt op de eilanden.
Groot-Brittannië & Ierland
Aan het begin van de maand bracht de aanhoudende oostenwind een
Kroonboszanger op de Shetland eilanden, pas de vijfde voor Groot-Brittannië, een
Roodkeelnachtegaal en het “gebruikelijke spul” aldaar deze maand, zoals
Kleine en
Siberische Sprinkhaanzangers. Drie
Maskergorzen, verspreid over het land, betekenden een mini-influx. Amerikaans spul arriveerde in Engeland pas in de tweede helft van oktober, met een
Roodborstlijster op Orkney, een
Amerikaanse Waterpieper op de Shetlands en een
Amerikaanse Nachtzwaluw op St. Mary. Nog steeds zijn alle (!) 15
Amerikaanse Watersnippen in Engeland gezien op St. Mary’s, Scilly, met deze maand drie gevallen. Een
Roodvoetgent op een boot nabij Ierland betrof het eerste geval voor Ierland. Een
Dwergarend in Cornwall werd slechts door een kleine groep lokale vogelaars gezien. Het betrof het derde geval in Groot-Brittannië, allemaal in dit jaar.
De rest van Europa & omstreken
IJsland kwam er dit jaar bekaaid vanaf met slechts een
Heremietlijster als vermeldenswaardige zeldzaamheid. Utsira, een eiland voor de zuidwestkust van Noorwegen, is altijd populair in oktober en leverde dit jaar een
Siberische Lijster op. Werd eerder dit jaar een
Monniksgier boven de poolcirkel gezien, blijkbaar kan het nog gekker, met een
Himalayagier op Senja op 19 oktober. Dat was pas de tweede voor de WP na Armenië in april van dit jaar. Op 28 oktober werd de eerste
Steenortolaan ontdekt nabij Kopenhagen, de eerste voor Denemarken. Ook dit jaar is er een
Amerikaanse Blauwe Kiekendief present in het noorden van het land. Nederlanders wachten hijgerig jaloers af…! De mini-influx van
Maskergorzen bereikte ook Zweden, België en Albanië, met elk één geval. In Duitsland was ook dit jaar Helgoland druk met waarnemers, met als hoogtepunt een
Roodkeelnachtegaal op de 19e. Voor de meeste waarnemers arriveerde de
Taigavliegenvanger van 31 oktober te laat. Drie gelukkige waarnemers zagen een
Pijlstaartgierzwaluw in Beieren op de 12 oktober. Bretagne is de
l'endroit à être in oktober in Frankrijk, met een
Forsters Stern,
Petsjorapieper, een
Grijswangdwerglijster en een
Dwerglijster. De laatste kon slechts enkele minuten genieten van Europees land, voordat deze werd geslagen door een
Torenvalk. Dé Franse klapper vloog op de 10e langs Cap Ferret nabij Bordeaux: de eerste
Baraus Stormvogel voor de WP. De identiteit van de vogel kon aan de hand van foto’s worden bevestigd. Deze soort broedt op Reúnion en is een bedreigde soort. De eerste
Grijskopkievit voor Frankrijk werd eind oktober ontdekt in het zuiden van het land en is pas de vijfde voor de WP. In Spanje werden in het noordwesten een
Tenesseezanger en een
Amerikaanse Meerkoet waargenomen. Op 6 oktober werd een
Roodborstkardinaal op Gran Canaria ontdekt. Later in de maand vloog een
Geelborstvireo tegen een huis op Tenerife. Nederlandse waarnemers vonden een
Afrikaanse Koningsstern in Andalucië. De
Australische Grote Pijlstormvogel, die op de 12 oktober langs Peniche, Portugal vloog, is niet gefotografeerd en lijkt daarmee kansloos als eerste geval voor het vasteland van Portugal en derde voor de WP. De
Bruine Gent die de waarnemers diezelfde dag zagen is wél bevestigd met foto’s. Een adulte
Kleine Flamingo werd ontdekt op Santo Antao, Kaapverdië, op 12 oktober. Met de sterke oostenwind een goede kandidaat om aanvaard te worden als eerste van het land.
Bergheggenmussen kwamen dit jaar niet verder dan Wit-Rusland met een ringvangst op 29 oktober. Langs de fameuze trektelpost Besh Barmag in Azerbeidjan vlogen op 22 oktober maar liefst 101.530
Kleine Trappen.
Hier is een geweldig filmpje te zien. Het vorige record stond op 80.000 op één dag (2011). Een kolonie van 95 nesten van de
Bruinruggoudmus nabij Oued Jenna is pas het eerste bevestigde broedgeval van deze soort in Westelijke Sahara. Een
Maskerkwikstaart in Bahrein,
Stewarts Gors,
White-capped Bunting in het Engels, in de VAE, een
Pagodespreeuw in Oman en tot slot een
Indische Klifzwaluw in Qatar, waren de opwarmers op het Arabische schiereiland, waar traditiegetrouw het seizoen pas in november start.
De Glazen bol
Altijd maar de voor de hand liggende wensen, wat kopen we daarvoor? Waarom wensen we niet het onmogelijke, of althans, het zo goed als onmogelijke? Laten we deze keer de
Lepelbekstrandloper als hoogste op onze verlanglijst zetten. Uiterst zeldzaam op mondiale schaal, mooi om te zien, en met een bijna goed
verdwaalpotentieel.
Lepelbekstrandloper Calidris pygmeae, Pak Thale, Thailand, 13 januari (Thijs Glastra)
Na de
Roetvliegenvanger willen we natuurlijk nog beter, nog gekker, nog extremer. Een
Maskerklauwier zou ook goed in dit wensenpakket passen. Terug op aarde kunnen we maar beter wat realistischer proberen te zijn, en hopen op een
Haakbek, of een gezellige
Sperweruil. Dat is tenminste niet eens ondenkbaar. Ook de
Audouins Meeuw kán nog steeds, ook al is de kolonie in de Ebro-delta gedecimeerd.
Audouins Meeuw Larus audouinii, Tarragona, Spanje, 22 september (Marc Guyt)
Wij gunnen iedereen die volledig verblind is geraakt door het eigen
wensdenken, het opblunderen tegen een knoepert van een zeldzaamheid, en wensen iedereen die de moeite neemt te gaan zoeken daarbij weer veel zoekplezier…!
We willen alle waarnemers en fotografen hartelijk bedanken voor hun bijdragen aan dit verslag. We would like to thank all observers and photographers for their contributions to this report.
Wim Wiegant & Eduard Sangster