Atlantic vs. Pacific: twee Odysseys, één blog
Pacific: dag 37, 38 en 39
22 mei 2011 · 9199 × bekeken
Dag 37 - 15 mei 2011 - Bonin eilanden, Japan; uit de Dead en into the very-much-alive Zone!
Wat een verschil met de voorgaande dagen: vanaf 5.30 uur stonden we op het bovendek en overal om ons heen vlogen vogels. Het waaide een beetje en, helaas, het regende een groot deel van de dag maar dat mocht de pret niet drukken. Wat dat wel deed, een beetje, was dat er vóór 5.30 uur al twee Black-footed Albatrosses waren langsgevlogen, een door ons Dutchies zeer gewilde nieuwe soort. Uiteindelijk miste ik maar liefst vijf albatrossen voordat ik mijn eerste zag - voornamelijk omdat sommigen met regen op de (droge, airconditioned) brug gaan staan waar de walkie-talkies geen bereik hebben en de stortregen het zicht aardig belemmerde; maar dat maakte weinig uit want er was zoveel te zien en bovendien eindigde ik de dag met 15 stuks! Wat een gave beesten!!
Dit bleek ook, zoals voorspeld voor regenachtige dagen, een hele goede dag voor Tristram's Stormvogeltje, waarvan we er zo'n 70 zagen (plus zo'n 30 Matsudaira's die veel op Tristram's lijken maar op geringe afstand, zoals vandaag, goed te onderscheiden zijn doordat Matsudaira's een wat donkerder bovenvleugel heeft, een minder sterk gevorkte staart en witte schachten in de buitenste handpennen). Eén Tristram's Stormvogeltje had een wat mindere dag, omdat 2 (van een groepje van 4) Kleinste Jagers 'm minutenlang fervent achtervolgden - zonder resultaat overigens, want zover ik kon zien braakte het stormvogeltje niks uit en na enige tijd vlogen de jagers door.
Deze winderige dag was verder uitermate geschikt voor Gadfly (Pterodroma) petrels en de teller stokte 's avonds op zo'n 380 Bonin Petrels - die heel regelmatig heel dicht langs het schip fourageerden, en enkele malen zelfs vliegende vissen en - nog zo'n toppertje - vliegende inktvisjes achtervolgden!
Ook voor Bruine Genten (Brown Boobies) waren de Bonin eilanden, waar we een groot deel van de dag langsvoeren, erg geschikt want er kwamen geregeld groepjes tot 8 exemplaren langs, waarvan enkelen rond het schip bleven hangen om af en toe op al dan niet vliegende vissen te jagen. Eén Roodvoetgent (Red-footed Booby) en een Roodstaartkeerkringvogel (Red-tailed Tropicbird) mengden zich tussen de Bruine Genten wat het spektakel nog fotogenieker maakte.
Vlak voor schemer troffen we voor de voorplecht een grote feeding flock aan van zo'n 1000 vogels, meest Wedge-tailed Shearwaters met hier en daar wat Bruine Genten en Bruine Noddies (Brown Noddies). Werkelijk overal scheerden er tientallen pijlen rond het schip, soms erg hoog wat het voor mij een van de onvergetelijke momenten van de reis maakte. Op de langverwachte Black-footed Albatross na, was de soort van de dag voor mij echter de geheel donkere adulte Middelste Jager in vol zomerornaat, die met enorme lepels in zijn kielzog langzaam vlak voor de boeg langs naar noordoost vloog. Bijna achteloos dreigde 'ie een Wedge-tailed Shearwater met achtervolging maar die koos snel eieren voor zijn geld en braakte z'n kostje op. De laatste soort van de dag en een van de vele nieuwe Azië-soorten voor mij vandaag, was een donkere adulte Kleine Jager, ook al onderweg naar noordoost. Voldaan, en uitkijkend naar de dag van morgen, gingen we d'r vroeg in vanavond.
[ Oh ja, en de springende dolfijnen van de avond van de 14e bleken, op grond van de foto's, Pantropical Spotted Dolphins. ]
Dag 38 - 16 mei 2011 - Torishima, Japan; 5000!
'k Was nog een beetje moe toen ik wakker werd om 5.00 uur, maar aangezien vandaag dé dag was voor dé (potentiële) soort van de trip, er toch maar uitgegaan en me naar het bovendek gehaast. Daar bleek er niets over van de bakken met vogels van gisteren: een enkele lichte Wedge-tailed Shearwater, af en toe een ver langsvliegend stormvogeltje (meest Matsudaira's) en hier en daar een verre Bonin Petrel.
Het plan was om al chummend langs de actieve vulkaan Torishima te varen, weliswaar op de verplichte 12 zeemijl (= circa 20 kilometer) afstand, maar met een kans op alle drie hier broedende albatrossen: Black-footed, Laysan en Short-tailed (Steller's). Respectievelijke wereldpopulaties van de eerste twee lopen in de 10.000-den, van de laatste zijn er slechts 1200 stuks, en de meeste daarvan broeden, nu, op Torishima. In de loop van de ochtend werden we het eiland gewaar en de lucht trok op van zwaar grijs tot lichtgrijs. Het chummen begon zijn vruchten af te werpen, en na enkele uren werden we voortdurend gevolgd door minstens 60 Matsudaira's, enkele Tristram's en zelfs een (Noord-Pacifisch) Vaal Stormvogeltje (in de toekomst mogelijk een andere soort); Flesh-footed, Short-tailed, Wedge-tailed en de eerste Streaked Shearwaters van de trip; en tot maar liefst 22 Black-footed Albatrosses tegelijk! Alle foto- en videografen stonden op het achterdek foto's te maken, urenlang, terwijl er op het bovendek maximaal 4 man (inclusief mijzelf) aan het turen waren voor de Laysan en Short-tailed Albatross. Ik heb nog nooit zolang bijna onafgebroken over een nagenoeg lege zee gekeken....
Ontbijt en lunch werden in minder dan 5 minuten genuttigd en hop, terug naar het dek om het turen te hervatten. Geen Laysan of Short-tailed, maar dat wil niet zeggen dat het helemaal niks was. Toppers waren een Kermadec Petrel (goeie Azië-soort :-), enkele groepen dolfijnen (waaronder Striped Dolphins), 3 groepjes Beaked Whales, waarvan ik van enkele exemplaren (tot minder dan 50m van de boot) de kop goed zag en die ik op basis daarvan determineerde als Blainville's en Gingko-toothed Beaked Whales en, absolute topper: een adult zomerkleed Kleinste Jager! Ook erg leuk: de Boerenzwaluw die gisteravond aanklopte voor overnachting op het schip bleek de hele dag aanwezig en ging ook vanavond weer (letterlijk) bij ons onder zeil.
De meesten hadden de zware albatrossen al opgegeven toen kenner en staflid Steve Howell, tegen vijven, ineens uitriep "Steller's Albatross in the wake, subadult bird" en ja hoor, heel in de verte, ff langs 20 Black-footeds en ontelbare stormvogeltjes kijken, vloog een zwaardere, langvleugeliger albatros met een lichte buik en ondervleugels - meer was er niet aan te zien. Zwaar balen - maar dat duurde maar enkele minuten, toen bleek de vogel te keren en langzaam over de wake terug naar het schip te komen. Adam, de huisbioloog, gooide nog wat extra inktvis en vissekoppen overboord en langzaam maar zeker kreeg ik, als enige door een scoop turend, een gigantische roze snavel in beeld - met een héle grote albatros erachteraan. Uiteindelijk hing deze onvolwassen Short-tailed Albatross meer dan een uur achter het schip waarbij hij regelmatig vlak achter de boot landde; hij was bij het veroveren van onze chum de stukken kleinere Black-footeds met gemak de baas en er zijn letterlijk duizenden plaatjes van 'm gemaakt - met Black-footeds, met Short-tailed Shearwater en met Matsudaira's Stormpetrels. Omdat de, pas noordelijker verwachte, Streaked Shearwater nummer 4999 was, had ik in de Short-tailed Albatross een gedroomde 5000ste soort....
Met de wenssoort van de dag in de tas werd het schip, dat na het passeren van Torishima in noordoostelijke richting was gaan varen omdat daar de Short-taileds meestal heenvliegen, stilgelegd en daarna dreven we wat rond. Het plan was om de volgende ochtend vroeg opnieuw al chummend verder te varen richting Japan, in de hoop een mooie adulte Short-tailed Albatross langs het schip te krijgen, of misschien zelfs een Laysan Albatross. De ochtend van de 18e varen we dan langs Miyaki-Jima, voor een poging op Japanese Murrelet...
Dag 39 - 17 mei 2011 - Torishima naar Miyaki-Jima, Japan
Weliswaar dreven we in de vroege ochtend nog nabij Torishima en werd er, terwijl we naar het noorden voeren gechumd, maar dat leverde helaas geen Short-tailed of Laysan Albatross op. Deze dag was dus niet heel bijzonder, wel nat; we genoten van een paar van de usual suspects waarvan we er de vorige dagen al tientallen (Matsudaira's en Tristram's Stormvogeltjes, Flesh-footed Shearwaters en Black-footed Albatrosses) of zelfs honderden (Short-tailed, Wedge-tailed en Streaked Shearwaters) gezien hadden, plus de haast onvermijdelijke (maar altijd spectaculaire) Potvissen (waarvan we er tegen de 100 zagen deze trip).
Voorspeld werd dat we de laatste volle zeedag 's ochtends vroeg langs de hoge rotsen uit de westkust van het Izu eiland Miyaki-Jima zouden varen, waar de zeer gewilde Japanese Murrelet broedt: een prachtig klein alkje dat veel lijkt op zijn Noordamerikaanse tegenhanger de Ancient Murrelet maar dat grotendeels zwart is met witte borst en buik, en forse witte strepen boven het oog.
Remco Hofland
Discussie
Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.