Twitchverhalen

Twitchverhalen - Kaspische Plevier

11 mei 2020  ·  Alex Bos, Paul Knolle, Vincent Stork & Peter de Vries  ·  7286 × bekeken

Zoals bij de vorige editie al opgemerkt werd: Waddeneilanden zijn vaak lastig te bereiken. Texel vormt daar echter toch een uitzondering op (is Texel wel echt een Waddeneiland eigenlijk?), maar een ander probleem speelt men soms parten: het gebrek aan zonlicht! Zo was dat ook het geval met de eerste Kaspische Plevier van Nederland, zoals in dit ontdekkingsverhaal te lezen is. Hooguit oplettende mensen in de Kop van Noord-Holland konden de boot nog pakken. Zo was het dus bijna zo dat alleen de zij die al op het dit verplaatste stuk polder waren/woonden de vogel konden bijschrijven. Gelukkig bleef 'ie nog even hangen en kon hij zelfs vanuit het buitenland getwitcht worden!

Alex Bos
Ik kan mij de datum 17 oktober 2009 nog aardig herinneren, want tegen de avond kwam er een alert binnen van een Kaspische Plevier op Texel, een nieuwe soort voor Nederland, gevonden door Mart Janse. Op zo’n moment begint m'n hoofd overuren te maken om te bedenken wat nu weer het beste plan van aanpak is. Gelijk contact gezocht met Remco Jousma, die avond zouden we het eiland toch niet meer bereiken, dus meteen afgesproken om morgenochtend te gaan.

De volgende ochtend vertrokken we vroeg naar Texel en dachten we mooi op tijd bij de boot te zijn, maar er stond al een auto of 100 met bijna alleen maar vogelaars voor ons. Toen de dame van de kassa aan kwam lopen, zo’n tien minuten voor vertrek, zag je haar schrikken van de lange rij. Zij had een rustige, normale ochtend in gedachten gehad, denk ik zo…

Op de boot was het erg gezellig en hielden wij contact met Gert Jager, die al op het eiland was en op de locatie stond waar de Kaspische Plevier de dag ervoor gevonden was. Zodoende wisten we dat de vogel nog niet in beeld was op het moment dat wij de boot verlieten en besloten RJ en ik om te beginnen met zoeken langs de Pontweg. Naar ons idee had het geen zin om met honderden vogelaars hetzelfde veld af te speuren; we moesten de kansen spreiden. Als hij plotseling toch gevonden zou worden op de oude plek, waren we toch in de buurt, dus zo’n groot risico liepen we ook weer niet.

We reden de boot af en sloegen bij de eerste verkeerslichten rechtsaf, het Landsdiep op. Even het eerste veld scannen met de verrekijker en we zagen Goudplevieren lopen. Toen de telescopen gepakt en rustig begonnen met het scannen van het veld en de aanwezige vogels. Hier was geen Kaspische Plevier te vinden, maar een paar velden verderop zien we nog meer Goudplevieren lopen. We hebben de scopes op de achterbank gelegd en zijn 600 meter verder de Pontweg op gereden, alwaar een soort oude parkeerhaven is. We stapten de auto uit, zetten de telescopen neer en ik zie, op het eerste moment dat ik door mijn scoop kijk, de Kaspische Plevier lopen! Net als ik, geloofde RJ het ook niet, dus boek erbij en met trillende handen heb ik Aart Vink gebeld, waarvan ik wist dat hij in de grote groep vogelaars zou staan. In paniek zeg (het zal wel roepen zijn geweest) ik dat we de vogel gevonden hebben en dat ze nu hierheen moesten komen. AV vroeg eerst of we het wel zeker wisten en of we Morinelplevier hadden uitgesloten, maar aan onze paniek wist hij eigenlijk al genoeg. Hij zei dat ze eraan zouden komen. Met trillende handen heb ik geprobeerd een alert uit te sturen en toen was het gedaan met de rust. Overal hoorden we auto's aan komen snellen, piepende banden, brandend rubber, en binnen een paar minuten stonden we met 250-300 man/vrouw te genieten van de eerste Kaspische Plevier van Nederland en was de berm van de Pontweg veranderd in een parkeerplaats.

We hebben de dag volgemaakt met een rondje Texel en natuurlijk een bezoek aan het veld waar het verhaal begon, want daar liep de Amerikaanse Goudplevier nog.

Twitchers bij de eerste Kaspische Plevier Charadrius asiaticus, Texel, 18 oktober 2009 (Pim Wolf)

Kaspische Plevier Charadrius asiaticus, Texel, 19 oktober 2009 (Ad Postma)

Paul Knolle
Ooit heb ik mijn echtgenote beloofd dat de komst van de semafoon (alias pieper) veel rust zou brengen omdat de aandrang tijdens een ‘rustige’ wandeling naar een telefoon te lopen zou zijn verdwenen. Zo stond ik op een avond bij Enno Ebels (met wie ik in het DBA-bestuur zat) thuis met 30 man te kijken naar een tafel vol piepers: piepergroep 1 was geboren. Toch is een écht rustige wandeling er, eerlijk gezegd, ook sindsdien niet van gekomen. Dat komt door gevallen als dat van de eerste Kaspische Plevier voor Nederland.

Op zaterdag 17 oktober 2009 waren wij midden in het Haaksbergerveen toen Arend Wassink bevestigde dat er een Kaspische Plevier op Texel zat. Nu is Enschede per definitie ver weg bij twitches in Nederland (behalve als het om mislukte Herdersplevieren gaat), maar dan ook nog willen racen vanuit het Haaksbergerveen: dan ben je zwaar gehandicapt. Die avond zou de vogel niet meer haalbaar zijn, dat was duidelijk. Ik meldde mij af voor een trektelling bij onze buren in het Gildehauser Venn. Men weet daar dat er voor mij, behalve plotseling verscheiden, maar één reden kan zijn een trektelling af te zeggen: een mega-soort. Er was dus begrip.

Gelukkig kon en wilde Bert Pieterson wel mee. Hij is altijd goed gezelschap. Wij haalden de eerste boot van 08.30 uur makkelijk. Daar stond al een lange rij auto’s met vogelaars te wachten op de loketten die nog geopend moesten worden. Op de boot was er nog tijd voor een indrukwekkend gesprek met Henk Hendriks over de schokkende, zelf gekozen dood van zijn goede vriend Rob Bouwman, een maand eerder. Sinds ik Rob in de Extremadura was tegengekomen, hadden we een goed contact en kwamen we elkaar regelmatig tegen in het veld. Wel werden wij kort afgeleid door de mededeling dat de plevier was gezien, maar dat bleek loos alarm. De afstand van de veerhaven naar de Watermolenweg bij Den Hoorn was te verwaarlozen. Al snel stond er een enorme rij auto’s geparkeerd met honderden vogelaars ernaast. Helaas: géén Kaspische Plevier op welke akker ook.

Nu leer je na al die jaren ervaring op signalen te letten. Honderden meters verderop begonnen mensen te rennen, in hun auto te springen, te keren. Dit was serieus. Zonder echt te weten wat er aan de hand was en terwijl er om ons heen nog argeloos in het niets werd getuurd, pakten Bert en ik snel onze telescoop en reden achter de eersten aan. Daardoor stonden wij vooraan op de plek waar de plevier was teruggevonden, aan de overkant van de Pontweg richting Den Burg.

De Kaspische Plevier liep achterin een akker en was moeilijk te zien. Maar wat was ie mooi! Geen zomerkleed? Geen probleem. Ik bewonderde zijn proporties en verfijnde, elegante contouren. Soms vloog hij en dan werden de lange vleugels goed zichtbaar, met bovenop een klein licht streepje. Wij reden om de akker heen naar de andere kant en nu was de vogel opnieuw ver weg, maar met de zon in de rug te zien. Het was genieten!

Kaspische Plevier Charadrius asiaticus, Texel, 19 oktober 2009 (Marten van Dijl)

Twitchers bij de Kaspische Plevier, Pontweg, Texel, 18 oktober 2009 (Marc van der Aa)

Nu wachtte er nog een eerste leuke ‘bijvangst’: de Amerikaanse Goudplevier met resten zomerkleed – die wél – die verderop langs de Watermolenweg op een oud aardappelveld tussen Goudplevieren liep. Hij was schitterend van dichtbij te bekijken. Om een stevige klap op de dag te geven, reden we verder naar de vier Ross’ Ganzen die al enige tijd op het eiland verbleven, nu achter Ottersaat. We kwamen er Klaas Eigenhuis tegen, die jarenlang de Nederlandse ranking aanvoerde en flink wat geweldige soorten op zijn conto had – die Grote Kanoet, wow! Intussen was zijn belangstelling voor het twitchen afgenomen en hij stond wat te mopperen over het autoverkeer bij het vogelen – terwijl hij zelf met Jaap van ’t Hoff was meegereden. Ach, waar staat geschreven dat je consequent moet zijn? Klaas was een ‘character’ en ‘is sorely missed’.

Ross' Ganzen Anser rossii, Ottersaat, Texel, 12 oktober 2009 (René Pop)

Tijdens het vieren van deze al zo succesrijke dag met koffie en appelgebak bij het Torenrestaurant, hoorden Bert en ik van Enno dat de Roodhalsgans (voor Bert en mij een nieuwe Overijsselsoort) nog bij Steenwijk zat. We keken elkaar aan: zullen we…? Wij namen de 14.00 uur-boot en genoten aan boord van een kop erwtensoep. Wij arriveerden omstreeks 16.15 uur op de Gasthuisdijk ten zuiden van Steenwijk waar inderdaad een enorme groep Kolganzen liep te foerageren in gras. Hier vond Bert, nadat we enige tijd hadden gezocht, de Roodhalsgans terug. Wat een fantastische gans toch.

Op weg naar huis merkte ik bij een tankstation dat ik mijn portemonnee kwijt was: die voer waarschijnlijk intussen mee heen en weer naar Texel. Een telefoontje naar de TESO leverde niets op. Ach, dat zo’n fantastische vogeldag een paar euro’s extra kostte, dat moest dan maar. Bij het euforisch bijwerken van mijn vogeldagboek dreven mijn gedachten nog wel eens even af: Rob Bouwman had hier toch eigenlijk bij moeten zijn.

Vincent Stork
Sinds ik in 2005 naar Texel verhuisd ben, verkeer ik in de gelukkige omstandigheden dat ik voor een goede soort op het eiland makkelijk met mijn snufferd vooraan sta. Ondanks het feit dat twitchen niet per se mijn topprioriteit heeft, ruk ik toch vaak wel even uit, vaak vergezeld van zoon Koen en andere jonge vogelaars op Texel.

Een druk gezinsleven met vier kinderen en een baan in het onderwijs waarbij het stante pede verlaten van het klaslokaal nu niet echt gewenst is, heeft ook vaak tot vertraging geleid en zo ging er wel eens iets mis. De meest stressvolle misser deed zich voor op 17 oktober 2009.

Ik zat dat jaar tot die dag in een geweldige flow qua vogels met ontdekking van Aziatische en Amerikaanse Goudplevier vanuit mijn eigen tuin en de aanwezigheid van de beroemde Sneeuwuil die ik gedurende zijn verblijf achter mijn huis vrijwel dagelijks zag. Die weelde kon natuurlijk niet eeuwig duren. In de middag van 17 oktober had ik niet alleen mijn twee zoons onder mijn hoede maar ook de tweeling van een bevriend stel uit De Cocksdorp. Ik besloot de knullen die toen 5 en 7 waren uit te laten razen in het speelparadijs op bungalowpark De Krim. Mijn bereik daar was, zo bleek later, nul komma nul. Bij het verlaten van het gebouw en lopend naar de auto kwamen de berichtjes binnen...

Sneeuwuil Bubo scandiacus, Texel, 17 november 2008 (Chris van Rijswijk)

Kaspische Plevier! Waaaaaat??? Het bleek niet meer mogelijk om voor donker aan te haken. Dus in plaats van vooraan in de rij genieten van een nieuwe soort voor Texel moest ik een onrustige nacht doormaken, bezorgd of de vogel de dag erna nog aanwezig zou zijn.

Al in de ochtendschemering stond ik met Texelse vogelaars en op het eiland aanwezige gelukkigen te wachten. Iedereen had de vogel al gezien wat mijn misère extra voelbaar maakte. Vooral toen ook na enige tijd de vogel niet aanwezig bleek op de akker van de dag ervoor. De eerste twitchers van de overkant arriveerden met de eerste boot. Ook zij waren duidelijk niet gerust op de eerste berichten. Tot er een bericht doorsijpelde dat de vogel gezien werd door een groep vogelaars vlak bij de veerhaven. In vliegende vaart scheurde iedereen naar de Pontweg waar zich in de berm algauw een lang lint van auto’s vormde. En na de eerste verwarring over waar de vogel zich bevond, bleek de eerste winter Kaspische Plevier zich inderdaad achter op de akker te bevinden. Alex en zijn kompanen waren nadat ze de boot af waren gereden verkeerd gereden, zo leek het, en niet linksaf naar de locatie geraced, maar rechtdoor gegaan. De eerste akker leverde de vogel in kwestie op! Later die dag liep de vogel weer op zijn eerste akker, geflankeerd door de adulte Amerikaanse Goudplevier die ik op 22 september in Zeeburg ontdekte. Ik kon de vogel daar ook schitterend bekijken en hem aan mijn zoons laten zien.

Twitchers bij de eerste Kaspische Plevier Charadrius asiaticus, Texel, 18 oktober 2009 (Rob Sponselee)

Kaspische Plevier Charadrius asiaticus, Texel, 19 oktober 2009 (Eric Menkveld)

Amerikaanse Goudplevier Pluvialis dominica, Texel, 18 oktober 2009 (Arnoud van den Berg))

Dat het ook beter kan gaan bleek op 26 april 2011 toen mijn goede vriend Klaas de Jong me vol ongeloof belde met de mededeling dat hij met een Duitse excursiedeelnemer in de Nederlanden was gaan kijken omdat deze man de avond ervoor een Morinelplevier had gezien. Toen ze er aankwamen liep er een adult mannetje Kaspische Plevier in strak zomerkleed. Deze keer arriveerde ik als eerste twitcher op locatie. En zo komt uiteindelijk alles toch weer goed.

Peter de Vries
Juist, ik zat dus voor een lang weekend op het Duitse Waddeneiland Juist (spreek uit als Juuuust en niet als juist). Dit was zo gekomen omdat wij, mijn toenmalige vriendin Nicole en ik, waren uitgenodigd door het Wattenmeerhaus op dat eiland om een tweetal verhaaltjes te komen vertellen over onze expedities naar Siberië (Kolguyev en de Taimyr). Dit in het kader van de Vogelzugtagen. Elk najaar in oktober zijn er dan tal van excursies en lezingen, dit alles met betrekking tot vogeltrek.

Ik had hooggespannen verwachtingen, wat is er mooier dan op een Waddeneiland te zitten halverwege oktober? The sky is the limit, alles kan en is mogelijk… Van tevoren had ik op Google Earth gekeken, het eiland ziet er superspannend uit, ongeveer 17 km lang en bijna nergens breder dan 500 - 700 m. Een smal streepje land dus waar ik zou gaan toeslaan! Van Duitse vogelaars had ik al begrepen dat er niet veel vogelaars naar Juist gaan of daar wonen, eigenlijk komen er nooit leuke waarnemingen vandaan. Een extra motivatie voor mij om Juist eens op de kaart te gaan zetten!

Op de avond van donderdag 15 oktober kwamen we aan op het eiland. Het was donker en er was niet veel te zien. Wat wel opvallend was waren al de fietskarretjes en paard en wagens. Op Juist zijn namelijk auto’s niet toegestaan, ook niet voor de bewoners van het eiland. Alleen de politie, brandweer en de dokter hebben een auto. Al de rest van het vervoer gaat met paard en wagen. Er zijn bijvoorbeeld ook geen bussen, je moet wachten tot het paard en de wagen langskomen om je mee te nemen. Een verademing, totale rust en stilte…

Vrijdag de 16e stond er een heuse storm, veel wind en dat deed me besluiten om over zee te gaan kijken. Dit leverde niet veel op, een enkele Jan van Gent en daar hield het mee op. Ik had toen nog het idee dat het te hard waaide en ik simpelweg soorten miste die tussen de golven doorvlogen maar zaterdag –toen er niet zo heel veel wind meer stond – wat het beeld niet anders, er vloog niets, geen enkele jager, geen pijlen, niets. Geen idee waar het aan ligt, misschien is Juist gewoon niet goed voor zeetrek of zat de wind toch te veel in de noordelijke hoek.

In de loop van de zaterdag ging de wind steeds meer liggen en besloten we een wandeling in de omgeving te maken. Overal zaten Kramsvogels en Koperwieken terwijl regelmatig Veldleeuweriken, Vinken en Kepen overvlogen. Een beetje tegen het einde van de wandeling zag ik plotseling een Phyllo in de struiken zitten. De vogel was erg grijs en ik dacht eerst dat ik naar een Kleine Spotvogel stond te kijken. Langzaam kwam de vogel de struiken uit en toen bleek het een grijze Tjiftjaf te zijn. De vogel had een opvallende wenkbrauwstreep, een klein vleugelstreepje en gitzwarte snavel en poten: Siberische Tjif! Helaas liet de vogel niets horen, vloog het pad over en verdween in de dichte begroeiing om nooit meer iets van zich te laten zien. Dit was direct het hoogtepunt van de dag, Bladkoningen lieten zich niet zien of horen, om maar te zwijgen over andere zeldzaamheden.

Siberische Tjiftjaf Phylloscopus tristis, Schiermonnikoog, 24 oktober 2009 (Marijn Prins)

’s Avonds ontmoet ik dan de twee plaatselijke vogeltellers. Ik vertel hun van mijn ‘Sib-Tjif’ en vraag naar hun ervaringen met ’blako’s’ en andere zeldzaamheden. Ze kijken me met grote ogen aan, Bladkoningen hebben ze hier nog nooit gezien, van Siberische Tjiftjaf hebben ze nog nooit gehoord en over zee kijken? Dat is zo onhandig omdat dan je telescoop zo wiebelt... Ik zucht, dit is onvoorstelbaar. Woon je op zo’n wereldplek en heb je geen idee wat er allemaal te ontdekken valt en te zien valt… Moedeloos kan ik hiervan worden… het goud ligt voor het oprapen, alleen ze zien het niet. Opvallend is ook nog dat ik het hele weekend op het eiland niemand (maar dan ook echt niemand) met een verrekijker heb gezien. Dit geeft een enorm gevoel van onmacht, zo’n geweldige plek en niemand die ook maar een beetje interesse in vogels heeft. Het geeft je het gevoel alsof je het allemaal alleen moet doen (wat ook zo is) en dat je geen idee hebt waar te beginnen en waar te eindigen… een luxeprobleem waar ik maar moeilijk mee om kan gaan.

Op die zaterdagavond heb ik ook eindelijk tijd mijn mail en Dutch Bird Alerts te checken. Ik ontvang van de extreme zeldzaamheden of de soorten die ontbreken op mijn Nederlandse lijst noodgedwongen (heb nog niet zo’n moderne telefoon) alleen maar de eerste regels van het bericht. Tot deze avond heb ik nog niets ontvangen, ik weet dat ik veel mis, maar weet ook dat er geen mega-soorten zijn gezien. Dat is snel anders, tot mijn grote verbazing zie ik dat er een Kaspische Plevier op Texel is gezien. Ik grijp naar mijn telefoon maar die blijkt achtergebleven te zijn in het huis waar we overnachten. Mijn hersens draaien ineens op volle toeren en duizend-en-een scenario’s flitsen door mijn hoofd. Maar, veel tijd om na te denken heb ik niet, binnen een kwartier begint mijn presentatie.

Nadien vertel ik Nicole van de plevier en doe ik voorzichtig voorstellen het schema om te gooien. Oorspronkelijk zouden we dinsdag het eiland afgaan. Echter, als we nu eens een dag eerder van het eiland afgaan, maandag dus, dan gaan we die dag door naar Texel en twitchen met een beetje geluk de plevier. Ik heb begrepen dat de vogel de hele dag niet aanwezig was op de akkers waar de vogel gevonden is, deze zijn blijkbaar gedurende de dag goed afgekeken in verband met de aanwezige Amerikaanse Goudplevier. Als die Kasp hier al aanwezig was, dan zou je zeggen dat die al eerder gevonden zou zijn. Die Kaspische Plevier is dus – volgens mijn theorie - vers aangekomen en zal waarschijnlijk eerst moeten aansterken. Goede kans dat die een paar dagen daar blijft hangen en op maandag er dan nog zit. Na wat overleg besluiten we dat te gaan doen. Een dag eerder het eiland af en direct doorrijden naar Texel. De kennissen waar we verblijven begrijpen ons eerst niet zo goed, maar krijgen op een gegeven moment door dat het me echt ernst is, ik wil dolgraag naar Texel! We gaan daarna naar de plaatselijke disco waar ik tot 3 uur ’s nachts mijn frustraties en gedachten probeer weg te dansen.

Kaspische Plevier Charadrius asiaticus, Texel, 18 oktober 2009 (Toy Janssen)

Kaspische Plevier Charadrius asiaticus, met Amerikaanse Goudplevier Pluvialis dominica, Texel, 18 oktober 2009 (Alwin Borhem)

Zondagmorgen is het waanzinnig mooi weer, het is windstil en het eiland is bezwangerd met beloften. Ik sta vroeg op en ben met het eerste licht buiten. Overal roepen Vinken en Koperwieken en er zitten overal Goudhanen. Ik struin rond en klop bosjes, terwijl er een IJsgors overvliegt. Mijn gedachten dwalen regelmatig af naar Texel, hoe zou het daar nu zijn? Zo rond een uur of negen krijg ik een sms: ‘Kaspische Plevier Texel’. Meer info heb ik niet en ik heb dus geen idee of de vogel nog aanwezig is. Daarom sms ik wat mensen. Al snel krijg ik bericht, de vogel is nog steeds op het eiland aanwezig. Damned, dat is goed nieuws!! Hierna kan ik niet meer geconcentreerd de bosjes afzoeken en geloof ik het verder wel. Texel is alles wat telt! ’s Avonds bel ik nog met Mark Zekhuis. Hij is al geweest en vertelt me de meest mooie verhalen. Vijftig auto’s met vogelaars die te wachten staan voor de eerste boot en dat nog wel op een zondag! Ik spreek met hem af dat hij me extra info zal sms'en.

IJsgors Calcarius lapponicus, Strand Posthuys, Vlieland, 17 oktober 2009 (Kees de Vries)

De volgende ochtend ontvang ik al vroeg een sms, de vogel zit er nog steeds! Opgelucht haal ik adem, dat moet goedkomen. Nicole heeft ondertussen met een andere – ook Duitse - Nicole gebeld, namelijk de vriendin van Hans Verdaat. Die twee wonen op Texel en willen ons wel bij de boot afhalen. De Nicole van Hans en het eiland Texel stelt me gerust, de vogel zit de hele tijd op dezelfde akker, het moet lukken!

Om half elf vertrekt de boot en begin ik aan de lange reis naar Texel. Tergend langzaam vaart de boot over de Waddenzee en ik voel me een beetje verloren tussen al die toeristen. Ze moesten eens weten wat de hele tijd door mijn hoofd giert… Na een ongewoon lang anderhalf uur komen we zo rond een uur of twaalf aan in de haven van Norden. Het aanmeren duurt ongewoon lang en er blijkt een wel heel erg smal loopplankje naar de wal te zijn. Iedereen is verbaasd en kijkt nog vreemder op als blijkt dat alle bagage nog in karretjes op het hoogste dek staat. De haven is helemaal vol en daarom ligt de boot niet op de normale plaats. Terwijl er nog steeds mensen van boord komen, worstelen de eersten zich alweer een weg aan boord. Hectische toestanden zijn het gevolg. Ook ik ben snel de boot afgegaan en sluit me maar weer aan in de rij van mensen die weer aan boord willen aan en worstel me de boot op. Met behulp van wat voordringen (ik heb daar toch een legitieme reden voor!) kom ik op het hoogste dek aan. Daar snel onze rugzakken gepakt en daarna sta ik weer in een eindeloze rij die voor de enige trap naar beneden staat. Hopeloos, echt hopeloos. Vertwijfeld kijk ik om me heen, hoe moet dit nu ooit allemaal goed komen? Ik sta hier op een Duitse boot, te wachten, terwijl ik dit helemaal niet wil. Ik wil naar Texel! Dan roept iemand dat er nog een trap is en zonder af te wachten ren ik daar heen. Snel naar beneden en dan snel naar de uitgang. Ik dring onbeleefd voor, maar dat maakt me niet uit, ik moet zo snel mogelijk naar Texel…

Zo rijden we rond een uur of 1 Norddeich uit, de navigator geeft aan dat we zo rond een uur of vijf op Texel kunnen zijn, het moet allemaal te doen zijn. De rit naar Texel is ontspannen, niet al te veel verkeer. Ook in Den Helder is het rustig maar toch missen we de boot van 16:00 uur net. Gelukkig vaart de boot van 16:30 normaal en zo komen we dan om 17:00 uur aan op ons tweede eiland van de dag, ditmaal een Nederlandse!

Ik ren de boot af en zoek naar Hans en Nicole. Die laten gelukkig niet al te lang op zich wachten en we rijden dan snel naar de plek van de plevier. Daar staan een paar vogelaars te kletsen, de vogel is op dat moment niet in beeld. Maar, veel belangrijker, nog wel aanwezig! Ik scan de akker af en kan eerst niets vinden. En dan loopt de vogel ineens in beeld. Alle spanning is in een milliseconde verdwenen, het is gelukt! Ik geniet van de vogel, een echte lifer. Ik zocht naar deze soort in Kazakstan maar had ‘m daar niet gevonden en dan lukt het zomaar op Texel. De vogel laat zich prima bekijken, laat zich ook vliegend mooi zien en verplaatst zich dan naar een andere akker. Hier zit de vogel tussen de korte vegetatie en laat zich nog mooier aanschouwen. Opgelucht haal ik adem, een Duits Waddeneiland, een Nederlands Waddeneiland en een Kaspische Plevier op één dag, dat voelt toch heerlijk!

Twitchers bij de Kaspische Plevier, Texel, 18 oktober 2009 (Debby Doodeman)

Na een korte poging de vier Ross’ Ganzen nog even te zien te krijgen, zetten Hans en Nicole ons weer af bij de boot. Snel zijn we weer bij de auto en dan begint de tweede lange rit van de dag. We moeten nog naar het huis van Nicole, en dat ligt achter Bremen. Maar dat maakt mij allemaal niets meer uit, de Kasp is binnen en dat is alles wat er telt! Als ik diep in de nacht in bed lig overdenk ik het allemaal nog eens, twee Waddeneilanden op een dag, een Duitse en een Nederlandse, zo’n 650 km gereden en een Kaspische Plevier in de pocket. Ik heb wel eens mindere dagen! ;)

Discussie

Gijsbert van der Bent  ·  20 mei 2020  18:10

Leuk Luuk!

Luuk Punt  ·  17 mei 2020  16:22

In een uitzending van het tv-programma 'De Reünie' heb ik in 2010 over deze legendarische twitch wat verteld om het gevoel van een twitch over te brengen op een niet-vogelaars-publiek. Zie deze link en start bij 30.50 uur.

Gert Ottens  ·  16 mei 2020  11:15

Eigenlijk zou ik ten tijde van de eerste Texelse Kasp gewoon thuis zijn. Maar door een uitgestelde zomervakantie naar Yorkshire (ik brak m'n arm vlak voordat we zouden vertrekken), zat ik toen dus in typisch Engelse weersomstandigheden in een vakantiehuisje. Tijdens één van die regenbuien kwam de bewuste bird alert door. Alsof het niet erg genoeg was... We hadden nog een week te gaan, dus emotioneel had ik al 'vrij gauw' (goed, ik heb een week lopen meesmuilen) afscheid van deze vogel genomen. Hij zou vast niet op me wachten... En zo geschiedde. To add insult to injury werd aan het eind van onze vakantie ook die Taigastrandloper gemeld. Gelukkig heb ik die op de dag van terugkomst nog goed gezien (bedankt, Enno!). Maar ondanks dat ik tijdens talloze bezoeken aan Israël al enkele Kaspische Plevieren had gezien bleef het toch knagen. Het hoeft daarom  geen betoog dat de tweede Texelse Kasp als manna uit de hemel voelde! Ook dat ging trouwens nog bijna mis doordat ik mijn statief en telescoop in de trein had laten liggen (zenuwen?). Gelukkig kwam ik daar gauw achter en had ik m'n spullen weldra weer in bezit. Een welkome lift op het eiland (bedankt, Frank!) en ik kon dit prachtbeest met eigen ogen aanschouwen! Waar een gebroken arm soms goed voor is...

Eddy Nieuwstraten  ·  16 mei 2020  08:26

Een signature dish, that’s for sure. 

Wel wat bewerkelijk inderdaad, en vooral die eerste 50 zijn wel even wat priegelen. Maar nu je het zegt, denk ik dat je gelijk heb en heb ik destijds waarschijnlijk toch voor een wat minder bewerkelijke eerste gang gekozen. 

Wim Wiegant  ·  16 mei 2020  00:42

Eddy, gevulde doperwten…? Daar zul je wel even mee bezig zijn geweest….!

Max Berlijn  ·  15 mei 2020  23:19

Dit geval bekijk ik toch met veel positievere ogen dan destijds kort na de ontdekking. “The one that for away”?

Eddy Nieuwstraten  ·  15 mei 2020  22:38, gewijzigd 15 mei 2020  23:03

De Kaspische plevier-twitch. Voor mij toch een verhaal met twee kanten: ik zat op Vlieland, in het onvolprezen gezelschap van scherpe veldvogelaars en long-time friends in huisje Veerman 4. Al jarenlang in een min of meer vaste bezetting doen we meerdere dt-weekenden. Superfanatiek vogelen en dan ‘s avonds sterke verhalen en een drankje.  

Wel vond ik dat we in al die jaren één aspect wat afraffelden: het avondeten was meestal een snelle tot zeer snelle hap. “Dat kan toch ook wel eens een keertje anders, boys?” Niet dat ik nou zo’n sterrenkok ben maar een beetje kokkerellen vind ik best leuk en de deal was dat als ik de geest zou krijgen, ik m’n huisgenoten een wat eleganter diner zou serveren. Dus deze dag was ik rond 16:00 in de supermarkt om eens een keertje een driegangendiner te fabriceren. Rond 18:00 uur stonden de met langoustine-mousse gevulde doperwtjes, de op de huid gebakken zeebaars op een bedje van bospaddenstoelenrisotto en een Vlielandse tiramisu met Cranberry's en Peperkoek zo ongeveer klaar om te serveren toen een wilde meute huisgenoten binnenstormde:  “Kaspische Plevier, op Texel!!” Vijf minuten later waren m’n beoogde disgenoten al weer verdwenen naar de boot ......en kon ik op zoek naar liefhebbers voor een lekker hapje in huisje Veerman 4. 

De volgende dag rustig met het eerste bootje het eiland verlaten op weg naar Texel. Nog even een klein hartverzakkinkje incasseren toen op de boot gemeld werd dat de vogel hoog wegvloog maar toen we aankwamen was hij alweer neergestreken. Ja, daar stond hij, Wow! Wat een soort.

Sindsdien eten we op Dt-weekenden weer gewoon gebakken aardappeltjes met vissticks en slasaus.

Alex Bos  ·  15 mei 2020  19:39, gewijzigd 15 mei 2020  21:02

Dank je, René!


Ik ben gelukkig wel naar de zomerkleedvogel gegaan, ik heb alle 3 de gevallen gezien.

Het bezoek aan het 2e geval heb ik gedaan omdat het zo'n ontzettend mooi kleed is, en omdat bij het 1e geval mijn camera kapot was en bij de reparateur lag...

Het 1e geval was al gaaf, maar foto's kunnen maken van het 2e geval was ook heel erg fijn!

Zie hier mijn foto's van dat gave zomerkleed

René van Rossum  ·  15 mei 2020  18:57

@ Eduard: Ik ben een fijnproever die van Bombastisch houd :-))

@ Wim: hij is subtiel die van 18.03

En bedankt ! die van 18.11

Wim Wiegant  ·  15 mei 2020  18:11

René, de foto's zijn nog steeds adembenemend...

Wim Wiegant  ·  15 mei 2020  18:03

Lieven, wij Nederlanders maken ook altijd overdreven veel spelvouten …!

Wim Wiegant  ·  15 mei 2020  18:02, gewijzigd 15 mei 2020  18:09

Ben, best goeie unit … Kun je wel een Kaspische Plevier voor laten lopen …! Of je je schoonouders had willen laten lopen, daar zullen we maar niet dieper op ingaan …!

Eduard Sangster  ·  15 mei 2020  15:51, gewijzigd 15 mei 2020  18:34

@Lieven, wij Nederlanders zijn fijnproevers en prefereren een elegant (eerste-)winterkleed boven zo'n overdreven, bombastisch zomerkleed geval.

Ben Gaxiola  ·  14 mei 2020  15:34

Ik kan natuurlijk niet voor anderen spreken, maar ik was een weekje in Zeeland met het gezin op uitnodiging van mijn schoonouders en was al 2 dagen weg geweest, waaronder 1 dag naar deze unit . Ik vond dat ik het niet kon maken om weer een dag verstek te laten gaan.

Achteraf had ik liever een andere keuze gemaakt.  :-)

René van Rossum  ·  14 mei 2020  14:49

Mooi verhaal Alex Bos !

Omdat ik toen nog voor een baas werkte kon ik pas op de 20ste. Met stress in m'n lichaam de 1e boot die dag gepakt en dankzij Rob ter Ellen snel gezien ! Foto gemaakt en direct weer de boot terug genomen. Op het werk aangekomen dachten ze dat ik een grap maakte dat ik naar Texel was geweest ...

En idd wat Lieve De Temmerman zegt vind ik ook; waarom er zo weinig vogelaars waren bij de prachtig in zomerkleed Kaspische Plevier op 28 april 2011 ?

Zie: hier de foto's !

Gijsbert van der Bent  ·  13 mei 2020  21:45

Bedankt Diedert, inderdaad heb ik daar overheen gelezen. En inderdaad komt ook hier Mart zelf niet aan het woord. ;-)  Er staat wel in het verhaal dat hij 'vriend voor het leven' werd met de voorzitter van de DBA, en dat was ik nog net in die tijd. Maar om nu te zeggen dat Mart nog elk jaar op mijn verjaardag komt....

Wietze Janse  ·  13 mei 2020  19:17

Mart ontdekte de 2e Steltstrandloper voor NL, mijn 1e is ten onder gegaan aan achterklap 😎, maar toen hielp Aart Vink, die toevallig langskwam, hem met de uiteindelijke determinatie, de rest is geschiedenis.

Diedert Koppenol  ·  13 mei 2020  18:54

@Gijsbert, als je goed leest staat er in het introtekstje een link naar zijn verhaal (of eigenlijk het verhaal van Mart via Wietse). In elk twitchverhaal linken we naar de ontdekkingsverhalen. ;)

Gijsbert van der Bent  ·  13 mei 2020  18:48

Ik mis het verhaal van de ontdekker, Mart Janse. Maar eigenlijk is dat wel logisch; als ontdekker heeft hij de vogel niet getwitcht, en deze rubriek heet twitch-verhalen.

Had Mart niet dezelfde handicap bij de eerste Steltstrandloper van Nederland?

Frank van der Meer  ·  13 mei 2020  18:14

De zomerkleed Kasp was overigens wel korter twitchbaar dan de twee jonge vogels. Ik ben er helaas een dag te laat naartoe gegaan, meegereden met Jeroen de Bruijn die toen ook in Woerden woonde. Mooie verhalen gehoord die dag over allerlei ontdekkingen en waarnemingen die hij eerder deed op de plekken die we bezochten.

Vincent Hart  ·  13 mei 2020  18:12

Om voor mezelf te spreken, Lieven: ik stond ernaast toen de eerste vogel ontdekt werd. Door mis- / gebrek aan communicatie vertrok ik van de plek zonder enig idee te hebben waar 2 mij toen nog onbekende vogelaars ingespannen zwijgend naar stonden te turen, ging de pieper toen mijn trein net uit Den Helder vertrok en zag ik de vogel pas de volgende ochtend dankzij Alex c.s. Of ik ooit dichter bij het ontdekken van een nieuwe soort voor Nederland zal komen ... Bij de voorjaarsvogel kon ik een arbeidsconflict veroorzaken of slikken dat deze er reteg**l uitzag maar dat ik in ieder geval de soort al had. Ik koos voor slikken. De derde vogel betrof een langdurig aanwezige vogel in een jaargetijde dat veel vogelaars stofzuigen boven zoeken verkiezen, en als ik me goed herinner was er destijds wel een leuk stofzuigrondje te maken in de Delta, in elk geval door Nederland.

Later zag ik ook zomerkleed Kaspische Plevieren in Ethiopië maar ik moet eerlijk zeggen dat ik de jonge vogels leuker vind om naar te kijken :)

Rudy Offereins  ·  13 mei 2020  15:04

Hetzelfde geintje is ook 's gebeurd met een Zwartkeellijster. Ik hoor de diepe kreun door de zaal van de DB-dag nog toen deze dia langskwam in het jaaroverzicht van Wim Wiegant over1998.

Guus Peterse  ·  12 mei 2020  22:09

Inderdaad zeg: in 2009 394 keer ingevoerd op Waarneming.nl, in 2011 157 keer. Was me nog niet opgevallen. Ik was naar allebei.

Jan Hein van Steenis  ·  12 mei 2020  21:40

@Lieven: dat was een uitgekiende vakantieweek. Ik zat in Marokko, anders had ik dat ritje weer gemaakt!

David Uit de Weerd  ·  12 mei 2020  21:12

@Lieven, je hebt een zeer goed punt en ik een goed excuus: vrouwlief was toen 39 weken zwanger. Op 4 mei toen met spoed naar het ziekenhuis, kostte mij een vrouw Cirlgors... Later nog een kratje pils weggegeven omdat het niet maximaal 5, maar 7 jaar duurde voor de rebound mogelijkheid...

Max Berlijn  ·  12 mei 2020  20:28, gewijzigd 12 mei 2020  21:06

Behalve als je in Eagle’s Nest zat..😇 maar het voelde idd alsof ik een nieuwe soort gemist had.

Lieven De Temmerman  ·  12 mei 2020  19:06, gewijzigd 12 mei 2020  19:37

Wat ik nog altijd vreemd vind: in oktober 2009 wordt een eerste winter massaal bezocht op Texel. Dat is begrijpelijk. in 2011 wordt een grandioze man in zomerkleed door maar de helft zoveel vogelkijkers bezocht op Texel. Dat vind ik nog altijd onbegrijpelijk. Vervolgens wordt een even grauwe eerste winter vogel (net als die in 2009) massaal bezocht in Noord-Beveland in 2014. Ik begrijp nog altijd niet waar iedereen zat de 27-28ste april 2011... Die Kaspische plevier in zomerkleed op Texel was een topper en die had je (naar mijn bescheiden mening) moeten zien!

Max Berlijn  ·  12 mei 2020  16:49, gewijzigd 12 mei 2020  17:01

@Jel of het nooit uitgekomen Interceptiontours 🥴 Mijn twitch naar de plevier was niet zo spannend alleen draaien op een doodlopend weggetje achter auto’s aan die “ergens naar toe reden” was wat hachelijk. Wat ik me wel herinner was dat ik de dagen erna met Gerard een Bonapartes in juv kleed twitchte (lease auto toen deed je dat) en we Ellen Sandberg daar tegenkwamen. We vroegen of ze net van Texel kwam en toen zei ze doodleuk “nee gestopt met twitchen na het “melkpak debacle”... ons in ongeloof achterlatend. Leuke mevrouw is dat en een goeie fotografe, jammer dat ze stopte en volgens mij nooit op dat besluit terug is gekomen.

Guus Peterse  ·  12 mei 2020  11:25, gewijzigd 12 mei 2020  11:26

Het was langzamerhand een traditie: we organiseerden met vogelwacht Utrecht een excursie naar Camperduin en belandden uiteindelijk toch maar enkele tientallen kilometers verderop op Texel. Wat wilde je ook, met zo’n piswindje? Op de Hondsbosse zeewering wachten tot misschien toch nog een eenzame jager ons het genoegen wilde doen om per ongeluk langs ons heen af te dwalen? Terwijl op Texel een nieuwe soort voor Nederland wachtte? Dus doorgereden naar Den Helder en de boot genomen.

Op Texel reden we van de ene supertwitch naar de volgende en overal waar we kwamen stonden de telescopen al in bosjes opgesteld en wees men ons onmiddellijk de vogel waar het om te doen was. Zo makkelijk kan vogelen zijn. Maar hoofdzaak was natuurlijk de kaspische plevier en die was veel minder gemakkelijk. De Dutch Birdalerts bleven lange tijd angstvallig zwijgen, terwijl je wist dat al tientallen, nee honderden mensen aan het zoeken moesten zijn en het ongetwijfeld onmiddellijk zouden doorgeven als het beestje was teruggevonden. Maar toen, halverwege de overtocht, het geruststellende bericht. Langs de Pontweg vonden we al meteen de vogelaars, de in de berm geparkeerde auto’s, de rijen telescopen en de opgetogen gezichten. Die laatste waren voor ons nog even niet weggelegd want: ‘ja, net even uit beeld’ zei de een. ‘Daar in de verte rechts van die trekker’ zei een ander. Na lang zoeken had ik iets in beeld dat hem inderdaad wel zou kunnen zijn maar nog zo ver en zo tegenlicht en voordat ik mezelf had kunnen overtuigen ging de boel op de vleugels. We reden om, benaderden de akker vanuit een andere hoek en vonden de vogel tenslotte terug. Nog steeds ver weg maar wel met de zon in de rug. Bovendien kregen we iets meer tijd. Hij was herkenbaar, en we hadden het ermee te doen, voorlopig.

Een amerikaanse goudplevier, vier ross’ ganzen en een stel strandplevieren later keerden we terug naar de kasp, inmiddels weer op de plek waar die was ontdekt. Daar was de vogel gauw teruggevonden. En hij zat er een stuk beter bij dan vanmorgen: zon achter en niet al te ver. Terwijl in de buurt ook nog altijd die amerikaanse goudplevier rondscharrelde. Bijna had ik ze in één telescoopbeeld: een droommoment!


Jelle Scharringa  ·  12 mei 2020  09:09

Beter dan Teleurschelling , Drameland of Schieronmogelijkoog. Texel blijft gewoon Texel..

Dick Groenendijk  ·  12 mei 2020  09:02, gewijzigd 12 mei 2020  09:02

Mooie uitspraak van een fervente Vlie-ganger: "je kon er maar beter zijn, daar op Texel................"

Jelle Scharringa  ·  12 mei 2020  08:46

DT op Vlieland ondertussen. Wij stonden met zijn allen naar een Dwerggors te kijken bij de waterzuivering. Leo H kreeg een telefoontje van een schuimbekkende Arend en twee minuten later stond ik daar alleen in het bos. Ik draaide me om en er was niemand meer. Iedereen was zijn bagage halen. Er ging nog een snelboot van 18:30h.  Je kon er maar beter zijn, daar op Texel, ook al was het donker.

Bij de Veerman kon ik kiezen uit 12 kamers, ik mocht van de Figee broers allemaal vrouwen oppikken in De Stoep. "Plek zat".

Natuurlijk ben ik de volgende ochtend toch wel gegaan met wat die-hards.

Op de boot kreeg ik een telefoontje van Leo. "Ze zitten er nog, de Ross Ganzen!" En de Kasp? Die was hoog opgevlogen. Gelukkig kwam het nog goed

Wim Wiegant  ·  11 mei 2020  23:36, gewijzigd 11 mei 2020  23:44

Wat een geweldige verhalen weer, ook dat van Jan Hein hierboven…!

Ik ben er ook geweest; het was de enige keer van mijn 30+ Texelweken en -weekeindes dat ik in één week drie keer op-en-neer van Wageningen naar Texel ging. Eerst naar het huisje, na drie dagen naar een begrafenis, volgende dag weer terug, en toen we na terugkomst op vrijdagavond gezellig en tevreden zaten te borrelen en dineren in een Wagenings restaurant met Wim Janssen, die ook was meegeweest naar Texel, kwam het nieuws door. Wim Janssen -voormalig twitcher- had geen zin, en mijn niet-vogelende echtgenoot was 'not amused'. Ik had al eens Kaspische Plevier in Israel heel mooi gezien, dus ik hoefde de soort niet buitengewoon goed te observeren, en de bijvangst (Amerikaanse Goudplevier, Ross' Gans) had ik al gezien…. Ik geloof dat ik na een uurtje of twee weer naar huis ben gegaan, om de spanning thuis niet ál te hoog op te voeren. Uiterst tevreden, dat dan weer wel …! Een supersoort! Wisten wij veel dat een paar dagen later de overtreffende trap van supersoort (hypersoort?), de Taigastrandloper, zich zou melden…!

Jan Hein van Steenis  ·  11 mei 2020  22:01

Ik was die zaterdag met mijn broer en zijn familie in Cambridge. Na een dagje door de stad lopen, van colleges weggejaagd worden en een pint of twee drinken ging hij verder naar bekenden en reed ik met de Liverpool Street Train ("het mooiste aan Cambridge" volgens de Britse komiek Richard Herring) terug naar Harlow, waar ik toen woonde. Maar eens op mijn telefoon kijken of er nog wat in Nederland gezien was...

Met de hierboven al genoemde Henk en Rob had ik in Kazachstan geen Kaspische Plevier kunnen vinden. Ik berekende dat ik na mijn treinreis, fietstocht naar huis en het regelen van de Kanaaltunnel qua promillage wel zou moeten mogen rijden (in Engeland is de grens 0,8 promille). De adrenaline werkte verder uitstekend om wakker te blijven. Ergens midden in de nacht reed ik de trein op; in Calais zag ik nog een jagende Kerkuil.

De boot van 8:30 haalde ik niet, maar daardoor kon ik na aankomst direct doorrijden naar de Pontweg. Helaas zat de plevier ver weg, maar dat mocht de pret niet drukken.

Daarna ging ik nog naar de Amerikaanse Goudplevier: pas mijn tweede – de eerste zag ik op dezelfde dag als de Vlielandse Alpenheggenmus (mijn meest epische twitch vanuit Engeland). Ik had deze soort op 22 oktober ’94 gemist in het slechtste weer waar ik ooit op Texel doorheen gefietst ben ("te slecht gezien in zware regen" zeggen mijn aantekeningen). En ja, die vier Ross' Ganzen moest ik natuurlijk ook zien (ik herinner mij achter Henk aangereden te zijn). De Kaspische Plevier nog een keer bekeken op zijn "oude plek" (nu dichterbij) en terug richting Engeland.

Bij Schiphol moest ik toch een uurtje op een parkeerplaats gaan staan voor ik verder kon... Mijn auto is nog nooit zó goed bekeken bij de Kanaaltunnel als toen ik terugging, haha.

De zaterdag daarop had ik een lift naar de eerste Britse Kroonboszanger (bij Durham) geregeld. Die moest ik afzeggen want ik moest alweer naar Nederland: nu gelukkig zonder nachtritten. Vreugderijke weken!

Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.

Feedback?