Hop opgenomen, maar de foto komt volgende maand wel weer...
DB Terugblik
Een terugblik op de waarnemingen van de afgelopen periode.
2025 |
Januari 2025 2 februari 2025 6 |
December 2024 6 januari 2025 18 |
2024 |
November 2024 7 december 2024 13 |
Oktober 2024 6 november 2024 37 |
September 2024 8 oktober 2024 9 |
Augustus 2024 8 september 2024 12 |
Juli 2024 6 augustus 2024 14 |
Juni 2024 5 juli 2024 15 |
Mei 2024 10 juni 2024 7 |
April 2024 8 mei 2024 8 |
Maart 2024 7 april 2024 28 |
Februari 2024 11 maart 2024 9 |
Januari 2024 11 februari 2024 13 |
December 2023 6 januari 2024 13 |
2023 |
November 2023 4 december 2023 17 |
Oktober 2023 7 november 2023 13 |
September 2023 18 oktober 2023 8 |
Augustus 2023 4 september 2023 17 |
Juli 2023 2 augustus 2023 11 |
Juni 2023 3 juli 2023 16 |
Mei 2023 5 juni 2023 20 |
April 2023 9 mei 2023 11 |
Maart 2023 10 april 2023 9 |
Februari 2023 8 maart 2023 18 |
Januari 2023 7 februari 2023 7 |
December 2022 9 januari 2023 11 |
2022 |
November 2022 5 december 2022 12 |
Oktober 2022 5 november 2022 32 |
September 2022 9 oktober 2022 9 |
Augustus 2022 7 september 2022 21 |
Januari 2024
11 februari 2024 · Wim Wiegant · 3050 × bekeken
Januari is nog niet voorbij of het nieuwe jaar begint al aardig op gang te komen! Met enige gematigd spectaculaire achterblijvers als Kleine Topper, Ringsnaveleend en Oosterse Tortel en de nieuwe soort van vorig jaar, de Siberische Waterpieper, dreigde de maand in schoonheid - en nattigheid - te sterven, maar aan het eind werd een Giervalk ontdekt op Texel, en toen was alles weer goed!
Hoogtepunten
Siberische Waterpieper
De voor de tweede keer overwinterende Siberische Waterpieper was de gehele maand aanwezig. Deze vogel werd vorig jaar op 7 februari ontdekt, en bleef toen tot 17 maart. Nu werd de vogel op 3 januari weer teruggevonden. De kans lijkt substantieel dat de vogel er nog een tijdje te zien zal zijn.
Giervalk
De Giervalk is een welhaast mythische soort. Dat heeft vooral te maken de enorme dreiging die van de soort uitgaat, en met zijn hoge status in de valkenierswereld. Iedere jonge vogelaar heeft wel eens gedroomd er een te zien. Voor jonge en oude vogelaars was er vanaf 27 januari een te zien in de Slufter op Texel (NH). Net zoals in alle eerdere gevallen, was het niet altijd makkelijk om de vogel te zien te krijgen. Giervalk Falco rusticolus, Slufter, Texel (NH), 27 januari (Leon van den Oetelaar)
Oosterse Tortel
De Oosterse Tortel van Sneek werd daar tot in ieder geval 29 januari nog gezien. De kans dat de vogel nog even blijft is hoog. Van de elf gevallen tot op heden zijn er vijf direct aan zee (Veere (Zld) en de Waddeneilanden Texel, Vlieland en Schiermonnikoog, alle met een verblijfsduur van 1 tot 3 dagen) en gevallen meer in het binnenland (Leeuwarden, Vlaardingen, Castricum, Emmen, Sneek, Alkmaar) met een verblijfduur van gemiddeld 57 dagen, tussen 13 en 102 dagen. Oosterse Tortel Streptopelia orientalis meena, Sneek (Fr), 7 januari (Co van der Wardt)
Taigarietgans
De Taigarietgans mag zich de laatste jaren verheugen in de status van bijna-dwaalgast. Sinds 2019 worden alleen nog vogels in het noordoosten van Drenthe en het zuidwesten van Groningen gemeld. De laatste vijf jaar slechts zo'n 14 exemplaren, waarvan de identiteit niet altijd even onomstotelijk is vastgesteld, voor zover dat mogelijk is. Een betrekkelijk overtuigende vogel werd bij Onstwedde (Gr) gefotografeerd.Overzicht
Ganzen en eenden
De Witbuikrotgans werd deze maand vastgesteld in 39 uurhokken. Zoals de laatste jaren gebruikelijk, was de enige grote groep in en bij Breskens (Zld) te zien. Bij het gehucht met de romantische naam Nummer Een, het eerste dorp ten oosten van Breskens, werd op 1 januari een groep van 33 vogels gezien. Verdere groepjes betroffen 5 stuks bij Petten (NH), maximaal 10 bij Ter Heijde en 's-Gravenzande (ZH) en 6 op Wieringen (NH). Op 18 januari werd weer eens een Zwarte Rotgans in het "diepe" binnenland waargenomen. Tijdens een zoekactie naar geringde ganzen werd bij Schalkwijk (U) deze soort gevonden. Alle andere gevallen, in 36 uurhokken, waren aan de kust. Groepjes van 5 Roodhalsganzen werden gezien bij Wilhelminadorp (Zld) en op Ameland (Fr). Bij Vlaardingen (ZH) werden er nog eens drie gezien. In totaal werden buiten de genoemde groepen in nog eens 75 uurhokken Roodhalsganzen vastgesteld.
Roodhalsgans Branta ruficollis, Eempolders (U), 14 januari (Iwan Vermeij)
De vier Sneeuwganzen van Giethoorn (Ovl) werden na 28 december van het vorige jaar niet meer gezien. In januari werden nog enkele vogels gemeld, waaronder exemplaren bij Waterland (NH) op 19 en 20 januari, en eentje in Polder de Samenvoeging (Fr) op 27 januari, en nog eentje bij Goedereede (ZH), op 28 januari. De spanning omtrent het naderende vertrek uit België van de twee Ross' Ganzen, waarvan er één zeker uit Amerika komt, begon tot kookhitte te stijgen. Een tijd waren de vogels niet doorgegeven maar op 27 januari bleken ze toch nog steeds in België aanwezig te zijn. Tegen de tijd dat u dit leest stijgt de kans dat de vogels binnen enkele dagen Nederland gaan aandoen tot bijna 100%. Of ze daarna bezoekbaar zullen zijn, dat is de vraag die ons wakker houdt. Er zijn niet veel soorten die kunnen worden herkend aan de hand van de begeleidende vogels. Een Amerikaanse Ross' Gans op de heenweg naar de overwintering wordt geholpen door begeleidende Kleine Rietganzen, hoewel dat na aankomst in Vlaanderen verder niet al teveel te betekenen heeft. Een Taigarietgans is beter te herkennen als de vogel begeleid wordt door andere Taigarietganzen. Het is natuurlijk niet noodzakelijk, maar het helpt wel! Een eenzame maar overtuigende Taigarietgans werd op 16 januari gefotografeerd bij Ontstwedde (Gr). De meeste overige waarnemingen waren van lagere allure. Voor de jongere vogelaars heeft het DB Terugblik-team het volgende advies: gaan! De nu al bijna-dwaalgast is moeilijk te herkennen, en dus is ieder goed geval een echte hulp! Als de jonge zeldzaamhedenbezoeker nú niet gaat kijken, dan kan alleen de samenvoeging van Taiga- en Toendrarietgans hem of haar nog helpen.
Taigarietgans Anser fabalis, Onstwedde (Gr), 16 januari (Rik Wever)
Ringsnaveleend Aythya collaris, Heerhugowaard (NH), 20 januari (Luuk Punt)
Kleine Topper Aythya affinis, Almere (Fl), 20 januari (Wim van Zwieten)
Amerikaanse Smient Mareca americana, Woerden (U), 17 januari (Diederik Kok)
Gierzwaluwen tot waders
De Oosterse Tortel, door sommigen in blijde afwachting van de splitsing van de soort in een westelijke en oostelijke zustersoort alvast Meenatortel genoemd, die enige tijd vóór 27 december, toen het geval wijd bekend werd, in Sneek verbleef, werd tot 29 januari nog gezien. De toekomstige Nederlandse naam van de oostelijke zustersoort is ons nog niet geworden. Vergeten of Naamloze Tortel lijkt minder voor de hand te liggen, maar Ver-oostelijke Tortel misschien meer. Parelduikers, daar besteden meestal we niet zoveel aandacht aan. Toch werden ze slechts in 51 uurhokken waargenomen; dat is dus in minder uurhokken dan de IJsduiker. Noemenswaardig zijn verblijvende vogels op de Petrusplaat in de Biesbosch (NB) tot 7 januari, bij Hoofddorp (NH), van 13 januari tot het eind van de maand, een in de Noorderplassen bij Almere (Fl) op 14 januari, en een bij Breda (NB) op 17 januari. In maar liefst 70 uurhokken werden IJsduikers vastgesteld. Het merendeel daarvan lag rond de Zeeuwse en Zuid-Hollandse eilanden. In het binnenland waren de hele maand maximaal vier vogels aanwezig op de Kraaijenbergse Plassen (NB), en in de laatste week van de maand waren er vogels te zien op het Gooimeer (NH/Fl) en het IJmeer (NH), bij Thorn (L) en twee bij Oost-Maarland (L). Ongeveer acht Zwarte Ibissen werden gezien in januari: een moeilijk vindbare in Muiden (NH) op 1, 7 en 8 januari, op 3 en 4 januari een (of mogelijk dezelfde als de vorige) aan het Jan van den Boschpad in de Oostvaardersplassen (Fl), een tot 8 januari bij Zevenhuizen (ZH), een op 7 januari in Buurse (Ovl), en een op 8 januari in de Onlanden (Dr), een op 9 januari bij Woerden (U), een van 14 tot 19 januari bij Veesen (Gld), en tot slot een op 30 januari bij Zalk (Ovl). Deze informatie, daar schiet u helemaal niets mee op, behalve dat de aantallen niet speciaal hoger of lager waren dan die van de laatste jaren.Zeekoeten tot en met meeuwen
Papegaaiduikers worden rond deze tijd voor een belangrijk deel dood gevonden, en zo ook deze maand. Toch werden ook nog enige levende vogels gezien. Van de 28 meldingen betroffen er elf dode of stervende vogels. Kleine Burgemeesters werden wel uitsluitend levend gezien. Op 12 januari vloog een adulte over de Zuidpier van IJmuiden, en nog meer adulte werden gezien op Rottumerplaat op 14 januari, te Camperduin op 15 januari, en op 21 januari op Texel. Een tweedejaars vogel werd op 13 januari gezien bij IJmuiden en op 17 januari bij Egmond (NH). Van een Kleine Burgemeester die bij Katwijk verbleef, was er geen eenduidigheid over de leeftijd, én over de determinatie. Kumliens Meeuw werd niet uitgesloten geacht, maar de vleugelpunten konden ook wijzen op een gevorderde subadulte Kleine Burgemeester. Kleine Burgemeester Larus glaucoides, Katwijk aan Zee (ZH), 25 januari (René van Rossum)
De adulte Grote Burgemeester van Vlissingen (Zld) was daar de gehele maand te zien, en twee tweede-kalenderjaar vogels waren de hele maand te zien bij Wijster (Dr) en op of in de buurt van de Zevenhuizerplas bij Rotterdam (ZH).
Grote Burgemeester Larus hyperboreus, Den Helder (NH), 31 januari (Mardik Leopold)
Roofvogels tot en met valken
Drie Steppekiekendieven werden gemeld. Op 1 januari bij Wissenkerke (Zld), op 2 januari in Midden-Drenthe (Dr), en op 23 januari bij Terneuzen (Zld). De Hop van Dalfsen, die daar tot 3 december werd gezien, was op 19 januari ineens weer terug, en was vervolgens tot in februari aanwezig. Een tweedejaars Giervalk werd op 27 januari ontdekt in de Slufter op Texel (NH). In eerste instantie werd er nog enigszins getwijfeld aan de determinatie, maar later leek het toch duidelijk een Giervalk te betreffen. Het betreft het tiende geval voor Nederland. De laatste twitchbare vogel was van 28 oktober 2011 tot 18 maart 2012 in Zeeuws Vlaanderen (Zld), dus de vogel was zeer welkom. Begin februari bleek dat de vogel hoogstwaarschijnlijk al op 7 december was gefotografeerd. Giervalk Falco rusticolus, Slufter, Texel (NH), 7 december 2023 (Merijn Loeve)
Zangvogels
De Klapekster van de oostelijke ondersoort homeyeri is nog niet makkelijk te herkennen. Er zit buitengewoon veel wit aan deze ondersoort, aan de vleugelvlek, de staart en de stuit. Waar de grenzen van de herkenning als deze ondersoort liggen, is echter nog niet zo duidelijk. Een exemplaar dat geschikt was voor levendige discussie hield zich op in de Amsterdamse Waterleidingduinen (NH). Taigaklapekster Lanius excubitor homeyeri, AW-duinen (NH), 29 januari (Jürgen Rosemann)
Pallas’ Boszanger Phylloscopus proregulus, Zwolle (Ovl), 30 januari (Arnoud Huberts)
Bladkoning Phylloscopus inornatus, Amsterdam (NH), 12 januari (Sebastiaan Koppelle)
Humes Bladkoning Phylloscopus humei, Kornwerderzand (Fr), 4 januari (Eric Elsinga)
Bruine Boszanger Phylloscopus fuscatus, Krimpen aan den IJssel (ZH), 17 januari (Wilma van Holten)
Waterspreeuw Cinclus cinclus, Zoetermeer (ZH), 13 januari (Jürgen Rosemann)
Siberische Waterpieper Anthus japonicus, s-Gravendeel (ZH), 7 januari (David Spelt)
Witstuitbarmsijs Acanthis hornemanni, Krimpen aan den IJssel (ZH), 19 januari (Heinz Schimmel)
Inmiddels elders
Zoals gebruikelijk werden in januari weer heel wat zeldzame Afrikaanse rallen in het Westelijk Palearctisch gebied gezien: op 1 januari werd een Afrikaanse Kwartelkoning vastgesteld bij Dakhla, Westelijke Sahara, op 8 januari een Afrikaans Purperhoen op Santiago op de Kaapverdische Eilanden, en op 9 januari eentje bij Napels, Italië. Op de Kaapverdische Eilanden werd op 10 januari ook een Afrikaans Waterhoen, op Sal, Santa Maria, gezien. Een Buffelkopeend in Galway, Ierland, op 13 januari, gaf steun aan de overtuiging dat Nederlandse gevallen van deze soort ook wilde vogels kunnen betreffen. Op 13 januari werd de eerste Afrikaanse Kwartelkoning voor Portugal vastgesteld bij Ponta da Erva. Nog eens twee exemplaren van deze laatste soort werden op 14 januari naar een opvang gebracht op Gran Canaria, op de Canarische Eilanden (Spanje). Verder was het redelijk rustig in januari, met uitzondering van de volgende noemenswaardige gevallen: de tweede Blauwe Rotslijster van België werd ontdekt tijdens een kerstmarkt op 4 januari in Durbuy, in de provincie Luxemburg. Het fantastische verhaal, met zeer smakelijke foto's, is hier te lezen.
Blauwe Rotslijster Monticola solitarius, Durbuy, België, 9 januari (Co van der Wardt)
De Glazen bol
We zeiden het al eerder: “Het is moeilijk voorspellingen te doen, vooral over de toekomst”, en voor de komende maand februari lijkt het moeilijk met iets gedurfds te komen. In theorie is natuurlijk bijna alles mogelijk, en in theorie houdt de praktijk zich aan de theorie, maar in de praktijk blijkt dit toch vaak niet het geval te zijn, om een uitspraak van de honkballer Yogi Berra te parafraseren. Een Rode Grutto tussen de terugkerende Grutto’s zou het jaar natuurlijk ineens helemaal goed maken, maar vrijwel alle eerdere gevallen in Europa waren juist in het najaar, dus die theoretische vlieger gaat niet op. Dan moeten we het maar doen met een Pacifische Parelduiker, een steeds meer voor de hand liggende soort, en goed te doen in februari. Een Kelpmeeuw of een Beringmeeuw zou menig Nederlands vogelaarshart, en zeker dat van de talrijke Nederlandse meeuwenliefhebbers, sneller tot veel te snel doen kloppen. Laten we hopen dat het lukt, en anders proberen we tevreden te zijn met het zien van doodgewone vogels op ongewone plekken, of andersom! We wensen iedereen voor de komende maand weer veel zoekplezier…!
We willen alle waarnemers en fotografen hartelijk bedanken voor hun bijdrages aan dit verslag.
We would like to thank all observers and photographers for their contributions to this report.
Wim Wiegant
Discussie
Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.