Ik ben het met Remco eens, via internet is New Guinea nu prima te doen voor redelijke prijs; zelfs in je eentje is PNG veilig te bereizen. In 2006 moest ik nog wel met de post , lokale gidsen benaderen, duurde 3 maanden maar dat ging ook nog goed. Voor BOP inspiratie gebruik ik het fantastische boek van Tim Laman, ongeevenaarde beelden en The Birds of Paradise and Bowerbirds van Cooper (uitverkocht).
Recensies
Birds of Paradise and Bowerbirds: an identification guide
12 oktober 2020 · Enno B. Ebels · 3076 × bekeken
Phil Gregory, illustraties van Richard Allen, 2020. Birds of Paradise and Bowerbirds: an identification guide. ISBN-10: 0691202141; ISBN-13: 978-0691202143. Princeton University Press - Bloomsbury. 416 pagina’s, hardcover. Prijs: € 50,99.
Heeft de evolutie een eindstation? Het antwoord weten we natuurlijk – nee! En toch vraag je je als vogelaar wel eens af of de diversiteit en extremiteit in verenkleed en gedrag van paradijsvogels en prieelvogels niet toch een soort eindpunt vormen – want gekker dan dit kan het toch niet worden…? Paradijsvogels en prieelvogels vormen misschien wel de ultieme vogels als je met een evolutionaire, ethologische of esthetische bril naar vogelfamilies kijkt. Voor elke vogelaar, beginnend of gevorderd, gekluisterd aan de eigen tuin of wereldreiziger zonder grenzen, roepen de paradijsvogels iets magisch op en het is niet voor niks dat ze misschien wel als meest begeerlijke familie worden gezien om ooit (‘als ik genoeg geld heb’) in levenden lijve te aanschouwen. Dit nieuwe handboek, onderdeel van de Helm Identification Guide serie, gaat in detail in op de paradijsvogels en de (nauw verwante geachte) prieelvogels en is de eerste uitgebreide monografie van de groep in de 21e eeuw. De verspreiding van beide families beperkt zich tot de tropische regenwouden op eilanden ten oosten van Wallace’s Line via Nieuw-Guinea tot het meest noordelijke stukje van Australië. Vooral Nieuwe-Guinea staat bekend om de rijkdom aan soorten binnen deze families. Het boek behandelt de taxonomie, biologie, herkenning en bescherming van paradijsvogels en prieelvogels, met illustraties van Richard Allen en 100en foto's die zo goed mogelijk de variatie van geslacht, verenkleed en ondersoorten laten zien. Naast paradijsvogels worden ook de prieelvogels behandeld, een groep die zich uitstrekt tot in Australië en die het meest bekend is vanwege de constructie van ‘prielen’ door de mannetjes, structuren van twijgen en stokken die worden gebruikt om vrouwtjes te verleiden, vaak versierd met allerhande ornamenten, waarbij menselijk attributen zoals felgekleurde plastic doppen net zo makkelijk worden ingezet als natuurlijke objecten, zoals bloemen. Taxonomisch blijken paradijsvogels en prieelvogels niet elkaars meest nauwverwante families te zijn maar dat mag de pret van dit boek niet drukken – door hun geografische verspreiding en extremiteiten in verenkleed en/of baltsgedrag passen ze goed bij elkaar in één boek. Ook binnen de groep paradijsvogels blijken enkele soorten niet in deze familie thuis te horen maar deze worden in het boek wel besproken.
Het boek behandelt 77 soorten en 105 taxa (45 soorten paradijsvogels, vier soorten die voorheen werden geclassificeerd als paradijsvogels (drie soorten satijnvogels Cnemophilidae en Macgregors Honingeter Macgregoria pulchra), en 28 prieelvogels. De opbouw is zoals we die kennen van eerdere boeken uit deze familiereeks, met vier delen: een uitgebreide inleiding (40 pagina’s), daarna 41 kleurenplaten van Richard Allen met korte toelichtingen, gevolgd door de individuele soortbeschrijvingen inclusief foto’s, en ten slotte een uitgebreide bibliografie met een overzicht van internetbronnen en de index. De inleiding bespreekt beide families uitvoerig, waarbij gedetailleerde (en soms wat technische) uitleg wordt gegeven over taxonomie en de ontwikkeling van de huidige taxonomische inzichten. De afgelopen jaren zijn er vooral binnen de paradijsvogels belangrijke taxonomische veranderingen doorgevoerd, zodat de meest actuele stand van taxonomie en soortindelingen besproken worden. De inleidende hoofdstukken behandelen ook de (broed)biologie en fenologie uitvoerig, waardoor je als lezer een grondig inkijkje krijgt in het opmerkelijke leven van de behandelde soorten. Ook wordt aandacht besteed aan de bescherming en bedreigingen, waarbij ecotoerisme een positief effect kan hebben op de bereidheid om vogels en hun leefgebieden te beschermen. Opmerkelijk is dat bij de paradijsvogels, die op het oog zo ver ‘doorontwikkeld’ zijn en vaak sterk verschillen in uiterlijk en baltsgedrag, relatief vaak hybridisatie voorkomt. Hier wordt in het boek uitgebreid aandacht aan besteed.
Platen in veldgidsen en monografieën hebben soms de neiging om te ‘vet’ te worden, hetzij door de stijl van de illustrator, hetzij door een overdaad aan drukinkt – of een combinatie van beide. Bij dit boek is wat mij betreft eerder het omgekeerde het geval: veel afbeeldingen geven een goed beeld van de betreffende soort, maar slagen er niet in om de intensiteit en diepte van de kleur en tekening van de veerpartijen goed weer te geven. Bij uitstek voor deze families is gebruik van dikke olieverf waarschijnlijk passender dan de hier toegepaste aquareltechniek… De foto’s geven wat dat betreft een beter beeld van de werkelijke kleuren; een goed voorbeeld is Oranje Prieelvogel Sericulus ardens, waarvan de illustratie letterlijk verbleekt in vergelijking met het felle oranje en geel van de vogel op de foto. De kwaliteit van de foto’s varieert van ‘best aardig’ tot hoogstaand, maar een fotoparade is het boek zeker niet. Zonder twijfel heeft dit vooral te maken met de moeilijke omstandigheden in de oerwouden om deze soorten te fotograferen: weinig licht, vaak regen en vocht en overal takjes en blaadjes om de autofocus op hol te laten slaan.
Elke soortbeschrijving begint met informatie over de oorspronkelijke beschrijving van de soort, alternatieve namen en etymologie van de wetenschappelijke naam. Vervolgens komen de belangrijkste veldkenmerken aan bod, de verspreiding, gedetailleerde beschrijvingen van alle kleden, taxonomie en geografische variatie, de vocalisaties en andere geluiden (niet verwonderlijk bij deze families zijn dit zeer uitgebreide teksten, met verwijzingen naar online bronnen), habitat en gedrag, voedsel en foerageren, broedgedrag, hybridisatie, rui, status en bescherming. Hoewel het boek als ondertitel ‘identification guide’ heeft is het dus veel meer dan dat.
Met uitzondering van geluksvogels die live naar de broedgebieden zijn geweest of van plan zijn om die kant op te gaan, zal 99.9% van de vogelaars het met dit nieuwe boek (en de vele online filmopnamen en geluidsopnamen) moeten doen om zich ‘dichtbij’ de paradijsvogels en prieelvogels te wanen. Dream on!
Enno B Ebels
Discussie
Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.