Lepelbekstrandloper
2010 |
Help de Lepelbekstrandloper! 16 november 2010 2 |
2012 |
Ervaringen uit een voormalig Lepelbek-bolwerk 3 november 2012 4 |
Op zoek naar de Lepelbekstrandloper in Chukotka, NO Siberie, 2012 21 november 2012 1 |
2014 |
Species Champion Lepelbekstrandloper 8 oktober 2014 2 |
2015 |
Online doneren Lepelbekstrandloper 19 maart 2015 |
Nils’ Blog – op zoek naar Lepelbekstrandlopers langs de afgelegen kusten van Kamtsjatka en de Beringzee! 23 juni 2015 2 |
Nils' Blog - Bij de Lepelbek. 13 juli 2015 8 |
Lepelbekstrandloper, mijn verhaal: Gapen bij een Lepelbek 17 november 2015 8 |
Lepelbekstrandloper, mijn verhaal: Na 30 jaar eindelijk de kennismaking 22 december 2015 3 |
2016 |
Lepelbekstrandloper, mijn verhaal: De Koning en de Lepelbek 5 februari 2016 3 |
Spoonbill encounters of the third kind 19 maart 2016 |
Mijn lepelbekavontuur 19 april 2016 3 |
Ervaringen uit een voormalig Lepelbek-bolwerk
3 november 2012 · 21228 × bekeken
Dutch Birding en Vogelbescherming Nederland zijn Species Champion van de Lepelbekstrandloper. Door op de banner hieronder te klikken kunt u een donatie doen.
Dutch Birding en Vogelbescherming Nederland willende Nederlandse vogelaar informeren over en betrekken bij het lot van de Lepelbekstrandloper. Chris Schenk vertelt over zijn reizen naar het afgelegen broedgebied rond de laatste eeuwwisseling.
Mijn Rusland-avontuur begon in 1999. Het jaar daarvoor had ik in British Birds een foto gezien met daarop twee van mijn favoriete soorten in zomerkleed: een Vorkstaartmeeuw en een Ross' meeuw! De foto was gemaakt in het hoge noorden van Siberië, en de eerste vraag die bij mij op kwam was hoe de (Duitse) fotograaf daar verzeild was geraakt. Gelukkig stond zijn e-mail adres onder het artikel. Al na één mailtje aan hem raakte alles in een stroomversnelling. Na het opgeven van een aantal referenties was ik door de ballotage en kon ik het jaar erop al mee op mijn eerste expeditie naar "Arctic Siberia".
Omgeving Anadyr, Chukota, Russia, Juni 2001 (Chris Schenk)
Dat eerste jaar, met soorten als Ross' Meeuw, Siberische Taling, Havik (vrijwel geheel wit!), Siberische Kraanvogel en Brileider, smaakte naar meer. Dus toen ik hoorde dat ze het daaropvolgende jaar naar Chukotka zouden gaan, voor met name Lepelbekstrandloper, hoefde ik niet lang na te denken. De groep van dat jaar werd in tweeën gesplitst. De ene groep zou een aantal mogelijke broedplekken afgaan, terwijl ik en de Rus Pavel Tomkovich langere tijd op een tweetal locaties zouden verblijven. Na een korte rit met een "caterpillar" zouden we over de bevroren rivieren verder gaan met sledehonden. Dit kreeg ik al in Moskou, waar we verzamelden, te horen. De anderen waren wel een beetje jaloers. Dit klonk immers als een jongensboek. Helaas loopt het in de praktijk op dit soort locaties net even anders dan gepland. De honden en de sleeën waren voor onze spullen, wij zelf moesten lopen. En doordat we een week vertraging hadden opgelopen in Moskou (what's new?) had de dooi al ingezet, waardoor we de beoogde locatie niet meer konden bereiken.
Pavel Tomkovich. Ergens tussen Anadyr en Meinopylgino, Chukotka, Russia, juni 200 (Chris Schenk)
Noodgedwongen gingen we terug naar de locatie waar de catarpillar ons had afgezet, en waar we vervolgens zo'n 3-4 weken zouden verblijven. Geen slechte plek, met Koningseiders, Vorkstaartmeeuwen en Keizerganzen op korte afstand, maar geen locatie waar we Lepelbekstrandlopers zouden vinden. Omdat niemand wist waar we precies waren (de communicatieapparatuur werkte verassend genoeg ook niet) moest een Russisch lid van de groep op een zeker moment teruglopen naar Anadyr om door te geven waar we zaten. Dagen lang gebeurde er niets, waardoor besloten werd dat er nog iemand terug ging lopen. Weer een paar dagen later hoorde we rond middernacht eindelijk het geluid van de caterpillar die ons terug zou brengen naar Anadyr.
Grote Kanoet Calidris tenuirostris Great Knot. Omgeving Meinopylgino, Chukota, Russia, juli 2001 (Chris Schenk)
Onze tweede locatie lag iets zuidelijker. Deze keer zouden we met de boot worden weggebracht. Drijfijs zorgde er onderweg voor dat we telkens het juiste tij moesten afwachten voordat we verder konden. Het ijs lag afhankelijk van het tij namelijk dichterbij of verder weg van de kant. Als we noodgedwongen stil lagen gingen we aan wal, en tijdens één van deze uitstapjes zag ik, na ruim vijf weken onderweg te zijn geweest, eindelijk mijn eerste Lepelbekstrandloper! Pavel voelde wel aan dat ik hiermee in mijn nopjes was, dus terwijl hij verder ging mocht ik een paar uur bij de vogel blijven. Met als doel, naast het fotograferen, het vinden en het ringen van de jongen. En zo geschiedde. Het lange wachten maakte het extra speciaal om deze bizarre soort dan eindelijk door het beeld van mijn zoeker te aanschouwen!
Lepelbekstrandloper Eurynorhynchus pygmeus Spoon-billed Sandpiper. Meinopylgino, Chukotka, Russia, juni 2000 (Chris Schenk)
Toen het tij weer goed was gingen we terug aan boord en uiteindelijk bereikten we zo onze eindbestemming. Typisch Lepelbekbiotoop, met lange, smalle, droge stukken land, geflankeerd door de zee aan de ene zijde en grote ondiepe lagunes aan de andere zijde. Echter, urenlange zoektochten leverden geen enkele Lepelbekstrandloper op. Totdat Pavel op een heuvel, vlakbij ons kamp, wat gele kwikstaarten ging "verzamelen". Geheel onverwacht leverde uitgerekend deze heuvel, waar we bewust niet gezocht hadden, drie paartjes Lepelbekstrandloper op! De vogels leken hier een soort "minibiotoopjes" gevonden te hebben, vlakbij die plekken waar de sneeuw het langst was blijven liggen (kleine kiezelsteentjes, stroompjes water en lage begroeiing). Het was al laat in het seizoen, dus de vrouwtjes waren al gevlogen. Maar de mannetjes hingen bij de nog niet vliegvlugge jongen rond om deze in de gaten te houden. Het was niet makkelijk om de jongen te vinden, maar lang observeren op een veilige afstand leverde het gewenste resultaat. Hierna werden de jongen geringd. Met enigszins onorthodoxe methoden werden ook de volwassen mannetjes gevangen en geringd. Voor mij met gemengde gevoelens, want na een dergelijke actie waren ze uiteraard niet meer zo gemakkelijk te benaderen en met die ringen ook iets minder aantrekkelijk.
Lepelbekstrandloper Eurynorhynchus pygmeus Spoon-billed Sandpiper. Ergens tussen Anadyr en Meinopylgino, Chukotka, Russia, juli 2001 (Chris Schenk)
LepelbekstrandloperEurynorhynchus pygmeusSpoon-billed Sandpiper. Ergens tussen Anadyr en Meinopylgino, Chukotka, Russia, juli 2001 (Chris Schenk)
De onderneming eindigde met een memorabele terugreis, waarbij wij in een klein bootje zaten en werden gesleept door een groep sledehonden die over de kant liepen; een soort trekschuit zeg maar. De rest van de groep had een groot aantal locaties bezocht, maar schrikbarend weinig Lepelbekstrandlopers gevonden. De verwachte populatie werd dat jaar dan ook flink naar beneden bijgesteld.
Op mijn laatste reis, in 2001, gingen we naar de locatie waar sindsdien onderzoek wordt gedaan en waar de laatste jaren ook eieren zijn geraapt om de vogels in gevangenschap groot te brengen: Meinopylgino. Ook hier bevonden de Lepelbekstrandlopers zich niet waar de onderzoekers ze verwachtten. Lange tochten door wat geschikte biotopen leverden niets op. De verassing kwam toen we niet vlak langs de kust maar verder landinwaarts gingen zoeken. Ook hier weer heuvels waar de sneeuw wat langer bleef liggen en aan de voet van deze heuvels... Lepelbekstrandlopers! Omdat echter niet direct duidelijk was dat we hier de jackpot hadden gevonden gingen we na een aantal weken helaas weer op pad om andere locaties te zoeken. Tegen de tijd dat we weer terugkwamen in Meinopylgino hadden de vogels al jongen. Langzaamaan werd duidelijk dat er hier wel erg veel van deze bizarre strandlopertjes zaten.
Lepelbekstrandloper Eurynorhynchus pygmeus Spoon-billed Sandpiper. Ergens tussen Anadyr en Meinopylgino, Chukotka, Russia, juli 2001 (Chris Schenk)
Sindsdien is men jaarlijks teruggegaan naar Meinopylgino, en hoewel ik niet de exacte aantallen in mijn hoofd heb weet ik dat ze het jaar erop tientallen paartjes vonden en meer dan 100 jongen ringden! Mede door deze aantallen en het feit dat de vogels hier veel verder landinwaarts broedden dan tot op dat moment werd aangenomen werden de aantallen weer naar boven bijgesteld. Dit duurde echter niet lang, want ook in Meinopylgino gingen de aantallen de jaren daarna hard onderuit. Met als resultaat minder dan 10 broedparen nu.
Was het in 2001 geen enkel probleem als je dagen achtereen zelfstandig de Lepelbekstandlopers fotografeerde (ik heb enkele diadozen vol), tegenwoordig wordt elk nest goed in de gaten gehouden en elke vorm van verstoring vermeden. Ik onderneem dan ook geen acties meer om nog eens terug te gaan (hoewel ik ze natuurlijk ook graag eens digitaal zou vastleggen...). Of en wanneer ik nog eens terug ga naar Rusland? Als de bevriende Russische onderzoekers naar het broedgebied van de Roodhalsganzen gaan zal ik zeker mijn uiterste best doen om er bij te zijn.
Chris Schenk
Rendierhouders. Meinopylgino, Chukota, Russia, juni 2001 (Chris Schenk)
Dutch Birding en Vogelbescherming Nederland zijn Species Champion van de Lepelbekstrandloper. Door op de banner hieronder te klikken kunt u een donatie doen.
Discussie
Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.