Dutch Birding

Juni 2025

4 juli 2025  ·  Wim Wiegant & Eduard Sangster  ·  472 × bekeken

De maand juni stond niet stijf van de verrassingen, maar liet ons wel het een en ander zien. Natuurlijk was de Brildeider er nog, en fleurde een groot aantal roofvogels het Nederlandse landschap op, maar verder was het niet wat je noemt een gekkenhuis. Een buitengewoon warm huis, dat was het dan weer wel. Laten we maar eens koel gaan kijken…

Hoogtepunten

Brileider

Je kunt nog zo beroemd zijn, na een tijdje slijt de aandacht toch een beetje af. Dat geldt zelfs voor een icoon als de Brileider aan de oostkant van Texel in de Waddenzee. De aantallen bezoekers waren in de eerste helft van de maand juni, vanaf ongeveer dag 140 van zijn verblijf, gedaald tot beduidend minder dan één per dag, 0,4 om precies te zijn. Dat werd voor een groot deel veroorzaakt doordat de vogel moeilijk te vinden was en altijd ver weg zat. Na 11 juni werd de vogel niet meer gezien. Laten we hopen dat hij in het volgende winterseizoen weer opduikt, van "nooit weggeweest".

Roofvogels

Deze maand vlogen er heel wat roofvogels over Nederland: ten minste 15 Vale Gieren patrouilleerden door het land, en drie Lammergieren, een stuk of vijf à tien Slangenarenden, twee Schreeuwarenden en een waarschijnlijke Bastaardarend schudden het luchtruim op. En dan bliezen twee Grijze Wouwen en een stuk of acht Steppekiekendieven hun partijtje ook nog mee. Van bijna elk van deze soorten zou de Nederlandse vogelaarsgemeente vóór het jaar 2000 helemaal gek zijn geworden, maar tegenwoordig is dit bijna de normaalste zaak van de wereld.

Vale Gier Gyps fulvus, Hoge Veluwe, 28 juni (Floris van der Togt)

En verder

Van de verdere soorten kunnen we eigenlijk alleen twee goudplevieren, de Aziatische en de Amerikaanse Goudplevier, beide op Texel (NH) en twee leeuweriken, de Kortteen- en de Kuifleeuwerik, in respectievelijk IJmuiden (NH) en Almere (Fl), hoogtepunten noemen.

Kortteenleeuwerik Calandrella brachydactyla, IJmuiden, 4 juni (Arnoud van den Berg)

Overzicht

Eendachtigen

Waren de Witbuikrotganzen voor dit seizoen op, één Zwarte Rotgans hield nog stand op Terschelling, waar de vogel op 21 en 24 juni werd gezien. Het ziet er niet naar uit dat er na 10 juni nog serieus te nemen Roodhalsganzen werden gezien, of het zou die van de Groene Jonker (ZH) moeten zijn, die daar vanaf 23 juni werd gezien. Natuurlijk was de Eend van het Jaar, de Brileider, nog aanwezig op en bij de Schorren op Texel (NH). Op 11 juni werd de vogel voor het laatst gezien. Het lijkt voor de hand te liggen dat de vogel zijn rui naar eclipskleed en de hele eclips op de Waddenzee doorbrengt, zodat de vogel mogelijk later in het jaar weer wordt gezien. De Ringsnaveleend werd deze maand niet meer gezien, maar de Kleine Topper werd vanaf 25 juni weer op de bekende plek in Zuid-Kennemerland (NH) gezien. De Bronskopeend heeft de gewoonte van de Amerikaanse duikeenden om hier te overzomeren mogelijk ook opgepikt. De vogel van Rivierpark Maasvallei in Itteren (L) zat er nog tot 17 juni, en de niet wild geachte vogel van het Reevediep bij Kampen (Ovl) verbleef daar nog de gehele maand.

Rallen tot aalscholvers

Van 10 tot 12 juni zat een Klein Waterhoen te zingen bij het plaatsje met de romantische, maar o zo correcte naam Muggenbeet in de Wieden (Ovl). In de Wieden zat op 4 juni trouwens ook nog een Kleinst Waterhoen te zingen, de enige van de maand, op een over de Vijfhoek bij Diemen (NH) vliegende op 5 juni na. De tweede of derde bezoekbare Ralreiger van Limburg werd op 9 juni ontdekt aan de Pietersplas bij Maastricht (L); de vogel bleef tot 13 juni, 17.09 uur. Om 19:00 uur op dezelfde dag werd er een gezien op het Ringselven in Budel-Dorplein (NB). Met het oog op de afstand tussen beide locaties van ongeveer 80 km, lijkt het sterk dat het hier om dezelfde vogel zou gaan. Deze laatste vogel bleef tot 15 juni. Daarna werd ook nog een exemplaar gezien over Leiden (ZH) op 20 juni en een die bij de Nieuwkoopse Plassen (ZH) vloog op 21 juni.

Ralreiger Ardeola ralloides, Budel-Dorplein, 9 juni (Max Berlijn)

De wedstrijd tussen de Dwergaalscholver en de Brileider wie de langst verblijvende dwaalgast in Nederland gaat worden is nu al een tijd aan de gang: de Dwergaalscholver zit hier al vanaf 14 december in het Natuurpark Lelystad (Fl), maar de Brileider werd ook al bijna een half jaar geleden ontdekt, op 13 januari. Wie het langste blijft, dat zal nog even wachten worden, maar over de uitkomst valt in ieder geval nog niets te zeggen.

Dwergaalscholver Microcarbo pygmeus, Natuurpark Lelystad (Fl), 14 juni (Eric Menkveld)

Waders

Er zijn in Nederland vier soorten plevieren die met metalen te maken hebben. Drie goudplevieren, een Zilverplevier en de Smidsplevier die al die metalen moet bewerken. De Smidsplevier is een uiterst fraaie kievit van bezuiden de Sahara, en komt in Nederland af en toe als ontsnapte kooivogel voor. De Goud- en de Zilverplevier zijn in Nederland algemene wintergasten. De echte specialiteiten zijn de Amerikaanse en Aziatische Goudplevier. Beide zeldzaamheden worden tegenwoordig jaarlijks in Nederland gezien. Van 2 tot 11 juni werden een, of waarschijnlijk twee, adulte Amerikaanse Goudplevieren gezien op de Schorren op Texel (NH). Op 30 juni werd een adulte Aziatische Goudplevier ontdekt op Waal en Burg, ook op Texel (NH). De vogel werd fraai gefotografeerd.

Aziatische Goudplevier Pluvialis fulva, Waal en Burg, Texel (NH), 30 juni (Peter de Man)

Enige Gestreepte Strandlopers waren nog te zien bij Berlikum (Fr) van 5 tot 8 juni, bij Dordrecht (ZH) op 15 juni, en in de Broekpolder bij Vlaardingen (ZH) op 23 en 24 juni.

Alken tot sterns

De laatste jaren willen Zwarte Zeekoeten nog wel eens langdurig verblijven in Nederlandse wateren. Vanaf 25 mei al was een exemplaar aanwezig bij Ritthem, in het Sloehavengebied bij Vlissingen (Zld). De vogel liet zich bij tijden erg mooi zien.

Zwarte Zeekoet Cepphus grylle met Botervis Pholis gunnellus, Vlissingen (Zld), 21 juni (Rob Nagtegaal)

Tot 8 juni was een Lachstern aanwezig op het Hedwigeschor bij Emmadorp in Zeeuws-Vlaanderen (Zld), en vanaf 30 juni verschenen de eerste vogels van de kolonie in Duitsland, die hun gebruikelijke tijdelijke verblijfplaatsen in de provincie Groningen kwamen innemen. Twee Dougalls Sterns werden gezien, beide op min of meer voor de hand liggende plaatsen. Op 9 juni liet een vogel zich aardig zien op het Wagejot op Texel (NH) en op 28 juni was er een aanwezig in het Noordervroon op Walcheren (Zld). Zoals zo vaak bij deze soort, waren beide vogels geringd.

Dougalls Stern Sterna dougallii, Wagejot, Texel (NH), 9 juni (Diederik Kok)

Roofvogels

Een tweedejaars Lammergier werd in de eerste week van juni op verschillende plaatsen in Zuid-Holland gezien, te beginnen met waarnemingen over Barendrecht en Rotterdam in de avond van 2 juni. Saillant detail is dat hij werd opgemerkt door waarnemers die stonden te posten voor een even tevoren boven Rotterdam-West gefotografeerde Vale Gier. Op 3 juni werd de vogel vliegend over Hazerswoude (ZH), Zuid-Kennemerland en het Noordhollands Duinreservaat, Den Helder en Texel (NH) gezien. Daarna was het anderhalve week stil, maar op 13 juni werd een overnachtende vogel, "Vincenz", gefotografeerd tussen Dalen en Daterveen in Drenthe. Deze vogel verbleef op 14 en 15 juni in de omgeving van Groningen (Gr). Op 21 juni werd een tweede-kalenderjaar vogel achtereenvolgens te Westerschouwen, Nieuwe Haamstede, Haamstede, de Oosterscheldekering, Kamperland, de Veerse Dam, Vrouwenpolder, Westkapelle, Biggekerke en Dishoek (Zld) gezien. Dit was misschien dezelfde vogel als die op 20 juni bij Andijk (NH) werd gefotografeerd. De identiteit van de vogel op 20 juni over Meerstad (Gr) blijft een mysterie.

Lammergier Gypaetus barbatus, Westerschouwen, 21 juni (Paul van Tuil)

In 37 uurhokken werden Slangenarenden gemeld, met drie vogels op de Hoge Veluwe (Gld) als maximum. De vogels waren niet alleen te zien op hun bekende plekken in Gelderland en Drenthe, maar ook op de Strabrechtse Heide (NB), in de duinen van Noord-Holland, en af en toe ook op andere plekken. Vermeldenswaard is nog de vogel die enige dagen vóór 18 juni verzwakt werd gevonden in de duinen van Schoorl en naar een dierenopvang is gebracht

Slangenarend Circaetus gallicus, Noordhollands Duinreservaat (NH), 15 juni (Roef Mulder)

Na twee wat mindere jaren was het weer feest met het bezoek van aardige aantallen Vale Gieren. In 2013 waren er nul waarnemingen en in 2018 één, maar beduidend meer is tegenwoordig de norm. De eerste werden half april al gezien maar na nog eentje op de grens op 7 mei ging het los vanaf 27 mei. Toen werden er 15 gezien bij Ransdaal (L). Op 30 mei vlogen er weer 15 maar nu over Ruinen (Dr) en dezelfde vogels werden ook in Friesland gezien. 13 vogels - vast dezelfde - werden vervolgens in Drenthe en Overijssel gezien. Op 10 en 11 juni werden groepjes van acht en elf gezien in Brabant en Limburg en mogelijk dezelfde groep arriveerde in de avond in Meijendel (ZH). Daar vloog een groep van twaalf vervolgens twee dagen over ongeveer alle plaatsen tussen Rotterdam en Leiden (ZH). Op 13 en 14 juni werden nog minstens vijf exemplaren van deze groep teruggevonden rond Den Bommel en Ooltensplaat (ZH). Later in de maand bezochten eerst acht en korte tijd later zeven vogels nog het park de Hoge Veluwe (Gld) van 28 tot 30 juni. Het kan zijn dat er in totaal maar 15 Vale Gieren in Nederland zijn geweest, en als dat zo is, hebben ze in ieder geval een spoor van vernielingen achtergelaten...!

Vale Gier Gyps fulvus, Kubaard (Fr), 12 juni (Wim van Zwieten)

Ook de Schreeuwarend liet zich niet onbetuigd. Over een tuin in Hank (NB) vloog op 13 juni een tweede-kalenderjaars vogel. Bij Heiningen(NB) werd op 17 juni een adulte vogel prachtig gefotografeerd.

Schreeuwarend Clanga pomarina, Heiningen (NB), 17 juni (Michel van Gierbergen)

Een vogel die leek op een Bastaardarend maar die misschien toch een hybride Bastaardarend x Schreeuwarend was, bleek op 5 en 6 juni een publieksmagneet bij Wijhe (Ovl). Waarschijnlijk dezelfde vogel werd op 12 en 13 juni gezien bij Iens (Fr). Of het nu werkelijk een Bastaardarend was of toch een hybride met Schreeuwarend is aan de CDNA.

Bastaardarend Clanga clanga, Wijhe (Ovl), 5 juni (Jos Janssen)

Grote zangvogels

Roodkopklauwieren werden gezien op Texel (NH), waar een mannetje verbleef tot 2 juni, op Landgoed Tongeren bij Epe (Gld), ook een mannetje, van 8 tot 19 juni, bij Yerseke (Zld) op 10 juni, op Ameland (Fr) op 11 juni, en in het Noordhollands Duinreservaat (NH), ook op 11 juni.

Roodkopklauwier Lanius senator, Noordhollands Duinreservaat (NH), 11 juni (Ron Schuddeboom)

De Bonte Kraai die mogelijk al sinds maart 2023 in Den Haag verblijft, werd ook deze maand weer gezien. De andere "vaste" Bonte Kraai van het land, die van Schiermonnikoog, werd ook de hele maand gezien. Daarbuiten werden nog exemplaren gezien in De Lier (ZH), welke goed die van Den Haag kon zijn, Ellemeet (Zld) en Bunnik (U).

Kleine zangvogels

Tijdens het maken van filmopnamen met nachtvlinders als onderwerp vond een vogelaar ineens een Kuifleeuwerik op het boerenerf waar ze aan het filmen waren, aan de Ibisweg in Almere (Fl). De soort, die toch niet erg bekend staat om zijn felle trekbewegingen, kon de volgende dag helaas niet meer worden teruggevonden. Dit is pas het achtste geval sinds 2014.

Kuifleeuwerik Galerida cristata, Ibisweg, Zeewolde (Fl), 12 juni (Rik Wever)

Een Kortteenleeuwerik was een aangename verrassing in de haven van IJmuiden (NH) op 4 juni. De volgende ochtend was de vogel gevlogen. Op 23 juni vloog er waarschijnlijk nog een over de trektelpost bij Egmond aan Zee (NH), daar niet al te ver vandaan. Het aantal Kortteenleeuweriken dat per jaar in Nederland wordt gezien, stijgt heel langzaam, van gemiddeld 1,4 geval per jaar in 2000 tot 2,7 sinds 2015. Betrekkelijk sensationeel was het verschijnen van een zingende Bladkoning in Enkhuizen (NH) op 14 juni.

Bladkoning Phylloscopus inornatus, Enkhuizen (NH), 14 juni (Niels Jorritsma)

De Iberische Tjiftjaf, in de vorige DB Terugblik nog uitgemaakt voor "niet een van de meest aansprekende soorten", sloeg bikkelhard terug door te gaan broeden op Schiermonnikoog, en wel gepaard met een gewone Tjiftjaf. Of de jongen later nog als hybride herkend kunnen worden, dat laten we aan uw eigen verbeeldingskracht over.

Iberische Tjiftjaf Phylloscopus ibericus, Schiermonnikoog (Fr), 18 juni (Wouter van der Ham)

Uit elf uurhokken kwamen meldingen van Orpheusspotvogels. Deze lagen alle ten van zuiden van de lijn Den Haag - Arnhem, de A12 dus, op één na, en dat was in Uithuizen (Gr). Of hier vogels "buiten de boeken" worden gehouden wegens broedgevaarlijkheid, is het DB Terugblik-team onduidelijk.

Orpheusspotvogel Hippolais polyglotta, Schotsman (Zld), 8 juni (Paul van Tuil)

Er werd maar één Struikrietzanger doorgegeven deze maand en dat was een zingende vogel in de Eemshaven (Gr), van 3 tot 8 juni.

Struikrietzanger Acrocephalus dumetorum, Eemshaven, 4 juni (Wim van Zwieten)

Twee Roze Spreeuwen werden nog gezien: een in Biggekerke (Zld op 3 juni, een tweedejaars vogel, en een adulte op Texel (NH) vanaf 28 juni.

Roze Spreeuw Pastor roseus, Biggekerke (Zld), 3 juni (Lennart Verheuvel)

Inmiddels elders

Deze maand is er veel nieuws vanuit het noorden van Europa én de Britse Eilanden. De rest van Europa en omstreken kwamen er wat bekaaid in juni, maar laten we het rustig doornemen en geen overhaaste conclusies trekken.

Britse Eilanden

Een fraai mannetje Pallas’ Rietgors (Pallas’s Reed Bunting) verbleef op 2 juni op Fair Isle, wat het vijfde geval voor het VK betekende. Na het eerste geval van Bill Oddie in 1976 was geen enkele vogel fatsoenlijk twitchbaar. De elfde Groene Bijeneter (Blue-cheeked Bee-eater) voor het VK verbleef op 9 juni op een Schots eiland. Medio juni werd een Brilstern (Bridled Tern) op meerdere plekken gezien. Aangenomen wordt dat dit dezelfde vogel is die Engeland vorig jaar aandeed, alsook Frankrijk vorig jaar en dit jaar. Van 1 tot 8 juni was een Vale Lijster (Eye-browed Thrush) aanwezig op de Shetlands. Twee Blonde Ruiters (Buff-breasted Sandpiper) begin juni is nogal ongewoon. Een zingende Zanggors (Song Sparrow) in East Yorkshire werd ontdekt op  8 juni en werd na de herontdekking massaal bezocht. Het was pas het twaalfde geval voor het VK en de eerste bezoekbare in 20 jaar. Het eerste geval van deze soort voor Ierland werd op 23 juni ontdekt. Op 5 juni werd een Witkeelgors (White-throated Sparrow) gezien in Schotland en later in de maand nog eentje op de Shetlands. Een langsvliegende Eleonora’s Valk (Eleonora’s Falcon) in Norfolk voedt de gedachte dat een vers Nederlands geval niet ver weg kan zijn. Twee claims van een fregatvogel (frigatebird) op de Orkney Eilanden bleven onbevestigd. Langverblijvers betreffen de fraai te fotograferen Alaskastrandloper (Western Sandpiper) in Schotland, de Amerikaanse Zwarte Stern (American Black Tern) in Engeland en de Amerikaanse Dwergstern (Least Tern) in Ierland.

Noord-Europa

IJsland is goed bezig, met op 13 juni de ontdekking van de vierde Zilveralk (Ancient Murrelet) voor de WP in het noordoosten van het land. De vogel was in elk geval tot 18 juni nog aanwezig. Alweer het derde recente geval in de WP van deze Pacifische soort. De eerste Oosterse Tortel (Oriental Turtle Dove) voor het land verbleef nabij Òlafsvík van 21 mei tot ruim in juni. Een verse Carolina-eend (Wood Duck) werd ontdekt op 18 juni. De Kokardezaagbek (Hooded Merganser) die vanaf 7 juni in west IJsland aanwezig is, was in elk geval op 18 juni nog present. Het betreft het vijftiende geval voor het land. Op een klein eilandje ten noorden van IJsland werd op 20 juni een Gierzwaluw (Common Swift) ontdekt met de kenmerken van de oostelijke ondersoort pekinenis. Indien aanvaard zou dit het eerste Europese geval betekenen van dit taxon. Zweden blijft deze maand niet achter met de mega’s. Wat denkt u van een vrouwtje Pallas’ Rietgors (Pallas’s Reed Bunting) dat werd gezien op Utlängan op 12-13 juni? Dit betreft het tweede geval voor het land. De eerste Kroeskoppelikaan (Dalmatian Pelican) voor het land verbleef nabij Östersund op 10-12 juni. Van 17-25 juni werd de vogel gezien op Åland, een Fins Eiland. Een leuk filmpje van de twitch, inclusief onverstaanbaar Fins enthousiasme, is hier te zien. Mits aanvaard zal dit ook het eerste geval voor Finland betekenen. We blijven nog even in Zweden met een Groene Bijeneter (Blue-cheeked Bee-eater) die op 4 juni alleen door de ontdekker werd gezien. Zou het de Belgisch-Nederlandse vogel betreffen die bij ons werd gezien op 18 en 19 mei? Een tweede baltsende Amerikaanse Watersnip (Wilson’s Snipe) werd ontdekt in Zweden op de 8e. Een fraai zomerkleedje Tibetaanse Plevier (Tibetan Sand Plover) werd ontdekt bij Falsterbo op 22 juni en betekende het vierde geval voor Zweden. Waarschijnlijk dezelfde vogel dook op 28 juni op nabij Kopenhagen. Dit betekende het tweede geval voor Denemarken. In Denemarken was er veel roofvogelnieuws, met een Aasgier (Egyptian Vulture), Lammergier (Bearded Vulture) en een Arendbuizerd (Long-legged Buzzard) in de tweede helft van juni. Om een en ander af te ronden: in Finland werd nog de tweede Oosterse Vorkstaartplevier (Oriental Pratincole) voor het land gemeld nabij Merijärvi op 17 juni. De karakteristieke zang van de Boskoekoek (Oriental Cuckoo) werd tot en met 2 juni gehoord in de zuidoostelijke Finse bossen. En wat gebeurde er in Noorwegen? Op de valreep werd een Reuzenzwartkopmeeuw (Pallas's Gull) ontdekt, op 29 juni nabij de Noordkaap, het tweede geval voor het land en ongetwijfeld het meeste noordelijk geval ooit in Europa.

Centraal Europa

Langverblijvers betreffen de twee Sierlijke Sterns (Elegant Tern) op Île de Noirmoutier, nabij Bretagne. Nederlandse vogelaars ontdekten een Lachmeeuw (Laughing Gull) nabij Bordeaux. De Bruinkopgors (Red-headed Bunting) in Duitsland zal – ondanks de perfecte timing begin juni - wel weer in de donkere la van de Duitse D-categorie verdwijnen. Het gerucht dat de Nandoe (Greater Rhea) dit jaar op de Duitse C-lijst zal komen, en dus wél telbaar, lokte veel cynische reacties uit bij onze oosterburen. Laten we in Nederland het hoofd koel houden en de feiten rustig afwachten!

Oost-Europa

Op juni werd de tweede Siberische Strandloper (Sharp-tailed Sandpiper) voor Polen ontdekt. In Bulgarije werd de eerste Lammergier (Bearded Vulture) uitgezet, genaamd ‘Boev’. Vernoemd naar de bekende Bulgaarse zoöloog Nikolay Boev. De vierde Maskerduif (Namaqua Dove) voor Georgië werd gezien op 23 juni in Khulo. Het was al het derde geval in vier jaar tijd in dit land, wat het beeld van een opmars van deze soort naar het noorden bevestigt.

Zuid-Europa

Uit het zuiden werden alleen twee langverblijvers gemeld. De Kelpmeeuw (Cape Gull) was nog steeds aanwezig in Laredo, Gallicië, Spanje.

Kelpmeeuw Larus dominicanus, Laredo, Spanje, 12 juni (Eduard Sangster)

De Siberische Gierzwaluw (Pacific Swift) verbleef de gehele maand in het pittoreske Zuid-Tirol, Italië.

Noord-Afrika en Midden-Oosten

Voor het eerst sinds de bosbranden in 2019 zijn de Turkse Visuilen (Turkish Fish Owl) weer regulier te zien bij de Green Canyon, met op 28 juni een adult en een juveniel. In de Koeweitse wateren bleef het feest met de Dunbekpijlstormvogels (Short-tailed Shearwater), met wel 20 exemplaren op een pelagic begin juni. Een Himalayagier (Himalayan Vulture) op 11-12 juni bij de Jahra Pools betrof het eerste geval voor het land en pas het derde geval voor de WP sensu BWP, na gevallen vorig jaar in Armenië en Noorwegen. Het verhaal achter de eerste Savannezwaluw (Lesser Striped Swallow) voor de WP sensu BWP is hier te lezen.

De Glazen bol

In juli moet u toch een beetje gokken op onbegrijpelijke zeevogels uit veraf gelegen wateren, hoewel een Kuifpapegaaiduiker misschien een beetje té ver out of the box is...

Kuifpapegaaiduiker Fratercula cirrhata, Kenai Fjord, Alaska, 6 juni (Henk Hendriks)

Een Zilveralk lijkt tegenwoordig een realistischer optie, en mogelijke komt de Tibetaanse Plevier van Zweden en Denemarken onze kant op! Het zal natuurlijk allemaal wel weer niet, en daarom kunnen we altijd nog blijven hopen op een Scharrelaar, of misschien de inmiddels niet meer zo ongewone Hop. Hoe het ook zij, we wensen iedereen bij het zoeken naar "leuke dingen" de komende maand weer veel zoekplezier...!

We willen alle waarnemers en fotografen hartelijk bedanken voor hun bijdragen aan dit verslag. We would like to thank all observers and photographers for their contributions to this report.

Wim Wiegant & Eduard Sangster

Discussie

Wim Wiegant

Wim Wiegant
 ·  4 juli 2025  08:39

De heren Garry Bakker en Toy Janssen worden als altijd weer bedankt voor hun schier oneindige inspanningen op het gebied van de taal en de feiten aan de ene kant, en de ICT aan de andere.

Rob Hoeben

Rob Hoeben
 ·  4 juli 2025  10:34

Beste Wim, mooi overzicht weer! Eén detail:'de Roodkopklauwier bij Tongeren (L), van 8 tot 19 juni zat nabij Landgoed Tongeren (Ge).

Ronald Messemaker

Ronald Messemaker
 ·  4 juli 2025  12:59

Dag Wim,

Zou jij de locatie Muggenbeet toe willen schrijven aan De Wieden, ik weet Weerribben ligt lekkerder in de mond ;)

En voor 4 juni een Kleinst waterhoen in de Riete, De Wieden.

Dank!

Menno van Duijn

Menno van Duijn
 ·  4 juli 2025  13:10, gewijzigd 4 juli 2025  13:14

"naar de Kleine Topper werd vanaf 25 juni" n=m

Dwergaalscholver zit hier al vanaf 14 december in het Natuurpark Lalystad (Fl), a=e

Wim Wiegant

Wim Wiegant
 ·  4 juli 2025  17:25

Rob, Ronald, Menno,
de correcties zijn aangebracht...

Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.

Feedback?