DB Terugblik

Een terugblik op de waarnemingen van de afgelopen periode.

Mei 2023

5 juni 2023  ·  Wim Wiegant  ·  3049 × bekeken

Het was een niet speciaal natte of droge, en ook niet speciaal warme of koude maand mei, maar op ornithologisch gebied wel een drukke maand, met vele records op trektelposten, en ook flink wat uiterst zeldzame soorten, zoals Grijze Junco, Kalanderleeuwerik, Bruinkeelortolaan, Rode Rotslijster en Alpenheggenmus, plus nog wat uiterst moeilijk te beoordelen waarnemingen van Amerikaanse Zeearend en Amerikaanse Regenwulp. De meeste van deze waarnemingen, daar waren we jammer genoeg allemaal niet bij. Laten we maar eens gaan kijken wat er allemaal is voorgevallen ...

Hoogtepunten

Amerikaanse Zeearend

In Nederland hebben we de Commissie Dwaalgasten Nederlandse Avifauna. De moeilijke taak van deze commissie is om beslissingen te nemen over de status (wild of niet) en de identificatie (wel of niet goed herkend) van gevallen van zeldzame vogels in Nederland. Niet veel commissies hebben het zo moeilijk als deze. Een Amerikaanse Zeearend op 17 mei in Itteren (L) maakte de taak van de commissie nog wat ingewikkelder. Van deze minder waarschijnlijk als wild te beschouwen soort zijn er twee waarnemingen in Ierland, hetgeen zou kunnen suggereren dat de soort "dwaalpotentieel" heeft, en dat is een voorwaarde voor aanvaarding als wild op de Nederlandse lijst. De vogel had geen opzichtige ringen, en was een tweedejaars vogel, en dat maakt de zaak alleen maar spannender. Overigens wordt de soort ook met enige regelmaat als ontsnappeling gezien, maar dat betreft meestal volwassen vogels.

Amerikaanse Zeearend Haliaeetus leucocephalus, Itteren (L), 17 mei (Fred Hustings)

Bruinkeelortolaan

De vijfde Bruinkeelortolaan van Nederland was, net als drie van de vier overige, niet goed te bezoeken. De vogel, die precies 10 jaar na de enige wel bezoekbare in Lauwersoog werd gevonden, verdween zeer snel. Dat maakt de status van de soort alleen nog maar romantischer.

Bruinkeelortolaan Emberiza caesia, Krimpen aan de Lek (ZH), 5 mei (Freek Weidema)

Grijze Junco

De Grijze Junco, dat is echt een soort die je niet in de wilde natuur ziet, maar meer in de achtertuin, of die van de buren. In een niet-bezoekbare tuin in Hippolytushoef bevond zich op 7 mei een tweedejaars mannetje. We hadden graag gehad dat het de tuin van de buren was ...

Grijze Junco Junco hyemalis, Hippolytushoef (NH), 7 mei (Jan van der Laan)

Kalanderleeuwerik

Een andere topzeldzaamheid was de Kalanderleeuwerik die op 12 mei tijdens een Big Day vanaf de Grote Praambult in de Oostvaardersplassen werd ontdekt. Ook die vogel bleef maar heel even. Het verhaal van de Big Day is hier te lezen.

Rode Rotslijster

Een schitterende Rode Rotslijster, weliswaar al de 17e van Nederland, liet zich aan de noordkant van Texel bekijken op 5 mei. Het is niet de zeldzaamste vogel van de maand, maar wel een van de mooiste.

Rode Rotslijster Monticola saxatilis, De Tuintjes, Texel (NH), 5 mei (Diederik Kok)

Overzicht

Eenden en ganzen

Witbuik- en Zwarte Rotganzen, daar ben je na een lange winter wel ongeveer klaar mee. Toch vertrekken ze pas in juni. Zo komt het dat er van beide soorten toch nog waarnemingen in respectievelijk 26 en 22 uurhokken waren, waarvan er respectievelijk 4 en 3 niét direct aan de Waddenzee waren gelegen. De laatste Roodhalsganzen, een stuk of 10 - 15, hadden het Friese vasteland grotendeels ontruimd, om vooral nog op Ameland en Schiermonnikoog, en in mindere mate in het Lauwersmeergebied, te verblijven. Enkele andere vogels werden nog gezien in Breugel (NB) op 11 mei, en op 13 en 20 mei in het Dollardgebied (Gr).

Roodhalsgans Branta ruficollis, Ameland (Fr), 21 mei (Alex Bos)

Bescheiden aantallen Witoogeenden werden doorgegeven, zo'n 12 tot 15 stuks. Op een exemplaar in de Groote Peel (NB) na, waren alle waarnemingen ten noorden van het Eemmeer bij Huizen (NH). Een Kleine Topper weigerde de terugreis naar Noord-Amerika te aanvaarden, hetgeen op zich dan weer niet zo verbazend is. De vogel, een mannetje, werd op 28 en 29 mei bij de Bochtjesplaat in het Lauwersmeer (Fr) gezien. Ook het eerste geval van Nederland, een vogel in Veere en Terneuzen (Zld) in 1995 en 1996, hield het vol tot maar liefst 21 juni. Overigens is de Bochtjesplaat met deze waarneming wel de voorjaarskampioen geworden: een Woestijnplevier, een zwerm Steltkluten, een Bonapartes Strandloper, een Terek Ruiter, een paar Zwarte Ibissen en een Breedbekstrandloper, het DB Terugblik-team kent heel veel plekken waar het dit voorjaar een stuk rustiger was! Een wijfje Blauwvleugeltaling zonder tekenen van voorgaande gevangenschap werd op 15 mei ontdekt in een niet-toegankelijk deel van de Biesbosch in Zuid-Holland. De vogel had de odds natuurlijk mee: de maanden april en mei tellen samen 28 gevallen en dat is meer dan de helft van het totaal. Enige Bronskopeenden van diverse komaf trokken een spoor door Nederland. De vogel van de Botlek (ZH) werd na 29 april niet meer gezien, maar daar kwam een ongeringd mannetje in de Nieuwe Driemanspolder bij Zoetermeer en Leidschendam (ZH) voor in de plaats, van 4 tot 10 mei. Een vogel in de Noordwaard van de Biesbosch (NB) van 6 tot 28 mei bleek ontsnapt te zijn, maar eentje bij Vlaardingen (ZH) vanaf 23 tot 27 mei vertoonde dan weer geen sporen van gevangenschap. Mogelijk was het dezelfde als die van de Botlek in april en de Nieuwe Driemanspolder eerder in de maand.

Bronskopeend Mareca falcata, Broekpolder, Vlaardingen (ZH), 25 mei (Jaap Liefting)

Voor veel vogelaars waren de gevallen van dit jaar weer welkom, want het laatste als wild aanvaarde geval van de soort was in maart en april 2013 bij Spijkenisse (ZH), al enige tijd geleden dus.

Gierzwaluwen tot waders

Na de invasie in West-Europa van zeer vroege Alpengierzwaluwen afgelopen maart, met vogels op 18 maart langs Breskens, een bij Almere op 20 maart en een in Franeker van 21 tot 24 maart, en tot slot een vogel die op 31 maart werd opgevangen en die op 4 april in Diemen overleed, werd het angstig stil rond de soort. De gevallen van dit jaar waren op een na de eerste in maart ooit, maar dat leidde dus niet tot latere gevallen. Mei-waarnemingen van de Vale Pijlstormvogel zijn vrij bijzonder; het gaat om minder dan 0,5 % van de waarnemingen. Een vogel langs Camperduin op 5 mei mag dus wel genoemd worden. Ralreigers waren alleen voor heel gelukkige waarnemers te zien op Tiengemeten (ZH), waar een waarnemer heel even een vogel zag op 11 mei, langsvliegend langs Lopik op 14 mei en over Leerdam (ZH) op 19 mei, en nog eentje op 19 mei, over het Trintelzand (Fl). Geheel in tegenstelling tot wat de vorige maand in deze rubriek beweerd werd, is het aantal Zwarte Ibissen dit jaar niet laag, maar juist flink hoog! In 57 blokken werden vogels gezien, met groepen van drie, vier en zes, tot de grootste groep bij Lekkerkerk (ZH) van 20 exemplaren. Het totale aantal is moeilijk te schatten, maar lijkt tussen 50 en 80 exemplaren te liggen. Het is aannemelijk dat de droogte in Zuid-Europa de oorzaak van de recente verplaatsingen van de Zwarte Ibis is.

Waders en wadertjes

De Lendevallei bij Wolvega (fr), daar heeft u vast nog nooit van gehoord. Op 8 mei werd daar een Aziatische Goudplevier ontdekt, die nog tot 10 mei te vinden was. Een aardig filmpje met mooi geluid is hier te vinden.

Aziatische Goudplevier Pluvialis fulva, Lendevallei, Wolvega (Fr), 9 mei (Folkert Jan Hoogstra)

De grootste groep Morinelplevieren van dit voorjaar betrof 30 vogels op 14 mei op Eierland op Texel. Daarbuiten werd de soort nog in 24 uurhokken gezien, waarvan de helft aan de Waddenzee ligt. Een waarschijnlijke Woestijnplevier werd gevonden op de Bochtjesplaat in het Lauwersmeer (Fr) 1 mei, maar de vogel ging er meteen na de ontdekking vandoor.

Woestijnplevier Anarynchus leschenaultii, Hoek van de Bant, Lauwersmeer (Fr), 7 mei (Bas van den Boogaard)

Op 7 mei werd hoogstwaarschijnlijk dezelfde vogel ontmaskerd als een echte Woestijnplevier, toen de vogel bij de Bantpolder (Fr) werd teruggevonden. Op 8 mei werd de vogel voor het laatst gezien.

Woestijnplevier Anarynchus leschenaultii, Hoek van de Bant, Lauwersmeer (Fr), 7 mei (Lodi Nauta)

Bij Dijkmanshuizen op Texel kwam op 12 mei een mogelijke Amerikaanse Regenwulp langsgevlogen, in een groepje Regenwulpen. Zo langsvliegend gaat zo'n vogel natuurlijk niet aanvaard worden als eerste van Nederland, maar toch ... Op 10 september 2018 was er al eens een goede kandidaat langs Westkapelle gefotografeerd, die echter nooit is ingediend, in de kennelijke verwachting dat afwijzing het resultaat zou zijn. Ongeveer 12 tot 14 Breedbekstrandlopers werden gezien, drie of vier op Texel, drie tot vijf in het Lauwersmeergebied, en vogels in de Oostvaardersplassen (Fl), op Schiermonnikoog (Fr) en op Wieringen (NH), in het Gasthuis Bevang bij Zierikzee (Zld) en Koehool (Fr). Voorjaarsgevallen van de Bonapartes Strandloper, daar had Nederland er maar twee van, in mei 2004 in Bergen (L) en begin juni 2009 in de Ezumakeeg (Fr). Een vogel op 8 mei in de Paezumerlannen (Fr) vlakbij de Ezumakeeg, verraste de waarnemer danig. De vogel werd daarna nog bijna de gehele maand gezien op verschillende plekken in het Lauwersmeer (Fr). Tenzij de vogel last had van gelijktijdige aanwezigheid op meerdere plaatsen, waarover je vroeger wel eens las in "Reader's Digest", zou het om twee vogels zijn gegaan, want zowel in de Bantpolder als in de Ezumakeeg zou de soort tegelijkertijd zijn gezien.

Bonapartes Strandloper Calidris fuscicollis, Ezumakeeg (Fr), 26 mei (Wim van Zwieten)

Gestreepte Strandlopers werden gezien in de Nieuwe Driemanspolder (ZH) op 6 en 7 mei, bij Stampersgat (NB) van 7 tot 11 mei, bij Zierikzee (Zld) op 8 mei, op Texel bij Waal en Burg op 20 mei en bij Dorpszicht van 21 tot 24 mei, in het Lauwersmeer (Fr) vanaf 22 mei, en opnieuw in de Nieuwe Driemanspolder (ZH) op 28 en 29 mei.

Gestreepte Strandloper Calidris melanotos, Nieuwe Driemanspolder, Zoetermeer (ZH), 7 mei (Nick Peeters)

De Rosse Franjepoot is natuurlijk geen echte zeldzaamheid, maar een adult vrouwtje in volledig zomerkleed is natuurlijk wel een echte bijzonderheid. Van 17 tot 20 mei zat er een in en bij de Bantpolder in het Lauwersmeer (Fr). Het lijkt redelijk om aan te nemen dat het dezelfde vogel was als vorig jaar rond dezelfde tijd op dezelfde plek.

Rosse Franjepoot Phalaropus fulicarius, Bantpolder, Lauwersmeer (Fr), 19 mei (Rob Halff)

Op 17 mei werd een Terekruiter gezien op het schor bij Den Oever (NH). Daarna was er van 25 tot 30 mei een te zien in de Ezumakeeg in het Lauwersmeer (Fr). Van 30 mei tot in juni werd er een gezien in de Enk bij Kampen (Ovl). Dat was de vierde voor Overijssel, na eerdere gevallen in 2002, 2012 en 2013.

Terekruiter Xenus cinereus, De Enk, Kampen (Ovl), 31 mei (Josh Rozema)

Een Kleine Geelpootruiter bij Waal en Burg op Texel (NH) van 2 tot 8 mei liet zich eerst heel slecht, maar later veel beter zien.

Kleine Geelpootruiter Tringa flavipes, Waal en Burg, Texel (NH), 3 mei (Jeroen de Bruijn)

De vogel poseerde ook nog eens leuk naast een Poelruiter, die op dezelfde plek van 29 april tot 4 mei aanwezig was. Buiten deze Poelruiter werden nog enkele exemplaren gezien, waaronder overvliegende bij Elahuizen (Fr) op 1 mei (twee stuks), en een over Wyldemerk (Fr), ook op 1 mei, en over telpost De Horde bij Lopik (U) op 19 mei.

Kleine Geelpootruiter Tringa flavipes, Waal en Burg, Texel (NH), 3 mei (Diederik Kok)

Nadat we de Poelsnip van afgelopen april, op 28 april bij Koehool (Fr) onterecht niet in het maandoverzicht hadden opgenomen, sloeg de soort keihard terug, door op 8 mei in een verboden gebied in Rouveen te worden ontdekt. Op 10 mei bleek de vogel nog aanwezig. Op 19 mei werd er nog een gezien, bij Hengstdijk in Zeeuws-Vlaanderen (Zld).

Zeekoeten tot en met meeuwen

Grote Burgemeesters in hun tweede kalenderjaar werden nog gezien tot 20 mei in en rond de havens van IJmuiden (NH) en waarschijnlijk een andere werd van 5 tot 7 mei rond Egmond aan Zee (NH) gezien. Het lijkt erop dat er dit jaar weer enige broedgevallen van Witvleugelsterns gaan plaatsvinden. De locaties daarvan worden een beetje stilgehouden.

Witvleugelstern Chlidonias leucoptera, Nederland, 17 mei (Andries Euser)

Roofvogels zonder valken

Na de recordaantallen van vorig jaar zijn de verwachtingen omtrent de aantallen Slangenarenden natuurlijk weer hooggespannen. Op 6 mei werd de eerste al gezien op het Dwingelderveld (Dr), snel gevolgd door vogels op de Strabrechtse Heide (NB) vanaf 11 mei en op 12 mei over Uden (NB), en vanaf 12 mei later eerst een en later drie in het Fochteloërveen (Dr en Fr). Dat gaat nu al de goede kant op! Een adulte Schreeuwarend verraste een waarnemer bij Thesinge (Gr) op 6 mei, bijna dezelfde plaats waar de ontdekker er al eerder een had gezien. Daarbuiten werden nog Schreeuwarenden - of vogels die daar sterk op leken - gezien in Losser (Ovl) op 14 mei, in Ruinen (Dr) op 20 mei, en in Ter Horsterzand (Dr) op 27 mei.

Schreeuwarend Clanga pomarina, Thesinge (Gr), 6 mei (Jacob Bosma)

Een van de leuke dingen die je kunt meemaken in je leven, is arend die over je eigen tuin heen vliegt. Nog veel leuker is, als je er dan een foto van kunt maken. En het allerleukste is als het een Steppearend blijkt te zijn. Een vogelaar in Oss maakte dat mee, op 20 mei. Een eerdere Steppearend vloog al eens bijna over een tuin in Walcheren. Een adulte Havikarend die op 23 mei ten zuiden van Brugge en op 24 mei bij Damme in België, zeven kilometer van de Nederlandse grens, richting noordoost vloog, werd in Nederland niet opgemerkt. Het aantal Steppekiekendieven in Nederland bereikte nieuwe hoogten met maar liefst zeven vogels die op 4 mei de trektelpost Breskens (Zld) passeerden. Overigens werden daar op die dag 145 soorten vastgesteld, een record voor het tellen op één plek. Voor wat betreft de Steppekiekendief, met waarnemingen in 49 uurhokken begint de soort aardig in de buurt te komen van de Grauwe Kiekendief, die waarnemingen in 90 uurhokken liet zien.

Steppekiekendief Circus macrourus, Breskens (Zld), 3 mei (Paul van Tuil)

De Amerikaanse Zeearend, wat moeten we daar nu weer mee? De vogel die op 17 mei over Itteren vloog, en die ook al in België was gezien, zou bij gebleken wildheid een joekel van een parel aan de kroon van de waarnemers zijn. 

Amerikaanse Zeearend Haliaeetus leucocephalus, Itteren (L), 17 mei (Fred Hustings)

Een of twee Stellers Zeearenden, die waarschijnlijk wel als ontsnapt kunnen worden aangemerkt, deden in mei niet minder dan vijf provincies aan. Een Zwarte Wouw met oostelijke invloeden, of een hybride met Oostelijke Zwarte Wouw, werd langstrekkend gezien op Schiermonnikoog op 8 mei.

Zwarte Wouw Milvus migrans, Schiermonnikoog, 8 mei (Wouter van der Ham)

Bijna-zangvogels

Vanaf 4 mei ging het los met de Bijeneters; in 68 blokken werden vogels waargenomen, waaronder groepen van 10 in de Wieden (Ovl) 27 mei, op 13 in Voornes Duin (ZH) op 15 en 16 mei, en een groep van 18 bij Mensingeweer (Gr) op 25 mei. Zo'n 40 tot 60 Roodpootvalken werden gezien, waarvan de meeste in de noordelijke helft van het land. In de drie zuidelijke provincies werden maar vijf vogels gezien.

Zangvogels

Bonte Kraaien werden gezien, van zuid naar noord, in het Noordervroon (Zld), in Meijendel (ZH), bij Bergen (NH), bij Medemblik (NH), op Texel (NH), Terschelling (Fr), Schiermonnikoog (Fr) en Rottumerplaat (Gr). Een Kortteenleeuwerik werd gevonden in het Hunzedal (Dr) op 2 mei. De telefoon van de waarnemer verbaasde hem met de suggestie van deze soort, maar de telefoon had gelijk! Zeldzaamheden die ontdekt worden tijdens een Big Day - een dag waarop je hoopt zoveel mogelijk soorten te zien - daar zijn er wel een paar van, bijvoorbeeld de derde Rode Rotslijster van Nederland op 12 mei 1994 bij Stroe (NH), de tweede Spaanse Mus van Nederland bij Camperduin (NH) op 13 mei 2000, en een Amerikaanse Goudplevier tijdens een Top-of-Holland Big Day op 22 mei 2013. Tijdens een Big Day in Flevoland op 13 mei werd de achtste Kalanderleeuwerik voor Nederland gevonden vanaf de Grote Praambult en korte tijd gezien. Jammer genoeg verdween de vogel al na een kwartiertje.

Kalanderleeuwerik Melanocorypha calandra, Oostvaardersplassen (Fl), 13 mei (Hugo Wieleman)

De hoop dat het nog goed zou komen met het teleurstellend lage aantal Roodstuitzwaluwen dit jaar kwam niet uit. Er werden slechts drie exemplaren gemeld, alle langsvliegend: op 5 mei langs de Noordkaap, vlakbij de Eemshaven (Gr), op 7 mei langs Havenhoofd bij Goedereede (ZH), en op 31 mei in Berkheide (ZH). Het aantal waarnemingen is hiermee ongeveer 20 keer zo laag als twee jaar geleden en 10 keer zo laag als vorig jaar. De eerste Grauwe Fitis van het jaar werd op 24 mei gezien vlakbij De Koog op Texel (NH). Van de Iberische Tjiftjaf, daarentegen, werden er zeven geclaimd. Van niet alle exemplaren is de identificatie helemaal zeker. Vogels bij Petten (NH) op 13 en 14 mei, bij Kolhorn (NH) van 25 tot 29 mei en bij Lent (Gld) werden als niet zeker doorgegeven; die bij Maasland (ZH), die daar al op 17 april ontdekt was en tot aan 25 mei waargenomen werd, op Texel op de Robbenjager op 7 en 8 mei, in Bladel (NB) van 14 tot 25 mei en in De Rips (NB) van 18 tot 24 mei, werden wel als zekere Iberische Tiftjaffen gedetermineerd. Op 10 mei was een Westelijke Baardgrasmus de hele dag aanwezig in de duinen bij het begin van de Zuidpier van IJmuiden. De vogel liet zich slecht zien maar kon aan het geluid worden herkend.

Westelijke Baardgrasmus Sylvia iberiae, IJmuiden (NH), 10 mei (Vincent van den Nouland)

Het dreigt een matig jaar te worden - het slechtste sinds 2015 - voor de Krekelzanger. In de maand mei werden geen serieuze gevallen bekend. Misschien komt er in juni nog een inhaalslag. Orpheusspotvogels werden vooral gezien in Limburg, Noord-Brabant en Zeeland. In totaal in zo'n 20 uurhokken. Buiten de drie genoemde provincies waren er slechts vogels in Meijendel (ZH) vanaf 8 mei en in de Eemshaven (Gr) op 10 mei. Op 9 mei werd in het Harderbroek bij Zeewolde (Fl) een zingende Noordse Nachtegaal ontdekt, die daar de hele maand bleef zingen. Op 14 mei werd er een in het Cirkelbos bij Almere (Fl) ontdekt, die het echter op 15 mei alweer had gezien. Op 22 en 23 mei zat er nog een in Flevoland, in het Natuurpark Lelystad. Waarnemingen van Roodsterblauwborst bleven beperkt tot twee, op 19 mei een zingende vogel op Rottumerplaat (Gr) en op 27 mei een vangst bij Castricum (NH). Een schitterend mannetje Rode Rotslijster werd tijdens een inventarisatie gevonden op 5 mei bij Sebastopol op Texel (NH). Hoewel de vogel zich in verboden terrein bevond, verplaatste de vogel zich na enige tijd zodanig dat hij vanaf een naastgelegen fietspad kon worden bewonderd. Zoals dat gaat met de betere doorschieters in het voorjaar, was de vogel er de volgende dag vandoor.

Rode Rotslijster Monticola saxatilis, De Tuintjes, Texel (NH), 5 mei (Jeroen de Bruijn)

Kleine Vliegenvangers zongen ons toe op 10 mei in Deventer (Ovl), op 13 mei in Noordwijk (ZH), op 26 mei in Scheveningen (ZH) en op 27 mei in Berkheide (ZH). Geen van de vogels liet zich buitengewoon goed zien. Deze maand liet ons twee Withalsvliegenvangers zien, die ons allebei "gemengde gevoelens" opleverde. De eerste was een eerste-zomer mannetje dat zich dood vloog tegen een raam in Montfoort (U) op 3 mei. Met de tweede ging het minder slecht, maar alles wees erop dat dit geen zuivere koffie was, maar een hybride Withals- x Bonte Vliegenvanger. Dan zijn de gevoelens dus echt "gemengd"... Deze vogel bezette vanaf 29 mei een nestkastje.

Withals- x Bonte Vliegenvanger Fidecula albicollis x hypoleuca, Jelsum (Fr), 30 mei (Wim van Zwieten)

Een Alpenheggenmus op 31 mei en de vroege ochtend van 1 juni op een bedrijventerrein in Houten (U), was hoogstwaarschijnlijk de laatste van de overwinteraars die Nederland hebben aangedaan. Met de gevallen in 2022 op 31 oktober in Middelburg, 2 en 3 november op Goeree (ZH) en op 8 november in Hoek van Holland (ZH), en de langdurig verblijvende vogel in Den Haag van 23 februari tot 23 maart van dit jaar, was dit al het vijfde geval in minder dan een jaar tijd.

Alpenheggenmus Prunella collaris, Houten (U), 31 mei (Karel Tjoelker)

Slechts acht Roodmussen werden vastgesteld in mei. Buiten de Waddeneilanden Texel (NH), Schiermonnikoog (Fr) en Rottumerplaat (Gr) waren dat er drie: op 21 mei een in Bergen (NH), een op 29 mei in Nijebuursterpolder (Fr) en op 30 mei een in Rhenen (U). De invasie van de Grote Kruisbek naderde zijn einde met maximaal zes vogels in Tongeren (Gld) op 2 mei. Toch werden ook op 17 mei nog vier vogels geclaimd op de Veluwe, en wel in Epe (Gld). In 29 uurhokken, waarvan twee derde aan de kust ligt, werden Europese Kanaries vastgesteld. Limburg, het voormalige bastion van de soort, moest het met slechts één melding doen. Een prachtige Grijze Junco werd gezien in een tuin en dakgoot op een onbereikbare plek in Hippolytushoef op 7 mei. De volgende dag was de vogel alweer weg. In de Rijnstrangen zaten de hele maand twee Grauwe Gorzen, wellicht verantwoordelijk voor het enige broedgeval van deze soort in Nederland dit jaar. Daarbuiten werden vogels gezien bij Colijnsplaat (Zld) op 3 mei, bij Wahlwiller (L) op 5 mei, bij Noordwijk (ZH) op 7 mei, en bij Gasselte (Dr) op 24 mei. Een Bruinkeelortolaan werd in de avond van 5 mei waargenomen en gefotografeerd bij Krimpen aan de Lek (ZH). Helaas kon de vogel later niet meer worden teruggevonden. Dit was pas de vijfde de Bruinkeelortolaan van Nederland. Het geval was op de dag af 10 jaar na de enige makkelijk bezoekbare van Nederland: die in Lauwersoog op 5 mei 2013 dus. Buiten het eerste geval van een vrouwtje in oktober 1959, waren de overige gevallen allemaal mannetjes, buiten de bovengenoemde nog mannen van 7 tot 11 mei 1994 op Ameland (Fr), en van 13 tot 17 mei 2011 op Rottumerplaat (Gr). Slechts drie Ortolanen werden doorgegeven. Op 1 mei werd een vogel vanuit een keukenraam gezien in Breskens (Zld) en op 6 mei vloog er een over Woldendorp (Gr). Een bezoekbaar exemplaar werd op 7 mei ontdekt bij de Bomhofsplas bij Zwolle (Ovl). Die vogel bleef tot in de avond te bezoeken en liet zich mooi zien.

Ortolaan Emberiza hortulana, Bomhofsplas, Zwolle (Ovl), 7 mei (Reinier Smabers)

Een rondje langs de velden

Een Geelsnavelwouw werd op de eerste mei gefotografeerd bij de kleiputten bij Viconia, in België. Op dezelfde dag werd de eerste Grijskopkievit voor het Verenigd Koninkrijk waargenomen bij Low Newton-by-the-Sea. De vogel, de vierde van de WP, bleef tot 14 mei. Een Balkanvliegenvanger werd in Slovenië gefotografeerd bij Razdrto. De vijfde Kapgier voor de WP, en de derde voor Marokko, werd gezien bij Jbel Mousa bij Ceuta. De eerste Seebohms Tapuit voor Cyprus werd daar op 4 mei gezien. Voor veel vogelaars is de Reuzenzwartkopmeeuw de ultieme droomsoort om in Nederland te zien. Een adulte vogel werd op 3 mei gezien bij Hanehoved in Honedstaden in Denemarken. Iets minder aansprekend, voor Nederlandse vogelaars althans, is de waarneming van een Boomkruiper in Dungeness in Kent in Engeland op 5 mei. Dat het voorjaar de vakantietijd is voor de jeugdige Havikarend, werd onderstreept door een waarneming op 6 mei van een tweedejaars vogel op Skagen in Denemarken. Op 9 mei werd een Groene Fitis gevangen en geringd bij, Antikythira in Griekenland, gevolgd door nog eentje op dezelfde plek op 16 mei; die hadden wij ook wel willen hebben. Dat geldt ook voor de eerste-zomer Kleine Torenvalk bij Bulbjerg, Nordjylland, Denemarken. Op 12 mei werd een Geelsnavelwouw, waarschijnlijk dezelfde als in België op 1 mei, op de Lynn Tip vuilstortplaats in Engeland waargenomen. De volgende dag was het weer feest met een Moltoni´s Baardgrasmus in Portland, Dorset, Verenigd Koninkrijk. De derde Steltkluut voor IJsland werd daar op 13 mei gezien. Een terugkerende Brilstern werd gezien op het Île aux Moutons in Frankrijk. De tweede Witstaartkievit van Noorwegen, in Lista fyr, Vest-Agder, was waarschijnlijk dezelfde als die al eerder op 12 mei in Zweden was gezien. Op 17 mei werd er ook een gezien in Oostenrijk. Een Woestijnvink werd op 12 mei gezien bij Saintes-Maries-de-la-Mer, Bouches-du-Rhône, Frankrijk. Wij worden er niet warm of koud van, maar de eerste Dwerggans sinds bijna een eeuw werd bij Hurghada in Egypte gezien. Een Maskerklauwier in Vadu, Constanta, Roemenië, was de tweede voor dat land. Wij willen de tweede voor Nederland - de eerste was een eenmans-foto op Terschelling begin januari 2016 - in ieder geval dit jaar nog! Die ongegeneerde hebzucht geldt ook voor de Pacifische Parelduiker, waarvan de 29e en 30e voor de WP op 18 mei werden gezien in respectievelijk Noorwegen en Schotland, en de 31e werd een dag later in Denemarken gezien. Een Sporenkievit in Armenië op 19 mei maakt ons natuurlijk nog niet eens zenuwachtig, maar dat geldt dan weer niet voor een Amerikaanse Bontbekplevier in Wexford in Ierland op dezelfde dag. Noorwegen had op 21 en 22 mei een echte mega, de eerste Pallas’ Rietgors op Utsira in Noorwegen, maar de échte euro-knaller van de maand was natuurlijk de Zilveralk die werd ontdekt op 24 mei op de Odiel-rivier bij Huelva in Spanje, en die tot 1 juni bleef. Het was de eerste voor Spanje en de derde voor de Westelijke Palearctis.

De glazen bol

Wat gaat juni ons brengen? Het is tegenwoordig niet gek als de ultra-knallers pas in juni komen. Denk aan soorten als Groene Fitis, Stekelstaartgierzwaluw, Groene Bijeneter, Stellers Eider en wat dies meer zij ..!

Stellers Eider Polysticta stelleri, Varanger (Noorwegen), 18 mei (Laurens Steijn)

Een rustige territoriaal zingende Veldrietzanger gaan we natuurlijk ook niet uit de weg. En was de eerste Reuzenzwartkopmeeuw ook niet in juni, een tijdje terug, in 1946? Het is hoog tijd dat de soort weer een nieuw bezoek aan Nederland brengt. Ons advies is dat iedereen als een dolle gaat zoeken, en daar wensen wij iedereen weer heel veel plezier bij!

We willen alle waarnemers en fotografen hartelijk bedanken voor hun bijdrages aan dit verslag.
We would like to thank all observers and photographers for their contributions to this report.

Wim Wiegant

Discussie

Wim Wiegant  ·  5 juni 2023  08:30

Onvermoeibare hulp in late nacht en vroege ochtend, met respectievelijk correcties en ICT-werk, daarvoor worden de heren Garry Bakker en Toy Janssen weer hartelijke bedankt...!

George Sangster  ·  5 juni 2023  09:32

Wederom een leuk geschreven verslag.

Ik zie bij de foto van Westelijke Baardgrasmus de oude naam "Sylvia inornata" staan. Dat moet zijn Sylvia iberiae.

Dick Groenendijk  ·  5 juni 2023  10:31

Het wordt wellicht een beetje saai, en ik ga het ook echt niet elke keer schrijven, maar ik vind het ook deze keer weer erg leuk om terug te lezen! Dankjewel Wim & terugblikteam!

Wietze Janse  ·  5 juni 2023  10:42

Roodpootalken? Nieuwe soort voor de WP? 😉

Garry Bakker  ·  5 juni 2023  11:18, gewijzigd 5 juni 2023  11:20

@George, @Wietze: dank, aangepast. NB. Hier staat nog informatie die dan geactualiseerd moet worden m.b.t. de naamgeving van Westelijke Baardgrasmus. 

Marchel Stienstra  ·  5 juni 2023  13:58

Heerlijk leesvoer. 

Wat betreft de voorjaarsgevallen Bonapartes, Er zaten twee individuen in het Lauwersmeer. Eentje op het Wad bij de Bantpolder en eentje in de Ezumakeeg. Beide vogels waren namelijk gelijktijdig in beeld.  

Wim Wiegant  ·  5 juni 2023  17:57

Een opzichtige schande is het vergeten van de Steppearend.
Gydo Koster wees me erop. 
De tekst wordt vanavond aangepast en de hengels naar de foto zijn al uitgezet...!

Robert Keizer  ·  5 juni 2023  18:17

Hoi Wim, mooi stuk weer. Paar opmerkingen terek was 2e voor Overijssel (ook al eens in Ossenwaarden nabij Deventer), Montfoort is geen GLD maar Utrecht en maskerklauwier was op Terschelling niet Vlie

Ben Gaxiola  ·  5 juni 2023  22:28

Een ongeringd mannetje Bronskopeend zat van 4 t/m 10 mei in de Nieuwe Driemanspolder en van 23 t/m 27 mei in Vlaardingen. De data overlappen niet en daarmee is het hoogstwaarschijnlijk dezelfde vogel als die van de Botlek in april.

Corstiaan Beeke  ·  5 juni 2023  22:30

Hartstikke leuk Wim! Er is wel zeker één eerder overtuigend gedocumenteerd maartgeval van Alpengierzwaluw in Nederland.

Ed van Boheemen  ·  5 juni 2023  22:36

He Wim, mei bracht ons ook een PRACHTIGE Stellers Zeearend! Iets waar de CDNA helemaal geen hoofdbrekens over zal hebben! Een mooie Ying Yang.

Wim Wiegant  ·  5 juni 2023  23:45, gewijzigd 5 juni 2023  23:46

Het was wat werk, maar Steppearend is opgenomen, net als Stellers Zeearend, gevalsaantallen van Bonapartes Strandloper , Alpengierzwaluw en Terekruiter zijn gecorrigeerd, net als de data van Bronskopeend, en foutieve locaties van Withalsvliegenvanger en Maskerklauwier eveneens...

Rinse van der Vliet  ·  6 juni 2023  10:28, gewijzigd 6 juni 2023  10:32

Op diverse dagen in mei ook tot twee Zwarte Rotganzen en Witbuikrotganzen op Terschelling en daarnaast één Zwarte op 20 mei op Vlieland. Zoals gewoonlijk worden de hoogste aantallen Rotganzen in deze maand geteld, voornamelijk in het Waddengebied. Wanneer we in mei niks meer over rotganzen (willen) horen is er iets grondig mis.

Jacob Bosma  ·  6 juni 2023  12:45

De twee Roodsterblauwborsten zijn denk ik ook het vermelden waard. 

De Roostuitzwaluw van 5 mei kwam langs telpost Noordkaap (ging daar de zee op dus is waarschijnlijk niet langs de Eemshaven gekomen).

Wim Wiegant  ·  6 juni 2023  16:49

Tekst van de Rotganzen aangepast, en de Noordkaap de eer gegeven die het verdient, en de Roodsterblauwborst opgenomen...

Jan Hein van Steenis  ·  7 juni 2023  13:32

Ik vond het een (te) rustige mei, waarbij alleen de Kalanderleeuwerik op de dag dat ik op vakantie ging me opschrikte. Ik zal wel blasé zijn...

Wim Wiegant  ·  7 juni 2023  17:45, gewijzigd 7 juni 2023  17:49

Jan Hein, je had natuurlijk de Amerikaanse Zeearend en de Amerikaanse Regenwulp al op je lijst... 

Dat we Bruinkeelortolaan, Kalanderleeuwerik en Rode Rotslijster al lang hadden, tsja, daar wordt je  wel wat blasé van...

David Uit de Weerd  ·  8 juni 2023  11:34

Beste Wim, weer enorm bedankt voor dit mooie verslag. De Terekruiter was het vierde aanvaarde geval voor Overijssel na vogels in de Ossenwaard (2002), Markelo/Domelaar (2012) en Ketelmeer/IJsselmonding (2013).

Wim Wiegant  ·  8 juni 2023  22:07

... en dat heb ik natuurlijk weer aangepast ...

Folkert Jan Hoogstra  ·  9 juni 2023  13:58

@ Jan Hein dat was ook mijn gevoel. Tuurlijk mei is altijd leuk, maar het voelde nooit echt spannend. Wellicht verwend tijdens de coronajaren met in April/Mei elk jaar enkele nieuwe soorten (telbaar of niet, het was wel spannend) (2019: Kalander, Monniksgier en Schildraaf, 2020: Havikarend, Steppearend en Dwergarend en 2021: Geelsnavelwouw, Sardijnse Grasmus, Jufferkraanvogel, Balkanvliegenvanger, Lammergier en Huisgierzwaluw) 2022 was ook minder spannend, maar toen was er nog wat meer pap. Dit jaar bijvoorbeeld maar 1 niet twitchbare Roodkopklauwier, geen Bergfluiter, geen Dougalls etc. 

Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.

Feedback?