Recensies

A Birdwatching Guide to North East Germany and its Baltic Coast

17 april 2015  ·  8690 × bekeken

Roger White, 2015. Roger White, Bristol (email; www.germanybirding.com). Zachte kaft, 147 pagina's. ISBN 978-0-9571695-1-7. Prijs £17.95.

White 2015

Het oosten van Duitsland is ook bij Nederlandse vogelaars populair geworden. Je hebt er al heel wat soorten waarvoor je niet hoeft door te reizen naar Polen, zoals Schreeuwarend, Roodmus, Sperwergrasmus en Noordse Nachtegaal. Met een uur of zes rijden ben je er wel. Er is een goede (Duitstalige) vogelgebiedengids voor het oosten van Duitsland. Recente informatie over waar je doelsoorten zitten is te vinden op ornitho.de, het Duitse waarneming.nl. Verder weet je als vogelaar al snel je weg te vinden naar de Konditoreien voor een broodnodige Kaffee mit Kuchen-pauze.

Na zijn vogelgebiedengids voor Brandenburg heeft Roger White nu een soortgelijke gids geschreven voor de deelstaat Mecklenburg-Vorpommern, de meest noordoostelijke deelstaat van Duitsland. Hij heeft er nog het eiland Fehmarn (bekend van de oversteek naar Denemarken) aan toegevoegd, en uiteraard wordt het eiland Rügen ook uitgebreid besproken. Het zijn aantrekkelijk vormgegeven boekjes, handzaam, stevig, to-the-point geschreven en gericht op de buitenlandse bezoeker. In deze nieuwe gids staan 63 vogelgebieden beschreven, alle door hemzelf verkend, deels ook in het winterhalfjaar. Elk gebied heeft een helder kaartje en vaak een instructieve landschapsfoto. De tekst kent per gebied meestal een driedeling: een korte inleiding (waarom is het gebied interessant), een beschrijving van waar je moet zijn binnen het gebied, en een lijst met de belangrijkste vogelsoorten. In het kaartje staan nummers van de beste plekken binnen het gebied en deze nummers worden in de tekst vetgedrukt aangehaald. Op de kaartjes zijn ook parkeerplekken aangegeven.

Overzichtskaart an de 63 vogelgebiedenOverzichtskaart van de 63 vogelgebieden.

White heeft zijn 63 vogelgebieden opgedeeld over vier rechthoeken die elk in een apart hoofdstuk worden besproken. Achter in het gidsje staan alfabetische soortenlijsten Engels-Duits en Duits-Engels, handig bij de vele informatiepanelen van de Naturschutzgebieden. Er is een index op alle gebieden en plaatsnamen, met de paginanummers van de kaartjes vetgedrukt. De index op soortnamen is uiteraard handig om snel de beste gebieden voor je doelsoorten zoals Schreeuwarend te vinden. Een heel aardige bijlage van twee pagina's geeft zes suggesties voor korte trips, met per trip een door White aanbevolen hotel als basis.

WhiteWagner & Moning

Kaartjes van het vogelgebied bij Feldberg (D9 op de overzichtskaart). Links White, rechts Wagner & Moning. Punt 2 op beide kaarten is waar wij in april 2011 Schreeuwarend zagen.

Natuurlijk nodigt deze vogelgebiedengids, net als die van Brandenburg, uit tot een vergelijking met Vögel beobachten in Ostdeutschland van Wagner & Moning (Kosmos 2009, 2e druk 2013). White's vier hoofdstukken met gebiedsbeschrijvingen tellen 110 pagina's voor Mecklenburg-Vorpommern plus 10 pagina's voor Fehmarn. Wagner & Moning beschrijven Mecklenburg-Vorpommern in 140 pagina's. Deels hebben W&M meer tekst nodig dan White omdat zij ook de mogelijkheden van openbaar vervoer bespreken wanneer die er zijn. Belangrijker is natuurlijk de vraag in hoeverre de gebieden van beide boeken elkaar overlappen. W&M dateert van 2009 (de update van 2013 betreft vooral het toevoegen van GPS-coördinaten als ik het goed begrepen heb) dus White's gids is recenter en hij heeft dan ook enkele nieuwe wetlands kunnen toevoegen. Maar verder is er zeker een grote overlap, wat op zich wel gunstig is want dan weet je gelijk dat die overlappende gebieden de moeite van een bezoek waard zijn. Wel zie je binnen een vogelgebied vaak kleine accentverschillen van wat zij de beste plekken vinden. Dat is bijvoorbeeld te zien aan de twee kaartjes van Feldberg hierboven.

Veel mensen denken bij Noordoost-Duitsland aan het Müritz Nationaal Park. Wie dat als hoofdbestemming zou kiezen heeft daar weinig aan de gids van White. Hij bespreekt slechts één klein randgebied daarvan, terwijl Wagner & Moning er uitgebreid over schrijven, met vier detailkaarten plus een overzichtskaart. Weliswaar is Müritz NP erg toeristisch maar het is ook erg mooi met allerlei soorten natte en halfnatte milieus. Vooral het grote autovrije centrale deel van het park is de moeite (fietsen zijn gemakkelijk te huur). Toch zul je waarschijnlijk geen doelsoorten missen door Müritz links te laten liggen.

De kaartjes bij White zijn iets eenvoudiger dan bij W&M, wat een voordeel is qua overzichtelijkheid maar een nadeel qua topografisch detail; voor beide is wat te zeggen. W&M hebben vaak nog een handige overzichtskaart voor een natuurlijke cluster van vogelgebieden zoals Müritz NP of het Peenetal. White heeft dat eigenlijk alleen voor Rügen. Voor de samenhang met naburige gebieden ben je dan aangewezen op de overzichtskaart van de rechthoek aan het begin van het hoofdstuk. Uiteraard is de Ostdeutschland-gids dikker en zwaarder dan het boekje van White, wat in het veld echt wel wat uitmaakt, maar in de auto natuurlijk niet.

White heeft zijn gids in eigen beheer uitgegeven. Zoals gezegd, het is mooi vormgegeven qua tekst, kaartjes en foto's van de gebieden. Maar er zijn wel wat schoonheidsfoutjes die door een eindredacteur van een uitgeverij weggewerkt zouden zijn. Zo worden op p. 77 voor een bepaald gebied vier toegangspunten aangekondigd en worden er vervolgens drie besproken. Bij enkele foto's van wetlands is de horizon niet recht gezet. In GPS-coördinaten op p. 39 en 51 staan typefouten (maar niet in de getallen zelf). Op p. 81 wordt een vogelplek 32 genoemd wat 3 moet zijn. De (inderdaad zeer nuttige) kaartenwinkel van p. 5 is landkartenschropp.de en niet landkartenshropp.de. Dit is allemaal peanuts maar een beetje verwarrend kan wel zijn dat in de tekst de vetgedrukte cijfers die naar de vogelplekken op de kaartjes verwijzen niet aan het eind van de betreffende zin staan maar aan het begin van de volgende zin, ook al gaat die volgende zin over een andere plek.

Ik denk niet dat wie nu in Duitsland gaat vogelen, ornitho.de (de Duitse waarneming.nl) zou mogen missen bij de oriëntatie op waar de doelsoorten te vinden zijn. Thuis voor vertrek niet, en als het even kan ook in het veld of hotel of camping niet. Dus had in het inleidende hoofdstuk van White's gids wel iets gezegd mogen zijn over hoe ornitho.de werkt. Maar het wordt niet besproken, en het staat slechts achter in de gids genoemd in een eenvoudig lijstje van nuttige URL's. Weliswaar worden in ornitho.de waarnemingen van enkele kwetsbare soorten als Schreeuwarend automatisch verborgen, maar verreweg de meeste doelsoorten zoals Sperwergrasmus zijn gewoon zichtbaar. Ornitho wordt in meer landen gebruikt (.ch, .it, etc.) en er is nu ook een app beschikbaar. Deze app, NaturaList (alleen nog voor Android), is primair bedoeld voor het invoeren van waarnemingen, maar laat ook recente waarnemingen in je directe omgeving zien (tot 5 km), plus zeldzaamheden binnen een straal van 100 km.

Maar terug naar de boeken. Beide gidsen (White en Wagner & Moning) geven een stevige basis voor een vogeltrip naar Mecklenburg-Vorpommern. Ze vullen elkaar ondanks de overlap aan en ik zal dus zeker beide meenemen op een volgende reis daarheen. Wie alleen de gids van White gebruikt zal beslist goed uit de voeten kunnen, behalve dus voor het Müritz Nationaal Park.

John van der Woude

Discussie

John van der Woude  ·  10 juni 2015  17:31, gewijzigd 10 juni 2015  17:46

Net terug van een kort bezoek aan deze streek (5-9 juni). We verkenden de gebieden B19 t/m B27, langs de riviertjes Peene, Trebel en Recknitz. Als basis gebruikten we het door White aanbevolen hotel Deutsches Haus in het dorp Dargun, vlakbij het prima wetland Großer Rosin (B23). Langs de riviertjes Peene en Trebel liggen lange ketens van ruige wetlands. Het is er heerlijk vogelen, en we hadden mooie aantallen van soorten als Roodhalsfuut, Roerdomp, Visarend, Zeearend, Kraanvogel, Witwangstern, Grauwe Klauwier, Buidelmees, Sperwergrasmus, Snor, Krekelzanger, Grote Karekiet, Paapje, Noordse Nachtegaal, Roodmus, Grauwe Gors. Ook pikten we nog Schreeuwarend en Kleine Vliegenvanger op. Het beste gebied was Polder Menzlin (B27) bij Anklam, maar de andere gebieden doen er niet veel voor onder. Er valt nog veel te ontdekken. Ik heb alle waarnemingen van enig belang in het veld ingevoerd in ornitho.de, met de soepele app Naturalist.

Jan Hein van Steenis  ·  13 juni 2015  21:38

Als de tolvoorstellen doorgaan, zou ik toch liefst hebben dat iedereen voorlopig wegbleef. Een gevoelige achteruitgang in het toerisme zou wellicht de Beierse bijna-bruinhemden en hun ruggengraatloze coaltiepartners ervan overtuigen dat hun geïnstitutionaliseerde buitenlanderhaat contraproductief is.

Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.

Feedback?