Dutch Birding jaargang 34 nummer 4, 2012

Cover

Cyprus Warbler  ·  Sylvia melanothorax
Menno van Duijn

Artikelen / papers

213 - 218 Rediscovery of Chestnut-bellied Sandgrouse in Egypt in March 2012
Leander Khil, Michael Boetzel, Jonas Geburzi, Manfred Trobitz, Michael Werner, Christoph Weinrich & Thorsten Zegula

Roodbuikzandhoen herontdekt in Egypte in maart 2012

In maart 2012 ontdekte een team van Duitse en Oostenrijkse vogelaars een populatie van Roodbuikzandhoenders Pterocles exustus nabij Al Bahnasa en Sandafa in de provincie Minya, Egypte, in het overgangsgebied van de gecultiveerde Nijlvallei en de woestijn. Het hoogste aantal exemplaren was c 100. In tabel 1 worden alle waarnemingen in maart-mei 2012 weergegeven. De determinatie was eenvoudig, bijvoorbeeld door de combinatie van puntige verlengde middelste staartveren, donkere buik en ondervleugel en (bij mannetjes) smalle zwarte lijn over de borst. De vogel werden gefotografeerd en er werden geluidsopnames gemaakt. Vermoedelijk betreft het de ondersoort P e floweri (endemisch voor Egypte) waarvan de laatste waarneming uit 1979 stamde en die als (vermoedelijk) uitgestorven werd beschouwd. De determinatie op ondersoort is in het veld niet vast te stellen aan de hand van het verenkleed en vraagt om bevestiging door onderzoek aan vogels in de hand. Roodbuikzandhoen is buiten Egypte slechts enkele malen in de WP vastgesteld; er is één geval uit Hongarije (1863, verzameld) en er zijn enkele recente gevallen uit Koeweit, waarbij de wilde herkomst niet geheel onomstreden is.

Leander Khil, Neutorgasse 26, 8010 Graz, Austria
(leander@khil.net)
Michael Boetzel, Dorfstraße 23, 23970 Benz, Germany
(michaelboetzel@aol.com)
Jonas Geburzi, Herzog-Friedrich-Straße 79, 24103 Kiel, Germany
(jonas-geburzi@posteo.de)
Manfred Trobitz, Im Deichkamp 10, 28359 Bremen, Germany
(mtrobitz@gmx.de)
Michael Werner, Paul-Ehrlich-Straße 14, 97218 Gerbrunn, Germany
(micha_werner@gmx.net)
Christoph Weinrich, Bertheaustraße 25, 37075 Göttingen, Germany
Thorsten Zegula, Brambauerstraße 71a, 45731 Waltrop, Germany
(thorsten.zegula@googlemail.com)

219 - 230 Azure Tits and hybrids Azure x European Blue Tit in Europe
Łukasz Ławicki

Azuurmezen en hybriden Azuurmees x Pimpelmees in Europa

Dit artikel geeft een overzicht van het voorkomen in Europa van Azuurmees Cyanistes cyanus en hybride Azuurmees x Pimpelmees C cyanus x caeruleus. Pimpelmees broedt in vrijwel geheel Europa, Azuurmees broedt slechts in drie Europese landen regelmatig, namelijk Witrusland, Rusland en Oekraïne, en incidenteel in Finland. In het Europese deel van Rusland is Azuurmees zeer algemeen (maar minder algemeen ten westen van de Wolga). In Witrusland broeden enkele 100en paren en in Oekraïne 10-15 paren.

Azuurmees is een dwaalgast in Midden- en Noord-Europa, voornamelijk in de periode oktober-april. Tot en met 2010 zijn er 119 gevallen, de meeste in Finland en Polen (55%). De meest westelijke gevallen waren in Kroatië en Zuid-Frankrijk, meer dan een eeuw geleden (figuur 1, tabel 1). Ongeveer de helft van het aantal gevallen was in de 19e eeuw en in de eerste helft van de 20e eeuw. In de laatste decennia is het aantal gevallen in Midden-Europa sterk afgenomen, met in de laatste 20 jaar slechts 29, voornamelijk in Finland en Polen.

Hybriden tussen Azuurmees en Pimpelmees (ook bekend als \'Pleskes Mees\') zijn buiten de gezamenlijke broedgebieden van beide soorten zeldzaam. Tot en met 2011 zijn er in Europa 27 gevallen (figuur 3, tabel 2). Aan het eind van de jaren 1970 waren er nog maar zes gevallen (inclusief de jongen van een succesvol gemengd broedpaar in Finland). In 2000-11 was er een toename, met 13 nieuwe gevallen (zie ook figuur 2). Pleskes Mezen zijn in 12 landen vastgesteld, de meeste in Letland en Polen (het dichtst bij de Oost-Europese broedgebieden van Azuurmees). 96% van de gevallen was in najaar-winter, en er is één voorjaarsgeval in Finland. Alle gevallen betreffen steeds één individu, en 74% betreft een ringvangst. Een hybride die in 1991 werd geringd in Zweden werd zes maanden later teruggevangen in Finland.

De verhouding in het aantal gevallen van Azuurmees en Pleskes Mees is sterk veranderd, van 9:1 vóór 1990 (90 gevallen van Azuurmees versus 11 van Pleskes) tot 2:1 in 1990-2010 (29 gevallen van Azuurmees vs 11 van Pleskes). Mogelijk zijn in het verleden Pleskes Mezen ten onrechte als Azuurmees gedetermineerd. De toegenomen kennis van determinatiekenmerken, fotografische documentatie en oplettendheid van vogelaars hebben mogelijk bijgedragen aan deze veranderde verhouding.

Łukasz Ławicki, West-Pomeranian Nature Society, Flisacza 35e/6, 74-100 Gryfino, Poland
(izuza@interia.pl)

231 - 237 Baltimoretroepiaal in Alkmaar in december 2009-april 2010
Marc Argeloo & Peter P de Vries

Baltimore Oriole in Alkmaar in December 2009-April 2010

From at least 2 December 2009 to 14 April 2010, a first-winter male Baltimore Oriole Icterus galbula stayed in Oudorp, Alkmaar, Noord-Holland, the Netherlands. On 2 January, it was photographed in a backyard and this photograph was spread on 4 January 2010, after which the bird was relocated by searching birders on 5 January and remained present to 14 April, frequenting bird feeders in the neighbourhood where it had been discovered. Later, local residents made it clear that the bird had been present since at least 2 December 2009. In April, the bird was frequently singing and had acquired parts of its first-summer plumage.

This observation constituted the second record for the Netherlands, the previous one being a first-winter female trapped and retrapped on Vlieland, Friesland, on 14-20 October 1987.

Marc Argeloo, Panamakade 36, 1019 AX Amsterdam, Nederland
(marcargeloo@maleo.nl)
Peter P de Vries, Zum Wyler Meer 8, 47559 Zyfflich, Duitsland
(p.devries@nioo.knaw.nl)

238 - 240 Kleine Kokmeeuw op en rond Texel in mei-juni 2012
Enno B Ebels & Roelf Hovinga

Bonaparte\'s Gull on and near Texel in May-June 2012

On 3 May 2012, a first-summer Bonaparte\'s Gull Chroicocephalus philadelphia was seen and photographed by three birders on Razende Bol, a permanent sand bank south-west of Texel, Noord-Holland, the Netherlands. The next day, it was briefly reported on the southern tip of Texel but could not be documented. In the evening of 4 June, it was relocated on the northern tip of Texel. It was then seen there (almost) daily but irregularly and often for just short periods until 18 June. It apparently roosted and foraged on sand banks offshore during low tide and came to shore to bath, drink and rest during high tide. This was the fifth record for the Netherlands, the first since 1994 and first twitchable since 1990. Previous records were on 4 August 1985 (adult summer); from 16 June 1988 to 28 January 1989 (first-summer moulting to adult winter); on 11-19 February 1990 (first-winter); and on 6 April 1994 (first-winter).

Enno B Ebels. Joseph Haydnlaan 4, 3533 AE Utrecht, Nederland
(ebels@wxs.nl)
Roelf Hovinga, Buys Ballotstraat 21, 1782 HJ Den Helder, Nederland
(roelf_hovinga@hotmail.com)

241 - 243 Afwijkend kleed bij Ringmussen in Makkum in 2009/10
Rien van Wijk & Enno B Ebels

Eurasian Tree Sparrows with aberrant plumage at Makkum in 2009/10

Around Christmas 2009, four to six aberrant Eurasian Tree Sparrows Passer montanus were discovered in a group of normal Tree Sparrows and House Sparrows P domesticus at Makkum, Friesland, the Netherlands. Two or three of these birds stayed there during the winter and following months. Until the end of the next summer, there was no change in the appearance of these birds. Two of them bred, producing two successful clutches. Also some of the juveniles showed blackish on the breast. After the summer of 2010, the aberrant birds have not been observed anymore.

All aberrant birds had a variable amount of blackish feathers on breast and belly. Initially, they were identified as \'possible\' Spanish Sparrow P hispaniolensis, but after publication of photographs on an internet forum, it was suggested that they were aberrant Eurasian Tree Sparrows, mainly based on the black cheek spot.

Photographs of the birds were sent to several experts, who concluded that the most probable explanation for the black feathers was extreme wear or damage of these feathers, revealing the blackish basal parts of the feathers. Other explanations, such as feather parasites, pollution, hybridisation, melanism and atavism are shortly discussed but set aside and considered less likely.

Rien van Wijk, Felsental 7, 6006 Luzern, Zwitserland
(rienvanwijk@gmail.com)
Enno B Ebels, Joseph Haydnlaan 4, 3533 AE Utrecht, Nederland
(ebels@wxs.nl

Varia

244 - 254 Albatrosses of the Southern Atlantic Ocean
Otto Plantema

WP reports

255 - 264 Mid-June–late July 2012
Arnoud B van den Berg & Marcel Haas

Recente meldingen / recent reports

265 - 270 Juni 2012
Roy Slaterus & Vincent van der Spek

Corrigenda

271 - 272 Corrigenda
Redactie Dutch Birding
Feedback?