In Memoriam: Klaas Eigenhuis

22 augustus 2018  ·  Arnoud van den Berg  ·  11734 × bekeken

Klaas Eigenhuis (1948-2018)  Op de sobere en ontroerende begrafenis van Klaas Eigenhuis in De Kwakel, Noord-Holland, op 24 augustus 2018 vatte Dirk Moer­beek het overlijden van Klaas samen met een enkel woord, ‘zonde’. Het was precies wat ook ik voelde: er was iemand uit Aalsmeer ‘verdwenen’ die op onorthodoxe wijze zijn moreel kompas volgde en altijd iets interessants had te melden.

Klaas klaagde de laatste maanden over een zwakke gezondheid ten gevolge van diabetes en was sterk vermagerd. Dat hij een halfjaar na zijn 70e verjaardag in zijn slaap zou overlijden had echter niemand verwacht. Al was het maar omdat hij als arts gezond leefde, geen alcohol dronk en nooit had gerookt.

Klaas’ vader werkte bij de KLM en dat zal verklaren waarom hij in Zweden het levenslicht zag, op 29 maart 1948, om daarna de rest van zijn leven bij Schiphol in Aalsmeer, Noord-Holland, te wonen. Eerst had het gezin Eigenhuis een huis aan de Seringenstraat en toen dat werd opgeslokt door nieuwbouw van de televisie­studio’s van Endemol konden de vogels in een tuin aan de Rietgorsstraat door Klaas in de watten worden gelegd.

Het was dankzij zijn broer Kees dat ik begin jaren 1970 voor het eerst over Klaas hoorde. Met een groepje jaargenoten op de biologiefaculteit van de Vrije Univer­siteit, waar Karel Voous indertijd nog colleges gaf, spraken we tijdens lunchpauzes over goede vogelplekken in de wijde omgeving. Klaas had toen al een grote actieradius en nam zijn vijf jaar jongere broer vaak op sleeptouw, vooral in Noord-Holland rond de Westeinderplas, op de opspuitterreinen van Sloterdijk, in de AW-duinen en langs de pieren van IJmuiden.

Klaas werkte aanvankelijk als leraar in de Duitse taal maar hij wilde verder studeren en arts worden. Daartoe moest hij eerst staatsexamen voor de HBS doen om met dat diploma als student te worden toegelaten op de medische faculteit van de Universiteit van Amsterdam. Na die ingewikkelde omweg studeerde hij binnen korte tijd af ondanks dat hij veel tijd besteedde aan het kijken naar vogels. En passant ontwikkelde hij vele andere vaardigheden, zoals in de schaaksport (waarmee hij stopte omdat er in zaaltjes veel werd gerookt), de mycologie (paddenstoelen) en een aantal talen (Russisch, Zweeds).

Hij kreeg een aanstelling als keuringsarts en probeerde dat werk niet alleen te combineren met vogels zoeken maar ook met het ‘twitchen’ van dwaalgasten. Dat laatste betekende dat hij soms plotseling zijn post moest verlaten. Zijn werkgevers hadden daar geen begrip voor en dat was naar verluidt een reden om zijn dienst­verband te verbreken, niet lang na zijn bezoek aan een Steppekievit Vanellus gregarius op Schiermonnikoog, Friesland, op 24 augustus 1982. Mede door de economische crisis van die jaren kwam hij daarna niet meer als arts aan het werk.

Klaas bleef fanatiek vogels kijken en werd een icoon in zowel Nederland als België, zeker voor vogelaars die nu ouder zijn dan 30-40 jaar. Hij wordt gezien als een van de grondleggers van Dutch Birding en was een van de acht initiatiefnemers waarvan het telefoonnummer is te vinden onderaan de drie ‘nieuwsbrieven’, velletjes met informatie die in de winter van 1978/79 werden verspreid als voorloper van het tijdschrift.

Toch heeft hij aan maken en uitbrengen van het tijdschrift en later de DB-website weinig bijgedragen. Ook verliet hij al korte tijd na zijn benoeming de Commissie Dwaalgasten Nederlandse Avifauna. Hoewel vriendelijk en sociaal, was hij blijkbaar niet echt een ‘team speler’. Het leek alsof hij zich alleen ergens voor wilde inzetten als alles precies op zijn manier werd gedaan. Misschien was het ook dat Dutch Birding voor hem te veel pretenties had. Het ging hem immers vooral om de herkenning en het voorkomen van zeldzaamheden in de Lage Landen en bijvoorbeeld minder om wat er daarbuiten werd ontdekt. Hij stond wel als ‘consultant’ vermeld in het colofon van het Vlaamse vogeltijdschrift Natuur.oriolus en van DB-Nieuwsbrief, een maandelijkse uitgave die werd verzorgd door Dirk Moerbeek en Sandra Gardeslen, en in 1989 naast Dutch Birding verscheen.

Desalniettemin was zijn invloed in de tijd die voorafging aan internet baanbrekend. Met de draadtelefoon als wapen opende hij in de jaren 1970-90 vele deuren en kwamen berichten over waarnemingen van zeldzame vogels boven water die anders verloren waren gegaan. Dat schiep een nieuwe mentaliteit van informatie delen in plaats van geheim houden. Dat was een transformatie die met name in de jaren 1970 niet zonder slag of stoot plaatsvond. Rivaliteiten tussen clubjes vogelaars verdwenen snel doordat Klaas geen begrip of geduld voor geheimhoudingen had, en mensen die iets achterhielden ‘strafte’ door ervoor te zorgen dat ze bij een volgende dwaalgast niet tijdig werden gewaarschuwd. Zijn opstelling bij de vangst van ’s lands tweede Raddes Bos­zanger Phylloscopus schwarzi op 8 oktober 1977 te Castricum, Noord-Holland, leidde zelfs tot zo veel spanningen dat, om toekomstige problemen met ringers te voorkomen, het bestuur van de Dutch Birding Association een paar jaar later besloot om gevangen vogels niet op tellijstjes van twitchers mee te tellen. Een overleg met ringstations om tot afspraken te komen kwam daarna nimmer meer aan de orde omdat sindsdien Nederland altijd het land is gebleven waar gevangen vogels ook kort na het vrijlaten ‘niet telbaar’ zijn.

Tegenwoordig worden meldingen van zeldzaam­heden door een reeks website-moderatoren vanachter een computerscherm op waarde geschat. Vroeger deed Klaas dat vaak alleen en in het veld, als actiefste van een dozijn vogelaars dat regelmatig meldingen controleerde. Nel Eigenhuis-Wies, Klaas’ moeder met wie hij zijn leven lang hetzelfde huis deelde, vervulde daarbij een cruciale rol. Als Klaas het huis uit was noteerde zij binnenkomende berichten en vanuit telefooncellen konden Klaas of andere vogelaars contact met haar opnemen.

Daarnaast investeerde Klaas in de toekomst door generaties van jonge, beginnende vogelaars enthousiast te maken en mee te laten rijden naar vogels in alle uithoeken van het land. Uit de reacties op zijn overlijden op de DB-website is op te maken dat velen van hen die genereuze hulp nooit zijn vergeten.

Hij liep niet alleen meldingen van anderen af maar probeerde ook zelf zeldzame soorten te vinden. Hij spendeerde nooit tijd aan het foto- of sonografisch vastleggen van vogels en als hij een zeldzaamheid goed genoeg had gezien, reed hij vaak snel weer weg om een andere te zoeken. Ook tuurde hij vele uren achtereen met zijn Beck Kassel-verrekijker over zee, of zocht hij meeuwen en steltlopers af. Hij had daarbij geregeld succes en was bijvoorbeeld bij de ontdekkingen in Noord-Holland van een Kleine Kokmeeuw Chroicocephalus philadelphia op 16 juni 1988 te IJmuiden en een veel bediscussieerde Gon-gon Pterodroma feae op 24 oktober 1992 te Camperduin. Zijn hoogtepunt kwam met ’s lands eerste Grote Kanoet Calidris tenuirostris langs de Oostvaardersdijk, Flevoland.

In die tijd liepen er in de Oostvaardersplassen nog geen grote zoogdieren rond en was het gebied in het zomerhalfjaar rijk aan 10 000en steltlopers. Deze waren door de brede rietkragen vaak moeilijk af te zoeken. Klaas had daar een oplossing voor door zich met statief en stoel een weg te banen dwars door het riet naar de waterkant, daarbij na een paar meter direct een scherpe bocht makend zodat zijn pad vanaf de openbare weg niet zichtbaar was. Zijn Grote Kanoet vond hij dankzij zo’n pad dat hij op 19 september 1991 maakte bij paal 23.3. De korte kijkafstand bleek essentieel want de vogel droeg een op afstand lastig te herkennen kleed; het betrof het eerste juveniele exemplaar voor Europa.

Al deze activiteiten resulteerden erin dat hij jarenlang de ‘nummer één’ was, de vogelaar met de langste lijst van in Nederland waargenomen vogelsoorten, een positie die hij periodiek afwisselde met Gerard Steinhaus. Hij was alleen daardoor al een boegbeeld van Dutch Birding en toen bestuursleden na de eeuwwisseling hoorden dat Klaas een enorme vracht aan kennis over de herkomst van Nederlandse vogelnamen had vergaard, vroegen ze hem er een door Dutch Birding uit te geven boek over te schrijven. Het resultaat was een monumentaal werk van 672 pagina’s, het Verklarend en etymologisch woordenboek van de Nederlandse vogelnamen, dat in 2004 met hulp van Theo Admiraal, Dirk en Sandra werd uitgebracht.

Velen dachten dat Klaas na het schrijven van dit boek weer vaak de vrije natuur in zou gaan en zich minder met etymologie bezighouden. Niets was minder waar: hij liet steeds meer steken vallen voor zijn lijst terwijl zijn taalkundige werk in omvang bleef groeien. Eerst liet hij de vogels aan zich voorbijgaan waarvoor hij te ver moest reizen, zoals op Vlieland de Vale Gierzwaluw Apus pallidus in oktober 2006 en de Noordse Waterlijster Parkesia noveboracensis in september 2010. Tegen zijn oude gewoonte in liet hij nu en dan ook ‘telbare’ zeldzaamheden met een twijfelachtige herkomst schieten, zoals de Kokardezaagbek Lophodytes cucullatus in december 2007. Vanaf 2012 bezocht hij zelfs makkelijk te bereiken ‘superdwaalgasten’ niet meer, zoals de Bruin­keelortolaan Emberiza caesia van Lauwersmeer, Gronin­gen, op 5 mei 2013 en de Rosse Waaierstaart Cercotrichas galactotes van Camperduin in september 2013. Al met al miste hij in de laatste 10 jaren c 25 soorten. Tot zijn laatste dag werkte hij wel gestaag door aan de etymologie, waarbij hij dermate veel nieuws ontdekte dat er meerdere boeken mee gevuld hadden kunnen worden.

Zijn voordeel was dat hij met zijn grote ornithologische kennis tot verrassende oplossingen kwam over de oorsprong van vogelnamen die een taalkundige met minder vogelkennis over het hoofd zag. Als zijn visie niet werd geaccepteerd, schrok hij er niet voor terug om (misschien wel te) volhardend en op het scherpst van de snede meningsverschillen met taalkundigen te beslechten.

Het was niet alleen zijn passie voor ‘Neerlandistiek’ die Klaas steeds vaker weerhield het veld in te gaan. Op 1 oktober 2004 brak hij in de duinen van IJmuiden bij een door Magnus Robb ontdekte Goudlijster Zoothera aurea zijn enkel. Het herstel duurde langer dan verwacht en dat was misschien een eerste teken van een teruglopende gezondheid. Volgens Kees ging ook zijn gezichtsvermogen ernstig achteruit; hij was altijd al deels kleuren- en nachtblind maar nu kreeg hij moeite om vliegende vogels in beeld te krijgen. Als belangrijkste reden om zich te beperken tot de vogels (én egels) rond zijn huis noemde Klaas echter zijn persoonlijke strijd tegen de oorzaken van klimaatverandering. Net als vele anderen van zijn leeftijd zal hij pas rond de eeuwwisseling hebben gezien hoe groot de omvang van de afbraak van de natuur door de mens was geworden. Daarover was hij oprecht zo bezorgd dat hij koos voor een levenswijze met een zo klein mogelijke ‘ecologische voetafdruk’.

De redactie van Dutch Birding wenst zijn moeder Nel, zijn broer Kees, zijn zuster Ria en overige familie­leden en vrienden sterkte met dit verlies. 

Arnoud B. van den Berg


Klaas Eigenhuis (links) en Gerard Steinhaus bij de Oosterse Tortel te Wergea, 22 januari 2010. Met dank aan Peter de Vries voor deze unieke foto, misschien wel de laatste waarop ze samen zijn te zien. Klaas en Gerard bezetten jarenlang afwisselend de koppositie van de Nederlandse twitcherslijst.  

Discussie

Otto L. de Vries  ·  22 augustus 2018  10:38

Een legendarisch figuur binnen het vogelend Nederland is niet meer.

Altijd aardig en een lach . Weet nog de gesprekken aan de telefoon toen er nog geen piepers en dergelijke bestonden en alles via de telefoon ging . Dan kreeg je ook wel de moeder van Klaas aan de telefoon . Het waren mooie tijden.  Klaas met zijn groene Jas en zijn groene petje zo herinner ik mij Klaas van de laatste jaren. In het veld miste ik hem eigenlijk wel de laatste jaren. Ook Klaas zal ik nooit vergeten.


Otto de Vries

Alexander Buhr  ·  22 augustus 2018  14:56

Ik ben met Klaas, Gerard Steinhaus en Cecilia Bosman begin jaren 80 naar door Spanje geweest en Portugal geweest. We zijn toen met de Mercedes van Klaas door Spanje gereden. Een mooie tocht waar ik nog veel aan denk. Ook een reis door Israel met Klaas en Jan van der Laan was ook een mooie herinnering aan Klaas. Ik zal hem erg missen. Ik wens de familie veel sterkte toe.

Alexander Buhr.

Edwin Russer  ·  22 augustus 2018  16:48

Ja, goede herinneringen aan Klaas. Zoals Otto al memoreert heb ik ook aan Klaas veel goede soorten te danken in het nog digiloze en mobiele tijdperk. Vaak zochten we een telefooncel op om te vragen of er nog iets was waargenomen, soms ging het mis: half uurtje te vroeg gebeld voor een Roodkeelstrandloper in de Lauwersmeer maar vaak dus ook succesvol. De ontdekking van de eerste Grote Kanoet in de Flevo, september 1991, was natuurlijk een hoogtepunt voor Klaas. Ook zijn karakteristieke houding, zittend op de grond met die grote zeekijker voor 'm, zal altijd in mijn herinnering blijven. Klaas was een aimabel persoon, altijd in voor een praatje en goed geluimd. Rust zacht Klaas. 

Jan Hein van Steenis  ·  22 augustus 2018  20:03

Wat een treurig nieuws. We misten hem natuurlijk al langer - het moet voor zo'n ultrafanatieke (en desondanks altijd vriendelijke) vogelaar niet makkelijk zijn geweest niet meer te gaan twitchen.

Ruud Schenk  ·  22 augustus 2018  23:44

We wisten alle terzake doende telefooncellen en met een kwartje hoorde je dan “met Nel Eigenhuis”... De voorloopster van de vogellijn...  Zo had Klaas dat briljant bij elkaar bedacht!!!

Klaas kende een “klein rondje Nederland” en een “groot”... onder werktijd...

klein : Noord Holland, Zuid Holland, Utrecht, Flevoland (toen nog geen provincie).

groot: alle andere provincies er bij!!!

September ‘80 kwam ik Klaas voor het eerst tegen op de Maasvlakte...

Met een oranje Mercedes, overgenomen van de vader van Eef Kieft, aldus Eric Bos...

Hij zat!!! Met zijn Beck Kassel een paapje te bekijken en vroeg zich af of het een sibrobotap zou kunnen zijn...

Ik wist al wel wat een robotap was, wist inmiddels ook dat Azie bestond...

De connectie deed me duizelen!!! Klaas werd mijn voorbeeld!!!

Klaas duwde me ook een nummer van British Birds onder mijn neus met een artikel over semipalmated sandpiper...  Wat een inspiratie!!!

Dit was een week voor de eerste bairds strandloper voor Nederland...

Augustus ‘81 trof ik Klaas wederom op de maasvlakte, we keken naar een slangenarend... toen nog beetje zeldzaam...

Waarna hij Paul Schrijvershof en mij mee nam voor een rondje Nederland...

zwarte ooievaar, koereiger... we zagen die dag meer nieuwe soorten dan in jaren daarvoor en hij bracht ons ‘s avonds laat weer terug naar Oostvoorne!!!

Mijn moeder maakte nog een hapje eten en dan reed Klaas diep in de nacht weer naar Aalsmeer... geen moeite teveel om te inspireren!!!

Klaas was ook kleurenblind... Eus v/d Burg had destijds een groene toyota corolla... We zijn met klaas onderweg en voor ons rijdt een rode toyota corolla... Klaas zegt vervolgens “jongens” Eus is er ook al... 

dat zei hij altijd “jongens!!!”

Hans Gebuis  ·  23 augustus 2018  09:15

Dat Klaas niet meer twitchte kwam ik pas laat achter. Dat kwam omdat ik het zelf al veel langer niet meer deed. Maar Klaas en niet twitchen? Dat klopte niet. Niet veel later hadden we weer eens contact. Als hij ergens iets interessants over de Biesbosch vond stuurde hij het door. En daar moest dan even over gepraat worden natuurlijk. Op mijn vraag wat zijn reden was om af te haken kwam er een vaag antwoord over " footprints". Nobel, maar niet helemaal des Klaas'. Ik liet het maar zo.

Klaas leerde ik " spelenderwijs " kennen toen ik een tijdje de vogellijn beheerde. Mijn vrouw heeft hem soms vervloekt. Van alles wat de status " niet algemeen " oversteeg wilde hij alles weten; belde en begon je door te zagen. Wie, wat en waarom? En de plek tot op de boomtak precies graag. Een gave die ik miste.Wat bij mij in het veld op frustrerende zoektochten leidde alvorens de soort te vinden.

Slechts éénmaal ben ik boos op Klaas geweest. Toen ik, al tijgerend, steeds dichterbij een Kleine Klapekster kwam en het ultieme geluk mij bijna toelachte verscheen pal achter het beest het hoofd van Klaas mij toeroepend dat ik naar de Lauwersmeer moest alwaar de eerste Roodkeelstrandloper voor Nederland door Eric van Ommen zojuist was getekend. Uit pure nijd bleef ik gewoon waar ik was. Later kwam het toch nog goed met de soort. 

Verder was Klaas best wel eens irritant aanwezig; maar altijd charmant en met een onderbouwde reden. Nee, boos ben ik nooit meer op hem geweest. 

Klaas was een trendsetter in vogelend Nederland. Vele hebben de kunst van hem afgekeken.

Met zijn " Woordenboek van de Nederlandse Vogelnamen " laat hij blijvend iets moois achter.

Jammer, weer een coryfee minder. We zullen hem nog meer gaan missen

Alle nabestaanden, vooral moeder Nel, veel sterkte toegewenst.

Wim Wiegant  ·  23 augustus 2018  18:11, gewijzigd 25 augustus 2018  11:00

Twee soorten heb ik aan Klaas Eigenhuis te danken. De eerste heeft heel Nederland aan hem te danken, de Grote Kanoet, een werkelijk sensationele vondst, op 20 september 1991. Ik denk er nog vaak aan, als ik langs de Oostvaardersdijk rijd. De tweede, daarvoor moeten we terug naar 12 oktober 1983. Ik lag ergens in de middag juist voor pampus op de bank in een van de huisjes die we voor de vogelweek op Terschelling hadden gehuurd. Dat was te wijten aan een combinatie van hard vogelen en veel te veel alcohol. Klaas komt binnen en zegt: "Wie was die man die nog geen Bokje had?", en ik antwoordde gekscherend: "Een Bokje, daar kom ik echt de bank niet voor af!". Natuurlijk heb ik de vogel toen gezien. Dat was Klaas: altijd bereid om iemand te helpen...  

Justin Jansen  ·  24 augustus 2018  08:42

Ik ken Klaas als altijd behulpzaam maar ook een volhouder (op etymologisch gebied) om zijn gelijk te houden. Die twee uitersten maakte Klaas interessant.

De eerst was dat hij altijd klaar zat/stond om zijn kennis te delen, vaak lang aan de telefoon of samen (als ik dan toch bij Arnoud was) naar IJmuiden om een rondje te maken. Klaas was een begrip in vogelend Nederland, en heb veel van hem geleerd. En natuurlijk die geweldige Grote Kanoet, eerst als een stipje langs de Oostvaardersdijk en toen vlakbij in de Putten. Zijn enthousiasme al hoorde of zag hij een soort al voor de zoveelste keer, hij bleef enthousiast.

Zijn Magnus opus, het verklarend en etymologisch woordenboek van de Nederlandse Vogelnamen is een voorbeeld van het laatste (volhouder), veel contact had ik met Klaas hierover omdat de streek waarin ik opgegroeid ben, veel lokale dialect-namen had en ik vaak leuke namen tegenkwam in oude manuscripten of museums. Soms wel 3 a 4 e-mailtjes per dag kwamen voorbij, waarin Klaas strijdend vooropging, waarbij het establishment vaak aan de kant geschoven werd omdat hij vaak op een minder tactische wijze dit aanvloog. Dit laatste leverde hem vaak geen goodwill op. Ik hoop dat met name zijn materiaal wat hij verzameld heeft tussen het uitkomen van het boek en nu, bewaard zal blijven, want er zit vast een heleboel nuttig materiaal tussen.

Begin mei na lange stilte in contact tussen ons (paar jaar niets van elkaar gehoord, en ik had hem geloof ik geblokkeerd om de hoeveelheid mailtjes over etymologie), kwam ineens een mailtje mijn mailbox binnen, om mij proficiat te wensen over de aanstaande promotie. Erg attent, jammer dat we elkaar niet meer zien....

Rust zacht, en sterkte aan de familie, en vooral Nel die ik vaak gesproken heb in de afgelopen 27 jaar. 


Dominique Verbelen  ·  24 augustus 2018  20:28

Klaas Eigenhuis. Fonkelogen. Groene parka. Geconcentreerd. Goedlachs. 

Samen wachtend bij de Sardijnse grasmus van Heist. Want dat deed Klaas wel: de grens oversteken wanneer er in België een leuke soort opdook. Een Sierlijke stern in de Voorhaven van Zeebrugge, of gewoon zelf een Belgische knaller ontdekken in de vorm van een Kleine geelpootruiter. Klaas vond het fijn om even in België te zijn en de Belgische birdingscene had Klaas al gauw in de armen gesloten.

Met een eerste Grote kanoetstrandloper voor een land, plaats je jezelf wel even op de kaart maar echt monumentaal werd Klaas door de kracht, kennis, gedrevenheid en volharding die leidden tot zijn etymologisch woordenboek. Wat is dat een kanjer, ook al heeft hij in de genesis van dit werk half (of heel?) taalkundig Vlaanderen en Nederland in een oneindige e-mailketting bij herhaling geschoffeerd. Maar het boek staat er wel, net zoals Klaas er stond: mooi, degelijk, overtuigend, onderbouwd, voor de anderen.

Voor mijn generatie van Belgische vogelaars was vogelend Nederland een handvol bekendere namen. Klaas was daar zondermeer één van. Gedreven door eenvoud, geduldig zoekend, wachtend tijdens een seawatch op wat zou kunnen komen maar niet teleurgesteld indien het niet kwam. Zijn manier van in het leven staan voelde voor mij (als jonge gast) goed aan en van zodra ik Klaas ergens zag, ging ik er steevast mee aan de praat. Gewoon, omdat het kon, omdat het mocht, omdat het goed en oprecht aanvoelde. Onvoorwaardelijk, misschien zelfs een beetje on-Nederlands, puur en echt.

Levende legendes zijn zeldzaam, maar Klaas was er één. Kl*te dat 'die kletse Hollander met zijn groene parka' er niet meer is. Het ga je goed, Klaas, waar je ook bent. Het ga je goed.

 

Peter C. Meijer  ·  25 augustus 2018  09:41

Gisteren ben ik naar de crematiebijeenkomst geweest in De Kwakel. Jammer dat ik Klaas persoonlijk niet meer heb gesproken. Dat was al weer geruime tijd geleden.

Wij mailden veel en af en toe een telefoontje. Hij was belangstellend hoe mijn ziekte vorderde. Prostaatkanker. Vorig jaar dacht een ieder dat ik zou wegvliegen naar grote hoogten. Het is niet zo, want ik heb de zwarte leeuwerik nog niet gezien.

De afscheidsdienst was heel bijzonder. Zus Ria en broer Kees spraken herinneringen uit die Klaas nog even tot leven brachten. Dat deed ook zijn nichtje Claudia. Klaas had gezegd dat zij moest gaan schrijven en dat vond ik ook na haar 'In Memoriam'. 

Moeder Nel heb ik uitvoerig bedankt voor haar enorme rol aan de telefoon in de préhistorie van DB. Zij was blij nu een aantal van de bellers persoonlijk te ontmoeten. Zij wist nog dat ik bij hen ben geweest in hun nieuwe woning.

Ik ben blij de gelegenheid te hebben gehad de herinneringen aan Klaas te delen. Ik wens hem rust en zal hem niet vergeten.


Peter C. Meijer

Middenmeer

Theo Admiraal  ·  25 augustus 2018  23:15

Iedereen kende Klaas en iedereen maakte wel een praatje met hem. Misschien een beetje zonderling, maar wel een leuke kerel, die wist waar hij het over had. Het zal rond 2002 geweest zijn, toen ik hoorde van de uit de hand gelopen hobby van Klaas. Hij verzamelde vogelnamen en had een ongelofelijke hoeveelheid verzameld. Hij had dit opgeslagen op een PC uit de jaren 80 en werkte met een tekstverwerker die al 15 jaar niet werd ondersteund. Back-up maken deed hij niet aan.

Bij het minste geringste zou alles verloren zijn. Ik raakte met hem in gesprek en vroeg hem of hij zijn werk niet wilde publiceren. Daar had hij nog niet aan gedacht. Wat moest dat wel niet kosten en wie moest dat allemaal organiseren? En zat de rest van de wereld er wel op te wachten?

Binnen de DBA hadden we met de Avifauna en de Kenmerkengids de nodige ervaring opgedaan en we besloten om Klaas te helpen zijn levenswerk uit te brengen. Veelvuldig was ik bij Klaas en Nel in Aalsmeer om de voortgang te bespreken en om knopen door te hakken.

Binnen anderhalf jaar hadden we de boekpresentatie en binnen een jaar na publicatie kwam er zelfs een tweede druk. Het was een vogelgids voor taalkundigen en een woordenboek voor vogelaars. Klaas genoot zichtbaar en hij verdiende het. Er zijn niet veel vogelaars wiens naam op zo’n mooie manier blijft voortbestaan: “Het verklarend en etymologisch woordenboek van de Nederlandse Vogelnamen” van Klaas J. Eigenhuis.


Kees Tiemstra († 2020)  ·  26 augustus 2018  16:36

Op 20 Augustus 2018 is Klaas op zeventig jarige leeftijd onverwachts in zijn slaap overleden.

Bijna 40 jaar eerder had ik Klaas leren kennen. Het was 1978 en als 14 jarig beginnende vogelaar uit de Betuwe reisde ik in het weekend naar de Zuidpier van IJmuiden om  zeevogels te kijken. Op de pier ontmoette ik talloze andere vogelaars en hoorde ik het verhaal over een “vogelende dokter” die heel Nederland afreed en Klaas heette. Toen ik vertelde dat ik het weekend daarvoor een Zwarte Ooievaar had gezien op de `Kampinase Heide zei iemand : die.moet Klaas nog voor zijn jaarlijst.

Toen ik die avond thuis kwam vertelde mijn moeder dat een zekere meneer Klaas had gebeld. Ik weet nu nog hoe vereerd ik mij op dat moment voelde. Ik was gebeld door Klaas, de vogelende dokter! Wat volgde is een periode van bijna 40 jaar waarin ik Klaas in mijn hart heb gesloten als zeer grote vogelvriend. Altijd belangstellend, altijd vol aandacht en altijd onvoorwaardelijk betrokken. Dit laatste toonde hij in 1979 toen ik in Oktober een zware thorax operatie had ondergaan en op de Intensive care lag. Ik zie nog de deur open gaan van de Intensive Care (buiten de bezoekuren !) en zag Klaas verschijnen. Hij had zich als arts toegang tot de intensive care verschaft. En of dit nog niet genoeg was, ging Klaas in discussie met de dienstdoende artsen want hij wilde een middagje met mij naar De Hamert omdat daar 2 Kraanvogels waren gezien.

Vanaf 1980 kreeg Dutch Birding in snel tempo gestalte en werd Klaas voor velen een bekende verschijning. Als controlerend geneesheer voor het GAK moest hij s’ochtends op kantoor werken maar mocht hij s’middags visites rijden en dossiers bijwerken. Dat laatste deed hij regelmatig in het veld, bij een mooie soort, of op de pier van IJmuiden. In zijn zandkleurige mercedes diesel (kenteken 52-MX-38) werd Klaas een ornithologisch begrip in zowel Nederland als Belgie. Hij woonde toen in de Seringenstraat in Aalsmeer met zijn moeder Nel en vader Cor. Mobiele telefoons en internet bestonden nog niet en moeder Nel had in het weekend praktisch een fulltime baan om alle vogelaars telefonisch te woord te staan. Na al die jaren staat ook dat telefoon nummer nog in mijn geheugen gegrift : 02977-23238. En waar ik nog 1 x per maand het gestencilde tijdschrift van de Culemborgse vogelvereniging las, daar kwam Klaas aanzetten met “ British Birds”  en het legendarische boek “Frontiers of Bird Identification”. Een wereld ging voor mij open en Klaas hielp mij, en vele anderen, die wereld te betreden. 

Vanaf 1980 heb ik samen met Klaas talloze mooie vogeltochten gemaakt. Ik herinner mij de vele tochten naar Belgie, waar Klaas contact had gelegd met Hubert Meeus uit Turnhout en later met talloze andere Belgische vogelaars. Ik herinner mij de diverse tochten naar de Haeselaersbroeck, waar we ongestuwde roofvogeltrek keken en de ortolaan nog hoorden zingen. Ik herinner mij de speurtochten naar de dwerggans in Friesland : klassieke muziek op de achtergrond en steeds weer die grote Beck uit het raam. Ik herinner mij de fantastische vogeltochten samen met Klaas en zijn broer Kees gemaakt heb vanaf de “Rocca Grossa” aan de Costa Brava in Spanje (waar de familie Eigenhuis op vakantie ging en ik met de trein naartoe ging), waar we in het achterland kampeerden en bij Ballobar de Duponts Leeuwerik zochten. En hoe Klaas daarvan overhaast terugkwam toen op de `Brunsummer Heide de 1etwitchbare Grijskopspecht voor Nederland werd ontdekt. En natuurlijk de 48-uurs birdrace in Kenya, waar in 1986 Klaas, Jan Mulder en ik het Nederlandse team vormden. 

Een speciale herinnering is de Steppekievit op Schiermonnikoog ….Dit was namelijk de soort die Klaas indirect zijn baan bij het GAK heeft gekost. Klaas had die dag namelijk bij uitzondering de hele dag verplichtingen op kantoor en kon dus niet weg. Ik zat op de middelbare school en kon ook niet zomaar weg. Alleen die Steppekievit brandde ons hart af. Dus besloten we om s’ middags toch nog te gaan. Klaas haalde mij op bij het oude station Amsterdam Sloterdijk en op het nippertje haalden we de boot naar Schier. Prachtige beelden van de Steppekievit en s’avonds zeer voldaan terug. Alleen de volgende dag werd Klaas op zijn werk gevraagd waar hij was geweest de vorige middag ? Het antwoord dat Klaas toen gaf heb ik altijd tekenend gevonden voor hoe hij in het leven stond. Hij gaf namelijk aan dat een Steppekievit heel wat unieker was dan de zoveelste vergadering van het GAK.

Na zijn periode bij het GAK gebruikte Klaas de vrijgekomen tijd behalve voor vogelen in het veld in toenemende mate voor vogelen achter de computer, namelijk het verrichten van onderzoek naar de herkomst van vogelnamen. Deze laatste activiteit heeft uiteindelijk geleid tot de publicatie het Etymologisch Woordenboek. Het echte “harde soorten jagen” verdween meer en meer naar de achtergrond en hield uiteindelijk op. Daarvoor in de plaats kwam een grote stroom aan email correspondenties over (de herkomst van) vogel namen en gedetailleerde ornithologische observaties in zijn tuin. Klaas woonde inmiddels (na het overlijden van zijn vader) samen met zijn moeder Nel aan de Rietgorsstraat in Aalsmeer. Ik heb Klaas en Nel daar nog een paar keer bezocht met mijn eigen dochters en werd iedere keer weer geraakt door hun hartelijke ontvangst en de bezieling waarmee Klaas sprak. Terug in de auto dacht ik dan aan alle mooie vogeltochten die we samen hebben gemaakt en hoe dankbaar ik was voor zijn vriendschap. Op 20 Augustus jl doofde dit licht, maar leeft Klaas voort in mijn herinnering als de vriend die gedurende 40 jaar op onvoorwaardelijke wijze en als bezield mens mijn ornithologische wereld heeft verruimd. 

Rust zacht lieve Klaas.  


Rudy Offereins  ·  26 augustus 2018  23:05

De eerste soort die ik aan hem te danken had is een Stormvogeltje op de punt van de Zuidpier IJmuiden in 1990. Die was tp en eigenlijk alleen zichtbaar bovenop de groene vuurtoren daar. Klaas zat daar al in zijn bekende tenue en pose. Ik heb me altijd afgevraagd hoe hij daar is gekomen, want het was een lastige klim. In 1998 hebben we samen een Stormvogeltje ontdekt en gedetermineerd bij Camperduin. Goede herinneringen aan deze aardige, belangstellende en wat mij betreft inspirerende man. 

Arnold Meijer  ·  28 augustus 2018  11:51

In Katwijk was hij ook kind aan huis op de diverse telposten en na het tellen kwam hij geregeld bij ons een ‘bakkie doen’. Ik woonde toen nog thuis.
Met Klaas heb ik de Forsters Stern van Vlissingen getwitched. Hij reed zijn Renault (dacht ik) met een groot wit kussen in z’n nek. Of dat gewoon lekker reed of dat de rugleuning niet meer omhoog kon weet ik niet. Mooie vent die de jeugd graag iets bij bracht.

Maarten Wielstra  ·  28 augustus 2018  12:42

Zo rond 1995 (ik zal elf geweest zijn), zag ik Klaas voor het eerst op de Katwijkse Puinhoop. Zittend op stoel, schutkleurende jas, ouderwetse verrekijker en wat snauwerig. Hij mopperde op aanwezigen omdat er gepraat werd, waar we natuurlijk alert moesten zijn op trekgeluidjes. Aan zijn zijde trouw Jaap van 't Hof (als ik me niet vergis). Al gauw bleek dat zijn enthousiasme en vriendelijkheid even groot was als die felheid. Op de 1 of andere manier een opvallend personage in de ogen van een kind. 

Twitchen is lastig te combineren met volwassen worden, vind ik. Toch ben ik uiteindelijk nog gaan kijken naar de Witkruintapuit bij Oegstgeest. Dichtbij huis en een onwaarschijnlijke ontdekking van eveneens wijlen Dana Valckx. Daar zag ik (dezelfde, iets gesleten) Klaas (met Jaap) sinds jaren. Hij zei me dat deze twitch voor hem ook een uitzondering was. Het twitchen was niet meer te doen op zijn leeftijd, zei hij op felle toon, op een manier alsof het een vanzelfsprekendheid leek. Het verbaasde mij, omdat ik dit niet verwachte van zo'n twitchfanaat als Klaas. Ook nu vond ik het een opvallend figuur, met een krachtige mening en ondanks de leeftijd en de mopper met een enorme drive...

Martin van der Schalk  ·  28 augustus 2018  20:46, gewijzigd 31 augustus 2018  18:21

Echt heel goed heb ik Klaas nooit gekend, maar zijn overlijden raakt me wel. Samen met nog een aantal - voor mij markante - persoonlijkheden, zag ik Klaas als Dutch Birding en omgekeerd. Ja, Klaas was voor de beginnend twitcher die ik toen was een voorbeeld, dé nummer één in Nederland met een vogellijst die in de verste verte niet te evenaren leek. En als hij was blijven twitchen was dat wellicht nog steeds zo geweest...

Maar zoals ik naar bepaalde mensen opkeek. Andersom was er - zeker in het geval van Klaas - absoluut geen sprake van een misplaatste arrogantie om beginnend twitchers anders te behandelen dan meer ervaren vogelaars. Gelukkig maar! Wij spraken elkaar vooral bij "goede" soorten, en ik heb hem daarbij als een hartelijk persoon ervaren die het altijd wel leuk vond om even een praatje te maken.

Ik vond Klaas ook een "echte" nummer één. Iemand die zeer actief met zijn hobby was en ook door bijvoorbeeld het ontdekken van een nieuwe soort voor Nederland (Grote Kanoet; voor 'mijn tijd' als twitcher) aan die positie een extra glans/bevestiging gaf. 

Met het verstrijken van de jaren merk ik dat twitchers (ook van het eerste uur) steeds vaker en om uiteenlopende redenen afhaken. Ik vind het jammer dat ik Klaas al jaren niet meer heb kunnen zien of spreken. Sterker nog; mijn laatste herinnering dateert uit 2004 en was bij de Goudlijster in IJmuiden. Met het overlijden van Klaas is er voor mij een stukje Dutch Birding verdwenen. Hij blijft in mijn herinnering als iemand die een onderdeel is van mijn leukste (begin)tijd bij DB.

Klaas, rust zacht. Sterkte voor zijn moeder, familie en de mensen die dicht bij hem stonden.

Martin 


Ferry Ossendorp  ·  31 augustus 2018  00:23

Klaas heb ik beter leren kennen in 1987. Op 11 juli was ik met Hans ter Haar in de vroege avond naar Flevoland gereden om de witvleugelsterns te zoeken. Twee adulte vogels gezien en toen naar de Knardijk om wat te vogelen We stonden net naar een vrouwtype wielewaal te kijken die van het bos naar het rietland vloog en zich boven in het riet goed liet bekijken, toen Klaas kwam aangereden. Waar kijken jullie naar? Heel enthousiast schoof hij aan en we hebben samen zittend op de dijk naar de vogel gekeken terwijl ik een college kreeg van alles wat je van de wielewaal wilde weten en meer.. Wat een enthousiasme en kennis had Klaas toch, fantastisch! Ondertussen was Hans even weggereden om te bellen in een telefooncel, ongetwijfeld met Gerard, en kwam met knipperende lichten aangereden dat er een long-billed dowitcher was gezien in de Lauwersmeer, nota bene in hetzelfde plasje waar we dat jaar een roodkeelstrandloper gezien hadden. Dit was de eerste twitchbare dus na een korte discussie (het was al laat, was het nog haalbaar?) werd er niet getwijfeld, we gaan rijden, we zijn toch al een end op weg.. Besloten werd dat Hans z’n auto de beste was dus met z’n drieën op weg naar de Lauwers. Het was gezellig in de auto, Klaas was goed gezelschap met veel verhalen. Wat wist hij veel! Maar de Lauwers is altijd net wat verder dan je denkt en het werd langzaam donkerder en toen we aankwamen konden we eigenlijk niets meer zien. In de weerspiegeling van het plasje zag ik nog een kandidaat steltloper lopen maar dat was het. Terugrijden was nu geen optie dus werd al snel besloten dat we zouden blijven slapen. Na wat telefoontjes naar het thuisfront en een hapje in Lauwersoog moesten we een slaapplekje zoeken. Met drie man in de auto was wat veel. Nabij het Jaap Deensgat hadden we een platte kar gevonden waar Klaas op zou gaan slapen terwijl Hans en ik in de auto gingen liggen. De rust was echter van korte duur, ik werd bruut wakker gemaakt door een zaklamp die fel in m’n ogen scheen. Politie! Wat doen jullie hier? Een beetje groggy uitleggen dat je uit Amsterdam kwam voor een vogeltje was een lastig verhaal, maar ze hadden wel door dat we niet de ontsnapte crimineel waren die ze zochten in het gebied.. Toen kwam er een figuur uit het donker gestommeld die zei: Wat gebeurd hier? We waren Klaas even vergeten.. De politie had hem bijna in de houdgreep. Die hoort ook bij ons!! Situatie gesust en de politie verdween maar van nachtrust kwam er niet veel meer. We besloten toen maar nabij het plasje te gaan staan tot het licht werd. In mn opschrijfboekje staat dat we de vogel om kwart voor 5 hadden, de eerste twitchers ontvingen en om 6 uur weer teruggereden zijn. Klaas weer afgezet bij de Knardijk.

Na dit avontuur had ik een goede band met Klaas, altijd een praatje in het veld en we hadden regelmatig contact, zeker toen ik later in Amstelveen ging wonen. Hij stuurde me mailtjes en briefjes na leuke ontdekkingen in de regio. Helaas, beide heren zijn er niet meer, beiden fenomenen op hun eigen manier. Klaas, jou ga ik nooit vergeten, je enthousiasme voor (ook gewone) vogels heeft veel voor me betekend. Ik wens Nel en de familie veel sterkte met dit zware verlies.


Ed van Boheemen  ·  17 oktober 2018  08:34

Ontzettend aardige man altijd!! Altijd die brede grijns als we elkaar tegen kwamen in het veld. Een goed man is heen gegaan. RIP Klaas!

Arnoud B van den Berg  ·  1 april 2024  15:26

Hoorde zojuist dat de moeder van Klaas, Nel Eigenhuis-Wies, op 21 maart op 99-jarige leeftijd is overleden. Jarenlang is ze niet alleen voor Klaas maar ook voor vele andere vogelaars een telefonische doorgeefluik van vogelnieuws geweest. 

Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.

Feedback?