De locatie 'Spitsbergen' lijkt me niet te kloppen. Zal ik die maar even veranderen naar 'Hoogezand-Sappemeer'?

Nou geloof het of niet alex, maar dat 'gat' daar heet echt spitsbergen!

Hahaha... Oké, onverwacht. Dan doe ik er niks aan 😁

Ha Douwe,

Een lastige vogel. Aan de ene kant heeft de vogel een bijna geheel oranje snavel en een redelijk donkere kop en hals (kan ook goed door het slechte licht komen en het contrast met de oranje snavel), maar aan de andere kan een vrij forse 'grinning patch' en een niet erg platte ondersnavelbasis. Ook lijkt de nek vrij kort en dik. Tuurlijk kan het een wat minder uitgesproken taiga zijn, maar ik denk dat je een oranjesnavelige toendra onmogelijk kan uitsluiten.

Groetjes,

Arjan

Oke, bedankt Arjan! Dan zal ik toch maar moeten accepteren dat deze ongedetermineerd moet blijven!

Wat denken de mensen hiervan:

https://helhathnobirdies.blogspot.com/2021/04/finnish-focus-ontaiga-and-tundra-bean.html?m=1

Leuk stukje, kin kenmerk is nieuw voor mij. Ik vraag me wel altijd af waarop men de kennis baseert. De kennis over de grenzen van de overlap lijkt vaak uit gemengd overwinteringsgebied te komen. Bij deze taxa kan je met de huidige kennis beter alleen de extremen als "zeker" determineren lijkt me.

Of teruglumpen want het is een split die gewoon “niet werkt” en daarmee aantoont niet valide te zijn... Hetzelfde zou gebeuren wanneer je bijv de taxa van Grote Canadese Gans gaat splitsen (van oost naar west). De “extremen” zijn herkenbaar maar er zijn vele mengvormen.

Max, met het lumpen van de taxa blijft de determinatie van de taxa toch nog steeds moeilijk. Dat staat toch los van de benaming als soort of ondersoort.

Eeeh ja maar het is wel minder belangrijk het zijn dan allemaal Rietganzen en een liefhebber mag zich dan trachten bezig te houden met een geografische herkomst van een vogel of groep vogels.

Er zijn zat splits die ertoe hebben geleid dat een deel van de vogels niet meer in het veld te determineren is, zeker op de afstand waarop rietganzen worden waargenomen. Denk aan al die Phylloscopus en 'Seicercus' soorten die door Per A en Urban O zijn gesplitst/beschreven en in de overwinteringsgebieden graag hun snavel houden. Gelukkig hangt taxonomie niet af van veldherkenning. We mogen als vogelaars juist gelukkig zijn met het feit dat zoveel vogelsoorten (ook splits) wel goed in het veld zijn te herkennen.