Atlantic vs. Pacific: twee Odysseys, één blog
Fotoblog Atlantic en Pacific: PO2 - Hauraki via Norfolk Island naar Nieuw-Caledonië
18 september 2011 · Remco Hofland · 6740 × bekeken
De tekst van de blog over het deel van de WPO dat ons van de Hauraki Gulf, Nieuw-Zeeland, via Norfolk Island, Australië, naar Nieuw-Caledonië leidde (21-25 april 2011), vind je hier.
.jpg)
Een grotere Pterodroma, vrij schaars en altijd spectaculair!
Iedere ochtend is het weer kiezen: de boeg of de top? Sta je op de boeg, dan zie je veel van de vogels die voorlangs vliegen erg fraai - en daarom stonden hier vrijwel alle fotografen. Vanaf de top is het weer eenvoudiger om iets zelf te ontdekken: je kijkt verder en zeezoogdieren zijn iets makkelijker te 'spotten'.


Jaren geleden deed Steve Howell deze tocht voor het eerstl, en al snel was hij was hij gefascineerd door de grote diversiteit (in kleuren, formaten en vooral morphologische kenmerken) in vliegende vissen die hij tussen Nieuw-Zeeland en Japan aantrof. Dat resulteerde in een bijzonder interessant pdf-document, waarin hij aan de hand van foto's genomen tijdens de diverse WPO's de totonogtoe aangetroffen 'soorten' documenteert.
Noiu ja, soorten......de enige expert in de wereld op het gebied van vliegende vissen, kennelijk een Rus, kan niets met de foto's omdat hij weliswaar een verzameling bezit, maar al zijn specimens hebben allang hun kleur verloren. Ondertussen zien wij de één na de andere spectaculaire 'soort' voor het schip uitvliegen en worden, vooral tijdens de wat rustiger vogeldagen, vele tientallen plaatjes geschoten van vliegende vissen - waardoor ook deze reis weer 3+ nieuwe soorten gedocumenteerd worden.
Binnenkort een wereldplaat van de Yellow Bandwing (wetenschappelijke naam onbekend)....
Nieuwe dag, nieuwe kansen. Op deze dag zagen we onder andere de eerste Kermadec Petrels Pterodroma neglecta en diverse Gould's Petrels Pterodroma leucoptera.
Was het buiten te warm, of regende het te hard: we waren altijd welkom op de brug, zolang we maar niet recht voor de kapitein of eerste stuurman gingen staan. De airco werd door sommigen (met name tijdens de warme dagen van (dik) meer dan 30 C) zeer op prijs gesteld; tijdens de (weinige) buien kon je ook vanaf een van de zijkanten van het schip meestal wel beschut kijken.
De oudste en grootste Norfolk Island Pine Araucaria heterophylla van het eiland.
Na ons (verregende maar desalniettemin succesvolle) bezoek aan de Botanical Gardens reden we naar Palm Glen nationaal park, voor een gooi naar de zeer schaarse Norfolk Island Parakeet Cyanoramphus cookii; we zagen er vier. De Norfolk (Golden) Whistler Pachycephala (pectoralis) xanthoprocta, die ons bij de Botanical Gardens veel moeite kostte, was hier gierend algemeen. We schuilen hier voor de regen.
Aankomst bij Rocky Point, een uitstapje naar de (verlaten) Wedge-tailed Shearwater Puffinus pacificus-kolonie, waar echter de Black Noddies Anous minutes en White Terns Gygis alba volop in de hoge Norfolk Pines bleken te broeden. Grootste verrassing hier: een California Quail Callipepla californica!
Bospad met rechts een van de talloze broedholen van Wedge-tailed Shearwaters Puffinus pacificus.
Lang naar moeten zoeken, en de rest had het al opgegeven, maar eindelijk had ik dan een (allopreenend!) paartje White Terns Gygis alba dichtbij.
Een zeer lokaal broedende ondersoort van de Maskergent (Masked Booby). Boven juveniel en onder 3e kj.

Een typische 'Cookillaria' (één van de zeven kleinere soorten Pterodroma) met een gelijkmatig donkere bovenzijde.
De avond van de landing op Norfolk Island hadden we er, in het uur voor donker, ineens meer dan 100 van deze ukkies. Kort tevoren hadden we zelfs twee uiterst schaarse Providence (Solander's) Petrels Pterodroma solandri, een soort die niet elk jaar gezien wordt op de West Pacific Odyssey.
Dagelijks circa 1000 exemplaren nabij Norfolk Island!
Veelal beschouwd als ondersoort van Great-winged Petrel P. macroptera, die echter geen grijze smoel en een heel ander verspreidingsgebied heeft.
Sommige soort vliegende vis springen uit het water en zeilen zo'n 80m ver. Bij landing hebben ze echter niet genoeg gevlogen en zigzaggen ze met hun staart over het water waarbij ze opnieuw lift krijgen en er rustig nog 'ns 60m aan vastplakken...

Tahiti Petrel was één van de gaafste zeevogels deze reis. Wilson's was niet zeldzaam tijdens de West Pacific Odyssey.
Ten zuiden van de evenaar is deze soort gelijkmatig bruin van boven en van onderen; ten noorden van de evenaar is de onderzijde licht. 'Intermediate morphs' zijn zwaar in de minderheid en zelf zag ik er tijdens deze trip misschien drie. Volgens de literatuur komen de donkere en lichte vorm door elkaar heen voor maar ik kan me nauwelijks donkere exemplaren ten noorden van de evenaar, of zelfs maar een enkele lichte ten zuiden ervan herinneren... De wigvormige staart is op de onderste foto mooi te zien.

Remco Hofland
Discussie
Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.