DB Terugblik

Een terugblik op de waarnemingen van de afgelopen periode.

Mei 2025

5 juni 2025  ·  Wim Wiegant & Eduard Sangster  ·  1098 × bekeken

Hadden we na de gebeurtenissen in januari - eerst de Pacifische Parelduiker en na anderhalve week de Brileider - nog gedacht dat mogelijk alle grote zeldzaamheden voor 2025 al waren uitgedeeld, dan hadden we even buiten de twee vogelaars gerekend die op Texel een Amoerroodstuitzwaluw ontdekten, de zevende van Europa. Wat een knaller! De enorme aantallen andere zeldzaamheden die in de loop van deze maand passeerden hebben echter ook de nodige en onverdeelde aandacht nodig, dus laten we ze maar eens grondig gaan bestuderen...

Hoogtepunten

Amoerroodstuitzwaluw

De soort van de maand was natuurlijk de eerste Amoerroodstuitzwaluw van Nederland, die gedurende slechts enige minuten te zien was op de noordpunt van Texel (NH). Ondanks het feit dat er heel veel vogelaars op het eiland aanwezig waren - het was het weekeinde van het Waddenfestival - werd de vogel maar door vier waarnemers gezien.

Amoerroodstuitzwaluw Cecropis daurica, Texel (NH), 9 mei (Han Zevenhuizen)

Brileider

Mag de Amoerroodstuitzwaluw de soort van de maand zijn, de soort van het jaar - tot nog toe - is en blijft natuurlijk de Brileider. De vogel veranderde echter wel van "moeilijk waar te nemen" naar "zeer moeilijk waar te nemen". De vogel werd alleen op 3, 4, 5 en 7 mei gezien, en daarna pas weer op 16, 17, 27, 30 en 31 mei. De vogel was op een aantal dagen actief aan het baltsen, hetgeen de kans dat de vogel nog een tijdje zal blijven alleen maar groter lijkt te maken.

Steppearend

De achtste Steppearend van het land vloog over Bemmel (Gld) op 30 mei. Helaas was de vogel niet te bezoeken.

Steppearend Aquila nipalensis, Bemmel (Gld), 30 mei (Jolanda Wannet)

Groene Bijeneter

Voor het derde achtereenvolgende jaar werd de Groene Bijeneter in Nederland vastgesteld, en wel op 19 en 20 mei in een niet-toegankelijk gedeelte van Oranjezon, de duinen van Walcheren (Zld). De eer van de ontdekking viel te beurt aan de filmploeg van het televisieprogramma Vroege Vogels. Als het dezelfde vogel was als die de dag daarvoor in België was gezien, dan is de kans groot dat het een nieuw - min of meer bewezen - taxon voor Nederland betrof: de ondersoort met de eerder op deze site gebezigde Nederlandse naam Saharaanse Groene Bijeneter Merops persicus chrysocercus. Het DB-Terugblik team had liever de voorkeur gegeven aan een andere naam - alleen al om het feit dat deze ondersoort in Afrika meer buiten dan binnen de Sahara is verspreid - en hem Lichtgroene Bijeneter genoemd! Afrikaanse Groene Bijeneter volstaat natuurlijk ook - maar zie ook de commentaren onder deze rubriek...

Groene Bijeneter Merops persicus, Oranjezon (Zld), 19 mei (Bart Schot)

Westelijke Baardgrasmus

We zouden het bijna vergeten, maar de Westelijke Baardgrasmus is een heel zeldzame soort in Nederland. Op Terschelling werd, tussen de basaltblokken van de dam aan de Waddenzee bij Landerum, een prachtig mannetje gefotografeerd, het dertiende exemplaar van deze soort in ons land.

Vorkstaartplevier

Een Vorkstaartplevier liet zich van 4 tot 10 mei werkelijk prachtig zien bij de Maas in Itteren (L). Het was de tweede voor Limburg - na een geval op 17 mei 2022 - en de mooiste in Nederland ooit.

Vorkstaartplevier Glareola pratincola, Itteren (L), 7 mei (Pieter Hilgeman)

Overzicht

Eendachtigen

Over de Brileider beginnen de superlatieven nu echt een beetje op te raken. De vogel was gedurende de hele maand aanwezig in de buurt van De Schorren op Texel, maar was lang niet altijd makkelijk te vinden. Gelukkig zijn de meeste liefhebbers inmiddels wel een keertje wezen kijken. De Buffelkopeend van Flevoland, bij en in de Lepelaarplassen, bleef tot 18 mei. De Ringsnaveleend van Heerhugowaard beëindigde zijn schier oneindige verblijf op 2 mei. We zijn benieuwd óf - en wanneer - de vogel weer opduikt. In 2024 bleef de vogel ook tot 2 mei, om op 21 september weer zijn plaats in te nemen; het jaar daarvoor kwam de vogel op 23 oktober weer terug. Op 3 mei was er een mannetje aanwezig bij Kampen (Ovl). Ook een Kleine Topper werd nog gezien in mei, zij het alleen op 1 mei, en wel op de Hellegatsplaten. Een spectaculaire man Blauwvleugeltaling in het Lauwersmeer leek helaas een "geknipte" vleugel te hebben. Dat gold niet voor de Bronskopeend, waarvan ongeringde mannetjes zich bijna de gehele maand ophielden in het Rivierpark Maasvallei bij Itteren (L) en bij Rozenburg, Vlaardingen en in de Nieuwe Driemanspolder (ZH), tot 24 mei. In de Vreugdenrijkerwaard bij Zwolle en ook bij Zalk (Ovl) was van 18 tot 26 mei ook een mannetje aanwezig. Dat het dezelfde was als die op 29 en 30 mei aanwezig was bij Blokzijl, daar niet al te ver vandaan, lijkt goed mogelijk.

Bronskopeend Mareca falcata, Vlaardingen, 18 mei (Anco Euser)

Amerikaanse Wintertalingen werden nog gezien in de Hamert (L) tot 10 mei en Oosterland (Zld) op 7 en 8 mei.

Nachtzwaluwen tot aalscholvers

Om een keer een Nachtzwaluw op het strand te zien zitten, zult u vele, vele kilometers aan strandwandelingen moeten maken, en dan nog is de kans ongeveer nul. Toch landde er op 10 mei een op het strand bij de vuurtoren van Texel, nadat enkele verbaasde waarnemers zich aanvankelijk hadden afgevraagd welke vogelsoort daar boven zee aan kwam vliegen. Er werden aardige foto's van gemaakt.

Nachtzwaluw Caprimulgus europeaeus, Texel (NH), 10 mei (Han Zevenhuizen)

In Oostdijk, voor de onwetenden: vlak bij Havenhoofd (ZH), op Goeree, kwam op 3 mei een Alpengierzwaluw overgezet. Net als bijna alle andere liet de vogel zich aan maar weinig waarnemers zien, in dit geval twee. Het lijdt geen twijfel: de Koereiger heeft Nederland niet alleen veroverd, maar totaal overmeesterd! In niet minder dan 127 uurhokken werden vogels gezien in deze maand, waaronder speelse groepjes van 25 in de Braakman (Zld), bij Moerdijk (NB) en bij Giethoorn (Ovl) en 21 in de Sliedrechtse Biesbosch (ZH). Dit gaat waarschijnlijk niet meer over. Vanaf 17 december is de Dwergaalscholver al een vaste bewoner van Natuurpark Lelystad (Fl). Er is niets dat erop wijst dat de vogel zich daar verveelt, dus het verblijf kan nog wel even duren. Aan het einde van mei stond het verblijf op 166 dagen.

Waders

Op 2 mei werd een Griel gevonden op Goeree (ZH) en deze bleef tot in de avond aanwezig. Op 12 mei vloog er een langs in het Nationaal Park Zuid-Kennemerland (NH). Op 13 mei vloog er een over de voormalige gemeente Litterensadiel (Fr). Schitterende voormalige gemeenten kent Friesland, maar we denken dat dit in de huidige gemeente Sudwest-Fryslan (Fr) ligt. Daarbuiten waren er nog wat hoorwaarnemingen. Er werd een aardig aantal Amerikaans Goudplevieren waargenomen. Op 1 mei zat een onvolwassen vogel in Ouderkerk aan de Amstel (NH), twee vogels in zomerkleed zaten op en bij Schiermonnikoog en Ameland (Fr) van 2 tot 18 mei, en op 30 mei zat een tweedejaars vogel op Rottumeroog (Gr). In 13 uurhokken werden Breedbekstrandlopers gemeld, in twee gevallen ook groepjes van drie. De uurhokken lagen op één na allemaal ten noorden van Alkmaar. Het enige meer zuidelijk gelegen uurhok bevatte Park Lingezegen, een hotspot voor vogelaars vlakbij Elst (Gld).

Breedbekstrandloper Calidris falcinellus, Dollard (Gr), 25 mei (Tim Langerak)

We zouden het bijna vergeten, maar een zeer goed bezochte Blonde Ruiter in Keent (NB) van 23 tot 25 mei, is zeker de moeite van het noemen waard. Deze maand bleef de teller voor de Gestreepte Strandloper op zeven steken. Alle gevallen waren aan zee of in Flevoland. Op 13 mei werd de eerste Terekruiter van het jaar gezien, op de Kwade Hoek op Goeree (ZH); op 14 mei zat waarschijnlijk dezelfde vogel elders op Goeree. Van 17 tot 21 mei zat er een op het schor bij Den Oever en van 23 tot 26 mei zat een goedbezochte bij Hoorn. Deze laatste liet zich mooi fotograferen. Op 30 mei, ten slotte, werd er nog een in de Peazemerlannen (Fr) gezien.

Terekruiter Xenus cinereus, Hoorn (NH), 26 mei (Mattias Hofstede)

De Grote Grijze Snip is tegenwoordig een min of meer te verwachten zeldzaamheid. Deze keer werd tot 11 mei een exemplaar gezien aan het Amstelmeer (NH). Deze was daar al vanaf 22 april aanwezig.

Grote Grijze Snip Limnodromus scolopaceus, Amstelmeer (NH), 11 mei (Mattias Hofstede)

Het was een goede maand voor de Poelsnip. Op 2 mei werd er een tijdens een inventarisatie opgestoten bij Staphorst (Ovl) en daar vlakbij werd er weer een - of dezelfde - gezien op 3 mei. Tijdens nog meer inventarisatiewerk werden op 11 en 12 mei vogels gezien bij respectievelijk Spanbroek (NH) en Jukwerd (Gr). Op 13 mei werd er een open en bloot gefotografeerd in Waal en Burg op Texel (NH), op 16 mei werd er een flink gefotografeerd bij Nes op Ameland (Fr), op 18 mei een bij Huizen (NH), en op 21 mei in Polder de Samenvoeging bij Koudum (Fr).

Poelsnip Gallinago media, Jukwerd (Gr), 12 mei (Thijs Glastra)

Een fraaie adult zomer Vorkstaartplevier bij Itteren, van 4 tot 10 mei, was pas de 27e voor Nederland, en ook pas de eerste voor de provincie Limburg. Bloedstollende foto's werden van de vogel gemaakt, en daarvan is er hieronder nog eentje te zien.

Vorkstaartplevier Glareola pratincola, Itteren (L), 7 mei (Ran Schols)

Zeekoeten

Vanaf 7 mei was een Zwarte Zeekoet aanwezig bij de Vliehors (Fr) en op 25 en 26 mei was er een ter plekke bij Ritthem (Zld). Beide vogels waren in hun tweede kalenderjaar.

Roofvogels

In 14 uurhokken werden Grijze Wouwen gezien. Om hoeveel vogels het ging is totaal onduidelijk. In theorie zou het om slechts twee à drie vogels kunnen gaan. Met dit jaar al waarnemingen in 31 uurhokken, kan het eerste broedgeval van deze "klimaatsoort" - een soort waarvan de toename voor een groot deel aan de opwarming van het klimaat kan worden toegeschreven - onmogelijk lang op zich laten wachten. Over "klimaatsoorten" gesproken, ook de Slangenarend deed een aardige duit in het zakje: in 18 uurhokken werd de soort waargenomen, natuurlijk het meest in en rond de Hoge Veluwe (Gld) en het Fochteloërveen (Dr) Na een eenzame Vale Gier op 7 mei over Castelre (NB), barstte het los op 27 mei, toen er 15 over Ransdaal (L) vlogen. Daarna verschenen op 30 en 31 mei verschillende groepjes op meerdere plaatsen in Noord-Brabant, Friesland en Groningen.

Vale Gier Gyps fulvus, Overloon (NB), 31 mei (Nelson Stukker)

Op 11 mei werd een Schreeuwarendgezien over Witharen (Ovl) en waarschijnlijk dezelfde vloog over de Eemshaven (Gr), later op de dag. Een vogelaar stond op 31 mei een mooi perceeltje met hoge bomenrijen in de buurt van Winterswijk. Daar kreeg hij te horen dat een groep Vale Gieren zowat over zijn huis in Drenthe was gevlogen, terwijl hij dus niet thuis was... De teleurstelling werd echter geheel goedgemaakt door het korte verschijnen van nog een heuse Schreeuwarend.

Schreeuwarend Clanga pomarina, Winterswijk (Gld), 31 mei (Tseard Mulder)

Een lichte fase Dwergarend werd over het Dwingelderveld (Dr) de gezien en gefotografeerd op 16 mei en mogelijk ook op 17 mei, maar bezoekbaar, ho maar! Een Steppearend werd gefotografeerd terwijl deze op 30 mei over de Bemmelse Waarden (Gld) vloog. Slechts drie waarnemers mochten genieten van het schouwspel. Dit is pas het achtste geval van het land. Maar twee ervan waren te bezoeken: de vogel in januari en februari 1984 bij Someren (NB) en die bij Middelburg en Goes (Zld) op 21 en 22 mei 2020. In 18 uurhokken werden Steppekiekendieven gezien. Dat is ongeveer "het nieuwe normaal", voor deze soort. Twee of drie verschillende Dwergooruilen lieten zich deze maand horen: bij Gennep (L) op 6 mei, bij Dreumel (Gld) op 13 en 14 mei, en bij Weert (L) vanaf 13 mei tot aan het eind van de maand. Overigens, zowel in 2021 als in 2022 waren er ook drie gevallen. Een gezonde partij Bijeneters werd gezien. In maar liefst 175 uurhokken werd de soort gemeld. Een grote groep van 20 tot maximaal 25 vogels verbleef enige tijd in de Kennemerduinen (NH). Zouden daar dingen gebeuren in donkere holen die het daglicht niet kunnen verdragen? De stilte rondom de waarnemingen doet het ergste vermoeden... Het radio- en televisieprogramma Vroege Vogels maakt er een gewoonte van opnames te maken in niet vrij toegankelijke gebieden. Daarbij wordt regelmatig met enige trots gemeld dat wij als gewone mensen niet in het gebied mogen komen. Hoe het komt dat de makers van het programma ons vaak dingen laten zien die we niet mogen bezoeken, dat moet ons nog duidelijk worden. Op 19 mei was de filmploeg opnames aan het maken in Oranjezon op Walcheren (Zld), toen er een Groene Bijeneter aanwezig bleek. Helaas was de uiterst spectaculaire vogel dus niet voor de grote publiek weggelegd. De vogel verdween de volgende ochtend. Aan de foto (zie boven) te oordelen lijkt het om de vogel te gaan die een dag eerder in België werd gezien (zie hieronder en bij de bespreking van de zeldzaamheden in de WP verderop). Het zou op basis van de lange staartpunten en de kleur van de bovendelen en het weinige rood op de keel de ondersoort chrysocercus betreffen, en die zou dan nieuw voor Nederland zijn.

Groene Bijeneter Merops persicus, Overmere, België, 18 mei (Anton Cnudde)

Een Middelste Bonte Specht onderstreepte de expansiedrift van de soort door op 11 mei voor het eerst langs te komen vliegen langs Breskens (Zld), een duidelijk teken dat de verovering van de Britse Eilanden aanstaande is. De Britten zijn gewaarschuwd! Overigens komt de soort al een tijdje als broedvogel voor in Zeeuws Vlaanderen, maar de meest nabije territoria bevinden zich toch nog een goede 16 kilometer verwijderd van de bekende telpost.

Middelste Bonte Specht Dendropicos medius, Breskens (Zld), 10 mei (Maurice van Veen)

Zangvogels

Een beperkt aantal zangvogeltaxa kent zustertaxa die op de Balearische eilanden voorkomen. Denk aan de Balearische Grasmus, nauw verwant aan de Sardijnse Grasmus, en de Balearische Vliegenvanger, die een zustersoort van de Grauwe Vliegenvanger is. De Balearische Roodkopklauwier Lanius senator badiusheeft het nog niet zo ver geschopt. Dat is vooralsnog alleen nog maar een ondersoort. Deze ondersoort, of een vogel die daar wel heel sterk op leek, werd voor de derde keer in Nederland gezien. In het natuurgebied Lentevreugd in Wassenaar (ZH) verbleef van 14 tot 18 mei een wijfje van dit taxon. Hoe het komt dat dit taxon géén soortstatus heeft, daarvoor moet u dan weer niet bij het DB Terugblik-team zijn.

Balearische Roodkopklauwier Lanius senator badius, Lentevreugd, Wassenaar (ZH), 14 mei (René van Rossum)

Van de "gewone" Roodkopklauwier waren er ook enkele waarnemingen, te weten op 18 mei in Meijendel (ZH) en van 23 tot 28 mei bij het reddingboothuis op de noordpunt van Texel (NH). De <>Amoerroodstuitzwaluw, genoemd naar een grensrivier tussen Rusland en China, is een uiterste zeldzaamheid in Europa. Slechts zeven keer eerder werd de soort in Europa waargenomen, waaronder twee in Schotland, twee in Finland en drie in Noorwegen. De tweede waarneming in Schotland, op 26 mei 2018, betrof een vogel die langs een boot met een excursie met Nederlandse en Belgische vogelaars vloog. Op 9 mei vloog er een kort rond aan de noordpunt van Texel (NH). Na korte tijd verdween de vogel, om helaas niet weer te worden teruggevonden. Overigens werd eerder, op 26 mei 2013, een roodstuitzwaluw met kenmerken van deze soort gefotografeerd boven het Kennemermeer in IJmuiden (NH), maar omdat niet alle kenmerken op de foto's te zien waren, werd deze niet aanvaard als nieuwe soort voor Nederland. Om nog even op de naam van de soort terug te komen: er staan op de Nederlandse lijst dus binnenkort - als deze wordt aanvaard - drie soorten die naar een rivier zijn vernoemd, deze dus, de Petsjorapieper, genoemd naar een rivier in Noordoost-Rusland, en de hierboven al behandelde Terekruiter, genoemd naar een rivier in Georgië en Rusland. Het zijn alle drie rivieren die u niet iedere dag bezoekt. Rivieren als de Rijn of de Donau, daar worden dan weer geen vogels naar vernoemd.

Amoerroodstuitzwaluw Cecropis daurica, Texel (NH), 9 mei (Jeroen de Bruijn)

"Gewone" Roodstuitzwaluwen werden ook gezien, en wel gewoontegetrouw vooral langs Breskens (Zld), op 1 mei, 10 mei (drie stuks) en 13 mei. Andere vogels werden op 10 mei op Ameland (Fr), Texel (NH) en de Loosdrechtse Plassen (ZH) gezien, op 11 mei bij Wahlwiller (L), op 20 mei over Berkheide (ZH) en op 25 mei bij Oostzaan (NH). Zoals meestal met deze soort, kwam het binnenland er dus bekaaid vanaf.

Roodstuitzwaluw Cecropis rufula, Breskens (Zld), 10 mei (Maurice van Veen)

Laten we maar eerlijk zijn: de Iberische Tjiftjaf is niet een van de meest tot de verbeelding sprekende soorten van ons land. In recente jaren wordt er ieder voorjaar wel een klein aantal in Nederland vastgesteld. Deze maand was het niet anders. Van 1 tot 11 mei was er een aanwezig in het Noordhollands Duinreservaat en van 2 mei tot 16 mei was een roepend vrouwtje te horen op Schiermonnikoog (Fr). Op 16 mei was een vogel aanwezig te Cotessen (L) en een minder overtuigende vogel was van 17 tot 23 mei aanwezig bij Emmeloord (Fl). Een eenvrouwswaarneming van een Westelijke Baardgrasmus werd op 2 mei gedaan op Terschelling (Fr), pas de dertiende van Nederland. De enige bezoekbare Krekelzanger verbleef van 17 mei tot de avond van 21 mei in De Bruuk bij Groesbeek (Gld). Een andere vogel was slechts zeer kort te horen in het Wooldse Veen bij Winterswijk (Gld), ook op 17 mei. In 18 uurhokken werden Orpheusspotvogels doorgegeven en deze waren - weinig verrassend - allemaal gelegen ten zuiden van Rotterdam.

Orpheusspotvogel Hippolais icterina, Kwade Hoek (ZH), 29 mei (Anco Euser)

Gek genoeg was er dit voorjaar maar één Noordse Nachtegaal in Nederland te vinden, en daarvan was de determinatie ook nog niet eens helemaal zeker. Bij Zwolle zong op 11 mei een onduidelijke vogel, en gekker werd het niet deze maand. Een tweedejaars mannetje Kleine Vliegenvanger zong zijn liedje in Emmen, vanaf 25 mei tot het einde van de maand.

Kleine Vliegenvanger Fidecula parva, Emmen (Dr), 27 mei (Wim van Zwieten)

Een scherpe waarnemer had aan één roepje genoeg om in de ochtend van 15 mei, terwijl hij net naar een afspraak wou, een Withalsvliegenvanger in zijn achtertuin op naam te kunnen brengen. De vogel bleef de gehele dag, maar was de volgende dag verdwenen.

Withalsvliegenvanger Fidecula albicollis, Wehe-den Hoorn (Gr), 15 mei (Arno ten Hoeve)

Een wijfje Citroenkwikstaart was zeer kort ter plekke in Berkheide (ZH). Na een paar minuten had de vogel het alweer gezien, maar gelukkig werd de vogel wel fotografisch en auditief vastgelegd. Het aantal Roodkeelpiepers dat in Nederland wordt waargenomen lijkt de laatste jaren wat af te nemen, na "piekjaren" van 2018 tot 2021. Daar is geen duidelijk aanwijsbare reden voor. In 21 uurhokken werd de soort gemeld, waarvan de helft aan de kust lag, vooral in Zuid- en Noord-Holland, en een deel langs de IJssel en de Maas, de rivieren die van zuid naar noord stromen. Roodmussen worden om voor de hand liggende redenen, van broedbiologische en fotografische aard, meestal "geheim" gehouden. Er waren wel zeker enige vogels aanwezig, her en der in den lande.

Roodmus Erythrina erithrina, Fochteloërveen (Dr), 29 mei (Wim van Zwieten)

De fraaie Ortolaan begint inmiddels een zeldzaamheid van formaat te worden. Op 1 mei was een schitterend mannetje kort aanwezig in De Tuintjes op Texel (NH). Op dezelfde dag werd een wijfje in Leusden (U) gefotografeerd. Op 9 mei was een mannetje ter plekke bij Petten (NH), en nog twee overvliegende vogels werden gemeld op 11 mei over Nieuw Statenzijl (Gr) en en 21 en 24 mei op Schiermonnikoog (Fr).

Ortolaan Emberiza hortulana, Texel (NH), 1 mei (Robert van der Meer)

Een rondje langs de West-Palearctische velden

Voor wie het nog niet had begrepen: Wim Wiegant schrijft over de Nederlandse waarnemingen en gevallen, maar Eduard Sangster schrijft het overzicht over de waarnemingen in de WP. Die is dus nu aan de beurt!

Mei is altijd een drukke maand met zeldzaamheden in de WP. Laten we daarom geen tijd verliezen en snel beginnen met het belangrijkste nieuws van de afgelopen maand!

Azoren

Begin mei werd een Treurduif (Mourning Dove) gezien op São Miguel. Een donkere fase van de Amerikaanse ondersoort van de Ruigpootbuizerd (Rough-legged Hawk) verbleef op Pico. Tevens waren meerdere Amerikaanse Kleine Zilverreigers (Snowy Egret) en een Carolina-eend (Wood Duck) aanwezig op de Azoren.

Britse Eilanden

De noordwestelijke straalstroom leverde Schotland een fraaie Savannegors (Savannah Sparrow) op, het vierde Britse geval. Helaas voor de twitchers verbleef de vogel alleen op 12 mei op Unst, Shetland. Een mannetje Carolina-eend (Wood Duck) op de Hebriden zorgde voor hoofdbrekens: wordt het niet tijd om deze soort op de Britse lijst te plaatsen? Door sceptici worden de drie Mandarijneenden (Mandarin Duck) op de Shetlands en twee Kaneeltalingen (Cinnamon Teal) langs de oostkust als tegenargument gebruikt. De vele tientallen Roodpootvalken (Red-footed Falcon) in mei betekende een van de grootste influxen van deze soort in Groot-Brittannië sinds 1992, toen er circa 250 exemplaren werden geteld. Maar liefst drie Balkanbergfluiters (Eastern Bonelli’s Warbler) werden gezien op de Britse Eilanden. Ze lieten hun gebruikelijke patroon zien en waren de volgende dag alle weer verdwenen. Een fenomenale zomerkleed Rode Grutto (Hudsonian Godwit) werd op 16 mei ontdekt langs de Engelse zuidkust en verbleef hier enkele dagen. Dit betrof alweer het vijfde geval in de laatste tien jaar. Wanneer is Nederland aan de beurt? Een baltsende Blonde Ruiter (Buff-breasted Sandpiper), enkele dagen langs de oostkust van Engeland, is ook het vermelden waard. Het mannetje Amerikaanse Dwergstern (Least Tern) verbleef vanaf de 17e weer nabij Dublin, voor het vijfde achtereenvolgende jaar. Een dag later arriveerde voor het zesde opeenvolgende jaar het vrouwtje Zwarte Stern (Black Tern) van de Amerikaanse ondersoort surinamensis in de haar bekende kolonie van Noordse Sterns (Arctic Tern) in het noordoosten van Engeland. Ook deze maand dook weer een Amerikaanse Blauwe Kiekendief (Northern Harrier) op in Ierland en was de lang verblijvende Geoorde Aalscholver (Double-crested Cormorant) begin deze maand nog op zijn plek langs de westkust. Naar aanleiding van het recente artikel in Dutch Birding is de ‘grote zilverreiger’ van november 2024 in Ierland nog eens onder loep genomen. En ja hoor, het betreft een heuse Amerikaanse Grote Zilverreiger (American Great Egret). Die wordt aldaar overigens (nog) behandeld als een ondersoort. Een goed herkenbare Amerikaanse Zilvermeeuw (American Herring Gull) in eerste-zomerkleed werd gezien in het noorden van Schotland. Een Alaskastrandloper (Western Sandpiper) in Schotland werd op 26 mei gedetermineerd, na aanvankelijk als Kleine Strandloper (Little Stint) gemeld te zijn. Na bestudering van nog meer foto’s bleek de vogel zes maanden geleden al gearriveerd te zijn. Een Treurduif (Mourning Dove) was op 28 mei aanwezig op Great Blasket Island, voor de kust van Ierland.

Noord-Europa

Een Oosterse Tortelduif (Oriental Turtle Dove) in Ólafsvík betekende het eerste geval voor IJsland. De week voor en na 1 mei zijn traditioneel de beste weken voor roofvogelspektakel in Skagen. Dit jaar was niet anders met de 50e (!) roofvogelsoort die in Skagen is gezien. Een vrouwtje Aziatische Wespendief (Crested Honey Buzzard) op 1 mei betekende het eerste geval voor Denemarken. De opmars van de Cetti’s Zanger (Cetti’s Warbler) gaat gestaag door, getuige het eerste geval in Denemarken bij het Skagen Ringstation. In centraal Zweden werd een baltsende Amerikaanse Watersnip (Wilson’s Snipe) ontdekt nabij Storsjö op 7 mei en deze was in elk geval op 30 mei nog aanwezig. Dit betrof het tweede geval voor het land. De derde Balkanbergfluiter (Eastern Bonelli’s Warbler) voor Zweden werd op 24 mei gezien op Öland. Nog leuker was het in Finland met een zingende BoskoekoekOriental Cuckoo vanaf 26 mei tot in elk geval het einde van de maand nabij Kumo. Na drie dagen foto’s nemen, opnames maken en puzzelen werd het geval naar buiten gebracht. De combinatie van het aantal banden op de buitenste drie handpennen, de donkere iris en de zang bevestigde de determinatie echter comfortabel. Het eerste kenmerk komt voor het eerst en uitvoerig aan de orde in dit recente DB-artikel. Dit betekent het tweede geval voor Finland van deze soort die al vanaf de Oeral oostwaarts broedt.

Centraal-Europa

Het was een fraaie meimaand in België met op de 18e een goed twitchbare Groene Bijeneter (Blue-cheeked Bee-eater), wat het tweede geval voor het land betrof.

Groene Bijeneter Merops persicus, Overmere, België, 18 mei (Johan Buckens)

Drie dagen werd nog een rammer ontdekt: een mooi mannetje Kleine Torenvalk (Lesser Kestrel), welke langdurig verbleef nabij het vliegveld van Oostmalle. Dit betekende het vierde geval voor onze zuiderburen.

Kleine Torenvalk Falco naumanni, Oostmalle, België, 22 mei (Ludo van Dorst)

Op de 22e werd op dezelfde locatie een Steppearend (Steppe Eagle) overvliegend gezien, de vijfde voor België. Een Brilstern (Bridled Tern) en inmiddels twee Sierlijke Sterns (Elegant Tern) verbleven in de bekende kolonie van Grote Stern (Sandwich Tern) op Île aux Moutons, nabij Bretagne, Frankrijk.

Oost-Europa

De eerste Canadese Kraanvogel (Sandhill Crane) voor Polen betekende tevens dat de Duitse vogel compléét de verkeerde kant is opgevlogen! Ook Polen kende haar eerste Cetti’s Zanger (Cetti’s Warbler) deze maand, een zingende vogel vanaf 27 mei nabij Gdansk. Roemenië had een goede steltloper-maand met de eerste Bonapartes Strandloper (White-rumped Sandpiper) vanaf 21 mei en de eerste Steltstrandloper (Stilt Sandpiper) op 26 mei. Sinds lange tijd werd nieuws uit Montenegro vernomen, met twee Sporenkieviten (Spur-winged Plover) op 2 mei. Passen de waarnemingen in het narratief ‘gooi die soort eens gauw op de Nederlandse lijst’ ?

Zuid-Europa

Een fraai adult mannetje Amoerroodpootvalk (Amur Falcon) vloog pijlsnel langs Galicië op 4 mei. Dit betrof het derde geval in Spanje. Een Oostelijke Kraagtrap (Asian Houbara) op 12 mei in Híjar, Spanje was een grote verrassing en zou het eerste geval voor Spanje betekenen. Of is het een ontsnapte vogel uit het broedprogramma in Marokko? De website meldt dat niet, maar hier wordt naar het schijnt niet alleen gewerkt met Westelijke Kraagtrappen (African Houbara), maar worden ook Oostelijke Kraagtrappen (Asian Houbara) gehouden. Bij Malaga verbleef een Afrikaanse Koningsstern (West African Crested Tern) en bij Tarifa een Marokkaanse Kwikstaart (Moroccan Wagtail). De Sierlijke Stern (Elegant Tern) is weer aanwezig in de gemengde sternkolonie van Parc National Albufera, nabij Valencia. De Kelpmeeuw (Kelp Gull) was tot in juni aanwezig in de haven van Cantabria, langs de noordkust van Spanje. De eerste Siberische Gierzwaluw (Pacific Swift) voor Italië werd ontdekt op 16 mei nabij Bozen, Zuid-Tirol, en verbleef tot in juni in het Alpendorp. Alweer het 31e WP geval, maar nog steeds een ‘mega’, gezien het geringe aantal twitchbare gevallen. Op 27 mei verbleef het adulte Afrikaanse Purperhoen (Lesser Moorhen) nog op Cyprus.

Noord-Afrika

De eerste Westelijke Willet (Western Willet) voor Kaapverdië werd op 9 mei op Boa Vista ontdekt. Voor het tweede achtereenvolgende jaar broedde een paartje Witstaartkeerkringvogel (White-tailed Tropicbird) succesvol op de Kaapverdische Eilanden, nabij Fogo op Ilhéu de Cima. De Amerikaanse Bontbekplevier (Semipalmated Sandpiper) was 24 mei nog steeds aanwezig op Gran Canaria, net als de nogal geheimzinnige Bruinruggoudmus (Sudan Golden Sparrow) aldaar nog op 12 mei. Witruggier (White-backed Vulture) lijkt een reguliere soort te worden in Marokko, met op de 11 mei een vogel bij Jbel Mousa en op 15 mei een gezenderde vogel. Hierbij nog wat verlaat nieuws uit Algerije uit april. Ongetwijfeld wordt er overheen gekeken, want pas het eerste geval van de Balearische Vliegenvanger (Mediterranean Flycatcher) voor Algerije werd gezien bij Lac de Reghaia. Ook voor deze soort wordt voor de herkenning verwezen naar een artikel in DB. In Oued Amded, nabij Tamanrasset, Algerije, werden maar liefst 23 Bruinruggoudmussen (Sudan Golden Sparrow) gezien. Een Dwergmaskerwever (Little Weaver) nabij Tamanrasset zou het eerste geval voor de WP betekenen. Door kordaat optreden van de politie tegen de levendige vogelhandel in deze stad worden vele vangsten gedaan nabij Tamanrasset. De politie heeft echter de gewoonte om de in beslag genomen vogels meteen vrij te laten. Dit betekent dat – indien gehouden - elke zeldzaamheid in Zuid-Algerije verdacht is en dientengevolge niet als wild wordt aanvaard. Ook al komen deze soorten soms enkele honderden kilometers verderop gewoon voor. Het is daarom niet waarschijnlijk dat dit geval aanvaard gaat worden. Na eerdere onbevestigde meldingen dit jaar werden twee Teugelastrildes (Crimson-rumped Waxbill) gefotografeerd bij Abu Simbel op 25 mei.

Teugelastrild Estrilda rhodophyga, Abu Simbel, Egypte, 21 mei (Rainer Praschak)

Eerdere meldingen uit 1996, 2021 en 2023-2024 worden binnenkort besproken in het Dutch Birding tijdschrift. Indien aanvaard zal dit de derde nieuwe soort voor de WP zijn die we kunnen bijschrijven dit jaar, na de Zwartkoprupsvogel (Black-headed Cuckoo-Shrike) in januari in Iran en de Opaalstern (White Tern) in februari in Wales.

Midden-Oosten

Een onvolwassen Afrikaanse Nimmerzat (Yellow-billed Stork) die verbleef vanaf 24 mei nabij Bolu in noordwest-Turkije zou het derde geval voor het land betekenen. In het uiterste oosten van Turkije werd op de 18e een zingende Dwergtjiftjaf (Plain Leaf Warbler) ontdekt, pas het tweede geval voor het land. De eerste Siberische Strandloper (Sharp-tailed Sandpiper) voor Israël werd ontdekt nabij Eilat op 11 mei. Een influx van Dunbekpijlstormvogels (Short-tailed Shearwater) is gaande in de Indische Oceaan, getuige de 14 vogels in Bangladesh en zelfs eentje in Nepal, elf exemplaren in Iraanse wateren, zes exemplaren in Koeweit en later zelfs 20 exemplaren, en 2 vogels in de VAE, waarvan er begin mei nog één aanwezig was. Op 3 mei was nog één Kleine Noddy (Lesser Noddy) aanwezig nabij Ras Dibba, VAE. Een Savannezwaluw (Lesser Striped Swallow) werd op 18 mei ontdekt in Koeweit. Dit betekende pas het tweede geval voor de WP van deze wijdverspreide Afrikaanse soort. Het eerste geval betrof een vogel op Masirah, Oman in december 1986.

De Glazen bol

Juni is de maand van de niet-te-bevatten waarneming! Denk aan Bruinkopgors, Reuzenzwartkopmeeuw, Groene Fitis, Sierlijke Stern, Siberische Gierzwaluw, Grijskopkievit, en vergelijkbare soorten. Het gekste is weer niet gek genoeg, voor de echte fanatici. Oudere en mogelijk wijzere mensen proberen de kalmte te vinden die de ware vogelaar zo kenmerkt, en gaan rustig op zoek naar een volledig Zen cirkelend groepje Vale Gieren. En daar mag dan best een Rüppels Gier tussen zitten. Gelukkig is er niemand die u voorschrijft wat u moet doen, of wat u leuk zou moeten vinden. Wij wensen iedereen met het nastreven van hoge óf lage ambities bij het bekijken van vogels, weer heel veel zoekplezier...!

We willen alle waarnemers en fotografen hartelijk bedanken voor hun bijdragen aan dit verslag. We would like to thank all observers and photographers for their contributions to this report.

Wim Wiegant & Eduard Sangster

Discussie

Wim Wiegant  ·  5 juni 2025  20:42

Voor wie het nog niet had begrepen: Wim Wiegant schrijft over de Nederlandse zeldzaamheden, maar Eduard Sangster over de WP-zeldzaamheden. Uiteindelijk moeten Garry Bakker - deze keer wel héél erg - en Toy Janssen op het gebied van respectievelijk feiten en ICT de touwtjes aan elkaar knopen. Wat een team...!

Bas van den Boogaard  ·  5 juni 2025  21:13

Wederom een fijn stuk heren! Je zou zeggen dat een Blonde ruiter in Noord-Brabant ook niet misstaat in dit overzicht, toch? Zeker in de woeste binnenlanden van Nederland behoorlijk zeldzaam.

Michiel Schoonderwoerd  ·  5 juni 2025  21:39

Heerlijk weer Wim en Eduard.
Twee kleine oppoetsers:
De nieuwe soort voor NL mist een dikdrukking van de naam. En de Savannegors op Unst mist het numerieke deel van de datum. 

Wim Wiegant  ·  5 juni 2025  23:33

Bas en Michiel, een en ander is aangepast...

Arnoud B van den Berg  ·  6 juni 2025  09:10, gewijzigd 6 juni 2025  21:00

Prachtig werk, Eduard en Wim!

Mooi proza maar bij wat je schrijft over Groene Bijeneter kun je bedenken dat eerdere gevallen mogelijk/vermoedelijk ook chrysocercus waren; om dat met zekerheid te zeggen heb je ongetwijfeld wel betere foto's nodig.

En over het (reflexmatige) commentaar op Nederlandse naamgeving: Afrikaanse Groene Bijeneter lijkt me niet zo goed voor chrysocercus omdat de andere ondersoort ook in Afrika voorkomt (Noord-Egypte). Verder broedt chrysocercus - als typische woestijnsoort - bij oases ten zuiden van het Atlas-gebergte, een gebied dat bekend staat als de 'Sahara'.

PS: Misschien ben je in de war met Merops superciliosus, die in heel groot deel van O- en Z-Afrika broedt, en tot 2001 (Fry) tot dezelfde soort werd gerekend als M persicus (die in Afrika een veel kleiner leefgebied heeft)?




Wim Nap  ·  6 juni 2025  09:41

Mooi overzicht Wim. Wat de Vale Gieren betreft, die werden ook in de provincie Groningen gezien, maximaal 10 op 31 mei, vanaf Blijham/Oudeschans westwaards, uiteindelijk tot boven Stad.

Dennis Meeuwissen  ·  6 juni 2025  13:16

Vorkstaartplevier was de tweede voor Limburg na een geval in 2022.

Rinse van der Vliet  ·  6 juni 2025  13:49, gewijzigd 6 juni 2025  14:05

Mooi stuk, veel zeldzaamheden.

Chrysocercus broedt óók in drie regio's ten zuiden van de Sahara: ZW-Mauretanië/NW-Senegal; ZO-Mali; Lake Chad. Alle drie op de breedtegraad die ruimschoots valt binnen de Sahel. Nog los van de winterverspreiding in (sub)tropisch West-Afrika (voornamelijk in een strook langs de kust t/m Liberia). Dus Saharaanse Groene Bijeneter dekt de lading niet helemaal. Als  alternatief lijkt me West-Afrikaanse Groene Bijeneter overigens geen goed idee ivm eventuele verwarring door Afrikaanse Kleine Groene Bijeneter (Merops viridissimus).

 Of is er onderzoek waaruit blijkt dat de populatie(s) in de drie bovengenoemde regio's een andere ondersoort betreffen? 

Martijn Bunskoek  ·  6 juni 2025  13:58

Weer heerlijk stuk! Ik mis nog de Schreeuwarend(en) die op 11 mei over Witharen en de Eemshaven vloog/vlogen?

Thomas Wakker  ·  6 juni 2025  15:28

De Dwergarend van 16 mei op het Dwingelderveld misschien nog het vermelden waard?

Wim Wiegant  ·  6 juni 2025  17:22

Dank voor de correcties!
De teksten over Groene Bijeneter, Vorkstaartplevier en Vale Gier zijn aangepast en Dwergarend en nog een Schreeuwarend zijn opgenomen.  

Edwin Schuller  ·  6 juni 2025  18:51

Wat tikfoutjes: "Schreeuwarendgezien", "badiusheeft" en "<>Amoerroodstuitzwaluw". Verder weer een leuk stukje leesvoer, ook al heb ik dan deze maand alles gemist :).

Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.

Feedback?