DB Terugblik

Een terugblik op de waarnemingen van de afgelopen periode.

1 - 30 juni

10 juli 2020  ·  Diedert Koppenol  ·  4994 × bekeken

Waar de afgelopen Terugblik natuurlijk een enorme periode besloeg, gaat deze Terugblik slechts over één maand. Echter, ondanks dat de periode nu anderhalve maand korter is, zitten we toch op een vergelijkbaar niveau qua potentiële nieuwe soorten voor Nederland, met ook nog eens de helft minder discussie. Juni is het nieuwe oktober en voorjaar is het nieuwe najaar?!

Hoogtepunten

Bergkalanderleeuwerik

De ‘bookies’ maakten overuren toen de berichten over deze zeldzaamheid binnenkwamen. Het was in ieder geval een zware rammer, want tijdens het vieren van de ontdekking, werd ook nog eens een Dunbekmeeuw gevonden die wel gewoon werd gepiept! Smyrnagors, Wenkbrauwalbatros, Geelbuiksapspecht en Bonte Stern waren zomaar wat soorten die de revue passeerden tijdens deze chaotische hype, waarbij heel vogelend Nederland zich afvroeg wat er nu toch op Rottumerplaat zat! Toen het nieuws viavia wat uit begon te lekken, mochten de heren eindelijk zelf hun ontdekking bekend maken. Met gave foto’s van een prachtige Bergkalanderleeuwerik stond iedereen toch wel even met de mond vol tanden. Helaas was de plek onbereikbaar, maar het dier was ook al vertrokken, dus dat had niet uitgemaakt.

Bergkalanderleeuwerik Melanocorypha bimaculata, Rottumerplaat, 17 juni 2020 (Christian Brinkman)

Hopelijk volgt er snel een herkansing van deze gave soort. Vorig jaar was er ook al een geval in Duitsland, dus wie weet zijn de kansen toch nog niet helemaal verkeken. Het ontdekkingsverhaal is hier te lezen.

Groene Fitis

Op 10 juni werd er, zoals iedereen welbekend, in de vroege ochtend een luid zingende Groene Fitis ontdekt. Ook al was deze soort niet nieuw voor Nederland, want het geval van Vlaardingen vorig jaar had enorm goede papieren, toch voelde het wel zo. Het was natuurlijk wel de eerste kans om de Groene Fitis bij te schrijven op de lijst, maar alweer niet voor iedereen. De vogel was voor bijna iedereen die de half één-boot naar Texel had, niet meer weggelegd. Het betreft echter alweer het tweede geval voor ons land nu de vogel van Vlaardingen is aanvaard. Houd dus zeker deze Phylloscopus op de radar!

Groene Fitis Phylloscopus nitidus, Texel, 10 juni 2020 (Frank Coenjaerts)

Overzicht

Eenden en ganzen

Op het zwemvliezenfront was het deze maand toch eindelijk stil aan het worden. De Koningseider van Texel was nog aanwezig rond de Waddenkust van het eiland tot aan 11 juni. Dit mooie mannetje werd voornamelijk bij de IJzeren Kaap en Nieuweschild gezien. Op 8 juni werd bij de Petrusplaat in de Brabantsche Biesbosch een adulte man Buffelkopeend ontdekt. Waarschijnlijk betreft het hier het exemplaar dat nu al voor het vijfde jaar op rij terugkeert naar deze plek om te ruien. Het paartje IJseend is ook dit jaar weer waargenomen bij de Marker Wadden, maar hebben geen (succesvolle) broedpoging ondernomen.

Koningseider Somateria spectabilis, IJzeren Kaap, Texel, 10 juni 2020 (Julian Bosch)

Andere watervogels

De rallen van Overijssel waren ook deze periode nog aanwezig. Het Kleinst Waterhoen bij Ossenzijl was nog tot aan 2 juni aanwezig. Het hoen van Wetering West werd nog t/m 3 juni gehoord en het exemplaar van De Wieden nog tot en met 10 juni. Het Klein Waterhoen van de Weerribben was nog tot en met 19 juni aanwezig.


Kleinst Waterhoen Zapornia pusilla, Weerribben, 2 juni 2020 (Karel Tjoelker)

In de avond van 21 juni werd er in het Harderbroek te Flevoland een Woudaap opgenomen. Op 23 juni werd in de Wanteskuup in Zeeland een prachtig mannetje gevonden, dat zich uitvoerig liet bekijken. Diezelfde avond werd er ook nog één bij het Wolderwijd (FL) gehoord. De volgende avond werd er bij Koedijk (NH) ook een Woudaap opgenomen.

Woudaap Ixobrychus minutus, Wanteskuup, 23 juni 2020 (Lennart Verheuvel)

Op 13 juni werd in Meijendel een adulte Ralreiger gefotografeerd. Helaas vond de waarneming plaats in verboden gebied, maar de vogel was na tien minuten ook al gevlogen. Wel weer een puntje voor de Glazen Bol.

De Ooievaar-volgende Roze Pelikaan werd op 3 juni voor het laatst in Overijssel waargenomen. Vervolgens werd de vogel in Rottige Meente (FR) in een boom aangetroffen en werd ‘s avonds weer in een boom gevonden, maar ditmaal in natuurgebied de Alde Feanen (FR). Hier werd hij door de lokale Ooievaars weggepest, die blijkbaar een stuk minder gediend waren van een groupie, en zo zat hij een dag later weer in Overijssel, bij Markerbroek. Toen was er even radiostilte, tot er op 8 juni weer een teken van leven gegeven werd. Op een nieuwe plek, maar wel weer bij een groep Ooievaars, ditmaal nabij Schoterzijl (FR). Op 11 en 12 juni zat de vogel hier nog steeds. Op 13 juni dook hij ineens op in een groep Ooievaars ten zuiden van Beetsterzwaag (FR). Gedurende de dag verplaatste het dier zich meer richting het noordoosten en bij het invallen van de avond zat de Roze Pelikaan ten oosten van Beetsterzwaag, verlaten door alle Ooievaars, alleen in een veld. Hier kon onze pelikaan met identiteitscrisis het natuurlijk niet bij laten, dus de volgende dag zat hij bij de ‘jackpot’, midden op het terrein van Ooievaarsbuitenstation ‘De Lokkerij’ in het Reestdal (DR).

Roze Pelikaan Pelecanus onocrotalus, Ooievaarsstation/-opvang De Lokkerij, Reestdal, 14 juni 2020 (Caroline Walta)

De vogel is hier al sinds november 2019 regelmatig aanwezig en pikt af en toe ook een hapje mee bij het voeren van de opgevangen ooievaars. Het vermoeden bestaat dat de vogel zelfs is opgevoed met Ooievaars en dat het om deze Duitse vogel gaat.

Roofvogels

De verscheidenheid aan soorten is in deze categorie wat afgenomen, maar de hoeveelheid gevallen daarentegen zeker niet. Van de Slangenarend hebben we zeker zeven vogels deze maand. Op 14 juni werd er één gefotografeerd in Friesland, boven de Lippenhústerheide. Het exemplaar van het Fochteloërveen was nog aanwezig tot en met 16 juni. Op 21 juni werden twee exemplaren gezien: één net voor het middaguur boven Breskens, die vervolgens nog opgepikt kon worden bij Nummer Een en bij Terneuzen in Zeeland en één overvliegende arend boven Crailo in Noord-Holland. De volgende dag werd er één kort ter plaatse waargenomen op de Strabrechtse Heide (NB) en vloog een exemplaar bij Hijken (DR) over. De Slangenarend van de Hoge Veluwe was nog aanwezig tot en met 24 juni.

Slangenarend Circaetus gallicus, Nummer Een, 21 juni 2020 (Olivier Vergucht)

Er werden in deze maand weer veel Vale Gieren gezien. Juni is dan ook de beste maand om deze soort te zien in Nederland, zoals voorspeld in de Glazen Bol. 35 van de 68 beoordeelde gevallen vallen in deze maand, maar sinds 2019 wordt deze soort niet meer beoordeeld door de CDNA. Op 1 en 2 juni vloog een exemplaar rond in de duinen van Noord-Holland, eerst in het Noordhollands Duinreservaat en vervolgens nabij Den Helder. Vermoedelijk is dit een vogel die afgebroken is van de grote groep die eerder in Holland omzwierf. Op 18 juni werd een groep van minimaal dertien Vale Gieren boven het Deelensche Veld gezien. Deze groep vloog de Veluwe over en werd weer opgepikt bij Nunspeet (GE), waarbij een noordoostelijke richting werd aangenomen. Rond het einde van de middag bevonden de vogels zich nabij Kampen, waar ze na een klein half uur weer afbogen richting de Veluwe. Het leek alsof de groep in de noordpunt van het gebied inviel, maar de slaapplek kon niet achterhaald worden. De volgende dag werd de groep weer gezien, maar pas weer in zijn geheel rond het middaguur, bijna boven Amersfoort, en ze vlogen dus zo de provincie Utrecht binnen. Deze zuidwestelijke richting werd in de loop van middag doorgezet, maar boog wat af naar west, zodat de groep ook boven Utrecht stad terecht kwam. De groep werd voor het laatst gezien boven de snelweg ter hoogte van Meerkerk. Elders in het land werd op dezelfde middag een groep van negen Vale Gieren gezien boven Handel in Noord-Brabant. De andere groep van deze periode werd op 22 juni ontdekt, vanuit een tuin in Middenmeer. Hier cirkelde de groep van vier vogels even rond, maar gleed na een tijd af richting zuidwest en werd een uur later boven Alkmaar nog gezien. Losse exemplaren werden verder gezien op 15, 20, 21, 22, 23 en 26 juni. In chronologische volgorde betreft het een vogel boven de Tongelreep (NB), één boven Pannerden (GE), één boven de Marnewaard (GR), twee boven Dalfsen (OV), één boven het dorp van Schiermonnikoog, één boven het Mussel-Aa-kanaal (GR), één boven Heerde (GE) en één boven Ooltgensplaat (ZH).

Vale Gier Gyps fulvus, Egmond-Binnen, 1 juni 2020 (Roef Mulder)

Een andere gierensoort die wij normaliter niet behandelen is de Lammergier. Op 11 juni werd een Lammergier boven Druten (GE) gefotografeerd. Twee dagen daarna, op 13 juni, werd de vogel boven Alphen aan den Rijn (ZH) gezien en een twee uur later boven Lunetten (UT). Ergens tussen 11 en 13 juni is de vogel veel staartpennen kwijtgeraakt en dit zorgde ervoor dat de vogel makkelijk individueel herkenbaar werd. Dat maakte het mogelijk om hem te volgen tijdens de reis door Noordwest-Europa, want hij heeft na het bezoek aan Nederland naast België ook het Verenigd Koninkrijk al aangedaan. Eerder had deze Lammergier ook al Alderney (Kanaaleiland) bezocht.

Vooralsnog worden Lammergieren niet geaccepteerd door de CDNA, vanwege de onbekende herkomst van ongemerkte en/of ongezenderde vogels. Geen nieuws dus aan het westerse front in deze loopgravenoorlog en daarom schenken wij dus voorlopig weinig aandacht aan deze soort.

De Dwergarenden-show zette ook deze maand redelijk door. Op 3 juni, 6 juni, 12 juni, 13 juni en 20 juni werden er lichte fases in het Nederlandse luchtruim waargenomen, respectievelijk boven de Kokkelert (LI), de Piepert (LI), Meijendel, het Lage Veld (GE), de Amsterdamse Waterleidingduinen en het Dwingelderveld (DR). De enige enigszins twitchbare Dwergarend was de vogel die op 12 en 13 juni boven Meijendel hing en ook vanaf Telpost Berkheide gezien werd.

Dwergarend Aquila pennata, Berkheide, 12 juni 2020 (Jacques van Goeverden)

Steltlopers

Langzaamaan beginnen de zeldzame steltlopers voor deze zomerperiode binnen te druppelen. De zwaargewichten blijven nog wat uit, maar toch kon men zich zeker vermaken met leuke gevallen in deze categorie. Op 10 juni werd een adulte Amerikaanse Goudplevier, in zomerkleed, bij Nummer Een (ZL) gevonden. Helaas was deze maar kort ter plaatse. Gelukkig bleef de adult zomerkleed man Aziatische Goudplevier, die op 26 juni in de Vereenigde Harger- en Pettemerpolder (NH) werd ontdekt, nog wel een extra dag aanwezig. Hier diende hij onder andere als mooie bijvangst voor diegenen die de Dougalls Stern wilden bezoeken. De Vereenigde Harger- en Pettemerpolder heeft een schijnbare aantrekkingskracht op deze soort, want het betreft zeker het vijfde geval voor dit gebied. In 1994 werd in deze omgeving zelfs een trio van Aziatische Goudplevieren gezien.

Amerikaanse Goudplevier Pluvialis dominica, Nummer Een, 10 juni 2020 (Maarten Sluijter)

Aziatische Goudplevier Pluvialis fulva, Vereenigde Harger- en Pettemerpolder, 27 juni 2020 (Arnold Meijer)

De langverblijvende Breedbekstrandloper in de Ezumakeeg-Noord was nog aanwezig tot en met 20 juni, alleen verplaatste de vogel zich in die tijd nog wel naar de Ezumakeeg-Zuid. Op de avond van 1 juni werd een Breedbekstrandloper op het Beuven op de Strabrechtse Heide ontdekt. Een bijzonder binnenlandgeval, zo bij een ven midden in Noord-Brabant. Van 14 juni tot en met 20 juni was een Terekruiter aanwezig in de Ezumakeeg-Noord. Deze periode waren er weer veel Poelruiters aanwezig in den lande. Langverblijvende exemplaren waren te vinden bij de Ezumakeeg-Zuid (13 t/m >30 juni), in de Balgzandpolder (21 t/m 25 juni; NH) en in Polder Neskaag (22 t/m >30 juni; NH). Eendaagse waarnemingen werden gedaan bij een plasje nabij Babyloniënbroek (NB) op 28 juni en op 29 juni zat een exemplaar in de Hania’s Polder nabij Dordrecht (ZH). Poelruiters die iets langer aanwezig waren op de plaats van ontdekking zaten in de Bergboezem bij Berkel & Rodenrijs (4 t/m 5 juni; ZH), bij Westkapelle (21 t/m 22 juni; ZL) en bij Diependal (29 t/m >30 juni; DR). Een atypisch exemplaar bevond zich langs de Maas in de buurt van Itteren (LI) van 13 t/m 15 juni Poelruiter. Foto’s en filmpjes maakten hier toch uiteindelijk een zekere Poelruiter van.

Poelruiter Tringa stagnatilis, Hania's Polder, 29 juni 2020 (Bram Roobol)

Meeuwen, sterns en zeevogels

Op 15 juni werd op de zeedijk van Westkapelle een adulte Kleinste Jager gefotografeerd. Het dier bleef ongeveer twintig minuten ter plaatse en vloog daarna weg de zee op. Op 23 juni werd bij Polder Egmondermeer ook een mooie adulte vogel vroeg in de ochtend gevonden. Helaas werd deze een paar uur later, rond half elf, voor het laatst gezien en kon niet meer teruggevonden worden. Ook al voelt het toch als vrij atypische soort voor deze tijd van het jaar, juni-waarnemingen zijn ons land niet vreemd.

Kleinste Jager Stercorarius longicaudus, Egmondermeer, 23 juni 2020 (Harm Niesen)

Als bijvangst van de Bergkalanderleeuwerik werd op 17 juni ook nog een Dunbekmeeuw gevonden op Rottumerplaat. Dit maakte 17 juni 2020 toch wel echt een historische dag, want ook deze soort is zeker niet algemeen in Nederland. Het betreft nog maar het 8ste geval en het laatste twitchbare geval stamt alweer uit 2007, wat ook alweer 13 jaar geleden is. Voor de jonge(re) garde dus zeker nog een zeer gewenste soort die nodig een twitchbaar geval kan gebruiken. De Dougalls Stern van Texel was nog aanwezig tot en met 8 juni in het Wagejot. Op 18 juni werd een/de vogel ontdekt in De Putten bij Petten, naast het Wagejot ook een klassieke locatie voor de Dougalls Sterns die Nederland aandoen. Deze adult zomerkleed is hier nog steeds aanwezig. Op de avond van de 29ste werd hier ook nog een waarschijnlijke tweede kalenderjaar vogel bij gevonden! Dit betreft een nieuw kleed voor Nederland. Het zal dus waarschijnlijk gaan om het 39ste respectievelijk 40ste geval voor Nederland. Een soort die de afgelopen jaren wat in algemeenheid lijkt toe te nemen, maar toch altijd verschrikkelijk lastig twitchbaar blijft.

waarschijnlijke 2de KJ Dougalls Stern Sterna dougallii, De Putten, 30 juni 2020 (Fred Visscher)

Individuele Lachsterns werden deze maand gezien in Zeeland en Noord-Brabant. Op 1 juni vloog er een vogel vanuit België het Nederlandse deel binnen van het Zwin (ZL). Ook op 21 juni werd hier een/de vogel gezien op dezelfde locatie. Op 17 juni werd nog een vogel gemeld bij de uiterwaarden van de Maas ter hoogte van Oeffelt (NB). Het grootste nieuws kwam echter uit Flevoland, waar dit voorjaar op de Marker Wadden een paartje Lachsternen een succesvolle broedpoging ondernamen. Het laatste succesvolle broedgeval van Lachsterns in Nederland was in 1958, in De Beer, daar waar nu de Maasvlakte ligt. Dat maakt dit tot een zeer zeldzame en bijzonder gave waarneming.

Lachstern Gelochelidon nilotica, Marker Wadden, 15 mei 2020 (Maarten Hotting)

Zangvogels en de rest

In Oudemirdum vloog op 1 juni een heuze Dwergooruil tegen het raam. Helaas was de vogel dusdanig verzwakt dat deze naar vogelopvang De Fûgelhelling gebracht moest worden. Gelukkig lijkt de behandeling aan te slaan en gaat het nu erg goed met deze, voor Nederland zeldzame, uil. Het betreft het dertiende geval voor Nederland en hopelijk kan de vogel binnenkort vrijgelaten worden. Op 18 juni werd er aan het eind van de middag een waarneming van een Kuifkoekoek doorgezet via DBA, die die ochtend gefotografeerd zou zijn in de Groote Peel, bij de Mussenbaan (LI). Helaas kon het dier niet meer teruggevonden worden. De leeftijd en de periode maken het een opmerkelijke waarneming. Het zou de vroegste juveniele vogel voor ons land zijn en het eerste geval van juni. Tevens had de waarnemer nog nooit eerder een vogel ingevoerd, wat dit een bijzondere eerste waarneming maakt. Er zijn echter al vergelijkbaar gekke eerste waarnemingen geweest.

Dwergooruil Otus scops, Vogelopvang 'De Fûgelhelling, Ureterp, 11 juni 2020 (Andries Zijlstra)

Kuifkoekoek Clamator glandarius, Mussenbaan, Groote Peel, 18 juni 2020 (Jos Beerens)

Er werd deze periode een mooi aantal Hoppen gezien. Op 1 juni was kort een Hop ter plaatse aan de oostzijde van het dorp op Schiermonnikoog. Op het Grolloërveen in Drenthe was op 3 juni een Hop ter plaatse. De bekende Hop van de Hoge Veluwe bij Oud-Reemst was nog aanwezig tot aan 2 juni. Op 5 juni werd er nabij Camping Wedderbergen in Groningen één ontdekt. Ook dit individu was maar één dag aanwezig. Op 6 juni was een individu aanwezig bij het Engelenmeer in Noord-Brabant en op 11 juni werd er één gemeld bij Wolfsveld in dezelfde provincie. Van 16 juni tot en met 19 juni was een Hop op Rottumerplaat aanwezig. Ook op 16 juni werd een exemplaar gevonden bij de Groote Peel (LI), dat waarschijnlijk al sinds 6 juni aanwezig was. Ook Bijeneters waren deze maand goed vertegenwoordigd. Er werden meerdere groepjes gezien, waarbij de groep van zeven vogels op 1 juni over het Bargerveen (DR) wel de meest bijzondere van deze periode is. Verder waren er nog twee vogels die tussen Vlieland en Texel leken te pendelen. Op 3 en 17 juni werden ze waargenomen op de noordpunt van Texel en in de tussentijd werden ze af en toe gezien rond de Vliehors. Op 3 juni werden ook nog twee exemplaren gezien die richting oost vlogen boven de Herdershut op Schiermonnikoog. Bij de Kustweg (GR) van het Lauwersmeer vlogen drie vogels over op 5 juni en op 14 juni vlogen drie vogels boven West aan Zee op Terschelling. In het Oudeland van Strijen (ZH) werden twee vogels gehoord, maar helaas niet gezien. Op 30 juni kwamen er twee over de Kwade Hoek in Zuid-Holland.

Hop Upupa epops, Schiermonnikoog, 1 juni 2020 (Jesse Sinnema)

Bijeneter Merops apiaster, Texel, 17 juni 2020 (Ruud van Beusekom)

In de loop van de middag werd op 26 juni een typische Scharrelaar gevonden in de Marnewaard. Typisch omdat, zoals dat Scharrelaars betaamt, ook deze vogel erg ril en daardoor lastig te zien was. De vogel was al snel opgevlogen van de oude plek, werd nog een tweetal keer teruggevonden, maar was na een krappe twee uur alweer helemaal kwijt.

Scharrelaar Coracias garrulus, Marnewaard, 26 juni 2020 (Folkert Jan Hoogstra)

Roodkopklauwieren werden deze periode gezien in drie verschillende provincies. Van 6 t/m 11 juni zat een adulte vogel in Het Ham nabij Veghel (NB). Een ééndaagse vogel was aanwezig in de Polder van Biesland (ZH) op 14 juni en op 20 juni was een adulte vogel de hele dag aanwezig bij Landgoed Voorstonden in Gelderland.

Roodkopklauwier Lanius senator, Het Ham, Veghel, 6 juni 2020 (Steven Geurts)

Roodkopklauwier Lanius senator, Landgoed Voorstonden, 20 juni 2020 (Jolanda Wannet)

Met de groene ‘counterpart’ nog vers in het geheugen werd een in Zwijndrecht (ZH) gemelde Grauwe Fitis op 12 juni toch met veel spanning gecontroleerd, want ook de locatie was vrij opmerkelijk. Voor sommigen een teleurstelling, maar het bleek toch echt om een Grauwe Fitis te gaan die in een wilgenbosje naast een brug volop zat te zingen. Iets eerder, op 6 juni, werd weer een Grauwe Fitis in het bos van Schiermonnikoog gevonden. Dit mannetje, mogelijk een oude bekende of nakomeling ervan, werd tot aan 24 juni veelvuldig zingend waargenomen. De Iberische Tjiftjaf van Haarlem was nog in ieder geval de hele maand juni aanwezig. Een Sperwergrasmus was kort aanwezig in het struweel ten noorden van het Renvogelveld op Texel. Deze, waarschijnlijke tweede kalenderjaar vrouw betreft de derde waarneming van juni voor deze soort en de eerste veldwaarneming van deze maand.

Sperwergrasmus Sylvia nisoria, Renvogelveld, Texel, 2 juni 2020 (Diederik Kok)

Grauwe Fitis Phylloscopus trochiloides, Schiermonnikoog, 20 juni 2020 (Olmo van Herwaarden)

De Krekelzanger van het Cirkelbos (FL) was nog aanwezig tot en met 3 juni en het exemplaar van het Woldlakebos (OV) in de Weerribben was nog aanwezig tot en met 12 juni. Op 7 juni werd een zingende Krekelzanger ontdekt in De Onlanden, bij de Lettelberterpetten (GR), en was aanwezig tot en met 16 juni. Het individu van het Ketelmeer (OV) werd op 9 juni weer gehoord. Bij Harkstede (GR) in de buurt werd er één gehoord op 18 juni en op 20 juni werd er ook een zingende ontdekt in de Rottige Meente (FR).


Krekelzanger Locustella fluviatilis, Lettelberterpetten, 14 juni 2020 (Daniël Boer)

Er werden deze maand nog steeds veel Orpheusspotvogels gezien onder de grote rivieren, maar toch werden ditmaal ook enkele exemplaren ten noorden hiervan gevonden. Op 2 juni was er één aanwezig in Berkheide, op 13 juni werd er één gevangen bij VRS Van Lennep (NH) en op 20 juni werden er twee ontdekt langs de Kustweg in het Lauwersmeer. In ieder geval één vogel bleef hier aanwezig tot en met 28 juni.


Orpheusspotvogel Hippolais polyglotta, Kustweg, 20 juni 2020 (Alwin van Lubeck)

De Struiktrietzanger-saga zette ook nog zeker deze maand door. Daarover volgt binnenkort een mooi artikel op deze website. Deze maand werden twee Kleine Vliegenvangers in Nederland gemeld. Op 1 juni was kort een vrouwtype aanwezig in De Tuintjes op Texel en op 10 juni werd schijnbaar een zingend mannetje opgenomen in het Noordhollands Duinreservaat dat door lokale experts bevestigd werd aan de hand van deze opnames. Vooralsnog zijn deze opnames nog niet online na te luisteren. De invasie in Noordwest-Europa van adulte Roze Spreeuwen bereikte deze maand ook eindelijk Nederland. Er werden in verschillende provincies exemplaren ontdekt, maar de enige makkelijk twitchbare vogels bevonden zich in een woonwijk in Hall (GE). Deze werden dan ook veelvuldig bezocht. Eerst ging het hier alleen om een adulte vogel die op 16 juni werd ontdekt, maar later werd er een tweede kalenderjaar vogel bij gevonden. Twitchers werden hier door buurtbewoners zelfs onthaald met koffie. Het andere langverblijvende exemplaar van deze periode was een Roze Spreeuw op Texel, maar dit individu was erg mobiel en begaf zich over grote delen van het eiland. Op 8 juni werd de vogel ontdekt ter hoogte van de Robbenjager aan de oostkant van het eiland. De laatste waarneming voor deze periode van dit beest werd op 13 juni gedaan langs de Nieuwlanderweg. Ééndagswaarnemingen werden gedaan in Flevoland op 23 juni (Biddinghuizen), in Friesland op 2, 3 en 21 juni (Vlieland, Oentsjerk & Bantpolder), in Groningen op 14 juni (Zuidlaardermeergebied), in Noord-Holland op 17 juni (Noordhollands Duinreservaat) en in Zuid-Holland op 2, 3 en 26 juni (Telpost de Vulkaan, Berkheide & Polder Berkenwoude). In een tuin in Lelystad was nog een adulte aanwezig op 1 en 2 juni. De bekende Waterspreeuw van het Geuldal was in ieder geval nog aanwezig tot aan 28 juni. De lastige Noordse Nachtegaal van Texel was nog aanwezig tot en met 11 juni en werd daarna niet meer waargenomen. De waarschijnlijke Amoerkwikstaart zit nog steeds bij de Strypsche Wetering en zal daar waarschijnlijk ook nog wel even blijven. Mogelijk is deze tevens zwart-witte vogel de Schildraaf reincarnated? Een op 13 juni ontdekte Zwartkopgors op de Maasvlakte bij Hoekje Jans is de hekkensluiter van deze categorie. Een mooi mannetje, maar helaas was de vogel na één dag alweer gevlogen.

Struikrietzanger Acrocephalus dumetorum, Kampeerboerderij 'De Branding', Schiermonnikoog, 1 juni 2020 (Jaap Denee)

Kleine Vliegenvanger Ficedula parva, De Tuintjes, Texel, 1 juni 2020 (Jeroen de Bruijn)

Roze Spreeuw Pastor roseus, Hall, 17 juni 2020 (Jaap Denee)

Nieuws uit de WP

Nu de rust een héél klein beetje wederkeert in Nederland heb ik nu ook maar weer de WP-waarnemingen opgepakt. Althans, een selectie van het mooie spul. Voor een perfect, volledig en oordeelloos overzicht kan men natuurlijk ons prachtige tijdschrift erbij pakken en de puntgave overzichten van Łukasz en Arnoud lezen. Wij beginnen bij de tweede Audouins Meeuw (Audouin's Gull) voor Polen op Hel die daar op 1 juni werd gefotografeerd. Deze naam gaat u dit overzicht nog vaak voorbij zien komen, want dit blijkt één absurd zieke plek te zijn! Verder vloog er op deze dag een Brilstern (Bridled Tern) langs Sylt, richting het noorden. Indien aanvaard betreft dit het derde geval voor Duitsland. Ook werd de vijftiende Veldrietzanger (Paddyfield Warbler) voor Denemarken bij Skagen gevangen en op North Ronaldsay werd de zevende Groene Fitis (Green Warbler) voor de UK gevangen.

Groene Fitis Phylloscopus nitidus, North Ronaldsay, Orkney, 1 juni 2020 (George Gay)

Op 4 juni werden er twee Kortteenleeuweriken (Greater Short-toed Larks) gevonden bij Hel, die samen het negentiende geval voor Polen vormen. In Finland werd er de volgende dag een 'iets' hardere soort gevonden, want daar scoorden ze de tweede Taigastrandloper (Long-toed Stint) voor hun land. Deze zeldzame steltloper die zich bij Raasio bevond, betreft ook pas het twaalfde geval voor de Western Palearctic. De vangst van een Saharaanse Vale Spotvogel (ssp reiseri (Saharan Olivaceous Warbler) op 6 juni op Malta zorgde voor een toevoeging van dit taxon aan de nationale lijst. Vooralsnog blijft dit taxon een ondersoort van Oostelijke Vale Spotvogel (Eastern Olivaceous Warbler), maar hier is het laatste woord zeker nog niet over gezegd. Twee dagen later, op 8 juni, werd er een Veldrietzanger (Paddyfield Warbler) gevangen op Greifswalder Oie, een Duits eilandje in de Oostzee. Indien aanvaard zou dit het dertiende geval voor Duitsland zijn. Om nog even bij de vangsten te blijven, diezelfde dag werd er een stukje noordelijker een waarschijnlijke Groene Fitis gevangen op Jomfruland, een Noors eiland aan de oostkust van dit land. Dit zou een nieuwe soort voor Noorwegen zijn! Ons geval past dus goed in het patroon van deze influx van Groene Fitissen, of zou het een waarnemerseffect zijn?

Taigastrandloper Calidris subminuta, Raasio, Finland, 5 juni 2020 (Kari Hänninen)

In Noorwegen scoorden ze op 10 juni ook een mega, in de vorm van een Woestijnplevier (Greater Sand Plover) op Røst, wat de negende Woepl voor Noorwegen vormt. Scandinavië blijft maar hard gaan, want op 11 juni werd er bij Kaarina in Finland een Vorkstaartplevier Collared Pranticole ontdekt (tiende nationale geval) en in de haven van Eboltoft werd er Rode Rotslijster (Common Rock Thrush) gefotografeerd. Indien aanvaard zou dat het negende geval voor Denemarken betreffen. Om dan deze dag af te sluiten pakte Noorwegen de hardste knaller. Daar werd namelijk een Rosse Waaierstaart Rufous-tailed Scrub Robin gepakt, wat de tweede voor Noorwegen nog maar is. Dit is natuurlijk wel een extreme dwaalgast, dus misschien is het eerder verbazingwekkend dat ze er al één hadden.

Vorkstaartplevier Glareola pratincola, Kaarina, Finland, 11 juni 2020 (Tom Lindroos)

Rosse Waaierstaart Cercotrichas galactotes, Rælingen, Noorwegen, 11 juni 2020 (Edna Mosand)

Polen komt deze periode weer even om de hoek kijken met twee Zwartkopgorzen (Black-headed Bunting), een mannetje en een vrouwtje. De man werd gevonden bij Chobot op 12 juni en betreft het vierde geval voor Polen, de vrouw werd gevonden bij, u raadt het al, Hel op 13 juni en is daarmee het vijfde geval voor het land.

Dan gaan we nog even via Zweden weer terug naar Scandinavië, want hier werd op 14 juni een prachtige Woestijnvink (Trumpeter Finch) gezien en ook werd het dier schitterend afgeplaat. Deze soort is ook zeker toe aan een herkansing hier. De Eemshaven blijft nog wel een goede locatie, maar een eiland als Vlieland of Schiermonnikoog leent zich hier ook zeker voor. Dan verlaten we Scandinavië eindelijk voor onze Engelse overburen, want ook hier werd een zeldzame Amerikaanse stern gezien, de tegenhanger van die andere. Langs Anglesey, Wales, was een middagje een Bonte Stern ter plaatse. Helaas voor de locals bleef de vogel niet lang hangen en was alleen voor de ontdekkers weggelegd. Er gold destijds een reislimiet van vijf mijl (~8 km), dus de rest van het Verenigd Koninkrijk had sowieso geen poging kunnen ondernemen om dit geval te twitchen. Gelukkig was er in 2015 op exact dezelfde plek ook al exemplaar aanwezig die zich wel enigszins liet twitchen. De zeldzaamste stern zat echter in Ierland, want hier werd deze periode een 'Cayennestern' (Cayenne Tern) gevonden, de zuidelijke ondersoort (ssp. eurygnatha) van Amerikaanse Grote Stern (Cabot's Tern). Dit nieuwe taxon voor de WP hield zich op tussen de Grote Sterns bij Lady's Island Lake.

Woestijnvink Bucanetes githagineus, Holmögadd, Zweden, 14 juni 2020 (Niklas Andersson)


waarschijnlijke Cayennestern Sterna acuflavida eurygnatha, Lady's Island Lake, Ierland, 14 juni 2020 (Paul Kelly)

De volgende dag, 15 juni, werd er een rammer voor de UK gevonden. De dertiende Woestijngrasmus (Asian Desert Warbler) zal menig Engelsman hebben doen vloeken, behalve dan de ontdekker. Deze beauty bevond zich dan ook op Holy Island (HCF!).Door het langverblijvende exemplaar van Terschelling voelt deze soort wat minder zeldzaam hier in Nederland, maar toch blijft het een echte mega, zelfs voor de UK dus, want dit is nog maar het derde geval vanaf 2000. De Roze Spreeuw die op 16 juni op Santo Amora gevonden werd, een nieuwe soort voor de Azoren, is bij ons wel gerust 'niet heel zeldzaam' te noemen. Dat geldt daar dan weer eerder voor een Roodoogvireo of Ovenbird...Deze dag wordt afgesloten op Fair Isle, want daar ving men een Groene Fitis en ook hier is DNA afgenomen. De overzeese Peter de Knijffen hebben het er maar druk mee, want zij zullen de doorslag geven bij de determinatie van deze gevallen. Het zal bij aanvaarding het achtste geval voor de UK zijn.

Woestijngrasmus Sylvia nana, Holy Island, 18 juni 2020 (Chris Waring)

Wij blijven nog even op de Shets, want hier werd, op 17 juni, bij Lerwick een Moltoni's Baardgrasmus (Moltoni's Warbler) gemeld. Dit zou alweer het twaalfde geval voor de UK zijn. Bizar genoeg blijven wij nog steeds steken op 0, iets dat ook opgaat voor de Oostelijke Vale Spotvogel (Eastern Olivaceous Warbler) waar er diezelfde dag één van bij het Gedser Bird Observatory werd gevangen in Denemarken (alweer de tweede voor dit ogenschijnlijk vergelijkbare land). Bij onze echte buren werd op 18 juni een Kuhls Pijlstormvogel (Cory's Shearwater) bij een vogelopvang gebracht. Is weer eens wat anders dan een uiltje. Ondanks dat België al meer dan 20 gevallen heeft van Kuhls/Scopoli's, zijn er dus weinig echt op naam gebracht.

Kuhls Pijlstormvogel Calonectris borealis, Antwerpen, 18 juni 2020 (David Van den Schoor)

Het westen van Europa begint eindelijk wat in de melk te brokkelen, want naast de tweede Brilstern voor Noorwegen, werd er op 19 juni een adulte man Seebohms Tapuit (Seebohm's Wheatear) gefotografeerd. Dit is alweer het vijfde geval voor het Europese vasteland, met nog maar recent de eerste voor dit gebied en er is dus sprake van een interessante toename. Nog even terug naar die Brilstern, deze vloog een korte tijd rond bij Hamningberg en was snel pleitte. Toch zagen de waarnemers tijd om voldoende beeldmateriaal te verzamenelen om deze indiening veilig te stellen. Op 22 juni deed Portugal een duit in het zakje, met een waarneming van een Geelneusalbatros (Yellow-nosed Albatros), maar helaas laat hier het beeldmateriaal te wensen over en zal dit individu waarschijnlijk niet op soortsniveau gedetermineerd kunnen worden. Een bizarre waarneming desalniettemin. Dan is het woord helaas weer aan Shetland waar, ook op 22 juni, een Kalanderleeuwerik (Calandra Lark) ontdekt werd. Nu was eigenlijk het zeldzame hieraan dat dit niet onze Bergkalanderleeuwerik (Bimaculated Lark) was. Nee, zij moesten het maar lekker doen met zo'n algemene 'normale'. Ook wel eens fijn, dat we Shetland verslaan.

Brilstern Onychoprion anaethetus, Hamningberg, Noorwegen, 19 juni 2020 (Markus Lampinen)

Wales kwam op 24 juni weer in het nieuws toen daar een gave Witkeelgors (White-throated Sparrow) gevonden werd. Het was alweer het 49ste geval voor de UK. Een soort die in Nederland nog niet echt op de radar staat, ook al trok het individu op Texel vorig najaar nog wel enige aandacht, is de Carolina-eend (Wood Duck). Op IJsland scoorden ze twee mannetjes in eclipskleed, die samen het achtste geval vormen. Waarom kan het daar wel en hier niet?! Op 26 juni werd er in Ierland weer een nieuwe soort voor de WP gevonden. Een Dunbekpijlstormvogel (Short-tailed Shearwater) zat verzwakt op het strand bij Tramore en werd zorgvuldig meegenomen met als doel de vogel onder te brengen bij een vogelopvang. Eenmaal daar aangekomen overleed het dier helaas aan de uitputting. Normaliter komt deze soort voor in de wateren van Australië, dus die heeft er ook al een flinke reis opzitten. Welke route zo'n soort dan zou nemen, is mij een raadsel. Hemelsbreed, van Australië over Midden-Amerika naar Ierland is het zo'n 22000 kilometer in ieder geval. De tweede Vorkstaartplevier voor IJsland valt dan een beetje in het niet. Polen kon nog wel flink de aandacht naar zich toe trekken, doordat er bij Hel weer een mega gevonden werd. Hier zat op dezelfde dag een Savannahgors (Savannah Sparrow), een nieuwe soort voor op de Poolse lijst.

Witkeelgors Zonotrichia albicollis, Cwrtnewydd, Wales, 29 juni 2020 (Russell Jones)

Dunbekpijlstormvogel Ardenna tenuirostris, Tramore Beach, Ierland, 29 juni 2020 (Arlo Jacques)

Savannahgors Passerculus sandwichensis, Hel, Polen, 26 juni 2020 (Waldermar Półtorak)

De derde gevangen Veldrietzanger voor deze periode werd gevangen in Tjsechië op 27 juni, zo'n 80 kilometer ten oosten van Praag. Het blijft toch een mysterieuze soort die niet alleen hier, maar ook in de rest van de omliggende landen bijna alleen maar in netten verschijnt. Nog een Groene Fitis in een net bevond zich op 27 juni in Zweedse netten op Nidingen. Dit zou dan alweer het tweede geval zijn, met het eerste geval eerder deze periode.

De laatste MEGA van Hel kwam op 28 juni toen daar een enorm geile zingende man Wilgengors (Yellow-breasted Bunting) gevonden werd. Iedereen is het verhaal rondom deze soort welbekend, maar toch houdt iedereen de stille hoop dat er nog ééntje, de allerlaatste, ons land aandoet. Je kan de spanning bijna voelen als je je inbeeldt dat er dan ineens WILGENGORS in de display van je telefoon staat. Of, stel je voor dat je deze soort nog eens in Nederland vindt. Sta je dan met je goede gedrag op de oostpunt van Schiermonnikoog of op de Vliehors, of nouja, staan zul je dan wel niet meer lang doen. Nee, laat het dan alsjeblieft niet op zo'n plek zijn of Rottumerplaat, maar gewoon lekker steady tp op het Renvogelveld.

Het einde nadert van dit WP-overzicht en we bouwen rustig af met de derde Dougalls Stern (Roseate Tern) voor Zwitserland. Ook voor deze soort lijkt het een goed jaar in Noordwest-Europa en ook alsof de gehele populatie geringd is. Zo ook deze vogel, die door de Zwitsers met open armen ontvangen werd en toch relatief goed twitchbaar was. Op IJsland deden ze ook nog even mee met hun zevende Franklins Meeuw (Franklin's Gull), maar de aandacht in de WP ging toch al snel uit naar het nieuws uit Kaapverdië waar op Ilhéu de Cima een Chinees Stormvogeltje (Swinhoe's Storm Petrel) gevangen werd dat daar vorig jaar zomer ook al gevangen was. Mogelijk ontstaat hier uiteindelijk wel een populatie van deze soort. De echte afsluiter betreft een hele mooie Bruinkopgors (Red-headed Bunting) op het befaamde eiland Røst. Tijdens een stevige wind die het eiland teisterde op 30 juni werd deze vogel gevonden, in de oeverrand van een opgebroken weg. Zelfs de gekste plekken herbergen zeldzame vogels. Of, juist de gekste plekken natuurlijk.

Bruinkopgors Emberiza bruniceps, Røst, Noorwegen, 30 juni 2020 (Steve Baines)

De glazen bol

Nu we juli ingaan zal de rust toch zeker wel wederkeren en is het zomerhiaat voor vogelaars aangebroken. Het blijft wel een goede maand voor een zeldzame strandloper, met bijvoorbeeld het eerste en tweede geval voor Steltstrandloper in deze maand, de eerste Witstaartkievit en de enige Siberische Grijze Ruiter. Die ruiter staat dan ook in onderstaand overzicht van Nederlandse blokkers. In navolging van onze buren heb ik een overzicht samengesteld met alle soorten die niet meer voor de Nederlandse lijst aanvaard zijn sinds 2010. Een andere soort die voor het laatst in juli is gezien in Nederland en ook op deze lijst staat is de Brilstern. Inmiddels wachten we al 31 jaar op een herkansing voor deze gave stern en gezien de recente waarnemingen in de WP, niet alleen van Bril-, maar ook van Bonte Stern, lopen de spanningen nu toch wat op. Sommige soorten zullen we nooit meer in Nederland zien, zoals de inmiddels waarschijnlijk uitgestorven Dunbekwulp. Het geeft in ieder geval weer genoeg inspiratie omdat er recent aardig wat ontblockt is, zoals Steppearend en Witkeelgors. Laten we die trend vasthouden. 😉 En anders blijft er voor deze periode nog wel een kleine goudplevier of een extra Dougalls Stern over.

Blockers vanaf 2010, 1 juli 2020 (Diedert Koppenol)

Siberische Grijze Ruiter Tringa brevipes, Zuidpier, IJmuiden, 28 juli 2010 (Arno Piek)

Brilstern Onychoprion anaethetus, Terneuzen, 5 juli 1989 (René Pop)

We willen alle waarnemers en fotografen hartelijk bedanken voor hun bijdrages aan dit verslag.
We would like to thank all observers and photographers for their contributions to this report.

Diedert Koppenol

Discussie

Rob Poot  ·  10 juli 2020  14:57

Uitstekend verslag weer van al die smulsoorten, alleen zou ik waarschijnlijke Amoerkwikstaart veranderen in mogelijke. Ook de andere in west Europa (Spanje enNL) hebben yarelli flanken en dat geeft zwaar te denken.

zolang een F1 ed, of een ‘jongeheer’ of een afwijkend kleed tot de mogelijkheden behoord is  waarschijnlijke iets te prematuur.

bij ‘het schiertje’ werd waarschijnlijke ook zelfs na veel meer en veel betere plaatjes niet geaccepteerd. 

Diedert Koppenol  ·  10 juli 2020  15:02, gewijzigd 10 juli 2020  15:18

Dank Rob! 

Ja, je hebt wel een punt dat het voorzichtiger zou kunnen, die mening deel ik echter niet. Ik moet natuurlijk wel de CDNA goed beïnvloeden, anders wordt ie niet aanvaard! En die Horusgierzwaluw gaat natuurlijk ook gewoon geaccepteerd worden. 

Lukasz Lawicki  ·  12 juli 2020  20:56

very nice review! congrats!

Sander Terlouw  ·  21 juli 2020  11:26

Altijd fijn om te lezen, complimenten weer!

In de lijst met soorten die al lang geleden zijn, zie ik Lachmeeuw 2000 staan. Dit is de bekende 'Atze' die in 2007 voor het laats in NL te zien was (Loowaard). Jaartal zou dus 2007 moeten zijn. Ach, detail.

Diedert Koppenol  ·  21 juli 2020  17:21

Dank, Sander! 

Oh, dat zal ik in het moederbestand even aanpassen.

Wim Wiegant  ·  4 september 2020  00:11

Ik vroeg me ineens het volgende af: nu Diedert Koppenol tot de bobo's is toegetreden, kan hij dan nog wel zo'n heerlijk onbevangen maandoverzicht (of twee-weeksoverzicht) schrijven…? Zet 'm op, Lonnie...!

Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.

Feedback?