DB Terugblik

Een terugblik op de waarnemingen van de afgelopen periode.

16 maart - 31 mei

14 juni 2020  ·  Lonnie Bregman & Diedert Koppenol  ·  5641 × bekeken

Guess who’s back?! Terug van weggeweest hebben wij weer vrij baan om volle bak aan de slag te gaan met de Terugblik. Vroeger werd aangeraden om de motor eerst wat warm te laten draaien, maar wij beginnen meteen op volle toeren. We richten ons dan ook alleen op de zeer zeldzame soorten voor deze editie en dat zijn er nogal wat. Zodra de Terugblik ook maar even op pauze gaat, breekt de dam. Er is ook gezorgd voor extra veel media, dus zet al je zintuigen op scherp en geniet ervan!

Overzicht

Eenden en ganzen

Ja, wij begrijpen wel waar jullie graag over lezen zo halverwege de maand juni! De ongeringde Ross’ Gans die zich eerder dit jaar ten noordwesten van Marum (GR) bevond, werd voor het laatst gezien op 15 mei. Tussen 12 maart en 31 mei zat een ongeringde Kokardezaagbek in de Zouweboezem bij Ameide (UT). Het zou om de vogel kunnen gaan die deze winter bij Rotterdam zat. De Ringsnaveleend van de Europoort in Rotterdam bleef tot 2 april en op de Krabbeplas in Vlaardingen werd er weer een gezien tussen 20 april en 16 mei; wellicht dezelfde als de Europoort-vogel. De bekende vogel van Appingedam werd op 22 april voor het laatst gemeld en op 22 mei werd nog een exemplaar gefotografeerd, in de haven van Kerkdriel (GE). Een vrouwtje Kleine Topper dat van 11 april tot 5 mei bij Nijkerk (GE) zwom betekende een Nederlandse primeur voor dat kleed. Op 13 april werd er ook een Kleine Topper gezien bij Biddinghuizen (FL). Dit betrof zoals gebruikelijk weer een woerd.

Ringsnaveleend Aythya collaris, Appingedam, 26 maart 2020 (Marnix Jonker)

Kleine Topper Aythya affinis, Nijkerk, 11 april 2020 (Diederik Kok)

Kleine Topper Aythya affinis, Biddinghuizen, 13 april 2020 (Hugo Wieleman)

Op 17 april werd een mannetje Blauwvleugeltaling gezien in de Sophiapolder bij Oostburg (ZL), en op 20 mei opnieuw. Amerikaanse Smienten deden het nog steeds goed: op 20 maart werd de vogel van Harlingen nog eenmaal gezien op de Waddenzee, op 21 maart zat er een op één van de Kraaijenbergse Plassen (NB), de vogel die zich ten zuiden van Zwolle langs de IJssel ophield werd op 3 april voor het laatst gezien en van 29 april tot 21 mei werd er een gezien in de Workumerwaard (FR). De eend die de kroon spande was echter toch de adulte man Koningseider, die sinds 30 maart weer schittert voor de kust van Texel.

Blauwvleugeltaling Spatula discors, Oostburg, 17 april 2020 (Maarten Sluijter)

Koningseider Somateria spectabilis, Texel, 7 april 2020 (Eric Menkveld)

Andere watervogels

Dit voorjaar zijn er toch wel opmerkelijk minder rallen dan voorgaand jaar. Bij Kleinst Waterhoen blijft de teller vooralsnog steken op negen vogels, waar dat er vorig jaar minimaal 25 waren. 13 mei werd er één ’s nachts opgenomen over de bekende tuin in Beijum en op 19 mei werd boven Driel een Kleinst Waterhoen op de ‘nocmig’-recorder vastgelegd. De andere waarnemingen werden gedaan in de Onnerpolder (15 april t/m in ieder geval 31 mei), in de Bovenmeent bij Hilversum (2 - 3 mei) en op 20 mei werd op twee verschillende plekken een vogel gevonden in de Weerribben bij Wetering West respectievelijk bij Ossenzijl (OV), die beide nog tot en met 31 mei zijn waargenomen. Op 25 mei kwam er nog een bij, die gevonden werd in het Landje van Geijsel (NH). Deze was aanwezig tot in ieder geval 31 mei. Het exemplaar dat op 26 mei gevonden werd in de Bethunepolder bij Maarssen (NH) was maar aanwezig tot en met 28 mei. De laatste nieuwe vogel van deze periode werd op 28 mei ontdekt in De Wieden in Overijssel en is nog steeds aanwezig. Van Klein Waterhoen hebben we dit jaar de helft minder aan gevallen, waar het in 2019 vijf dieren betreft, gaat het dit jaar om drie vogels. Op 26 april liep een Klein Waterhoen in een kleine plas iets ten oosten van Winterswijk zoals ze dat normaliter alleen in het buitenland doen; open en bloot, met opmerkingen van waarnemers als ‘niet schuw’. De op 3 mei ontdekte vogel in de Weerribben, die zeer waarschijnlijk al op 27 april was waargenomen, is nog steeds aanwezig. Tijdens de avond van 21 en ook die van 22 mei werd er enkele kilometers verderop ook nog een roepend Klein Waterhoen gehoord en opgenomen.

 

Klein Waterhoen Porzana parva, Winterswijk, 26 april 2020 (Robert Kwak)


Klein Waterhoen Zapornia parva, Weerribben, 2 juni 2020 (Karel Tjoelker)

Kleinst Waterhoen Zapornia pusilla, De Wieden, 28 mei 2020 (Ronald Messemaker)

De Grote Trap van Brielle was nog aanwezig in Zuid-Holland tot aan 1 april. Daarmee heeft hij zijn verblijftijd daar verhoogd tot 96 dagen. Echter, dat was nog niet het einde van zijn tour door Nederland. De vogel werd op 10 april ook nog gefotografeerd langs de Tjonger bij Heerenveen. De Roze Pelikaan op de provinciegrens van Drenthe en Overijssel waart nog steeds door Nederland, hij heeft het iets meer op z’n heupen gekregen en is al gezien bij Havelte, Ruinen en Nolde en is dus Drenthe ingetrokken. De afsluiter van deze groep is een Ralreiger die ten noorden van Elburg (GE) over het Drontermeer vloog op 27 mei.

Ralreiger Ardeola ralloides, Dronten, 27 mei 2020 (Diederik Kok)

Roofvogels

In deze tijd van het jaar heeft de categorie roofvogels eindelijk weer wat in de melk te brokkelen. Zo zijn er eindelijk weer wat Grijze Wouwen te melden, te beginnen bij de vogel die op 20 maart in het Bargerveen werd ontdekt. De vogel was helaas al niet meer aanwezig ten tijde van de melding. Het betreft het 42ste aanvaarde geval voor Nederland en het eerste geval voor 2020. Op 5 april volgde de tweede, die werd ontdekt tijdens een trektelling in Zeeland bij de Wanteskuup. Ook dit betrof een 2de KJ-vogel. Op 13 april werd er nog één in Zeeland waargenomen, ditmaal bij Welzinge. In de maand daarop werd er bij de Opperheide in Noord-Brabant een overvliegende vogel gefotografeerd, op de 22ste. De volgende dag, op 23 mei, werd er een Grijze Wouw in Gelderland gevonden, in de Rijnstrangen. Helaas kon de vogel niet meer teruggevonden worden en ook bevond deze zich in verboden gebied. Voor de Utrechtse regiovogelaars kwam het echter wel goed toen daar op 26 mei laat in de avond eentje werd gevonden. Ook in de ochtend van de 27ste was de vogel nog aanwezig. Indien aanvaard betreft dit dan het 47ste geval voor ons land. Als deze trend zo doorzet is dit één van de eerste soorten op het hakblok van de ‘indien-lijst’.

Grijze Wouw Elanus caeruleus, Colijnsplaat, 5 april 2020 (Huibert van den Bos)

Grijze Wouw Elanus caeruleus, Amerongen, 27 mei 2020 (Alex Bos)

De eerste Slangenarend van het jaar werd gefotografeerd op de Hoge Veluwe boven het Deelensche Veld. Deze vogel was in ieder geval nog aanwezig t/m 10 april. Op 3 mei werd er weer één waargenomen boven het Deelensche veld en tenminste tot en met 30 mei was er een exemplaar aanwezig. Sinds 12 april is er ook weer één aanwezig bij het Fochteloërveen. Tijdens een trektelling op 18 mei vloog er een Slangenarend over de Strabrechtse Heide in Noord-Brabant en op 20 mei werd er één kort boven de Engbertsdijksvenen in Overijssel gezien.

Slangenarend Circaetus gallicus, Hoge Veluwe, 9 april 2020 (Rick Buesink)

Slangenarend Circaetus gallicus, Strabrechtse Heide, 18 mei 2020 (Piet Gruijters)

Op 29 mei werd Holland beziggehouden door een groep van zeker 16 Vale Gieren die rond 16:30 boven Rijnsaterwoude ontdekt werden en zich richting Schiphol begaven. In de loop van de avond vloog de groep over het westen van Amsterdam, waarna ze afzakten via Haarlem richting Den Haag. Om 20:40 werd de groep weer opgepikt boven Voorburg en uiteindelijk gingen zeker 14 vogels slapen in een paar bosjes tussen Maassluis en Vlaardingen. De volgende ochtend werden er weer 16 opstijgende vogels waargenomen. De groep was echter al wel opgebroken in een groep van 4 en een groep van 12 vogels. Gedurende de dag raakte de groep in zuidoostelijke richting uit beeld. Op 31 mei werd er ‘s ochtends één overvliegend beest nog gezien boven Barendrecht en vervolgens werd er ‘s avonds een Vale Gier kringend boven Bakkum gezien.

Vale Gier Gyps fulvus, Vlaardingen, 30 mei 2020 (Wietze Janse)

Vale Gier Gyps fulvus, Vlaardingen, 30 mei 2020 (Eduard Sangster)

Route Vale Gieren 29 - 30 mei Gyps fulvus, Holland, 29 - 30 mei 2020 (Daan Drukker)

Een soort waar 2020 een erg goed jaar voor lijkt is Dwergarend. Er zijn t/m 31 mei al zeven vogels waargenomen, waarvan de eerste op 21 april boven Haarlem werd gefotografeerd. Een tweede donkere fase werd op 27 april boven Groede in Zeeland gezien, gevolgd door de derde donkere fase op 3 mei boven Bornia (UT). De eerste lichte fase van deze periode werd op 21 mei ontdekt boven de Ankerplaats op Vlieland en deze was ook nog eens twitchbaar tot en met de 24ste. Dit betreft de eerste, relatief makkelijk, twitchbare Dwergarend sinds het verzwakte exemplaar van 2000, ook op Vlieland! Op 22 mei werd er een donkere fase boven Heeze (NB) gevonden en de dag daarna werden nog twee donkere fase vogels gemeld, bij het Lemelerveld (OV) en boven Maastricht.

Dwergarend Aquila pennata, Vlieland, 23 mei 2020 (Marten Miske)

Dwergarend Aquila pennata, Groede, 27 april 2020 (Mayro Pattikawa)

13 mei werd vogelend Nederland bruut uit haar middagdutje gewekt toen rond half twee ’s middags een 2de kalenderjaar Steppearend boven het Veluwemeer was gesignaleerd, vanuit een bootje. Ondanks dat de waarneming direct gedeeld werd, kon de vogel nergens meer opgepikt worden door vogelaars die waren gaan posten. Die avond bleek dat het beest al eerder op de dag was waargenomen boven de Hoge Veluwe, maar als Slangenarend gedetermineerd was.

Steppearend Aquila nipalensis, Veluwemeer, 13 mei 2020 (Ralph Buij)

Gelukkig werd op 21 mei een andere Steppearend in België ontdekt, die vanaf Brugge richting Nederland kwam gevlogen. Rond half zeven ‘s avonds werd de arend in Nederland opgepikt en een uur later werd de landing ingezet in Zeeland. De volgende dag was de vogel ook nog aanwezig tot aan half elf ‘s ochtends en werd daarna alleen nog op enkele plekken vliegend waargenomen. Helaas lijkt de vogel ergens boven de Hoekse Waard te zijn opgelost.

Steppearend Aquila nipalensis, Wilhelminadorp, 22 mei 2020 (Julian Bosch)

Vanuit de welbekende achtertuin in Middelburg werd op 20 mei een overvliegende Steenarend waargenomen. Helaas kon dit beest niet ergens aan de grond gevonden worden. Van deze arendsoort ontbreekt het de afgelopen jaren nog aan een twitchbaar geval. Indien aanvaard betreft dit het 20ste geval voor Nederland.

Steenarend Aquila chrysaetos, Middelburg, 20 mei 2020 (Lenn van de Zande)

Op 17 april werd in de buurt van Sint Kruis (ZL) een tweede kalenderjaar Havikarend overvliegend waargenomen. Dankzij een strakke actie konden tellers van Breskens de vogel oppikken, toen de arend nogmaals in beeld kwam bij Sint Kruis. Na een korte periode verdween zij - de vogel bleek gezenderd en een vrouwtje - rond het middaguur boven de Belgische grens, hard naar zuidwest en werden zoekacties gestaakt aan de Nederlandse kant.

Het verhaal was daarmee nog niet afgelopen want op 23 april kwam dezelfde Havikarend nu zelfs langs Telpost Breskens! Ook op deze dag raakte de vogel echter weer uit beeld en leek richting België te verdwijnen. ‘s Avonds kwam echter het nieuws door dat de vogel was gaan slapen op een camping bij Bakkum in Noord-Holland. De volgende dag werd de arend, door mensen die toevallig op de juiste plek stonden, rond half elf ‘s ochtends opgepikt boven het bos, hard naar noord. Vervolgens werd zij nog her en der opgepikt op haar reis richting, uiteindelijk, Texel, waar de volgende dag bleek dat zij had overnacht op het eiland. Haar verdere reis is nog onbekend.

Door contact met de onderzoekers bleek dat er eind maart ook al een tweede kalenderjaar Havikarend meerdere dagen in Nederland had verbleven. Deze vogel is nooit opgepikt door een Nederlandse vogelaar en is helemaal tot aan Skagen in Denemarken gevlogen.

Havikarend Aquila fasciata, Aardenburg, 17 april 2020 (Johnny du Burck)

Steltlopers

Op 8 april werd bij Spijkenisse een Grote Grijze Snip ontdekt. De vogel was maar één dag aanwezig. Op 7 april werd aan de oever van het Hollandsch Diep ten zuiden van Numansdorp (ZH) de tweede Griel van dit voorjaar gezien en op 11 april de derde in de zeereep van Katwijk aan Zee. Zoals het de soort een beetje betaamt waren beide niet voor het grotere publiek weggelegd, maar de Griel die op 16 mei gevonden werd aan de Utrechtse kant van de Nederrijn bij Elst doorbrak deze reeks door anderhalve dag aanwezig te blijven.

Grote Grijze Snip Limnodromus scolopaceus, Spijkenisse, 8 april 2020 (Finne Riemersma)

Griel Burhinus oedicnemus, Elst, 16 mei 2020 (Alex Bos)

Aan de kust van de Dollard in de provincie Groningen was het zoals gewoonlijk goed vertoeven als het gaat om steltlopers. Zo verbleef er tussen 10 en 12 mei een Amerikaanse Goudplevier. Dit is al het derde jaar op rij dat deze vogel hier in het voorjaar komt en ook in de jaren daarvoor zijn er gevallen geweest op deze plek. Van 11 tot 17 mei zat er eveneens een Terekruiter. Deze soort komt daar nota bene al negen jaar achtereenvolgens, in het voorjaar dan wel in het najaar en soms zelfs allebei. Andere Terekruiters werden dit voorjaar gezien in de Waverhoek bij Mijdrecht (UT) op 17 mei en bij Groede (ZL) op 19 en 20 mei. We keren nog even terug naar de Dollard, want van 16 tot 22 mei werd daar ook nog een Blonde Ruiter gezien op de Punt van Reide. Tot slot zat op 29 mei een Aziatische Goudplevier in de Ezumakeeg Noord in het Lauwersmeergebied.

Meeuwen, sterns en zeevogels

De soort die de quarantaine als het ware inluidde was de Franklins Meeuw, die van 16 tot 17 maart ten noorden van Zoetermeer zat. Na maar liefst vier gevallen die niet of nauwelijks twitchbaar waren, was deze voor de - gewetenloze - twitcher eindelijk wel weer haalbaar. Het gaat om het dertiende geval van Nederland. De veronderstelde Kumliens Meeuw van Julianadorp (NH) werd op 4 april voor het laatst gezien. Op 5 april werd voor de kust ten noorden van de Brouwersdam een Geelsnavelduiker ontdekt. Ondanks het hoge aantal gevallen (nu 41) is het voor twitchers nog steeds een harde soort met maar een handjevol long-stayers. De vogel werd voor het laatst gemeld op 11 april en verbleef de gehele tijd op zeer grote afstand. Op 24 mei werd in het Wagejot op Texel de 39ste Dougalls Stern van Nederland ontdekt. Vervolgens was deze bijna een week spoorloos tot 30 mei, toen hij weer opdook. De vogel verlengde zijn verblijf daarna tot in juni.

Franklins Meeuw Leucophaeus pipixcan, Zoetermeer, 16 maart 2020 (Mark Zevenbergen)

Dougalls Stern Sterna dougallii, Texel, 1 juni 2020 (Toy Janssen)

Zangvogels en de rest

Zoals altijd weer bleek de Glazen Bol een goede neus te hebben voor voorspellingen. Zo ook nu met de Zwartkeellijster die op 31 maart bij Hoograven in Utrecht werd ontdekt. In navolging van het zwartkeellijstergeweld in de rest van de WP, kunnen wij daar nu ook bij aansluiten. Deze 2de kalenderjaar vrouw betreft het 13de aanvaarde geval voor Nederland.

Zwartkeellijster Turdus atrogularis, Utrecht, 1 april 2020 (Frank Coenjaerts)

Soms wordt een bepaalde zeldzame soort geheim gehouden, om verschillende redenen. Vaak wordt zo’n beslissing genomen omdat het gebied kwetsbaar is, de locatie verboden gebied is voor onbevoegden of omdat de soort verstoringsgevoelig is. De Meenatortel van Alkmaar werd verborgen om de privacy te waarborgen van de mensen waarbij deze dwaalgast zich van 14 februari tot en met 23 maart in de tuin bevond en zodoende werd dit nieuws pas verlaat naar buiten gebracht. Op 6 april werd bij een voordeur in Katwijk aan Zee een overvliegende Alpengierzwaluw gezien en gelijktijdig vanuit een tuinstoel iets verderop gefotografeerd. Het betreft alweer het 73ste geval voor Nederland.

Meenatortel Streptopelia orientalis meena, Alkmaar, 21 februari 2020 (Ruud Brouwer)

Alpengierzwaluw Tachymarptis melba, Katwijk aan Zee, 6 april 2020 (Ed Schouten)

De eerste Citroenkwikstaart van 2020 was een mooie man die op 16 april in de Amsterdamse Waterleidingduinen gezien werd. Op 20 april werd een vrouwtje in de Voorhaven van Den Oever gefotografeerd. Een paar dagen later, op 23 april, vloog een mannetje langs Breskens, op dezelfde dag dat hier ook de Havikarend en Kuifleeuwerik voorbij kwamen. Op 29 april werd  nog een vrouwtje gefotografeerd langs de Afsluitdijk, tussen Kornwerderzand en het Friese vasteland. De laatste Citroenkwikstaart van deze periode was een mannetje die op 9 mei heel kort aanwezig was bij de Ezumakeeg Zuid. Helaas waren geen van deze vogels weggelegd voor anderen dan de ontdekker(s).

Citroenkwikstaart Motacilla citreola, Amsterdamse Waterleidingduinen, 16 april 2020 (Kees van Dommele)

Citroenkwikstaart Motacilla citreola, Afsluitdijk, 29 april 2020 (Dick Pruiksma)


Citroenkwikstaart Motacilla citreola, Breskens, 23 april 2020 (Corstiaan Beeke)

Een andere zeldzame kwikstaart die dit voorjaar ontdekt werd is de Balkankwikstaart die van 22 op 23 april aanwezig was op Lentevreugd, Wassenaar. Gelukkig zijn er geluidsopnames gemaakt bij deze vogel, want zonder dat is de kans op aanvaarding gelijk aan nul. Dit exemplaar zal, als hij de toets der kritiek van de CDNA doorstaat, het 3de geval voor Nederland zijn. Het blijft daarmee toch een goede soort, ondanks de hoeveelheid gevallen die we voor de herroulatie op de lijst hadden staan. De mogelijke Amoerkwikstaart nabij Rockanje in de Strypse Wetering die op 27 mei wereldkundig werd gemaakt, bleek aan de hand van foto’s die later opdoken al waarschijnlijk enkele weken aanwezig. Ondanks dat de determinatie nog niet klinkklaar is, zijn er toch veel positieve berichten. Het zou hier een nieuw taxon voor Nederland betreffen en met de huidige taxonomie een nieuwe soort voor de ranking!

Balkankwikstaart Motacilla feldegg, Wassenaar, 23 april 2020 (Eduard Opperman)

Mogelijke Amoerkwikstaart Motacilla leucopsis, Rockanje, 6 juni 2020 (Frits Hoogeveen)

Mogelijke Amoerkwikstaart Motacilla leucopsis, Rockanje, 27 mei 2020 (Julian Bosch)

Alsof het nog niet bizar genoeg was op 23 april, vloog er dus ook een Kuifleeuwerik langs bij Breskens. Een soort waar we de afgelopen tijd niet meer wakker om lagen, vanwege het langverblijvende exemplaar van Apeldoorn, die zeer toevallig (of toch niet?) op 15 maart voor het laatst gemeld werd, maar toch in deze tijd een brute waarneming. Het betreft het 4de aanvaarde geval na de plaatsing op de beoordeellijst. Een onbereikbare Kortteenleeuwerik werd op 15 mei gezien op het Trintelzand, langs de Markerwaarddijk (FL). Voorjaar 2020 was zeker geen matig voorjaar wat Roodstuitzwaluwen betreft, met 10 vogels. Op 18 april vloog er één langs Breskens en ook één langs de Wanteskuup. Op 20 april kwam er één over de Bantpolder bij het Lauwersmeer zetten en de volgende dag pakte Berkheide bij Katwijk een exemplaar. 23 april had ook twee vogels, waarvan er één bij Kamperhoek overzette en één langs Den Haag. Op Bevrijdingsdag vloog er een exemplaar langs de Verdronken Zwarte Polder in Zeeland. De volgende dag, 6 mei, kwam er één langs de Vulkaan (Den Haag) en één bij Ternaard (FR). De laatste Roodstuitzwaluw van deze periode werd ter plaatse aangetroffen, op een hekje bij Exloo in Drenthe.

Kuifleeuwerik Galerida cristata, Breskens, 23 april 2020 (Mayro Pattikawa)

Kortteenleeuwerik Calandrella brachydactyla, Trintelzand, 15 mei 2020 (Bas van den Boogaard)

Roodstuitzwaluw Cecropis daurica, Exloo, 7 mei 2020 (Hans van Kersbergen)

De 14de Provençaalse Grasmus werd op 7 mei gevonden in het Grenspark Kalmthoutse Heide, wat zo ongeveer in België ligt, vlakbij de grens in Noord-Brabant. Helaas was de vogel niet voor de goegemeente weggelegd, ook al heeft dat wel weer een ritje naar deze ultieme uithoek bespaard. De Westelijke Baardgrasmus van Texel die op 10 mei werd gevonden bij de Robbenjager was wel voor korte tijd twitchbaar. Indien aanvaard is dit de eerste Westelijke voor Nederland sinds 2016 en het 8ste geval voor ons land.

Provençaalse Grasmus Sylvia undata, Kalmthoutse Heide, 7 mei 2020 (Krista Jonkers)

Westelijke Baardgrasmus Sylvia cantillans, Texel, 10 mei 2020 (Diederik Kok)

De maand mei is de beste maand om Roodkopklauwier te targetten voor je zelfontdeklijst en zo ook dit jaar, met al drie gevallen. Op 9 mei werd bij Katwijk een 2de kalenderjaar vogel gevonden. Mogelijk hetzelfde individu werd op 10 mei in de duinen van Schoorl gevonden, want ook hier betreft het een 2de kalenderjaar. Dit vrouwtje was aanwezig t/m 16 mei. Op 12 mei werd in Hoogeveen te Drenthe ook nog één gevonden en deze was ook de volgende dag nog aanwezig.

Roodkopklauwier Lanius senator, Hoogeveen, 12 mei 2020 (Albert Molenaar)

Roodkopklauwier Lanius senator, Schoorl, 13 mei 2020 (Reinder Dokter)

Dan gaan we door naar de Phylloscopi. Op 12 april werd een Bergfluiter gemeld en opgenomen in de Hoekse Waard bij Numansdorp (ZH). Een tweede zingend exemplaar was van 3 tot 18 mei te bewonderen op de Groote Heide nabij Leende (NB). De enige Iberische Tjiftjaf van dit voorjaar - en dus waarschijnlijk van dit jaar - werd op 25 april gevonden in Haarlem en bleef daar zingen tot in juni. Een dag later, op 26 april, werd zowaar een zingende Humes Bladkoning ontdekt op een begraafplaats in Noordwijk aan Zee, een soort die toch vooral associaties opwekt met het late najaar en de winter. Op 30 mei druppelden de eerste Grauwe Fitissen binnen met zingende vogels in de stad Groningen en in vakantiepark De Krim op Texel. Op de laatstgenoemde locatie was het laatste woord over een Phylloscopus-zanger overigens nog niet gezegd…

Bergfluiter Phylloscopus bonelli, Leende, 3 mei 2020 (Niels van Houtum)


Bergfluiter Phylloscopus bonelli, Leende, 5 mei 2020 (Lonnie Bregman)

Iberische Tjiftjaf Phylloscopus ibericus, Haarlem, 27 mei 2020 (Vincent van der Spek)


Iberische Tjiftjaf Phylloscopus ibericus, Haarlem, 16 mei 2020 (Arnoud van den Berg)

Grauwe Fitis Phylloscopus trochiloides, Texel, 30 mei 2020 (Diederik Kok)


Grauwe Fitis Phylloscopus trochiloides, Texel, 30 mei 2020 (Ruud van Beusekom)

Krekelzangers werden dit voorjaar gezien en gehoord in het Cirkelbos bij Almere en in de Weerribben (beide vanaf 19 mei) en bij het Ketelmeer bij Kampen (OV; 23 tot 25 mei). De eerste Noordse Nachtegaal van het jaar was er een die niet zong, maar wel riep, op 21 mei op het noordpunt van Texel. Deze werd gevolgd door een ringvangst op 31 mei op vogelringstation Van Lennep in de Kennemerduinen.

Krekelzanger Locustella fluviatilis, Almere, 24 mei 2020 (Eric Verhagen)

Krekelzanger Locustella fluviatilis, Weerribben, 26 mei 2020 (Wim van Zwieten)

Noordse Nachtegaal (rechts) Luscinia luscinia met Nachtegaal (links) Luscinia megarhynchos, VRS Van Lennep, 31 mei 2020 (Lars Buckx)


Noordse Nachtegaal Luscinia luscinia, Texel, 21 mei 2020 (Ruud van Beusekom)

Voor Struikrietzangers is 2020 een ongekend goed jaar. Aan het eind van de maand mei waren al zingende vogels ontdekt in de Nieuwe Eendenkooi op Vlieland (24 mei), in de Millingerwaard nabij Kekerdom (GE; vanaf 25 mei), in de Tuintjes op Texel (28 - 29 mei), in de Amsterdamse Waterleidingduinen (30 mei), in vakantiepark De Krim op Texel op circa 100 meter van de toen ook daar zingende Grauwe Fitis (30 mei), bij Strijen (ZH; 31 mei), bij Goedereede (ZH; 31 mei), bij Dronten (FL; 31 mei) en op het terrein van kampeerboerderij De Branding op Schiermonnikoog (31 mei). Een volledig overzicht van deze Struikrietzangerinvasie verschijnt binnenkort op deze website. Het is overigens niet alleen een goed voorjaar voor Struikrietzanger, maar ook Bosrietzanger en Grote Karekiet doen het goed. Met al dat Acrocephalus-geweld was het toch een beetje hopen op eindelijk weer eens een twitchbare Veldrietzanger, maar die bleef voorlopig helaas uit. Wel werd er een gevangen op vogelringstation Amsterdamse Waterleidingduinen op 31 mei. Struikrietzangers blijven echter nog altijd gevonden worden, dus het kan nog steeds!


Struikrietzanger Acrocephalus dumetorum, Texel, 28 mei 2020 (Ruud van Beusekom)

Struikrietzanger Acrocephalus dumetorum, Schiermonnikoog, 31 mei 2020 (Thijs Glastra)

Struikrietzanger Acrocephalus dumetorum, Millingerwaard, 29 mei 2020 (Lennart Verheuvel)

Veldrietzanger Acrocephalus agricola, Amsterdamse Waterleidingduinen, 31 mei 2020 (Annemieke de Winter)

Orpheusspotvogels werden typisch genoeg vrijwel uitsluitend gevonden onder de grote rivieren met op zijn minst elf verschillende vogels in Brabant, zes in Zuid-Limburg en drie in de Zuid-Hollandse/Zeeuwse delta. De uitzondering die de regel bevestigde was een zingende vogel die van 10 tot 12 mei verbleef op - waar anders - vakantiepark De Krim op Texel. Op 16 mei werd een Rode Rotslijster gefotografeerd in een tuin in Heerde (GE) en twee dagen later, op 18 mei, ook een bij Hoorn op Terschelling. Het gaat respectievelijk om het vijftiende en het zestiende geval van Nederland.

Orpheusspotvogel Hippolais polyglotta, Tilburg, 29 mei 2020 (Eduard Opperman)

Rode Rotslijster Monticola saxatilis, Heerde, 16 mei 2020 (Teunis van den Brink)

Een zingende man Withalsvliegenvanger was van 11 tot waarschijnlijk 14 mei aanwezig in een bos bij Schaarsbergen (GE), ten noordwesten van Arnhem. Op 21 mei werd een vermoedelijke man Balkanvliegenvanger gevangen bij de Wylerberg nabij Nijmegen (GE). Als dit klopt zou het een nieuwe soort voor Nederland betreffen. Op 25 mei werd bij Westkapelle (ZL) een mannetje Aziatische Roodborsttapuit waargenomen. Na gevallen in april en mei 1998 is dit pas het derde voorjaarsgeval van deze soort. Op 30 maart werd een mannetje Witkopgors gefotografeerd bij Montferland (GE) en op 26 april was er een melding van een vrouwtje Bosgors in de Eemshaven (GR). We sluiten af met toch wel weer het hoogtepunt van dit overzicht: de Schildraaf werd voor het laatst in Leeuwarden gesignaleerd op 20 maart.


Withalsvliegenvanger Ficedula albicollis, Schaarsbergen, 11 mei 2020 (Kees van Oers)

Vermoedelijke Balkanvliegenvanger Ficedula semitorquata, Beek-Ubbergen, 21 mei 2020 (Ruud Foppen)

Aziatische Roodborsttapuit Saxicola maurus, Westkapelle, 25 mei 2020 (Thomas Luiten)

Witkopgors Emberiza leucocephalos, Bergherbos, Zeddam, 30 maart 2020 (Stef Veldkamp)

De glazen bol


Zoals gezegd is er een invasie van Struikrietzangers aan de gang, dus voor een tick op de zelfontdeklijst of een regionale lijst is dat een goede soort om de rest van de maand je aandacht op te vestigen. Dat is echter wel een beetje laf. Wil je écht een legende worden, ga dan op zoek een Veldrietzanger! Het enige twitchbare geval van die soort in Nederland dateert namelijk van 18 september 1994 op Vlieland, dus daar zouden heel veel mensen blij van worden. Daarnaast is juni veruit de beste maand voor Ralreiger en hetzelfde geldt voor Vale Gier, dus één van die twee soorten zal vast nog wel gevonden worden deze maand. Ook allebei de Nederlandse gevallen van Reuzenzwartkopmeeuw werden ontdekt in de tweede helft van juni. Over een legende worden gesproken...!

Reuzenzwartkopmeeuw Larus ichthyaetus, Oostvaardersplassen, 6 september 1974 (Nico Marra sr.)

We willen alle waarnemers en fotografen hartelijk bedanken voor hun bijdrages aan dit verslag.
We would like to thank all observers and photographers for their contributions to this report.

Lonnie Bregman & Diedert Koppenol

Discussie

Koen Stork  ·  14 juni 2020  18:57

Fijn overzichtje weer mannen! Ik heb jullie gemist!

Rob Halff  ·  14 juni 2020  20:13, gewijzigd 14 juni 2020  20:14

Fraai overzicht weer mannen en wat is er weer veel gezien de afgelopen periode ondanks de quarantaine/corona perikelen. Een klein puntje; in de tekst staat de locatie en datum van de Citroenkwikstaart verkeerd. Moet zijn: 29 April langs de Afsluitdijk i.p.v. 20 April Den-Oever. Ik kijk nu alweer uit naar het volgende overzicht!

Gert Ottens  ·  14 juni 2020  20:46

Superleuk overzicht weer, van een supervoorjaar! Die Dwergarend van Bornia was echter op 3 mei. Verder (nog) niet meer op aan te merken ;-)

Diedert Koppenol  ·  14 juni 2020  20:55

Dank allen!

@Rob het gaat om twee verschillende gevallen. 1 vrouwtje op 20 april en 1 vrouwtje op 29 april. Of begrijp ik verkeerd wat je bedoelt?

@Gert, die 1 was er even ingeslopen, aangepast!

Justin Jansen  ·  14 juni 2020  21:17

Roodsterblauwborsten zijn allebei oranjesterblauwborsten (dus geen Roodster). 

Rob Halff  ·  15 juni 2020  07:31

@ Diedert. Vandaar, dan staat het idd goed zo. Die van de 20e heb ik totaal niet meegekregen.

Max Berlijn  ·  15 juni 2020  15:02

Leuk maar ik mis deze, toch een potentiële nieuwe voor NL.

Lonnie Bregman  ·  15 juni 2020  16:39

Die zijn we bewust vergeten Max

Jan van der Laan  ·  15 juni 2020  18:27

Dan mag je bij een melding van deze soort - en hij komt! - niet mee ;-)

Max Berlijn  ·  15 juni 2020  18:45, gewijzigd 15 juni 2020  18:51

Da’s toch raar Lonnie? Het gaat om een objectieve weergave van een periode en dan mogen persoonlijke sentimenten en of frustratie van het missen van een soort niet meespelen. Ik hoop dat ze dat in DB niet doen...

Wietze Janse  ·  15 juni 2020  19:10

En we hadden ook nog een Lammergiertje, die moeten helemaal sentimentloos genoemd worden 😎

Lonnie Bregman  ·  15 juni 2020  19:18, gewijzigd 15 juni 2020  19:21

Justin, bedankt voor je inhoudelijke reactie. We hebben de blauwborsten eruit gehaald.

Het gaat niet om de soort hoor Jan, alleen om dit geval! Mag ik dan nog wel mee?

We hebben nooit beweerd objectief te zijn, Max. Volgens mij is het altijd duidelijk geweest dat persoonlijke sentimenten sporadisch doorschemeren ;-)

Vincent Hart  ·  15 juni 2020  21:34

Laten doorschemeren wat jullie ervan vonden was zowel bij de Jammergier als de Wittuingors een sterkere optie geweest dan ze niet noemen. Kusje van een groot fan!

Lonnie Bregman  ·  15 juni 2020  22:27

Bij dezen ;-)

Eduard Sangster  ·  16 juni 2020  13:05, gewijzigd 16 juni 2020  13:07

Klasse mannen! Heerlijk om dit weer te kunnen lezen.

Mijn glazen bol zegt Audouins Meeuw en Woestijnvink.

Wim Wiegant  ·  18 juni 2020  22:22

Het is weer prachtig…! De eerste zin (over de eenden) en de laatste (over de Schildraaf) zijn voor mij de hoogtepunten. Mijn advies: niet soorten bewust weglaten, maar kapot schrijven …! Verder mag jullie eigen cynische of sarcastische mening wel wat meer dan sporadisch doorschijnen, maar dat deed het al …!

Max Berlijn  ·  18 juni 2020  23:23

Waarom moet je een waarneming en van een Witkruingors "kapot schrijven" (of niet noemen)? Ik begrijp werkelijk de aversie niet. Heeft die waarnemer ons iets misdaan, geheim gehouden of was het zekere hoax??? Geval zit overigens nu in de verzamelronde.

Wim Wiegant  ·  19 juni 2020  00:34, gewijzigd 19 juni 2020  00:47

Max, ik bedoelde kapot schrijven voor het geval je er niet erg positief over bent. Dat je negatief bent of doet over een waarneming, staat de aanvaarding natuurlijk niet echt in de weg. Zo komt het dat de Jufferkraan op de Nederlandse lijst staat! En misschien de Amoerkwikstaart ooit ook…!

Ik zou zelf iedere kandidaat noemen, en in geval van rare gevoelens, daar meer of minder ongezouten commentaar bij geven. Weloverwogen taal, dat is meer iets voor het jaarverslag van de CDNA...!

Hup Lonnie, hup Diedert…! 

Edwin Schuller  ·  19 juni 2020  21:35

Nog een kleine klapper achteraf...

Diedert Koppenol  ·  8 juli 2020  17:51

Die Witkopgors was trouwens ook al voorspeld door de Glazen Bol in deze editie: https://www.dutchbirding.nl/terugblik/1590/17_februari_-_1_maart_2020#1590. Ik denk dat we toch wat meer aandacht moeten geven aan de voorspellende kracht van dit object!

Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.

Feedback?