DB Terugblik

Een terugblik op de waarnemingen van de afgelopen periode.

28 oktober - 10 november 2019

13 november 2019  ·  Diedert Koppenol  ·  4624 × bekeken

Dit najaar, in navolging van voorgaand 2019, liegt er zeker niet om met zijn zeldzame soorten. Het aantal individuen van enkele vaste najaarsgasten valt echter wel tegen, wat ook deze periode terug te zien is; de intrede van november luidt het einde van de najaarstrek toch wel echt in. Gelukkig is er genoeg om ons bezig te houden; naast alle interessante artikelen ook gave waarnemingen. We blikken terug op weken 44 & 45.

Hoogtepunten

Kuifleeuwerik

Op 4 november werd er tegen het eind van de dag een waarneming geüpload van een Kuifleeuwerik met foto’s van een tussen de auto’s rondscharrelend exemplaar midden in Apeldoorn. Velen van de jongere garde waren erg gespannen en hoopvol dat deze vogel er de volgende dag nog zou zitten. De afgelopen jaren zijn er van deze soort enkel waarnemingen van overvliegende individuen gedaan en daarom kon dit geval de eerste twitchbare sinds 2015 worden. Op 5 november werd er met het eerste licht al gezocht en werd de leeuwerik gauw genoeg teruggevonden. In tegenstelling tot dat voorgaande twitchbare geval van Den Bosch, die soms op dagen amper aanwezig was, zat deze Kuifleeuwerik rustig foeragerend op een braakliggend terrein vlakbij Station Apeldoorn, waar hij zich mooi liet bekijken en soms af en toe ook een zangstrofe liet horen.

Kuifleeuwerik Galerida cristata, Apeldoorn, 5 november 2019 (Thijs Glastra)

Sinds 2015 is Kuifleeuwerik gedegradeerd naar de beoordeelsoorten. Van deze vroeger vrij algemene broedvogel is de populatie rond de jaren ’80 als gevolg van een veranderend cultuurlandschap hard achteruit gegaan, met in 1985 nog maar 2000 broedparen waar er voorheen mogelijk wel 10.000 paren in Nederland broedden. 2016 was het eerste jaar waarin geen enkel broedpaar in Nederland waargenomen werd. Dit geval betreft waarschijnlijk het 3de aanvaardbare geval sinds beoordeling door de CDNA van deze soort.

Kuifleeuwerik , overzicht gevallen (Dutch Avifauna)

De vogel was nog aanwezig tot in ieder geval het einde van deze periode. Ondanks dat er kouder weer aan komt, lijkt het dier zich goed te kunnen voeden in de omgeving van het station en zal er waarschijnlijk nog wel een tijdje te bezichtigen zijn.

Kuifleeuwerik Galerida cristata, Apeldoorn, 5 november 2019 (Tim Schipper)

Witkeelgors

Ontdekt in de vorige periode, op 27 oktober, liet de vogel zich pas goed zien aan de grotere menigte in deze periode, voornamelijk op 28 oktober. Deze dag werd de Witkeelgors meermaals kort gezien door kleine groepen waarnemers, maar aan het eind van de middag kwam de vogel tot twee keer toe voor meerdere minuten omhoog in de vlieren en bleef dan rustig stil zitten. Hier kon hij goed bekeken worden, zelfs met behulp van telescopen en camera’s.

Witkeelgors Zonotrichia albicollis, Stuifdijk, Maasvlakte 28 oktober 2019 (Leo Boon)

In de loop van de week werd de vogel amper nog gezien en voornamelijk gehoord. De laatste waarnemingen werden gedaan op 31 oktober.Op verzoek van het bestuur werd een voedertafel op de plek van de waarnemingen geplaatst, maar ook dat mocht niet baten. Het schijnt hiermee één van de lastigste gevallen te zijn van een soort waarvan de exacte plek bekend was, maar waar toch zo lastig ‘tickable views’ te verkrijgen waren.

Voedertafel Mensa avibu, Stuifdijk, Maasvlakte, 1 november 2019 (Paul Schrijvershof)

Overzicht

Eenden en ganzen

Naarmate het jaar vordert en de overige trekvogels ons land gepasseerd zijn, richten steeds meer vogelaars hun kijkers op de wintergasten die zich in steeds grotere mate verzamelen op onze open wateren. Dit resulteerde onder andere in twee Ringsnaveleenden; één adulte man nabij Drempt (GE), die daar op 30 oktober ontdekt werd en nog tot aan 9 november aanwezig was, en één eerste kalenderjaar man op de Krabbeplas te Vlaardingen (ZH). Dit mannetje werd ontdekt op 2 november, samen met een mogelijk hybride Kokardezaagbek x Brilduiker (die ook in het wild wel voor schijnt te komen), en was nog aanwezig tot en met 10 november.Het vrouwtje Blauwvleugeltaling was nog aanwezig op Texel tot aan het einde van de periode en lijkt zich ook op te maken voor een overwintering. Ook de terugkerende Buffelkopeend van Den Oever was nog aanwezig de gehele periode, zich verplaatsend tussen de havens van Den Oever en de Dijkwielen. Een vrouwtje Witoogeend werd op 5 november ontdekt op de Marspolder (GE) en was aanwezig tot en met 10 november.

Ringsnaveleend Aythya collaris, Drempt, 9 november 2019 (Jan van't Hol)

Bij Lauwersoog werd een groep van vier overvliegende Witbuikrotganzen waargenomen op 28 oktober en op 3 november vloog er één over het strand van Schiermonnikoog. Op Terschelling was de groep van vier Witbuikrotganzen weer aanwezig van 2 tot en met 10 november en op 3 november was er een Witbuikrotgans ter plaatse bij de Broekerpolder (NH). Overvliegende Zwarte Rotganzen werden gezien vanaf de Maasvlakte (28 okt), op Ameland (2 nov) en op Terschelling (2 nov). Aan de grond werden individuen gezien op Schiermonnikoog van 30 t/m 31 oktober, bij Kerkwerve (ZL) op 29 oktober, bij Haamstede (ZL) van 1 t/m 10 november, op Ameland van 9 t/m 10 november en bij de Normerpolder (NH) op 5 en 10 november. De Dwergganzen bij het Oudeland van Strijen waren nog de gehele periode aanwezig.Op Schiermonnikoog was de groep van zes Roodhalsganzen nog de gehele periode aanwezig. Verder zat er in Friesland nog een exemplaar in de polder bij Harich op 6 november. Bij Krommenie (NH) zat ook een individu op 4 november en een langsvliegende Roodhalsgans werd bij Roermond gemeld op 5 november.

Roodhalsgans Branta ruficollis, Schiermonnikoog, 3 november 2019 (Roel Haamberg)

Andere watervogels

De meeste Koereigers van deze periode waren nog aanwezig op dezelfde plekken als voorgaande weken. Bij de Reeuwijkse Plassen waren maximaal vier exemplaren nog aanwezig t/m 10 november en bij het Waterland waren ook nog steeds drie individuen aanwezig tot aan het einde van de periode. Op 5 november zat er een Koereiger bij de Zwagermieden (FR) en op 8 november zaten er twee exemplaren bij Nieuwvliet (ZL). Op 31 oktober werden er twee ontdekt bij Einighausen (LI) die aanwezig waren tot en met 10 november.Net als de eerdergenoemde Blauwvleugeltaling lijkt ook de Flamingo van Texel zich goed te vermaken en toont geen aanstalten tot vertrek, want het dier bleef nog aanwezig t/m 10 november. Een Zwarte Ibis werd gefotografeerd op 3 november nabij Molkwerum (FR). Een Roze Pelikaan werd op 28 en 29 oktober kort waargenomen in de provincie Groningen, om vervolgens op 2 november nabij Leeuwarden herontdekt te worden. Hier liet de vogel zich voor een wat langere periode aan snelle twitchers zien om vervolgens weer uit beeld te verdwijnen. Op basis van verenkleed lijkt het hier om dezelfde vogel te gaan die al eerder dit najaar onder andere bij de Afsluitdijk werd waargenomen en uit Duitsland komt.

Roze Pelikaan Pelecanus onocrotalus, Leeuwarden, 2 november 2019 (Jaap Westra)

Rovers

Het was deze periode dun gezaaid met Steppekiekendieven, met overvliegende individuen bij Lauwersoog op 2 en 3 november en één juveniel over Kamperland (ZL) op 30 oktober. Er werd deze periode op 3 november een mogelijke Schreeuw- of Bastaardarend gezien bij Blekenbrink (GE). Er zijn echter wel vaker claims van deze soort op het internet, maar toen er ’s avonds een foto en beschrijving toe werden gevoegd, bleek het toch wel echt om dit ‘specje’ te gaan. Helaas kon hier geen mooi vervolg aan gegeven werden.Waar wel mooi van genoten kon worden was de Grijze Wouw die op 3 november bij Keent, de plek van de Bruine Klauwier van vorige periode, ontdekt werd. De vogel zat eerst vrij ver in het gebied, maar gedurende de verblijfsperiode die tot 6 november duurde werd de vogel ook dichterbij gezien en zelfs jagend waargenomen. Het betreft de 4de Grijze Wouw voor Noord-Brabant, al het 7de geval dit jaar en het 41ste geval voor Nederland. De groei van waarnemingen zet gestaag door in 2019.

Grijze Wouw Elanus caeruleus, Keent, 3 november 2019 (Alex Bos)

Steltlopers

Misschien wel de laatste Morinelplevier van dit najaar werd overvliegend gemeld bij Doenrade (LI) op 10 november. Op 30 oktober werd een eerste kalenderjaar Grauwe Franjepoot ontdekt bij Castricum, die aanwezig was tot en met 6 november. Er werden zelfs af en toe roepjes gehoord. Rosse Franjepoten werden voornamelijk boven zee gezien. Op 28 oktober vlogen vier individuen langs Lauwersoog en één individu langs de Eemshaven. Andere eenlingen vlogen langs Paal 15 op Texel (7 nov), Den Helder (8 nov), de Zuidpier van IJmuiden (9 nov) en bij Bloemendaal aan Zee (NH, 9 nov). Twee exemplaren vlogen langs Westkapelle op 9 november. Bij het Zuiderhavenhoofd van Harlingen zat een Rosse Franjepoot ter plaatse en op 5 november zat er één bij Ritthem (ZL).Een Gestreepte Strandloper werd op 3 november ontdekt bij Ruidhorn (GR). Dit betreft het 4de geval met bewijs in november voor Nederland.

Rosse Franjepoot Phalaropus fulicarius, Zuiderhavenhoofd Harlingen, 29 oktober 2019 (Pieter van den Hooven)

Gestreepte Strandloper Calidris melanotos, Ruidhorn, 3 november 2019 (Mark Schuurman)

Zeevogels, meeuwen en sterns

Het zeevogelgeweld verplaatst zich van de jagers en stormvogeltjes nu toch echt naar de alkachtigen. Op 28 oktober werd de enige Kleinste Jager van deze periode waargenomen bij Scheveningen. Op diezelfde dag werd er bij Schiermonnikoog een Stormvogeltje gezien en ook op 29 oktober werd er één gezien boven het Nederlands Continentaal Plat. Overvliegende IJsduikers werden gezien op Schiermonnikoog op 28 en 29 oktober. Een Zwarte Zeekoet vloog op 10 november langs de Zuidpier van IJmuiden en werd bij Camperduin (NH) opgepikt.

Zwarte Zeekoet Cepphus grylle, Zuidpier, IJmuiden, 10 november 2019 (Pim Rijk)

Kleine Alken werden deze periode veelvuldig gezien, met name in de havens langs de westkust van ons land. Bij Scheveningen werd er waarschijnlijk één opgegeten door een Zilvermeeuw. Er werden ook veel individuen over zee gezien, waarbij zelfs meerdere keren groepjes Kleine Alken, onder andere bij de Zuidpier van IJmuiden (4 ex en 3 ex) en op Schiermonnikoog (2 ex).

Kleine Alk Alle alle, Zuidpier, IJmuiden, 6 november 2019 (Marco Leloux)

Kleine Alk Alle alle, Scheveningen, 6 november 2019 (Hans Overduin)

Op 28 oktober vloog een eerste kalenderjaar Vorkstaartmeeuw langs bij Scheveningen. De Grote Burgemeester is nog steeds aanwezig in de binnenhaven van Vlissingen en zal daar waarschijnlijk nóg een jaar zitten, zoals het nu lijkt. Op 7 november werd een eerste kalenderjaar Witwangstern ontdekt bij Stellendam (ZH) en pleisterde hier tot in ieder geval 10 november.

Zangvogels en de rest

Waarnemingen van Vale Gierzwaluw namen deze periode gestaag af, met twee waarschijnlijk voldoende gefotografeerde gevallen. Eén werd op 3 november vanaf een pelagic gezien, tussen Ameland en Schiermonnikoog in. Het dier werd later nog vanaf Schiermonnikoog zelf opgepikt nabij het dorp. Op 5 november vlogen twee individuen boven het Noord-Hollands Duinreservaat en bleven daar enkele tijd rondhangen.In tegenstelling tot de vorige soort nemen de waarnemingen van Bonte Kraai naarmate de winter vordert toe. Overvliegende werden waargenomen bij de Hoekse Waard (ZH) en Hazewater (UT) op 30 oktober, bij de Kustweg bij het Lauwersmeer op 31 oktober en op 10 november bij het Kennemermeer (NH). Langverblijvende exemplaren bevonden zich bij Rosmalen (NB, 28 okt t/m 10 nov), Noordhorn (GR, 6 t/m 10 nov) en bij Breda (NB, 6 t/m 10 nov). Vluchtige vogels werden gezien bij Lauwersoog en Camperduin op 3 november, bij Callantsoog (NH) op 4 november en op 8 november bij Nieuw Scheemda (GR) en bij de Verdronken Zwarte Polder (ZL). De Schildraaf was de gehele periode in Leeuwarden aanwezig.

Bonte Kraai Corvus cornix, Zuidpier, IJmuiden, 10 november 2019 (Pim Rijk)

Nederland was deze periode aanzienlijk rijker bedeeld waar het Pallas' Boszangers betreft. Op 4 november werd er één gevangen bij VRS Eemshaven en op 9 november werden er twee gevangen; één bij VRS Van Lennep (NH) en één bij VRS Korverskooi te Texel. Op 9 november werd een Pallas’ Boszanger gehoord in de Dordtse Biesbosch. De volgende dag werd een exemplaar ontdekt in het Lauwersmeergebied, bij Recreatiepark Suyderoogh (GR), dat zich goed liet bekijken en op 11 november ook nog aanwezig was. Ook Bruine Boszangers waren meer aanwezig dan voorheen tijdens dit najaar. De eerste van deze periode werd op 29 oktober ontdekt op Schiermonnikoog en was nog aanwezig tot aan 5 november, maar liet zich lastig zien. Op 1 november werd er één gezien op Texel; ook deze Bruine Boszanger was typisch lastig te zien. Op 3 november werd er één ontdekt in de haven van Stavoren, waar in 2015 op exact dezelfde plek ook al een exemplaar zat. De vogel was nog aanwezig tot en met 6 november. Bij Limmen (NH) was er één aanwezig van 5 t/m 6 november. Op 5 november werd ook een gevangen bij VRS Castricum.

Pallas' Boszanger Phylloscopus proregulus, Recreatiepark Suyderoogh, Lauwersmeer, 10 november 2019 (Andries Zijlstra)

Bruine Boszanger Phylloscopus fuscatus, Stavoren, 4 november 2019 (Wim van Zwieten)

De laatste waarnemingen van Sperwergrasmus van dit najaar kwamen deze periode van de vogelringstations, te weten VRS Castricum (10 nov) en VRS Meijendel (29 okt). Op 9 november werd een Struikrietzanger gemeld bij de Klinkenbergplas in Oegstgeest (ZH) en op Texel werd er één ontdekt op dezelfde dag, aanwezig in Den Burg tot en met 10 november. De enorm tamme Blauwstaart van Vlieland was nog precies één dag aanwezig deze periode. Drie dagen later kwam er via Facebook een melding door van een gefotografeerde Blauwstaart nabij Oostkapelle. Helaas kon de vogel niet meer teruggevonden worden.


Struikrietzanger Acrocephalus dumetorum, Den Burg, Texel, 9 november 2019 (Arend Wassink)

Struikrietzanger Acrocephalus dumetorum, Den Burg, Texel, 9 november 2019 (Ruwan Aluvihare)

De hoeveelheid Pestvogels in ons land neemt gestaag toe. Er werden enkele overvliegende vogels waargenomen, voornamelijk langs de kust, maar ook zaten er enkelingen ter plaatse bij besdragende struiken, zoals op Schiermonnikoog, bij het Lauwersmeer, bij Havelte (DR) en Vatrop (NH). Duo’s werden gezien in Oostkapelle en Schiedam (ZH).

Pestvogel Bombycilla garrulus, Schiedam, 9 november 2019 (Wilma van Holten)

Een juveniele Roze Spreeuw werd op 5 november ontdekt bij Bunnik (UT) en was aanwezig tot en met 10 november. Het is de vierde waarneming van het najaar. De Waterspreeuw van Ameland was nog aanwezig op 28 oktober. Ook bij Gulpen was de Waterspreeuw er nog. Bij Aalten (GE) werd op 8 november ook een Waterspreeuw gefotografeerd.

Roze Spreeuw Pastor roseus, Bunnik, 6 november 2019 (Julian Bosch)

Roodbuikwaterspreeuw Cinclus cinclus aquaticus, Aalten, 8 november 2019 (G. Stronks)

Ergens rond het einde van oktober kwam er nieuws uit Leeuwarden naar buiten dat daar op 8 oktober een heus vrouwtje Goudlijster dood gevonden was. Gezien de vetgraad was ze mogelijk al meerdere dagen aanwezig. Helaas is er dus weer geen levende waargenomen, zoals wel voorspeld werd in die editie van de Terugblik. De andere zeldzame lijster van deze periode was de nog aanwezige Bruine Lijster van Vlieland die op 28 oktober nog gezien werd. Een paar eilanden verderop, op Schiermonnikoog, werd op dezelfde 28 oktober aan het begin van de middag een Bonte Tapuit ontdekt op het Westerstrand. Later op de dag werd hij ineens waargenomen vlakbij de Veerhaven en bewoog hij zich tussen de Waddendijk en de nabijgelegen waterzuivering. Het betreft hier al de zesde Bonte Tapuit voor Schiermonnikoog en de vierde sinds 2011.

Goudlijster Zoothera aurea, Leeuwarden, 23 oktober 2019 (Jeroen Breidenbach)

Overvliegende Grote Piepers werden waargenomen op Ameland (28 okt & 3 nov), bij De Jouwer (GR, 2 nov), op Texel (29 okt, 9 nov), bij Camperduin (29 okt) en bij Appelzak (3 nov). Aan de grond werden nog enkelingen ontdekt in het Noord-Hollands Duinreservaat (29 okt) en bij Goedereede (ZH, 3 nov). Het aantal waarnemingen van Siberische Boompiepers komt niet echt van de grond dit najaar en ook deze periode bleef de teller steken op drie. Bij Noordwijkerhout (ZH) werd op 28 oktober een overvliegend exemplaar opgenomen, alsmede op 10 november bij Vogelduin (NH). Een Siberische Boompieper aan de grond werd op 5 november ontdekt bij Hoogerheide (NB). Het is pas de tweede veldwaarneming van Noord-Brabant, maar helaas was de vogel niet langer dan een dag aanwezig. Ook deze periode werden er weer verscheidene overvliegende Roodkeelpiepers waargenomen; op 30 oktober bij Camperduin en op 2 november bij Texel. De tamme Roodkeelpieper van Vlieland was nog aanwezig t/m 3 november.

Siberische Boompieper Anthus hodgsoni, Hoogerheide, 5 november 2019 (Joey Braat)

In totaal werden er deze periode ongeveer vijftien overvliegende Europese Kanaries waargenomen, voornamelijk in Gelderland en langs de westkust van Holland. Van 4 t/m 9 november zat er één ter plaatse bij Rhenen (UT) en op 5 november zat kort een individu ter plaatse in Meijendel. De groep Grauwe Gorzen bij Doenrade (LI) was de gehele periode aanwezig, met een maximum aantal van 23 vogels. Op 29 oktober werd nog een overvliegend exemplaar waargenomen bij Breskens. De enige Dwerggors van deze periode werd gezien bij Telpost Slikken van de Heen (ZL) op 30 oktober.

Nieuws uit de WP

De meldingen vanuit de Azoren en met name vanaf Corvo zijn nu dan eindelijk verstomd en dat laat ons de WP-rubriek eindelijk ergens anders beginnen (of toch niet, dus.). Een leuk verslag van het vogelen op The Rock is nog hier hier te lezen.

De grootste WP-rammer kunnen we vinden bij onze overburen in Engeland. Er werd daar in de loop van de maand oktober een rare pieper ontdekt in Cornwall die voorlopig door de aanwezige vogelaars als Grote Pieper (Richard’s Pipit) werd gedetermineerd. Echter, na publicatie van enkele opnames van de roep was het één van ‘onze’ Britten die aan deze kant van het Kanaal alarm sloeg.De opnames deden eerder denken aan Mongoolse Pieper (Blyth’s Pipit) en verdienden in ieder geval een betere analyse dan tot nu toe gedaan was. Na raadpleging van enkele geluidengoeroe’s kwam vanuit die hoek de conclusie dat het geen van beide soorten betrof, maar om een Oriëntaalse Pieper (Paddyfield Pipit) ging!

Deze relatief vrij standvastige vogel uit Zuid-Azië stond vooralsnog niet op de radar als dwaalgast en al helemaal niet voor de WP. De determinatie is in ieder geval rond, maar over de status wordt nog volop gediscussieerd. Ook foto’s waarop ogenschijnlijk onnatuurlijke beschadigingen te zien zijn aan de vleugels doen velen twijfelen over de wildheid van de vogel. Wie dan nu weer zo’n ‘suffe’ vogel in een kooi zou willen houden, is een vraag die anderen opwerpen en zoals mijn oma zou zeggen: ‘Wat niet kan is nog nooit gebeurd’. Een intrigerend geval!

De aanwezigheid van een Pacifische Waterpieper (Buff-bellied Pipit) in hetzelfde veldje zorgde voor een mooie ontmoeting tussen Oost en West en dat exact 30 jaar na de val van de Muur.

In de buurt van de piepers werd op 31 oktober in Cornwall een Maskergors (Black-faced Bunting) waargenomen, maar de vogel was erg vluchtig en kon niet lang bekeken worden.Op de 31ste werd nog andere mega voor de UK gevonden op Westray, één van de Orkney-eilanden, in de vorm van een Stellers Eider die gelukkig langer aanwezig was. Dit is één van de eerste twitchbare gevallen sinds 1985, met een vorig geval uit 2000 van een mannetje dat drie dagen rondhing bij Hopeman. Ook het huidige mannetje was echter erg lastig, want hij verplaatste zich tussen verschillende eilanden en de Schotse kust. Hij lijkt nu eindelijk wat rustiger te worden en makkelijker te zien.

Een twitcher die de 31ste op weg was om bovenstaande soort aan zijn lijst toe te voegen was ’s nachts onderweg naar de boot toen hij ’s nachts een Ruigpootuil (Tengmalm’s Owl) langs de kant van de weg vond. Langzaamaan vloog het dier rustig naar de bosrand en verdween steeds verder het bos in. Helaas kon het 50ste geval voor de UK de volgende ochtend niet teruggevonden worden. Een andere zeldzaamheid die zich ook op de Orkney’s bevond was een vrouwtje Roodkeelnachtegaal (Siberian Rubythroat) op North Ronaldsay, het 17de geval voor de UK, dat op 6 november ontdekt werd. Dezelfde dag werd aan de andere kant van het Verenigd Koninkrijk, op St. Mary’s, Scilly, een 1ste-winter Bruine Klauwier (Brown Shrike) gevonden. De volgende dag werd op hetzelfde eiland ook nog een Roodborstkardinaal (Rose-breasted Grosbeak) ontdekt. Weer terug naar het noorden, want op 8 november werd een Blauwe Rotslijster (Blue Rock Thrush) gevonden in Lamb Holm Quarry in Schotland. Het 8ste geval voor de UK en in tegenstelling tot de zeer lastige vogel van het eiland waar we net waren, St. Mary’s, was dit mannetje veel makkelijker te scoren.

Roodkeelnachtegaal (Siberian Rubythroat) Luscinia calliope, North Ronaldsay, Orkney, 6 november 2019 (Dante Shepherd)

Bij de buren kwam het enige nieuws uit Cape Clear, waar de 3de Humes Bladkoning (Hume’s Leaf Warbler) voor Ierland werd gevangen. Een andere zeldzame vangst werd gedaan op 5 november in Spanje, nabij de Ebro Delta, in de vorm van een mogelijke Noordse Boszanger(Arctic Warbler), wat het tweede geval voor Spanje zou zijn.

Verder werd deze periode in Spanje weer een Bruine Gent (Brown Booby) bij Galicia over zee gezien, op 2 november. De terugkerende adulte Amerikaanse Zilvermeeuw (American Herring Gull) werd weer ontdekt op 3 november bij Muxía.Ook in Frankrijk werd een langsflappende Bruine Gent (Brown Booby) waargenomen op 7 november. Op 5 november werd in het midden van het land bij een natuurreservaat een Steppekievit (Sociable Lapwing) ontdekt. Doorstekend naar Italië, waar de beste soort bekend werd via verlaat nieuws: op 2 oktober werd een Rüppells Gier (Rüppell’s Vulture) in een groep Vale Gieren (Griffon Vultures) gefotografeerd op Sicilië. Indien aanvaard is dit het eerste geval voor Italië. Op Linosa werd op 4 november een vrouwtje Diadeemroodstaart (Moussier’s Redstart) ontdekt en deze was nog enkele dagen aanwezig.

Diadeemroodstaart (Moussier's Redstart) Phoenicurus moussieri, Linosa, Italië, 4 november 2019 (Andrea Corso)

In België deden ze het nu ook iets rustiger aan, met op 30 oktober een overtrekkende Rotskruiper (Wallcreeper) bij De Panne. Indien aanvaard betreft dit sterk staaltje “VisMig” het 14de geval voor België. Op 9 november werd ’s ochtends een Bruine Lijster (Dusky Thrush) ontdekt bij Zeebrugge, maar daar kwam men pas ’s avonds achter. De vogel was dusdanig lastig te zien dat door ‘wishfull thinking’ de waarneming afgeschreven werd, tot later bleek dat er op de opgelichte foto’s toch wel echt een Bruine Lijster stond. De vogel kon helaas de daaropvolgende dagen niet terug gevonden worden.


Rotskruiper (Wallcreeper) Tichodroma muraria, De Panne, België, 31 oktober 2019 (Niels Goulem)

Bruine Lijster (Dusky Thrush) Turdus eunomus, Zeebrugge, België, 9 november 2019 (Johan Buckens)

In ons andere buurland, Duitsland, was het mannetje Koningseider (King Eider) nog aanwezig bij Oehe-Schleimünde gedurende deze periode en op 9 november werd een Amerikaanse Zee-eend(Black Scoter) ontdekt bij Geltinger Birk.

Op 31 oktober werd in Hongarije de 3de Geelsnavelduiker(Yellow-billed Diver) ontdekt. De 29ste werd in Zweden een Oosterse Tortel( Oriental Turtle Dove) gevonden. Het betreft alweer het 31ste geval voor het Scandinavische land. Een grotere zeldzaamheid voor Zweden werd ontdekt op 8 november. Nabij Nabbelund werd daar een Maskergors (Black-faced Bunting) gefotografeerd. Het betreft het 3de geval en de vogel was nog aanwezig t/m 10 november. In Noorwegen werd op 31 oktober een Oostelijke Vale Spotvogel (Eastern Olivaceous Warbler) ontdekt. We eindigen deze WP-samenvatting met de grootste mega van Scandinavië. Op 10 november werd de eerste Taigavliegenvanger(Taiga Flycatcher) voor Denemarken bij Kopenhagen gefotografeerd.

Maskergors (Black-faced Bunting) Emberiza spodocephala, Öland, Zweden, 9 november 2019 (Simon Carrington)

De Glazen Bol

Halverwege november is het vaak zoeken naar motivatie om toch nog de deur uit te gaan, op zoek naar die extreme dwaalgasten die zich nu ophouden in den lande. Ten noorden van ons is een enorme verplaatsing van Haakbekken aan de gang. Er is al veel aandacht besteed aan die enorme influx, maar een eervolle vermelding in de Glazen Bol kan natuurlijk niet ontbreken. Het wil echter nog niet vlotten met het doorvliegen, waarnemingen in Duitsland en Zuid-Denemarken ontbreken nog in de mate waarop gehoopt werd. Invasies van deze soort zijn wel vaker voorgekomen en het heeft nog niet vaak tot waarnemingen in Nederland geleid. De omvang van de invasie dit jaar is echter zoveel groter dat daarom de verwachtingen toch groot zijn. Het bestuur heeft voor wat extra motivatie gezorgd.

Haakbek Pinicola enucleator, Beijum, Groningen, 20 november 2004 (Bas van den Boogaard)

Een andere vogelsoort die zich in deze tijd van het jaar goed in Nederland zou kunnen ophouden en ook invasiegevoelig is, is de Witbandkruisbek. Berichten over massale bewegingen ontbreken hier, maar dat hoeft hier niet per se veel te zeggen. In de grote bossen verzamelen zich nu steeds meer Kruisbekken in groepen en daar kan er zomaar één tussen zitten.

Witbandkruisbek Loxia leucoptera, Noordoostpolder, 14 december 1997 (Sietse Bernardus)

De Belgische waarneming vers in het geheugen dient het natuurlijk gezegd te worden dat Nederland wel weer toe is aan een nieuwe Rotskruiper. Ook al zullen sommigen zeggen dat wat zeldzaam is, zeldzaam moet blijven, maar tegen zo’n mooie vogel als deze zullen zelfs zij geen nee zeggen. Het meest recente geval dateert alweer uit 2010, waar een exemplaar zich ongeveer een maand ophield in de ENCI-groeve bij Maastricht, maar het geval ervoor stamt alweer uit 1990. Een bizarre waarneming van een vogel die zich midden in Amsterdam begaf en lekker aan het VU-gebouw kleefde gedurende de meeste tijd van zijn langdurige verblijf gedurende twee winters achtereen. Houd dus ook je hoofd omhoog mocht je in Utrecht, Groningen, of Rotterdam lopen, of waar dan ook maar grote gebouwen staan!

Rotskruiper Tichodroma muraria, Augustinusparochie, Amstelveen, 31 maart 1991 (Lammert van der Veen)

We willen alle waarnemers en fotografen hartelijk bedanken voor hun bijdrages aan dit verslag.
We would like to thank all observers and photographers for their contributions to this report.

Diedert Koppenol

Discussie

Jacob Molenaar  ·  13 november 2019  18:34

Leuk stukje weer!

Paar op-/aanmerkingen: een aantal keer (5 als ik goed tel) staat er oktober, terwijl dit november moet zijn, als voorbeeld bijvoorbeeld de zwarte zeekoet op 10 oktober, dit moet natuurlijk november zijn. Verder is de soortnaam weggevallen bij de grote burgemeester van Vlissingen. Tot slot: bij de bruine boszanger van Stavoren staat 3 november oktober.

Diedert Koppenol  ·  13 november 2019  18:47

Dank, aangepast!

Frank van der Meer  ·  13 november 2019  21:21

En de Texelse Struikriet is nog altijd niet vertrokken, hoewel de tekst suggereert van wel. Of kan althans zo begrepen worden.

Diedert Koppenol  ·  13 november 2019  21:53

De periode loopt van 28 okt t/m 10 november. Vervolgwaarnemingen zullen dus genoemd worden in de volgende editie. Voor actuele(re) informatie zul je inderdaad gewoon DBA en wrn.nl moeten raadplegen.

Robert Keizer  ·  15 november 2019  16:09

Mooi stukje werk jongens! Eén vraagje waarom maken jullie van de waterspreeuw van Aalten een roodbuik? Op de foto die jullie geplaatst hebben wordt die schijn wellicht gewekt door de lichtinval. Ik heb 2 andere afbeeldingen van dezelfde vogel die mijn inziens een Zwartbuik laten zien.

Diedert Koppenol  ·  15 november 2019  17:06, gewijzigd 15 november 2019  17:11

@Robert: Zelf heb ik mij er niet dusdanig in verdiept verder dan de enkele toegevoegde afbeeldingen en de vogel was als Roodbuik ingevoerd (en goedgekeurd), dus vandaar. Zou inderdaad door lichtinval kunnen komen, ik pas het even aan. Dank!

Kees (C.J.G.) Scharringa  ·  17 november 2019  10:41

Om het verhaal van de Vale Gierzwaluwen nog leuker te maken: op 5 november was er tegelijkertijd met de twee vogels ten zuiden van Castricum aan Zee ook nog een vogel aanwezig bij Egmond aan Zee. Die heb ik opgegeven op waarneming.nl als zijnde ook in het NHDuinreservaat. Ik had beter Egmond aan Zee als plaats kunnen noemen. Nu leek het net of het een vervolgwaarneming was van de vogels bij Castricum. Zie voor details waarneming.nl.

Wim Wiegant  ·  17 november 2019  16:37, gewijzigd 17 november 2019  16:38

Wat een kei-gave nieuwe traditie is dit aan het worden…! Geweldig, hulde aan Diedert …! 

Wim Wiegant  ·  17 november 2019  17:17, gewijzigd 17 november 2019  17:17

Ik denk wel dat de Latijnse naam voor voedertafel (Mensam mensam) niet correct is. Het zal toch niet zo zijn dat de voedertafel de naamgever (of de moeder) is van alle tafels ? Ik denk dat het Mensa avem zou moeten zijn, maar het is een tijdje terug dat ik Latijn op school had (jaartje of 46)...

Jos Welbedacht  ·  17 november 2019  17:29

'Mensa aviaria' wordt het dan, of 'mensa avibus' (tafel voor vogels) ;D

Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.

Feedback?