DB Terugblik

Een terugblik op de waarnemingen van de afgelopen periode.

14 - 27 oktober 2019

29 oktober 2019  ·  Lonnie Bregman  ·  4509 × bekeken

De wintertijd is weer ingegaan en dat betekent dat het einde van het najaar langzamerhand in zicht begint te komen. Voorlopig is daar echter nog niks van te merken: nadat deze maand al een eerste, een tweede en een derde (plus vierde van dezelfde soort) voor Nederland werden ontdekt, kwamen daar het afgelopen weekend nog een vierde én een zesde voor Nederland bij! Het binnenland deed bovendien ook goede zaken. Zet een lekker kopje thee voor jezelf en pak er een biscuitje bij, dan blikken we terug op week 42 en 43:

Hoogtepunten

Witkeelgors

We beginnen deze editie waar we onze twee weken geëindigd zijn: op de stuifdijk op de Maasvlakte. Daar ontdekte Paul Schrijvershof namelijk in de middag van zondag 27 oktober een heuse Witkeelgors! Het is in Europa natuurlijk een ontzettend goed najaar geweest voor Amerikaantjes en nu hebben wij na de Mirtezanger ook onze tweede yank te pakken. Na maar liefst vijf eerdere gevallen was het eigenlijk wachten op de eerste twitchbare van deze soort.

Witkeelgors Zonotrichia albicollis, Maasvlakte, 27 oktober 2019 (Mayro Pattikawa)

Witkeelgorzen hebben de dubieuze gewoonte om vaak als verstekeling op schepen op te duiken, een reputatie die versterkt wordt door het feit dat de gevallen in Europa zich rond grote havens centreren. Ook deze vogel zal gezien de locatie niet aan enige verdenkingen kunnen ontkomen. Maar who cares? Een vogel kiest er zelf voor om op een boot te gaan zitten. Wat wel van belang is, is dat hij op de komende dagen ook nog aanwezig was. Dit bood een tweede kans voor de twitchers die zondag andere prioriteiten hadden en voor de vogelaars die tijdens het derde Deception Tours-weekend op Vlieland zaten.

Witkeelgors overzicht gevallen (Dutch Avifauna)

Bruine Lijster

Dezelfde DT’ers die zondag op Vlieland baalden toen bleek dat ze de bovenstaande soort die dag niet meer konden halen, waren twee dagen eerder nog in volle extase. De vrijdagochtendboot, die traditioneel het DT-weekend inluidt, was toen namelijk nog niet aangelegd of Mark de Vries vond al een Bruine Lijster in de zeereep ten westen van de Ankerplaats!

Er waren drie eerdere gevallen van Bruine Lijster, waarvan slechts één in het moderne tijdperk. Die herinneren we ons nog wel, dat was in november 2016. Die vogel was slechts een late middag en een ochtend twitchbaar en werd zelfs niet door iedereen die aanwezig was gezien. De vogel op Vlieland bleek gelukkig beter mee te werken en bleef nog het gehele weekend rondhangen. Genoeg kansen voor de alerte twitcher dus om deze megasoort bij te schrijven.

Bruine Lijster Turdus eunomus, Vlieland, 27 oktober 2019 (Rob Halff)

Overzicht

Eenden en ganzen

Het hoogtepunt op dit gebied betrof een mannetje Amerikaanse Smient dat ontdekt werd op 18 oktober en voor het laatst werd waargenomen op 24 oktober. Vorig jaar december zat er ook al enkele dagen eentje op deze plasjes. Toeval bestaat niet, zeggen ze wel eens. Minder toevallig was het vrouwtje Blauwvleugeltaling dat nog tenminste tot 26 oktober bleef hangen op Texel. De woerd Buffelkopeend van de Biesbosch schitterde door afwezigheid en werd op 16 oktober ingeruild voor de bekende man van de haven van Den Oever, die nog in ieder geval deze gehele periode aanwezig bleef. De enige waarneming van Witbuikrotgans was een familie van vier exemplaren op het wad van Terschelling, waarvan de laatste vogel aanwezig bleef tot 23 oktober. Zwarte Rotganzen deden het beter met meldingen vanaf de Mokbaai op Texel, de kust van Friesland, Ameland en Wieringen en twee exemplaren op Vlieland. Roodhalsganzen werden her en der gezien. De leukste waarneming bestond uit de zes vogels die vanaf 16 oktober de weilanden van Schiermonnikoog verrijkten.

Amerikaanse Smient Mareca americana, Plasjes Harlingen, 18 oktober 2019 (Wim van Zwieten)

Buffelkopeend Bucephala albeola, Den Oever, 21 oktober 2019 (Johan van der Vegt)

Andere watervogels

De grootste aantallen Koereigers kwamen van de bekende plekken (vier bij de Reeuwijksche Plassen, drie bij Alphen aan den Rijn en deze keer ook drie in Waterland), maar op 23 oktober kwam daar kortstondig ook nog een drietal in de Bantpolder in het Lauwersmeer bij. Op Texel vertoont de Flamingo nog geen tekenen dat hij het eiland binnenkort zal gaan verlaten. De meest opmerkelijke waarneming werd echter gedaan in Schiedam, waar een zeer late Kwartelkoning zich geweldig liet zien terwijl hij op 19 en 20 oktober open en bloot op een akker rondliep!

Kwartelkoning Crex crex, Vockesteart, 20 oktober 2019 (Toy Janssen)

Rovers

Met dat gure najaarsweer waren de enige noemenswaardige roofvogels deze periode een aantal Steppekiekendieven: een vloog op 15 oktober langs een deel van de Noord-Hollandse kust, een hing van 15 tot 23 oktober rond op het oostpunt van Schiermonnikoog en verder waren er waarnemingen op 20 oktober bij Winschoten (GR), op 21 oktober bij Limmen (NH) en op 24 oktober vlakbij Venray (LI).

Steltlopers

Late Morinelplevieren bevonden zich op 20 oktober in De Slufter op Texel en op 27 oktober op Walcheren (Zeeland). Verder is er momenteel niet veel te melden op steltlopergebied, een aantal mooie Rosse Franjepoten langs de kust daargelaten.

Meeuwen, sterns en zeevogels

Op 16 oktober werd op het randje van Nederlands grondgebied op het Nederlands Continentaal Plat de enige Papegaaiduiker van deze twee weken gemeld. Op 18 oktober vloog een Vale Pijlstormvogel langs Rottumeroog en een dag later werd een Zwarte Zeekoet gezien vanaf Rottumerplaat. Kleine Alken beginnen ook binnen te druppelen en werden vaker drijvend voor de kust gezien dan langsvliegend. Dit gebeurde onder andere op Terschelling, op Rottumerplaat, bij IJmuiden, bij Scheveningen (drie stuks) en bij de Oosterscheldekering. De meest in het oog springende Vorkstaartmeeuw is de jonge vogel die op 18 oktober kort op het Renvogelveld op Texel zat. Daarnaast werden in totaal vier exemplaren over zee waargenomen. De Grote Burgemeester van Vlissingen heeft zijn termijn er nog niet op zitten en er werden adulte Kleine Burgemeesters gezien op 15 oktober bij IJmuiden en op 18 oktober bij Huisduinen.

Kleine Alk Alle alle, Noordpier IJmuiden, 22 oktober 2019 (Rob van Beers)

Zangvogels en de rest

Om te beginnen was de Grote Vale Spotvogel deze periode nog precies één dag aanwezig, op maandag 14 oktober. Het late najaar gaat tegenwoordig onvermijdelijk gepaard met al dan niet gegronde claims van Vale Gierzwaluw en dat is dit jaar niet anders. Een aantal hiervan werd hopelijk goed genoeg gedocumenteerd, te weten vogels op het noordpunt van Texel op 15 en 18 oktober, op telpost De Hoekse Sluis (Bergambacht, ZH) op 21 oktober en op Schiermonnikoog op 25 oktober. Bonte Kraaien werden gezien in Noordoost-Groningen, op Ameland, op Texel en trekkend over de Eemshaven, terwijl onze vriend de Schildraaf nog steeds in Leeuwarden aanwezig was. Het is voorlopig nog geen goed jaar voor Pallas’ Boszanger, waarvan de enige werd gezien op Terschelling op 15 oktober. Er werden zelfs nog meer Humes Bladkoningen gezien, namelijk een bij Noordwijkerhout op de 14de en een bij Westkapelle van de 20ste tot de 22ste. Nadat Overijsel een kleine maand geleden de eerste Raddes Boszanger voor de provincie scoorde met een vangst op VRS “De Kooi”, kon op 24 oktober ook Utrecht de soort op de provinciale lijst bijschrijven toen er een werd ontdekt bij telpost Kwintelooijen bij Veenendaal. Indien deze aanvaard worden, zijn dit pas de vierde en vijfde provincie met deze soort op de lijst. Een week eerder, op 17 oktober, werd er ook al een gevonden achter de appartementen van Eureka op Vlieland. Deze was iets minder uniek: het was al de zestiende voor het eiland! Op hetzelfde eiland werd drie dagen later ook een Bruine Boszanger gevonden. 20 oktober bleek sowieso een goede dag voor deze soort, met een exemplaar in Katwijk en een vangst op VRS Castricum. Ook werden er op diezelfde dag goed klinkende opnames voor de soort gemaakt op Texel en Schiermonnikoog. Op de 23ste vingen ze op VRS Castricum gelijk ook hun tweede Bruine Boszanger van het najaar.

Bruine Boszanger Phylloscopus fuscatus, Castricum, 20 oktober 2019 (Arnold Wijker)

Bruine Boszanger Phylloscopus fuscatus, Katwijk, 20 oktober 2019 (Arnold Meijer)

Raddes Boszanger Phylloscopus schwarzi, Vlieland, 17 oktober 2019 (Reinoud Vermoolen)


De enige Sperwergrasmus werd gezien op Schiermonnikoog van 18 tot 23 oktober. De Provençaalse Grasmus op de Maasvlakte werd voor het laatst gezien op 20 oktober. Op 16 oktober werd een Struikrietzanger gevangen op VRS Van Lennep in de Kennemerduinen. Op 22 en 23 oktober werd er ook een gemeld aan de rand van een woonwijk in Gouda. Het DT-weekend op Vlieland werd mooi afgesloten met een erg coöperatieve Blauwstaart op 27 oktober. Op 22 oktober werd de Nederlandse vogelwereld weer even wakker geschud, toen de Mirtezanger op Schiermonnikoog na een stille periode van negen dagen plotseling weer werd teruggevonden! Helaas bleek de vogel de volgende ochtend toch weer onvindbaar… Schiermonnikoog stond deze week sowieso in het teken van onverwachte herontdekkingen, want naast de Mirtezanger werd op 16 oktober ook de man Aziatische Roodborsttapuit na een week niet gezien te zijn weer teruggevonden op het oostpunt. In Itteren werd op 22 tot 23 oktober ook een “maura” gezien, het eerste geval voor Limburg, en op de 23ste werd een goed uitziende vogel gefotografeerd in de zeereep tussen Monster en Den Haag. Roze Spreeuwen werden gezien op Texel tot en met de 21ste, in de Eemshaven op de 23ste en in een tuin in Kollum (FR) op de 27ste. Bij Gulpen was de bekende Waterspreeuw nog steeds aanwezig en op 21 oktober werd er ook een gefotografeerd op Ameland. Ook hebben de eerste Pestvogels inmiddels ons land bereikt. Hopelijk wordt het een goede winter voor de soort. Tot slot werden de afgelopen twee weken ook weer de nodige Siberische Boompiepers gemeld, namelijk een over de Kennemerduinen (15 oktober), twee over Katwijk (16 oktober), twee over telpost Castricum aan Zee (18 en 20 oktober), een op Schiermonnikoog (20 oktober), een op Vlieland (20 oktober) en twee ongedocumenteerde op Terschelling (23 en 25 oktober). Het is eigenlijk gek dat deze soort nog steeds op dikgedrukt rood staat op waarneming.nl.

Aziatische Roodborsttapuit Saxicola maurus, Itteren, 23 oktober 2019 (Bjorn Alards)

Blauwstaart Tarsiger cyanurus, Vlieland, 27 oktober 2019 (Arnold Meijer)

Provençaalse Grasmus Sylvia undata, Maasvlakte, 17 oktober 2019 (Wietze Janse)

Nieuws uit de WP

We trappen het WP-overzicht maar weer eens af op de Azoren, waar wederom een hoofdrol was weggelegd voor het eiland Corvo. Hoogtepunten betroffen daar de vierde Heremietlijster (Hermit Thrush) en de achtste Dickcissel (Dickcissel) voor de Azoren die respectievelijk op 16 en 19 oktober werden ontdekt. Voor de laatste was het zelfs pas het negende geval voor de WP. Andere Amerikaantjes die hier gezien werden waren Zwartvleugeltangare (Scarlet Tanager), Zwartkopzanger (Blackpoll Warbler), Philadelphiavireo (Philadelphia Vireo), Gewone Maskerzanger (Common Yellowthroat) en Noord-Amerikaanse Roerdomp (American Bittern). Op het naburige eiland Flores werden ook een Gewone Maskerzanger (Common Yellowthroat) en een Zwartvleugeltangare (Scarlet Tanager) gevonden, op respectievelijk 15 en 18 oktober. Op het eiland Pico werd op 25 oktober een Amerikaanse Nachtzwaluw (Common Nighthawk) door een auto geraakt. Het arme beest kon het tragische ongeluk helaas niet navertellen.

Heremietlijster (Hermit Thrush) Hylocichla mustelina, Corvo, 16 oktober 2019 (Mika Bruun)

Dichterbij huis deden de Fransen het ook goed als het gaat om de yanks. Op 16 oktober vonden ze op het eiland Île de Sein zowel hun twintigste Roodoogvireo (Red-eyed Vireo) als hun eerste Bonte Zanger (Black-and-white Warbler) en op dezelfde dag werd op het eiland Ouessant de derde Roodborstkardinaal (Rose-breasted Grosbeak) voor het land ontdekt. Een dag later zat op datzelfde eiland de vierde nationale Bruine Klauwier (Brown Shrike) en werd in Plogoff de tweede Bruine Gent (Brown Booby) voor Frankrijk gezien, nadat ze eerder dit najaar al het eerste geval van deze soort te pakken hadden. Ten slotte werd in Portivy op 22 oktober ook gelijk de vierde Roodborstkardinaal (Rose-breasted Grosbeak) voor Frankrijk gevonden. De Bartrams Ruiter (Upland Sandpiper) die zich op Ouessant bevond bleef nog de gehele periode aanwezig en gaf geweldige shows weg. In Spanje werd op 17 oktober in de botanische tuinen van Zaragoza, wat ver in het noorden ligt, de eerste Afrikaanse Woudaap (Dwarf Bittern) voor het vasteland van Spanje gevonden. Hij was toen helaas wel al dood. De eerste Roodoogvireo (Red-eyed Vireo) voor Italië werd op 21 oktober gevonden op het kleine eilandje Linosa, ten westen van Malta. Bij onze zuiderburen was het op 25 oktober weer bingo in de haven van Zeebrugge toen daar de eerste Bruine Klauwier (Brown Shrike) voor het land werd gevonden, een fraaie adulte man nog wel.

Bruine Klauwier (Brown Shrike) Lanius cristatus, Zeebrugge, België, 27 oktober 2019 (Ludo van Dorst)

Bartrams Ruiter (Upland Sandpiper) Bartramia longicauda, Ouessant, Frankrijk, 20 oktober 2019 (Godreau Didier)

In het Verenigd Koninkrijk beginnen we op de Shetlandeilanden, waar op 15 oktober een Roodkeelnachtegaal (Siberian Rubythroat) werd gezien. Op dezelfde dag werd aan de andere kant van Schotland op de Buiten-Hebriden een Mirtezanger (Myrtle Warbler) gevonden en op 18 oktober werd aan de oostkust van Engeland in Lincolnshire een Bobolink (Bobolink) ontdekt. Op 19 oktober werd de Amerikaanse Nachtzwaluw (Common Nighthawk) van Noord-Ierland, die net twee dagen kwijt was, opeens teruggevonden in een park in Londen! En wij maar denken dat onze herontdekking van de Mirtezanger (Myrtle Warbler) indrukwekkend was. Op 20 oktober zagen twee waarnemers kort een Grijskopgors (Chestnut-eared Bunting) op St Mary's, een van de Scilly-eilanden. Indien aanvaard is dit het derde geval voor het Verenigd Koninkrijk en het vierde voor de WP. Op 22 oktober werd op internet ontdekt dat een gefotografeerde torenvalk in het oosten van Yorkshire een Kleine Torenvalk (Lesser Kestrel) betrof. Dit was alweer het 21ste geval voor Groot-Brittannië. In Nederland hebben we er pas één en die leefde niet eens meer. Wanneer krijgen wij een twitchbare? In Cornwall werd op 22 oktober een Bartrams Ruiter (Upland Sandpiper) gevonden en op 27 oktober hadden ze op de Shetland een Dwerglijster (Swainson’s Thrush). Ierland scoorde een nieuwe soort voor de nationale lijst toen op 26 oktober in Cork een Swinhoes Boszanger (Two-barred Warbler) werd ontdekt. De Ieren kwamen er deze periode ook achter dat een al in september als Grote Grijze Snip (Long-billed Dowitcher) gedetermineerde snip eigenlijk hun vierde Kleine Grijze Snip (Short-billed Dowitcher) betrof. Gelukkig was deze nog altijd aanwezig.

Op naar Scandinavië dan, waar het gebrek aan vogels vanuit het westen ruimschoots werd gecompenseerd door een paar goede knallers uit het oosten. In Denemarken werd op 14 oktober in het veld een Veldrietzanger (Paddyfield Warbler) ontdekt. Dat moet bij ons toch ook gewoon kunnen? How hard can it be?! Ze hadden daar bovendien ook hun eerste Swinhoes Boszanger (Two-barred Warbler) op 19 oktober. In Noorwegen werd op 16 oktober de derde Maskergors (Black-faced Bunting) voor het land ontdekt en twee dagen later hadden ze een Oostelijke Vale Spotvogel (Eastern Olivaceous Warbler). Dit was alweer hun achtste geval van bleksanger, zoals ze hem in Noorwegen noemen. Tot slot mochten ze in Zweden ook niet klagen want daar werd op 24 oktober een Kroonboszanger (Eastern Crowned Warbler) gevonden. Dit was een nieuwe soort voor Zweden en pas de dertiende voor de WP.

Veldrietzanger (Paddyfield Warbler) Acrocephalus agricola, Blåvand, Denemarken, 14 oktober 2019 (Michael Mosebo Jensen)

Oostelijke Vale Spotvogel (Eastern Olivaceous Warbler) Iduna pallida, Vigdel, Noorwegen, 19 oktober 2019 (Bjørn Mo)

De glazen bol

Zoals gezegd gaan we het einde van het najaar tegemoet, maar houd je verrekijker nog éven uit het vet. Hoe verder een soort moet vliegen, hoe later hij namelijk aankomt. De komende dagen zouden we dus zómaar iets uit het hele verre oosten kunnen aantreffen. De laatste dagen van oktober lijken mij wel een goede periode voor een leuke klauwier, een Steppeklapekster bijvoorbeeld. En ik denk ook dat een aantal mensen heel blij zou worden van een herkansing voor Langstaartklauwier

Maar onderschat november ook niet en dan met name de eerste twee weken. Van de 23 aanvaarde gevallen van Vale Gierzwaluw waren er bijvoorbeeld maar liefst 14 in deze maand. Bovendien is het een klassieke tijd voor soorten als Bruine Boszanger en Woestijntapuit. En wie zou er niet blij worden van een Woestijngrasmus!

Langstaartklauwier Lanius schach, Den Helder, 31 oktober 2011 (Harm Niesen)

Woestijngrasmus Sylvia nana, Zandvoort, 3 november 1988 (Arnoud van den Berg)

We willen alle waarnemers en fotografen hartelijk bedanken voor hun bijdrages aan dit verslag.
We would like to thank all observers and photographers for their contributions to this report.

Lonnie Bregman

Discussie

Hans Groot  ·  29 oktober 2019  23:40

Goed gedaan, weer!!

Folkert Jan Hoogstra  ·  30 oktober 2019  08:24, gewijzigd 30 oktober 2019  08:25

Geen Haakbekken in de glazen bol? Zou toch jammer zijn als we er daar niet weer eens 1 van meepakken ;)

Bas van der Burg  ·  30 oktober 2019  13:33, gewijzigd 30 oktober 2019  13:33

Ben Gaxiola  ·  30 oktober 2019  14:39

Mooi stuk weer.

Een opmerking: de kwako van Schiedam zat niet op een akker, maar in twee stukken riet met kruidenmeuk. De vogel liet  zich alleen maar soms (heel) kort zien langs de sloot die tussen de twee stukken riet liep. Op de foto van Toy liep hij op de zooi die uit deze sloot was gehaald.

Marijn Hoogteijling  ·  30 oktober 2019  18:05

Leest heerlijk en lekker actueel!!

Edwin Schuller  ·  30 oktober 2019  19:10

Spelfoutje in Mirtzanger. 

Leuk om te lezen!

Eduard Sangster  ·  30 oktober 2019  19:25, gewijzigd 30 oktober 2019  19:34

Mooi stuk weer mannen, leuk.

Die Bartram's, oef! 10u rijden + boot is wat ver.  

Hans Brinks  ·  30 oktober 2019  21:47

Super om te lezen - ga zo door

Anton Duijnhouwer  ·  30 oktober 2019  22:46

En wat mij betreft had die Kwartelkoning best gepiept mogen worden. Een zien, al is het kort, is voor weinig vogelaars weggelegd.

Arnoud B van den Berg  ·  1 november 2019  08:05, gewijzigd 1 november 2019  08:24

Na teleurstellend 'gehuil met de wolven in het bos' in de intro van de eerste aflevering, over misschien wel de beste maar meest onderschatte dwaalgasten van het jaar (schierzwaluw en grijskoppurperkoet), had ik de rubriek een paar keer aan me voorbij laten gaan. Gevolg van een overdosis willekeurig geroeptoeter over escapes, hybrids, ship-assisteds en 'wat er allemaal wel en niet mogelijk is'. Nu rubriek gelezen en blij verrast met de uitstekende kwaliteit: overzicht uitputtend en leuk om te lezen! Ook het obligate geleuter over met de boot arriverende 'yanks' is keurig in perspectief geplaatst. Nog even volhouden: de ervaring leert inderdaad dat de eerste helft van november de beste tijd voor extreme dwaalgasten is: de volgende rubriek kan opnieuw een feest worden! 


Max Berlijn  ·  1 november 2019  23:26, gewijzigd 2 november 2019  08:14

@Arnoud; “willekeurig geroeptoeter”, volgens mij heeft iedereen zijn willekeur. Ik bewonder je inzet voor de vele recente en oudere herroulerende gevallen betreffende het status vraagstuk. Maar jij laat de tianschanicus Azuurmees dan toch weer links liggen. Indien we Paddyfield Pipits op de radar moeten gaan hebben is die mees toch zeker het voorvechten waard?

Arnoud B van den Berg  ·  2 november 2019  09:06, gewijzigd 2 november 2019  16:50

@Max: nee, voor die tianschanicus kan ik geen scenario van wilde herkomst bedenken die aanvaarding als mogelijke dwaalgast rechtvaardigt. Verenkleed en geluid wezen op een niet wegtrekkende populatie in Noord-China.


Max Berlijn  ·  3 november 2019  09:20, gewijzigd 3 november 2019  09:34

"niet wegtrekkende populatie" blijf ik in tegenspraak vinden met je eerdere uitspraken. Hoe weten we dat zeker? Bij de discussies betreffende "controversiële" dwaalgasten tussen ons gaf ik aan dat we nu bijv. weten dat een Grijskoppurperkoet nog geen 1000 km aantoonbaar vliegt terwijl jij mij leert ruimer te denken dan wat nu aantoonbaar in de literatuur staat. Dat zou je dan toch ook met deze mees moeten doen? Deze mees zou toch al zwervend (gelijk aan bijv. de Daurische Kauw) in NL met mezen terecht kunnen komen? Door bij de een zo'n scenario onwaarschijnlijk te achten en bij de andere soort niet ga je toch weer willekeur krijgen? Ik dacht dat jouw mening was dat alles serieus genomen moet worden wat hier "on the wing" zou kunnen komen (dus bijv. geen zuidamerikaanse standvogels...oeps nu gebruik ik dat woord weer..) , indienen, wel/niet aanvaarden en archiveren. We zien vervolgens wel wat de toekomst brengt. De mees is nog nimmer ingediend.

Theo Admiraal  ·  4 november 2019  00:06

Ik begrijp de verwarring van Max, want ik krijg de laatste tijd de indruk van Arnoud dat zelfs een Struisvogel in de Kalverstraat niet bij voorbaat moet worden afgeschreven!

Arnoud B van den Berg  ·  4 november 2019  15:16, gewijzigd 4 november 2019  20:41

@Max: geen tegenspraak: ik zie gewoon niet hoe een tianschanicus-Azuurmees uit N-China 6400 km naar het westen kan afdwalen om zo het eerste geval van de WP te worden. Als jij wel een scenario ziet waarin dat kan gebeuren, dan moet je dat opschrijven en indienen. 

Grijskoppurperkoet is een ander verhaal, broedt in Europa en vliegt verder dan de door jou aangegeven afstand (trekt bv naar Perzische Golf 1200-2400 km en als dwaalgast tot in Noorwegen, 2500 km vanaf dichtstbije Zwarte Zee-broedgebied); en een ral moet je natuurlijk per definitie als dwaalgast serieus nemen.

Max Berlijn  ·  4 november 2019  22:05, gewijzigd 5 november 2019  05:57

Als een Kauw verondersteld wordt het te kunnen (Ulaanbaatar is een van de meest westelijke plekken van Daurische Kauw, zie HBW en dat is 8.500 km+ van Katwijk, maar okay, Crows en Jays noemt een geval in Oezbekistan (5600 km) ongeveer gelijk aan de afstand van het verspreidingsgebied van tianschanicus) kan een mees het ook zou ik zeggen/opschrijven. Daarnaast is er een JapaPevo in her-roulatie die van veel verder komt en wat betreft trekbewegingen zeker niet tot de "die hearts" behoort. Betreffende de recente Paddyfield Pipit zie je dan blijkbaar wel een scenario? Nogmaals het Noorse geval van de GPK staat op hun lijst maar de vraag is waar ze dit op baseren. Het steeds hier als voorbeeld aandragen voor lange afstandstrek maar niet uitzoeken hiervan heeft geen meerwaarde (het feit dat bijv. Daurische Spreeuw op onze NL lijst als van wilde herkomst wordt beschouwd is toch nog geen bewijs dat die soort afdwaalt naar NW Europa? dat is volgens mij een aanname later aanvoeren als bewijs). De afstanden die ik voor de GPK aanhaal zijn de afstanden genoemd in de literatuur (HBW (No regular long distance migrations. Local seasonal movements, in response to changing habitat conditions) en Rails (No regular long-distance migrations are recorded...) Beide bronnen noemen gevallen in West-Europa  maar zeggen daar tevens over "confused by escapes". Ik zeg niet dat deze ral niet wild kan zijn/komen maar als ik nog commissielid zou zijn zou ik daar een betere en verdere onderbouwing van willen hebben dan plekken nameten op de kaart en dan de maximale afstand noemen. Al met al, in mijn optiek heeft iedereen (ook ikzelf) zijn eigen willekeur. Ik laat het er verder maar bij.

Arnoud B van den Berg  ·  5 november 2019  08:35

@Max: In Oost-Azië sluiten Daurische Kauwen zich vaak aan bij groepen Kauwen en Japanse Pestvogels bij groepen Pestvogels maar er zijn in Europa geen terugmeldingen van geringde mezen uit centraal of oost-Azië. Verder oostelijk dan westelijk Iran broeden Pimpelmezen niet. Zou zo'n Azuurmees moederziel alleen naar Europa kunnen vliegen?

Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.

Feedback?