Dutch Birding jaargang 36 nummer 4, 2014

Voorpagina

Rosse Franjepoot  ·  Phalaropus fulicarius
Karel Mauer

Artikelen / papers

221 - 231 Identification of Northern Eider
Alexander Hellquist

Herkenning van Noordelijke Eider

Dit artikel bespreekt de bruikbaarheid van vijf kenmerken om enkele ondersoorten van Eider Somateria mollissima te onderscheiden: nominaat S m mollissima, Noordelijke Eider S m borealis en S m faeroeensis. Deze kenmerken zijn de positie van het neusgat, snavel- en pootkleur, kop- en snavelvorm, aanwezigheid van 'zeiltjes' (opgezette buitenvlag van onderste schouderveren) en grootte.

De positie van het neusgat kan gebruikt worden om typische individuen van mollissima te onderscheiden van borealis, aangezien ongeveer een vijfde van de bestudeerde mollissima buiten de variatie van borealis valt en omgekeerd. De positie van het neusgat bij faeroeensis lijkt op die van borealis.

De kleur van snavel en poten varieert in alle ondersoorten maar is bij borealis gemiddeld geler.

Aanpassing aan verschillende zoutgehaltes heeft geleid tot verschillen in kop- en snavelvorm tussen populaties, waarbij borealis en faeroeensis gemiddeld een opvallender voorhoofd vertonen vergeleken met mollissima van de Baltische/Waddenzee-trekbaanpopulatie; het verschil is minder duidelijk bij vergelijking met Britse en noord-Noorse mollissima.

Borealis lijkt vaker de zeiltjes op te zetten dan mollissima en faeroeensis maar mollissima benadert wat dit betreft regelmatig het uiterlijk van borealis waardoor de bruikbaarheid van dit kenmerk beperkt is.

Verschillen in grootte zijn van weinig nut bij het onderscheid tussen borealis en mollissima maar faeroeensis is duidelijk kleiner dan zowel borealis als mollissima.
De hier besproken kenmerken vertonen weinig variatie binnen het areaal van borealis, ook wanneer een brede definitie van deze ondersoort wordt gehanteerd. Variatie binnen mollissima is ook gering, nog het meest duidelijk in kopvorm.

De precieze begrenzing van borealis verdient nader onderzoek, mede in het licht van mogelijke introgressie tussen mollissima en faeroeensis in Schotland en omdat ook de genetische verwantschappen nog onduidelijk zijn.

Alexander Hellquist, Fatburs kvarngata 17, SE-118 64, Stockholm, Sweden
(alexhellquist@yahoo.com)

232 - 241 Black-browed Albatross in Denmark and Germany in May-July 2014
Gotthard Krug, Roef Mulder, Marcel Haas & Enno B Ebels

Wenkbrauwalbatros in Denemarken en Duitsland in mei-juli 2014

Op 25-26 mei en 17-18 juli werd een adulte Wenkbrauwalbatros Thalassarche melanophris waargenomen te Skagen, Nordjylland, Denemarken. Dezelfde vogel (op basis van vergelijking van foto's) verbleef van 28 mei tot 13 juni onregelmatig op en rond Helgoland, Schleswig-Holstein, Duitsland (waarnemingen op 28-29 mei, 4-5 juni en 12-13 juni). Op beide locaties liet de vogel zich vaak van dichtbij bekijken, vliegend over zee dicht langs de kust maar ook boven land en (op Helgoland) ook rustend in de kolonie van Jan-van-genten Morus bassanus. Het betreft het derde geval voor Denemarken en tweede voor Duitsland. Door de goede documentatie was de determinatie eenvoudig, op basis van het grote formaat, de donkere bovenvleugel en mantel, donkere staart, grijze 'wenkbrauw' voor en achter het oog, donkere ondervleugel met centrale lichte baan, gele snavel en donkere iris. De iriskleur onderscheidt deze soort van Campbellalbatros T impavida (broedvogel bij Nieuw-Zeeland) die een lichte gele iris heeft en kleine verschillen in koptekening en ondervleugel; deze soort is overigens niet als dwaalgast vast­gesteld in het West-Palearctische gebied (WP).

Een overzicht van alle waarnemingen in de WP geeft aan dat er c 125 gevallen zijn (inclusief waarnemingen vanaf c 2007 die soms nog niet aanvaard zijn; figuur 1). De laatste decennia neemt de frequentie van gevallen toe, waarschijnlijk mede onder invloed van een toenemende activiteit van zeetrekwaarnemers en betere documentatiemogelijkheden. Er zijn gevallen van de Azoren (2), Brittannië (27 tot en met 2012; c 5 aanvullende waarnemingen), Dene­marken (3), Duitsland (2), Faeroër (2), Frankrijk (c 19), Kanaaleilanden (2-3), Ierland (18; 19 individuen), IJsland (2), Italië (2), Marokko (3), Noor­wegen (c 19), Portugal (1), Spanje (c 13), Spits­bergen (1) en Zweden (2). Ze zijn uit alle maanden met het zwaartepunt in mei-oktober (figuur 2). Vier of vijf individuen keerden jaren achtereen terug om te overzomeren in kolonies van Jan-van-genten (IJsland, Faeroër en Schotland). Van 80 gevallen waarbij de leeftijd is vermeld was ruim twee derde in adult kleed). Er zijn waarnemingen aan de westzijde van de Atlantische Oceaan (Groenland, Noord-Amerika en West-Indië) en gevallen van drie andere soorten albatrossen in de WP (in totaal zes gevallen).

Gotthard Krug, Süderstraße 581, D-27498 Helgoland, Germany
(gotkrug@googlemail.com)
Roef Mulder, Schoolstraat 3, 9844 PE Pieterzijl, Netherlands
(roefmulder@home.nl)
Marcel Haas, Helmweg 12C, 1759 NE Callantsoog, Netherlands
(zoodauma@gmail.com)
Enno B Ebels, Joseph Haydnlaan 4, 3533 AE Utrecht, Netherlands
(ebels@wxs.nl)

242 - 243 Melanistic Greater Flamingo at Eilat, Israel, in October 2012-March 2014
Gert Ottens & Itai Shanni
244 - 245 Least Bittern, Wilson’s Phalarope and Merlin with Sora as prey on Aruba in October 2013
Emile M E Dirks
246 - 248 Kumliens Meeuw bij Scheveningen in december 2013
Vincent van der Spek

Kumlien's Gull at Scheveningen in December 2013

During strong wind on 24 December 2014, an adult Iceland Gull Larus glaucoides was seen by three observers at sea at Scheveningen, Zuid-Holland, the Netherlands, before it disappeared. Due to the weather and the lack of a telescope, it was not until the bird came close (15 m) before some dark markings on the outer primaries were noticed and photographs were made. Pictures showed a darker grey outer web on p8-10, and a grey, subterminal bar on p7 and p8. Although Kumlien's Gull L g kumlieni was immediately considered as a serious option, there was some uncertainty at first as the bird was pale, with a pale iris, and with relatively pale markings on the wing. Based on the opinion of consulted gull experts and discussions on the internet, it transpired that 24% of the wintering Kumlien's in Newfoundland, Canada, are comparable with this bird, some even being paler, and with even less markings on the primaries. After previous records in 2005 and 2011, the bird has been accepted as the third Kumlien's for the Nether­lands.

Vincent van der Spek, Acaciastraat 212, 2565 KJ Den Haag, Nederland
(v.vanderspek@gmail.com)

249 - 251 Black-headed Gull of 33 years and re-appeal to stop using aluminium rings to mark gulls
Klaas van Dijk, Date Lutterop, Rob Voesten & Frank Majoor

Kokmeeuw van 33 jaar oud en herhaalde aanbeveling om te stoppen met gebruik van aluminium ringen bij meeuwen

Dit artikel documenteert een nieuw leeftijdsrecord bij Kokmeeuw Chroicocephalus ridibundus. De vogel werd op 12 januari 1980 als tweede-kalenderjaar geringd in Worcester, Worcestershire, Engeland, en werd op 21 mei 2012 door Giny Kasemir gevonden in een broedkolonie op Griend, Friesland. De vogel was ongeveer een week dood; de doodsoorzaak was onbekend. Hij was in 1979 geboren en bereikte een leeftijd van 33 jaar. Het vorige leeftijdsrecord stond op 32 jaar en 9 maanden. De ring vertoonde enige slijtage maar de inscriptie was nog prima te lezen (figuur 1). Britse Kokmeeuwen worden al erg lang met incoloy ringen gemerkt. Dergelijke ringen gaan langer mee dan de maximale levensduur van Kokmeeuwen. Dit geldt niet voor aluminium ringen. Een aantal nieuwe voorbeelden wordt gepresenteerd om dit te illustreren (figuur 2-3). Er wordt (nogmaals) voor gepleit om Kokmeeuwen te voorzien van ringen van hard metaal (roestvrij staal of incoloy).

Klaas van Dijk, Vermeerstraat 48, 9718 SN Groningen, Netherlands
(klaas.vdijk@hetnet.nl)
Date Lutterop, Natuurmonumenten, Lopsterweg 31, 9921 RN Stedum, Netherlands
(d.lutterop@wxs.nl)
Rob Voesten, De Cuyperstraat 47, 5861 CL Wanssum, Netherlands
(rob_voesten@yahoo.com)
Frank Majoor, Sovon, Postbus 6521, 6503 GA Nijmegen, Netherlands
(frank.majoor@sovon.nl)

252 - 255 Clamorous Reed Warblers breeding in Nile valley, Sudan, in April 2013
Jens Hering

Varia

256 - 262 On display: Guianan Cock-of-the-rock and Andean Cock-of-the-rock
Enno B Ebels, Dušan M Brinkhuizen & Roland Wantia

Corrigenda

263 Corrigenda
Redactie Dutch Birding

WP reports

263 - 275 June-July 2014
Arnoud B van den Berg & Marcel Haas

Recente meldingen / recent reports

276 - 291 Mei-juni 2014
Roy Slaterus, Vincent van der Spek & Martijn Renders

DB actueel

292 - 294 Influx van zingende Struikrietzangers in Nederland [Blyth’s Reed Warblers]
Feedback?