Dutch Birding jaargang 34 nummer 2, 2012

Voorpagina

Kalanderleeuwerik  ·  Melanocorypha calandra
Arend Wassink

Artikelen / papers

77 - 84 Ageing Syrian Serin based on moult and wing-feathers
Yael Lehnardt, Reuven Yosef & Gidon Perlman

Leeftijdsbepaling bij Syrische Kanarie op basis van rui en vleugelveren

In juli en augustus in 2007 en 2008 werden 147 Syrische Kanaries Serinus syriacus (waarvan de leeftijd bekend was doordat ze het jaar daarvoor als juveniel of als adult werden geringd) op de berg Hermon, Noord-Israël, gevangen en onderzocht om criteria vast te stellen voor de leeftijdsbepaling. Hiervoor zijn rui en sleet van het verenkleed belangrijk. In het late voorjaar en zomer, voordat de najaarsrui is voltooid in juli-augustus, kunnen drie leeftijdsklassen worden onderscheiden: juveniele vogels van het lopende jaar, tweede kalenderjaarvogels (eerste-zomer) en adulte vogels (derde kalenderjaar of ouder). De recent uitgevlogen juveniele hebben een vers kleed en zijn gemakkelijk herkenbaar aan de brede rossige randen aan de grote dekveren en onderste schouderveren. Tweede-kalender­jaarvogels zijn herkenbaar aan oude, niet geruide veren van het juveniele kleed (deze worden niet geruid tijdens de post-juveniele rui een jaar eerder; zie figuur 1): alle slag- en staartpennen; de buitenste grote dekveren (50% van alle tweede-kalenderjaarvogels had een ruigrens in de grote dekveren); de buitenste (grootste) twee duimvleugelveren (een klein aantal vogels had de binnenste duimvleugelveer geruid); en alle handpendekveren. Bij adulte vogels zijn al deze veerpartijen van dezelfde generatie (alle werden een jaar eerder geruid). De veren zijn minder sterk gesleten (bij tweede-kalenderjaars sterk gesleten) en er zijn geen ruicontrasten zichtbaar.
Het rui- en slijtagepatroon van de duimvleugel (alula) en handpendekveren vormen het meest betrouwbare kenmerk bij het onderscheiden van adulte en tweede-kalenderjaarvogels. Bij de laatste zijn de handpendek­veren sterker gesleten, smal en puntig, en hebben een bruin centrum en bleke groengele randen (bij adulte breed en afgerond, met een donker zwartbruin centrum, helder groengele randen en opvallende grijze top). Bij tweede-kalenderjaarvogels die bij de post-juveniele rui de binnenste duimvleugelveer hebben geruid, is de rui­grens tussen de binnenste en de twee buitenste oude duimvleugelveren zeer opvallend; indien geen enkele duimvleugelveer is geruid (en er dus geen contrast zichtbaar is), zijn alle drie duimvleugelveren sterk gesleten en hebben een bruin centrum (duimvleugelveren van adulte zijn duidelijk minder gesleten en met een zwarter centrum).

Yael Lehnardt, International Birding & Research Centre in Eilat, PO Box 774, Eilat 88000, Israel / Jerusalem Bird Observatory, Society for the Protection of Nature in Israel, PO Box 3557, Jerusalem, Israel
(yaelbird@gmail.com)
Reuven Yosef, International Birding & Research Centre in Eilat, PO Box 774, Eilat 88000, Israel
(ryosef@eilatcity.co.il)
Gidon Perlman, Jerusalem Bird Observatory, Society for the Protection of Nature in Israel, PO Box 3557, Jerusalem, Israel
(gidonp@013.net)

85 - 90 Gemengd broedgeval van Citroenkwikstaart en Gele Kwikstaart bij Zeewolde in 2011
Luuk Draaijer & Roy Slaterus

Mixed breeding record of Citrine Wagtail and Blue-headed Wagtail at Zeewolde in 2011

On 12 July 2011, a first-summer male Citrine Wagtail Motacilla citreola was found during a survey of farmland birds near Zeewolde, Flevoland, the Netherlands. When the site was visited again three days later, it became clear that it was paired with a female Blue-headed Wagtail M flavaand feeding young. On 16 July, three young were seen making their first flights. Over the next days, the family was observed by a total of six birdwatchers; unfortunately the site was not open for public. Although the male and female came very close to the observers, the young always kept well hidden between the sugar beet crops. The male was last seen on 22 July and the female with two young probably on 27 July.
Up to 2010, 28 records of Citrine Wagtail have been accepted by the Dutch rarities committee (CDNA), the first dating back to 1984. Especially since 2006 the number of sightings has increased. This record constituted the first (mixed) breeding of Citrine Wagtail for the Netherlands. In the last decades, the species is expanding its range westwards; it is now breeding regularly in Finland, the Baltic states and Poland. Other cases of mixed breeding have already occurred as far west as England, France and Sweden.

Luuk Draaijer, Kometenlaan 14, 3738 XC Maartensdijk, Nederland
(luukenmaud.draaijer@planet.nl)
Roy Slaterus, Bervoetsbos 71, 2134 PM Hoofddorp, Nederland
(roy.slaterus@dutchbirding.nl)

91 - 94 Identification headaches: presumed hybrids Pale-bellied x Dark-bellied Brent Goose in the Netherlands
Rik Winters
95 - 96 African Crake at Banc d’Arguin, Mauritania, in November 2011
Jeroen Reneerkens
97 - 99 Additional comments on Rock Partridge morphology: Alectoris graeca orlandoi
Andrea Corso
100 - 103 White-tailed Tropicbird on Flores and Corvo, Azores, in October 2011
David Monticelli & Janne Aalto
104 - 107 Two Mourning Collared Doves at Abu Simbel, Egypt, from December 2010
Kris De Rouck & Dirk Colin
108 Presumed hybrid Black-headed x Black-backed Citrine Wagtail in Bulgaria in April 2011
Peter S Shurulinkov

Brieven / letters

109 Photographs of Mugimaki Flycatcher collected at Treviso, Italy, in October 1957
Giancarlo Fracasso

CDNA-mededelingen

110 - 111 Recente CDNA-besluiten
CDNA

WP reports

112 - 124 Mid-January to mid-March 2012
Arnoud B van den Berg & Marcel Haas

Recente meldingen / recent reports

125 - 133 Januari-februari 2012
Roy Slaterus & Vincent van der Spek

DBA-nieuws

134 Versterking bestuur; Dutch Birding-voorjaarsweekend op Texel

Corrigenda

135 - 136 Corrigenda
Redactie Dutch Birding
Feedback?