Dutch Birding jaargang 33 nummer 1, 2011

Voorpagina

Tristrams Spreeuw  ·  Onychognathus tristramii
René Pop

Artikelen / papers

1 - 8 Variation and difference in song between Western Bonelli’s Warbler and Eastern Bonelli’s Warbler
Dick Groenendijk & Teus J C Luijendijk

Variatie en verschil in zang tussen Bergfluiter en Balkanbergfluiter

Bergfluiter Phylloscopus bonelli (\'bonelli\') en Balkanbergfluiter P orientalis (\'orientalis\') lijken in morfologie zeer sterk op elkaar en in de praktijk worden beide soorten meestal gedetermineerd op basis van hun karakteristieke contactroep (\'de roep\'). Het blijkt echter dat de territoriumzang (\'de zang\') van beide soorten eveneens verschilt. Daarmee zijn zingende vogels in het voorjaar goed te determineren, zelfs als een exemplaar niet roept. In dit artikel wordt op basis van uitgebreide studie van opnames en sonagrammen van beide soorten beschreven in welke facetten hun zang verschilt. Belangrijk is om een opname van de zingende vogel te maken want alleen daarmee is een sluitende determinatie mogelijk.
In het veld klinkt de zang van orientalis wat lager met langere strofes die gemiddeld wat droger en meer ratelend klinken dan die van bonelli. Het belangrijkste verschil is de vorm van de elementen in een zangstrofe zoals zichtbaar op een sonagram. Bij bonelli hebben de elementen een V-vorm, terwijl dat bij orientalis een omgekeerde V (^) of een gespiegelde N (И) is. Het laatste deel van een element in de zangstrofe is bij bonelli een zogenaamde \'forward slash\' (/), terwijl dat bij de orientalis een \'backslash\' (\\) is (zie figuur 2-3). De maximumfrequentie in de zangstrofes van bonelli ligt op 7200 Hz, terwijl deze bij orientalis wat lager ligt, op 6300 Hz. De zangstrofes bij bonelli bestaan gemiddeld uit negen elementen, terwijl dit er bij de orientalis gemiddeld 15 zijn. Ook duurt de zangstrofe bij orientalis gemiddeld langer dan bij bonelli. Deze kenmerken zijn samengevat in tabel 1. Als een zingende vogel al deze kenmerken heeft dan is een zekere determinatie mogelijk.

Dick Groenendijk, Elzenstraat 14, 4043 PB Opheusden, Netherlands
(dickgroenendijk@filternet.nl)
Teus J C Luijendijk, Laan der zeven linden 50, 2645 GS Delfgauw, Netherlands
(teus.jc@tiscali.nl)

9 - 21 Taimyr Gulls: evidence for Pacific winter range, with notes on morphology and breeding
Klaas van Dijk, Sergei Kharitonov, Holmer Vonk & Bart Ebbinge

Taimyrmeeuwen: bewijzen voor Pacifisch overwinteringsgebied en gegevens over morfologie en broeden

Taimyr­meeuwen Larus taimyrensis zijn grote witkoppige meeuwen die broeden op het Taimyrschiereiland in het uiterste noorden van Centraal-Siberië, Rusland (figuur 1). Het is niet goed bekend waar ze overwinteren. Oorzaken zijn een gebrek aan terugmeldingen en onzekerheid over herkenning buiten de broedgebieden. Daarom wordt een korte beschrijving gegeven van het uiterlijk, geïllustreerd met foto\'s uit het broedgebied, en wordt kort ingegaan op het voorkomen op Taimyr.
Tussen 1977 en 2008 werden c 750 Taimyrmeeuwen op Taimyr geringd en er zijn tot en met 2010 zes terugmeldingen bekend van elders (tabel 1). De terugmeldingen duiden op een zuidoostelijke trekroute en op de noordwestelijke Pacifische kust als overwinteringsgebied (figuur 2). De resultaten zijn niet in overeenstemming met suggesties in oude handboeken dat Taimyr­meeuwen naar het zuidwesten vliegen en rond het Arabische schiereiland, langs de Kaspische Zee of in Oost-Afrika overwinteren. Verwarring met Heuglins Meeuw L heuglini en met Pontische Meeuw L cachinnans ligt hieraan ten grondslag. Het aantal terugmeldingen is laag en daarom is niet uitgesloten dat sommige Taimyrmeeuwen elders overwinteren. Foto\'s uit de broedgebieden zijn bestudeerd door ornithologen in Oost-Azië. Dat leidde tot de conclusie dat meeuwen die zij taimyrensis noemen sterk lijken op de broedvogels van Taimyr en dat het om dezelfde populatie moet gaan. In de discussie wordt ingegaan op een meer precieze omgrenzing van het wintergebied. Er is nauwelijks iets bekend over de winterecologie van Taimyrmeeuwen en veel ogenschijnlijk geschikte gebieden in Oost-Azië worden niet of nauwelijks bezocht door ornithologen. Een vergelijking wordt gemaakt met trekpatronen en wintergebieden van Mongoolse Meeuw L (vegae) mongolicus (figuur 3) en er blijken aanwijzingen te zijn dat Taimyrmeeuwen vermoedelijk verder zuidelijk overwinteren, wellicht vooral langs de kusten van de Oost-Chinese Zee en Zuid-Chinese Zee. Waarnemingen van gemerkte vogels zijn nodig om dit vermoeden te bevestigen. Hetzelfde geldt voor het al dan niet vaststellen van het overwinteren van een deel van de populatie langs de kusten van het Arabische schiereiland.

Klaas van Dijk, WIWO, Vermeerstraat 48, 9718 SN Groningen, Netherlands
(klaas.vdijk@hetnet.nl)
Sergei Kharitonov, Bird Ringing Centre of Russia, Moscow 117312, Russia
(serpkh@gmail.com)
Holmer Vonk, WIWO, Begoniastraat 1, 6982 CT Doesburg, Netherlands
(holmerv@xs4all.nl)
Bart Ebbinge, Alterra, Postbus 47, 6700 AA Wageningen, Netherlands
(bart.ebbinge@wur.nl)

22 - 30 Birding in Brazil: Alta Floresta region
Alexander C Lees

WP reports

31 - 33 Late November 2010–mid-January 2011
Arnoud B van den Berg & Marcel Haas

Artikelen / papers

34 - 37 Rotskruiper bij Maastricht in november-december 2010
Arnold W J Meijer

Wallcreeper near Maastricht in November-December 2010

On 22 November 2010, a Wall-creeper Tichodroma muraria was discovered at a quarry south of Maastricht, the Netherlands. The bird was observed daily until 11 December by a steady stream of birders (c 1000 in total). After this date, it has not been reported but since the quarry where it was found is very large and difficult to search because of limited viewing points and because the number of visiting birders strongly decreased, it is possible that the bird has remained and/or reappeared in 2011. It could be observed (albeit at large distance) early in the morning and late in the afternoon flying out of or into its roosting cave, or during the day in different parts of the quarry. Ageing and sexing is difficult in winter but the strong contrast betweeg white throat and grey belly may indicate a first-winter.
This is the second record for the Netherlands; the first was a female wintering on large university buildings at Amsterdam-Buitenveldert, Noord-Holland, in the winter of 1989/90 and again at the same site (and in nearby Amstelveen, Noord-Holland) in winter the winter of 1990/91. An overview of extralimital records in north-western Europe is given in table 1, including all records in Belgium, the Channel Islands, England (representing all British records), Luxembourg and the Netherlands and a selection of records in northern France and northern Germany.

Arnold W J Meijer, Jacob Catsstraat 8, 2221 JA Katwijk aan Zee, Nederland
(info@bluerobin.nl)

38 - 39 Blauwe vorm Ross’ Gans op Schiermonnikoog in mei 2009
Martijn Bot

Blue morph Ross\'s Goose on Schiermonnikoog in May 2009

On 9 May 2009, an unringed adult blue morph Ross\' Goose Anser rossii was observed with Greylag Geese A anser and Dark-bellied Brent Geese Branta bernicla on Schiermonnikoog, Friesland, the Netherlands. The bird was photographed and seen by a handful of birders. It was accepted by the Dutch rarities committee (CDNA) as the sixth Ross\'s Goose for the Netherlands and the first blue morph. Blue morph individuals are extremely rare in this species, with a \'world population\' of probably just over 100 birds (based on estimations that \'blue\' birds represent 0.01% of the world population of more than 1.1 million birds in the early 21st century). With the continuing growth of the population, this number may now be higher. The CDNA concluded that the bird showed no visible hybrid influence and that there were no other obstacles to accept it as a presumed wild individual.

Martijn Bot, Leverkruid 12, 9801 LR Zuidhorn, Nederland
(m.bot@noorderpoort.nl)

40 - 42 Reed Cormorant collected in Catalunya, Spain, in c 1855
osé Luis Copete, Xavier Ferrer, David Bigas, Carola Sanpera & David R Vieites
43 Black Guillemot at N’Gor, Senegal, in October 2008
Pierre Crouzier, Philippe J Dubois, Jean-Yves Frémont & Alain Verneau
44 - 46 Two Dickcissels and Dark-eyed Junco on Flores, Azores, in November 2009
Nico de Vries

Redactiemededelingen / Editorial notes

47 - 49 Naamgeving van taxa in Dutch Birding [Taxa names in Dutch Birding]
50 Vernieuwing binnen redactie

Corrigenda

50 - 60 Corrigenda
Redactie Dutch Birding

Recente meldingen / recent reports

61 - 70 November-december 2010
Roy Slaterus & Vincent van der Spek

DB actueel

71 - 74 Mobiele Grote Trap als Kerstverrassing [Great Bustard]; Recently described bird species
Feedback?