Dutch Birding jaargang 27 nummer 3, 2005

Voorpagina

Kleine Alk  ·  Alle alle
Karel Mauer

Artikelen / papers

155 - 170 Birding in Syria - little known destination in the Western Palearctic
Remco Hofland & Bert Saveyn

Vogelen in Syrië - weinig bekende bestemming in het West-Palearctische gebied

In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de avifauna van Syrië en de meest bekende vogelplekken in dit weinig door vogelaars bezochte land. Syrië is beter toegankelijk dan enkele aangrenzende landen en biedt de kans om een aantal voor het West-Palearctische gebied (WP) uitzonderlijke soorten waar te nemen. De gegevens in dit artikel zijn voor een deel gebaseerd op een ornithologische expeditie met een aantal Europese deelnemers in januari-februari 2004.
Bijzondere soorten die in Syrië kunnen worden gezien zijn Kaalkopibis Geronticus eremita (een zeer kleine kolonie met de laatste wilde vogels van de oostelijke populatie), Witwangbuulbuul Pycnonotus leucogenys en Iraakse Babbelaar Turdoides altirostris. Daarnaast is het waarschijnlijk dat een deel van de overwinterende izabelklauwieren naast Daurische Klauwier Lanius isabellinus en Turkestaanse Klauwier L phoenicuroides behoort tot Chinese Klauwier L arenarius, een soort die in de WP nog nauwelijks is vastgesteld. Naast deze \'target species\' biedt Syrië grote aantallen overwinterende eenden en andere watervogels, typische woestijnsoorten als Dunns Leeuwerik Eremalauda dunni en Diksnavelleeuwerik Ramphocoris clotbey, enkele karakteristieke taxa voor het Midden-Oosten die in andere landen vaak moeilijk te zien zijn, zoals Zwarte Frankolijn Francolinus francolinus, Groene Bijeneter Merops persicus, Kaspische Roodborsttapuit Saxicola maurus variegatus, Grote Vale Spotvogel Hippolais languida, Maquiszanger Scotocerca inquieta, Indische Rotsmus Gymnoris xanthocollis en Syrische Kanarie Serinus syriacus, en mogelijk grote aantallen doortrekkende roofvogels en andere thermiektrekkers, hoewel over dat laatste nog maar weinig bekend is.
Praktische informatie wordt gegeven over de beste tijd om Syrië te bezoeken, de belangrijkste archeologische en cultuurhistorische locaties (een bezoek waaraan vaak goed is te combineren met vogels kijken), transport en accommodatie. De belangrijkste vogelgebieden worden \'met de klok mee\' (beginnend in het noordwesten) beschreven en er wordt een overzicht gegeven van karakteristieke soorten en bijzondere waarnemingen in deze gebieden.
In januari-februari 2004 waargenomen nieuwe soorten voor Syrië zijn - mits aanvaard - Nonnetje Mergellus albellus, Siberische Waterpieper Anthus rubescens japonicus, Woestijngrasmus Sylvia nana, Vuurgoudhaan Regulus ignicapilla, Chinese Klauwier, Daurische Klauwier, Turkestaanse Klauwier en Steppeklapekster L pallidirostris. In april 2005 werden de eerste twee Middelste Bonte Spechten Dendrocopos medius voor Syrië vastgesteld. De verwachting is dat bij toenemende interesse van vogelaars het aantal nieuwe soorten snel kan toenemen, evenals de kennis omtrent het verspreidingsgebied van bepaalde soorten.

Remco Hofland, Aert van Neslaan 336, 2341 HN Oegstgeest, Netherlands
(platbuik@yahoo.com)
Bert Saveyn, Tarwelaan 14, 8500 Kortrijk, Belgium
(bert.saveyn@econ.kuleuven.be)

171 - 194 Eastern Black Redstarts at IJmuiden, the Netherlands, and on Guernsey, Channel Islands, in October 2003, and their identification, distribution and taxonomy
Laurens B Steijn

Oosterse Zwarte Roodstaarten te IJmuiden, Nederland, en op Guernsey, Kanaaleilanden, in oktober 2003 en hun herkenning, verspreiding en taxonomie

Van 21 tot 23 oktober en van 28 tot 31 oktober 2003 werden twee verschillende Oosterse Zwarte Roodstaarten Phoenicurus ochruros phoenicuroides waargenomen in West-Europa. De eerste werd ontdekt aan de rand van de jachthaven van IJmuiden, Noord-Holland, Nederland, en de tweede bij Vazon Bay, Guernsey, Kanaaleilanden, c 570 km ten zuidwesten van IJmuiden. Gedrag en habitatkeuze waren typisch voor Zwarte Roodstaart. Dit zijn waarschijnlijk de eerste goed gedocumenteerde gevallen voor West-Europa. In West-Europa is één eerder geval van P o phoenicuroides: een vrouwtjes-type op 28 oktober 1993 te Zeebrugge, West-Vlaanderen, België, maar omdat dit niet erg goed gedocumenteerd is lijkt het onwaarschijnlijk dat dit aanvaardbaar blijft. Een waarneming in Hamra, Gotland, Zweden, op 15 november 1986 is niet op ondersoort gebracht en is aanvaard als mannetje met kenmerken van P o ochruros/rufiventris/ semirufus. In tabel 1 staan mogelijke en waarschijnlijke waarnemingen in Europa tot 2003.
De zeldzaamheid van Oosterse Zwarte Roodstaart is opvallend gezien het feit dat dit taxon een lange-afstandstrekker is met een broed- en overwinteringsgebied dat vergelijkbaar is met soorten als bijvoorbeeld Humes Bladkoning Phylloscopus humei en Daurische Klauwier Lanius isabellinus, beide regelmatige dwaalgasten in West-Europa. De reden hiervoor zijn waarschijnlijk: 1 de meeste onvolwassen mannetjes Zwarte Roodstaart (van iedere ondersoort) hebben een vrouwtjes-type kleed en zijn daarom moeilijk te herkennen waardoor ze in het veld niet opgemerkt worden; en 2 er is in Europa in de laatste 10 jaar een aantal vermoedelijke en zekere hybride Zwarte x Gekraagde Roodstaart P phoenicurus waargenomen (alle in voorjaar en zomer). Deze vogels kunnen sterk op P o phoenicuroides lijken, wat identificatie moeilijk maakt. Toch blijkt er een aantal constante verschillen te bestaan tussen deze hybriden en P o phoenicuroides: 1 de kleur van de onderborst, buik en flank van P o phoenicuroides is meer uniform dan bij hybriden; 2 hybriden hebben vaak een lichte vleugelvlek (niet bij P o phoenicuroides); 3 hybriden hebben op de midden- en onderbuik een lichte/witte kleuring, vergelijkbaar met Gekraagde Roodstaart; P o phoenicuroides is hier uniform oranje-rood gekleurd; 4 P o phoenicuroides heeft een versmalling op de buitenvlag van p3-6 (gelijk aan andere ondersoorten van Zwarte Roodstaart), bij hybriden is dit op p3-5 en soms op p6 maar dan minder duidelijk en korter; en 5 hybriden hebben een andere vleugelformule wat resulteert in een andere lengteverhouding tussen p5-6 en p6-7; bij hybriden is dit 1:1.2 tot 1:1.3, terwijl dit bij P o phoenicuroides gemiddeld 1:2.19 is (bandbreedte van 1:1.57 tot 1:3.0).
Zowel de vogel van IJmuiden als die van Guernsey toonden alle genoemde kenmerken. De lengteverhouding tussen p5-6 en p6-7 van beide vogels is gemeten op 1:2.0 en valt dus ruim binnen de marge van P o phoenicuroides.

Laurens B Steijn, Transvaalstraat 10a, 1092 HK Amsterdam, Netherlands
(lbsteijn@hotmail.com)

195 - 201 Lammergier van vermoedelijk wilde herkomst in Noord-Holland in juni 2002
Rutger J W van Ouwerkerk, Leo R Boon & Enno B Ebels

Lammergeier of presumed wild origin in Noord-Holland in June 2002

 On 2 June 2002, an immature Lammergeier Gypaetus barbatus was seen over Castricum and Hargen, Noord-Holland, the Netherlands. A report earlier that day over Almere, Flevoland, was not submitted. In the afternoon, it arrived on Texel, Noord-Holland, where it spent two nights and was seen by many birders. It left the island on 4 June; a report later that day in the evening over Haarlem, Noord-Holland, was not submitted.
This is the first record for the Netherlands of a bird of presumed wild origin after three (possibly four) previous records of project-released birds in 1997 and 1998. It showed no rings and/or tail or wing markings which virtually rules out the possibility of this bird being a project-related bird from the Alps. In addition, there are no indications that it was one of a handful of closely followed wild-born birds in the Alps. (The Dutch rarities committee (CDNA) would accept records of young raised in the wild by project-released parents.) In recent years, c 20 birds turned up in Europe outside the regular areas (see table 1). With a few exceptions, most sightings refer to immature birds in late May and June in (near-)coastal areas. The four birds in the Netherlands were all seen in May-June during periods of good weather and after periods of easterly winds. Table 2 lists 11 observations in France outside the species\' breeding ranges in the Alps and the Pyrenees, including those in Charente-Maritime and Allier well away from these mountains and dating from before the start of re-introduction projects.

Rutger J W van Ouwerkerk, Hamontstraat 200, 1066 NE Amsterdam, Nederland
(rutger_vo@hotmail.com)
Leo J R Boon, Keesomstraat 103, 2041 XD Zandvoort, Nederland
(leo@cursorius.com)
Enno B Ebels, Joseph Haydnlaan 4, 3533 AE Utrecht, Nederland
(ebels@wxs.nl)

202 Aberantly moulting Black-headed Gull at Spytkowice, Poland
Damian Wiehle & Pawel Malczyk
202 Black-bellied Tern at Krabi, Thailand, in April 2003
Justin J F J Jansen
203 Middle Spotted Woodpeckers at Selunfe, Syria, in April 2005
Peter G Kaestner
204 - 205 Flycatcher on Helgoland, Germany, in August 1982 re-identified as Dark-sided Flycatcher
Frank Stühmer

Brieven / letters

206 The Cyprus Oriental Pratincole
Guy M Kirwan
206 Lesser Kestrel at sea off Svalbard
Geir Mobakken
206 Kleine Torenvalk in België
Paul Herroelen

Lesser kestrel in Belgium

The first and only Lesser Kestrel Falco naumanni for Belgium on 18 October 1964 at Retie, Antwerpen, was trapped, ringed and released, not collected as wrongly mentioned in Ebels & Roselaar (2005).

Paul Herroelen, Mensenrechtenlaan 22, 1070 Brussel-Anderlecht, België
(paul.herroelen@tiscali.be)

DBA nieuws

207 Dutch Birding-vogeldag op 5 februari 2005 te Utrecht; Vogelnamenboek op CD-ROM

Masters of mystery

208 - 209 Solutions of second round 2005: Tawny Eagle and Black-throated Accentor; Third round 2005
Rob S A van Bemmelen & Dick Groenendijk

Aankondigingen & verzoeken / announcements & requests

210 Ornithologisch jaarverslag Texel 2004

WP reports

211 - 219 late March-early May 2005
Arnoud B van den Berg

Recente meldingen / recent reports

220 - 226 Nederland: maart-april 2005
Ruud M van Dongen, Klaas Haas & Peter W W de Rouw
227 - 231 België: maart-april 2005
Gerald Driessens

DB actueel

232 - 233 Keizerarend bij Kamperhoek [Imperial Eagle]; Killdeerplevier bij Rottige Meente [Killdeer]

Corrigenda

234 Corrigenda
Redactie Dutch Birding
Feedback?