Dutch Birding jaargang 25 nummer 2, 2003

Cover

Ross's Gull  ·  Rhodostethia rosea
Arie de Knijff

Artikelen / papers

77 - 97 Separation of Western and Eastern Black-eared Wheatear in the field
Magnus Ullman

Herkenning van Westelijke en Oostelijke Blonde Tapuit

Dit artikel behandelt de herkenning van Westelijke Blonde Tapuit Oenanthe hispanica (hierna hispanica) en Oostelijke Blonde Tapuit O melanoleuca (hierna melanoleuca), die voorheen meestal beschouwd werden als twee ondersoorten van Blonde Tapuit O hispanica. Het broedgebied van hispanica strekt zich uit over Noordwest-Afrika, het Iberisch Schiereiland, Zuid-Frankrijk, grote delen van Italië en Kroatië, terwijl melanoleuca broedt in Zuid-Italië, de Balkan (ten zuiden van Kroatië), Turkije, het Midden-Oosten, de Kaukasus, Zuid-Rusland, West-Iran en West-Kazakhstan. Hispanica overwintert in het westelijke gedeelte van de Sahel-zone in Afrika, en melanoleuca in het centrale en oostelijke gedeelte. Beide zijn als dwaalgast vastgesteld in Noordwest-Europa.

Voor de herkenning van beide taxa is leeftijds- en geslachtsbepaling van belang. Met name het onderscheid tussen eerste-zomer mannetjes en volwassen mannetjes, tussen onvolwassen vrouwtjes en volwassen vrouwtjes, en tussen vrouwtjes en onvolwassen mannetjes is in sommige gevallen niet eenvoudig. De meeste eerste-zomer mannetjes verschillen van volwassen mannetjes door een zichtbaar contrast tussen (zwarte) pas geruide veren en (bruine) oude veren in vleugel en schouder. Kleine en middelste dekveren en een variabel aantal grote dekveren, schouderveren en soms tertials steken zwart af tegen bruine overige vleugel- en schouderveren bij eerste-zomer mannetjes, terwijl bij volwassen mannetjes al deze veren zwart zijn. Leeftijdsbepaling van mannetjes uitsluitend op grond van lichte handpennen en tertials is niet volkomen betrouwbaar, omdat de onbedekte delen van deze veerpartijen relatief snel kunnen verbleken onder invloed van fel zonlicht.

Leeftijdsbepaling van vrouwtjes is in het najaar mogelijk bij onvolwassen vogels, die nog juveniele buitenste grote dekveren bezitten, die korter zijn dan reeds geruide, meer naar binnen gelegen, grote dekveren.
Sommige onvolwassen mannetjes kunnen veel lijken op vrouwtjes. In het najaar blijkt het onderscheid vooral uit de meer uitgesproken koptekening van mannetjes. In het voorjaar is het verschil in koptekening geringer, maar dan tonen de meeste mannetjes zwarte schouderveren, terwijl vrouwtjes hooguit donkerbruine schouderveren hebben.
De herkenning van hispanica en melanoleuca, die beide voorkomen in een lichtkelige en een donkerkelige vorm, is door overlap in kenmerken niet eenvoudig. Voor verschillen in biometrie, zoals een gemiddeld kortere handpenprojectie bij hispanica, wordt verwezen naar Cramp (1988) and Svensson (1992). Een aantal kenmerken, die bruikbaar zijn bij veldwaarnemingen, wordt genoemd.

Volwassen mannetjes
Kleur van kruin, achterhoofd en mantel is over het algemeen warmer bij hispanica, maar er bestaat overlap. Door individuele variatie en verbleken van kleuren gedurende voorjaar en zomer is dit kenmerk alleen niet doorslaggevend. De lichte mantelvlek is door een grotere hoeveelheid zwart op schouderveren, geringer in omvang en meer driehoekig in plaats van U-vormig bij veel melanoleuca, vooral in het voorjaar. Door individuele variatie is dit slechts een aanvullend kenmerk. De kleur van de onderdelen is over het algemeen warmer bij hispanica, maar het verschil is gering en er bestaat overlap. Een mogelijk verschil is dat de okerkleurige borst bij hispanica vaak gescheiden is van de zwarte keelvlek door een lichte baan, die ontbreekt bij melanoleuca. Deze kenmerken zijn echter niet doorslaggevend. Het zwarte masker is bij melanoleuca omvangrijker, en reikt verder boven snavel en oog en tot op bovenborst (uitsluitend bij donkerkelige exemplaren) dan bij hispanica. Ofschoon de omvang van het masker vaak moeilijk exact is te bepalen, geldt dit als een goed kenmerk.

Onvolwassen mannetjes
De meeste onvolwassen mannetjes hispanica in het najaar onderscheiden zich van melanoleuca door een warmere kleur op kruin, achterhoofd, mantel en onderdelen, en mogelijk ook door een lichte baan tussen borst- en koptekening. Zoals bij volwassen exemplaren toont melanoleuca een omvangrijker donker masker, maar de verschillen kunnen kleiner zijn, doordat lichte veerranden het werkelijke patroon vertroebelen. In het voorjaar verschillen onvolwassen mannetjes weinig van volwassen mannetjes, ofschoon melanoleuca over het algemeen meer kenmerken van onvolwassen kleed behoudt dan hispanica.

Vrouwtjes
Net als bij mannetjes vertoont het verenkleed van vrouwtjes hispanica gemiddeld een warmere kleur dan melanoleuca. In tegenstelling tot bij hispanica, worden de achterste mantel- en schouderveren van diverse melanoleuca gekenmerkt door vage lichte randen. De onderdelen van hispanica zijn over het algemeen lichter gekleurd, maar het verschil is gering en zonder vergelijkingsmogelijkheden van weinig waarde. Determinatie van vrouwtjes zal niet altijd mogelijk zijn.

Magnus Ullman, Iliongr K:104, SE-224 71 Lund, Sweden
ullman.apus@djingis.se

Brieven

98 - 99 \'Black-eared wheatear\' at Aagtekerke, the Netherlands, in June 1996
Magnus Ullman

\'Black-eared wheatear\' at Aagtekerke, the Netherlands, in June 1996

An immature male \'black-eared wheatear\' at Aagtekerke, Zeeland, the Netherlands, on 2-4 June 1996 was identified and accepted as a Western Black-eared Wheatear Oenanthe hispanica (hereafter hispanica) (eg, Klootwijk & Kuijpers 1996, van den Berg & Bosman 1999, 2001; Dutch Birding 18, 154, plate 168, 1996, 20: 157, plate 120, 1998).
However, first-summer males hispanica generally resemble adult males with a uniform and often rather warm ochre crown, nape and mantle as well as jet-black coverts. This is inconsistent with the Aagtekerke bird which shows an obvious contrast between the greyish, \'dirty\' crown and nape and rather ochre mantle as well as brownish-black greater coverts indicative of immature male Eastern Black-eared Wheatear O melanoleuca (hereafter melanoleuca). Moreover, the throat-bib to some extent covers the upper breast, again inconsistent with hispanica. While many melanoleuca males undeniably show a larger throat-bib than the Aagtekerke bird, the blackish \'stains\' below the rear end of the ear-coverts suggest that \'there is more to come\' - this bird will probably have a larger throat-bib when it becomes adult. The fact that the breast is thoroughly warm ochre all the way up to the throat-bib also indicates melanoleuca, while typical hispanica has a narrow pale, off-white zone between the throat-bib\'s black and the breast\'s ochre (cf Ullman 2003).
The amount of black above the eye and across the forehead may seem too restricted for melanoleuca, but immature males melanoleuca regularly have less black on these parts than adult males. And anyway, the black on the lores reaches too high for hispanica, and indicates that the bird is a melanoleuca.
Thus, I suggest that the Aagtekerke wheatear is, in fact, an Eastern Black-eared Wheatear.

Editorial note: On basis of Magnus Ullman\'s arguments described in this letter, the record has been resubmitted to the Dutch rarities committee (CDNA); the CDNA has decided that the record should be reviewed as Eastern Black-eared Wheatear. In addition, all accepted records of black-eared wheatear on the Dutch list (four hispanica and two melanoleuca) will be reviewed, together with a pending record of a presumed hispanica from 2001 (cf van der Vliet et al 2002) (Nils van Duivendijk in litt). EDITORS

Magnus Ullman, Iliongr K:104, SE-224 71 Lund, Sweden
ullman.apus@djingis.se

Varia

100 - 101 Plains-wanderer
Pieter van der Luit & Sandra van der Luit

Corrigenda

102 Corrigenda
Redactie Dutch Birding

Trends in systematics

103 - 115 Speciation in Pica magpies
Enno B Ebels

Masters of mystery

116 - 120 Solutions of first round 2003: Red-knobbed Coot and Red-footed Falcon; Second round 2003
Rob van Bemmelen & Dick Groenendijk

CDNA-mededelingen

121 Recente CDNA-besluiten
CDNA

Recensies / reviews

121 A guide to the birds of Fiji & Western Polynesia, including American Samoa, Niue, Samoa, Tokelau, Tonga, Tuvalu and Wallis & Futuna by Dick Watling
Enno B Ebels
122 Birds and light. The art of Lars Jonsson by Lars Jonsson, Staffan Söderblom & Björn Linnell
Dirk J Moerbeek
123 Spix's Macaw - the race to save the world's rarest bird by Tony Juniper
Enno B Ebels
123 Birds of South Korea (videocassette) by Charlie Moores, Nial Moores & Kim Su Kyung
Enno B Ebels
124 A complete guide to antarctic wildlife. The birds and marine mammals of the antarctic continent and southern ocean by Hadoram Shirihai
Teus Luijendijk
125 The atlas of wintering birds in Malopolska by Kazimierz Walasz (editor)
Roy Slaterus
126 Birdwatching in Mallorca by Paul Doherty 2002
Magnus Robb
126 - 127 Swiftlets of Borneo: builders of edible nests by Lim Chan Koon & Earl of Cranbrook
Jan-Hendrik Becking

WP reports

128 - 136 January-February 2003
Arnoud B van den Berg

Recente meldingen / recent reports

137 - 146 Nederland: januari-februari 2003
Ruud M van Dongen, Klaas Haas & Peter W W de Rouw
147 - 148 België: januari-februari 2003
Gerald Driessens

DB actueel

149 - 151 Oostelijke Kraagtrap bij Lombardsijde [MACQUEEN'S BUSTARD]; Kleine Topper bij Scheelhoek [LESSER SCAUP]; Dwergaalscholver in Limburgs grensgebied [PYGMY CORMORANT]

Aankondigingen & verzoeken

152 Dutch Birding videojaaroverzicht 2002; Dutch Birding video year review 2002; Expositie Martin Brandsma: Vogelschetsen

DBA-nieuws

152 Dutch Birding-vogeldag 1 februari 2003; 0900-BIRDING operationeel; Nieuw adres fotoredactie; New address photographic editor
Feedback?