Azuurmees ssp. tianschanicus / yenisseensis

Cyanistes cyanus tianschanicus / yenisseensis  ·  Azure Tit ssp. tianschanicus / yenisseensis

Datum 9 maart 2019
Locatie Bergen - NH
Fotograaf Jaap Denee Jaap Denee
Bekeken 4246 ×

Discussie

Max Berlijn  ·  10 maart 2019  17:29, gewijzigd 10 maart 2019  17:34

Eeeh misschien ff wat toelichting? Mijn “Scandinavies” is niet zo best 😁

Vincent van der Spek  ·  10 maart 2019  18:16, gewijzigd 10 maart 2019  18:24

Ik heb inmiddels de pdf (dank Arnoud). V.l.n.r. worden foto 1 en 4 toegeschreven aan azuur. De vogel op foto 3 is eerder gepubliceerd als hybride (en 5 ook, maar daar is niet veel op te zien), foto 2 wordt aangemerkt als "Azuurmees met duidelijk hybride kenmerk".

Het gaat zo te zien om de hoeveelheid wit op de binnenvlag van de buitenste staartpen. In Azuur is die bijna geheel wit, bij hybriden niet. De Bergense vogel lijkt m.i. wat meer wit op de binnenvlag te tonen dan foto 2, maar veel minder dan de als zuiver aangemerkte Zweedse Azuren.

Hier de tertials en staart van de vogel uit 2007 in Castricum.

Arnoud B van den Berg  ·  10 maart 2019  18:21

@Max: het betreft 5 Zweedse vogels en van links naar rechts zie je, als ik het goed begrijp:

klassiek getekende Azuur (december 2016),

Azuur met hybridekenmerken (winter 2015/16)

Azuur x Pimpel (oktober 2016)

doodgevonden Azuur (okt-dec 2002)

Azuur x Pimpel (achteraf gedetermineerd) (febr-april 1996)


Teus Luijendijk  ·  10 maart 2019  19:44, gewijzigd 10 maart 2019  19:49

En dan hier de vertaling:

Staartpatronen: v.l.n.r. een Azuurmees verzameld in 1916 in de omgeving van Moskou, vervolgens mezen in Helsinki (2015-2016), Grönhögen (oktober 2016), Masugnsbyn (2002) en Åsele (1996). Let vooral op de hoeveelheid wit op de buitenste staartpennen (T4 tot 6). Bij Azuurmees is de regel dat een groot deel (ten minste 80%) van de buitenste staartpen (T6) wit is, T5 voor iets meer dan de helft wit en T4 voor ongeveer de helft. Het 'maatstreepje' geeft de lengte van het wit aan vanaf het begin op de binnenvlag tot aan de veertop bij T6. Tussen haakjes de waarden voor de door de Finse zeldzaamhedencommissie onderzochte exemplaren van de nominaat C. c. cyanus in St. Petersburg (n=42). De gemiddelde waarde voor T6 is 40.2 mm, dus de vogel uit Moskou voldoet daar goed aan. Een aantal foto's van de staart van de vogel uit Grönhögen, èn de metingen (in de hand) van de vogel uit Helsinki geven eenvoudig uitsluitsel dat de hoeveelheid wit ruim buiten de variatie valt zoals die bij (zuivere) Azuurmees is gevonden. De twee wat oudere Zweedse gevallen zijn helaas wat minder goed gedocumenteerd in dat opzicht, maar op de foto van de vogel van Masugnsbyn is tenminste een grotendeels witte T6 te zien, en zelfs de meer naar binnen gelegen veren zien er rijkelijk wit uit, zodat wat er te zien is als ondersteunend kan worden beschouwd voor de determinatie van deze vogel als een zuivere Azuurmees. De staarttekening van de vogel van Åsele is tamelijk slecht te zien op de bestudeerde foto's en is daarom moeilijk te beoordelen, maar van de foto's krijgt men de indruk van donkere tekening op een of meer van de buitenste staartpennen, hetgeen doet denken aan het patroon bij de vogel uit Grönhögen.

Teus Luijendijk  ·  10 maart 2019  19:48

Overigens kan ik uit eigen ervaring vertellen dat de vogel van Åsele (foto 5) een staartpatroon had dat min of meer overeenkwam met dat van de vogels van foto 1 en 4. Maar ja, geen foto, hè?

Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.

Feedback?