DB Actueel Online

Op gezette tijden wil de website aandacht besteden aan actuele ornithologische fenomenen. De Nederlandse vogelaars worden (gelukkig maar) nog regelmatig verrast. Door een influx van een bepaalde soort of bepaalde soorten, door een uiterst zeldzame soort waarvan de meeste vogelaars nog niet eens de juiste Nederlandse naam weten, door onverwachte determinatieproblemen en dergelijke. De kracht van dit medium is dat er direct en interactief ingegaan kan worden op deze spannende gebeurtenissen in het veld. Wat is er precies aan de hand? Wat is hier al van bekend? Is er al eerder over geschreven in Dutch Birding? Hoe denkt men in het veld hierover?

Nadere toelichting besluit Lammergier

28 maart 2017  ·  CDNA, Eddy Nieuwstraten  ·  7384 × bekeken

De CDNA heeft zich tijdens de wintervergadering van 12 maart 2017 opnieuw gebogen over de status van de Lammergier in Nederland. Het gaat dan in het bijzonder om in Nederland waargenomen, ongemerkte vogels (zonder ringen of gebleekte pennen), waarvan algemeen wordt aangenomen dat het in het wild geboren vogels betreft. De waarneming van een ongeringde en ongemarkeerde vogel in Salland in 2015 onderstreept de behoefte aan een duidelijke beleidslijn. De actualiteit van dit vraagstuk werd nog eens extra geïllustreerd door het bizarre toeval dat tijdens de vergadering een ongemerkte Lammergier over diverse Nederlandse locaties vloog.

Bij de indiening van de Sallandse vogel is een omvangrijke set aan informatie aangereikt: over de status van de soort binnen Europa, achtergronden over het herintroductieproject in Europa en de herkenning van individuele vogels uit dit project, achtergronden van dispersie van de soort, historische waarnemingen in Noord-Europa, genetische kenmerken van de verschillende populaties etcetera. Zelden is er bij de CDNA een dossier ingediend met een vergelijkbare hoeveelheid achtergronden en documentatie: een bijzondere dank gaat hierbij uit naar de indieners, Jaap Denee en Hans Pohlmann.

Na uitvoerige discussie binnen de commissie op basis van de aangeleverde informatie, literatuur en gegevens die aanvullend zijn verzameld is de CDNA tot de volgende standpunten gekomen:

  • De CDNA stelt zich op het standpunt dat het aannemelijk is dat de vogel uit Salland en soortgelijke waarnemingen in Nederland afkomstig zijn van geherintroduceerde populaties.
  • Ook is de CDNA van mening dat er nog onvoldoende onderbouwing is voor de theorie dat het recente voorkomen van Lammergieren in NW-Europa verklaard kan worden als zijnde natuurlijk gedrag van de soort.
  • De CDNA is daarom van mening dat de waargenomen Lammergieren In Nederland vooralsnog niet als wild beschouwd kunnen worden.

Toelichting

De CDNA heeft zoveel mogelijk verschillende aspecten bij haar besluitvorming betrokken. Hieronder worden enkele van de belangrijkste overwegingen kort genoemd.

De CDNA hecht veel waarde aan de studies naar verschillen in zwerfgedrag tussen Lammergieren van de Pyreneeën en de Alpen-populatie (o.a. Margalida et al 2013 en Margalida et al 2016). Enkele quotes uit deze studies:

  • “our results clearly show significant differences in step length and total dispersal distance between bearded vultures belonging to the Pyrenees and the Alps and Andalusia Mountains. This pattern remains significant even when accounting for the significant effect of age on dispersal distances.”
  • ” …but whereas wild birds moved within a restricted area, reintroduced vultures wandered over larger areas including not only the release zones but also other mountain ranges of the western Mediterranean basin and even the great European plain”
  • “the largest natural European population of bearded vultures is confined to the Pyrenees. In this sense, movements of the non-territorial population of Pyrenean bearded vultures differ from that of those in reintroduced subpopulations, in which there are greater range movements”.

De CDNA concludeert dat deze studies een solide onderbouwing geven voor de stelling dat de Pyreneeënvogels (ook de onvolwassen exemplaren) een sterke neiging hebben om binnen de directe omgeving van de bergketen te blijven. Dit is in contrast met de huidige populatie uit de Alpen. De CDNA stelt vast dat vanaf 1994 tenminste 17 projectvogels in NW–Europa zijn waargenomen. Daarmee is er belangrijk bewijs dat (vooral 2e kj) vogels uit de geherintroduceerde populaties op dit moment in sterke mate zwerfgedrag tot in NW-Europa vertonen.

Verder is de CDNA van mening dat de historische waarnemingen in Midden-Europa in de periode 1900 – 1984 (het jaar dat gestart werd met het huidige herintroductieprogramma) niet geïnterpreteerd kunnen worden als aanwijzing voor zwerfgedrag vanuit Pyreneeën of populaties van nog verder weg. Onder andere Dubois (2008) en Mingozzi (1997) geven aan dat Lammergieren nog tot in de jaren dertig in de Alpen voorkwamen, misschien zelfs nog broedden tot aan de Tweede Wereldoorlog. Daarnaast geeft Dubois (2008) aan dat waarnemingen uit de jaren ‘70 verklaard zouden kunnen worden als zijnde vogels die afkomstig zijn van een eerste uitzetprogramma in Oostenrijk en/of ontsnapt zijn uit fokprogramma’s. De CDNA neemt daarom het standpunt in dat er geen overtuigende waarnemingen zijn van wilde Lammergieren in NW-Europa.

Op basis van (onder andere) deze overwegingen is de CDNA van mening dat de waargenomen vogels in Nederland beschouwd moeten worden als vogels die afstammen van de geherintroduceerde populaties, waarschijnlijk die uit de Alpen.

CDNA-richtlijn herintroducties

Er zijn in Europa een aantal grootschalige herintroductieprogramma’s gaande, onder meer van Grote Trap (Engeland), Lammergier (o.a. Alpen), Heremietibis (o.a. Oostenrijk) en Korhoen (Nederland). Omdat gebleken is dat vogels van deze herintroductieprogramma’s ver buiten de uitzetgebieden worden aangetroffen is de vraag aan de orde hoe de commissie om wil gaan met de beoordeling van (nakomelingen van) herintroducties. Gebleken is dat het CDNA-handboek op dit punt aanscherping behoeft. Zo wordt slechts gesteld dat gevallen aanvaardbaar zijn als bewezen of aannemelijk is dat het exemplaar in het wild is uitgebroed. Dit zou betekenen dat op het moment dat er een uitgevlogen Heremietibis in Nederland wordt gezien, deze soort op de Nederlandse lijst geplaatst moet worden (hetgeen de CDNA onwenselijk acht). Ook bij andere projecten kunnen met deze beperkte richtlijn ongewenste besluiten niet voorkomen worden. Besloten is daarom om te onderzoeken of aanvullende criteria mogelijk en toepasbaar zijn. Een eventuele nieuwe beleidslijn zal dan ook antwoord moeten bieden op de vraag of en wanneer in het wild uitgevlogen Lammergieren die voortkomen uit een herintroductieproject aanvaardbaar zijn als wilde vogels. Verwacht wordt dat hierover in de tweede helft van 2017 gecommuniceerd kan worden.

De CDNA hecht eraan op te merken dat de status van Lammergier in Nederland een uniek en veelzijdig vraagstuk betreft. De materie laat ruimte voor verschillende interpretaties, ook onder experts. Een duidelijk standpunt van de CDNA is evenwel gevraagd, in de wetenschap dat dit veld in beweging is door voortgang van de herintroductieprojecten en de kans op nieuwe inzichten. De CDNA kijkt onder andere met belangstelling uit naar de uitkomsten van het DNA onderzoek van in Duitsland verzameld veermateriaal van de vogel die in maart 2017 ook Nederland aandeed en welke inzichten dit oplevert over de herkomst van de vogel.

Namens de CDNA, Eddy Nieuwstraten

Referenties en ondersteunende literatuur

Dubois, PJ, Le Maréchal P (2008) Nouvel inventaire des oiseaux de France.

Gautschi B, Jacob G, Negro JJ, Godoy JA, Muller JP, et al. (2003) Analysis of relatedness and determination of the source of founders in the captive bearded vulture, Gypaetus barbatus, population. Conservation Genetics 4: 479–490.

Godoy JA, Negro JJ, Hiraldo F, Donázar JA (2004) Phylogeography, genetic structure, and diversity in the endangered Bearded Vultures (Gypaetus barbatus, L.) as revealed by mitochondrial DNA. Molecular Ecology 13: 371–390.

Frankham R (1995) Conservation genetics. Annual Review of Genetics 29: 305–327.

Margalida A, Oro D, Cortés-Avizanda A, Heredia R, Donázar JA (2011) Misleading population estimates: biases and consistency of visual surveys and matrix modelling in the endangered bearded vulture. PLoS ONE 6: e26784. 30.

Margalida A, Carrete M, Hegglin D, Serrano D, Arenas R, et al. (2013) Uneven Large-Scale Movement Patterns in Wild and Reintroduced Pre-Adult Bearded Vultures: Conservation Implications. PLoS ONE 8(6): e65857. doi:10.1371/journal.pone.0065857.

Margalida, A, Pérez-García, JM, Afonso, I, & Moreno-Opo, R (2016). Spatial and temporal movements in Pyrenean bearded vultures (Gypaetus barbatus): Integrating movement ecology into conservation practice. Scientific Reports6.

McPhee ME (2003) Generations in captivity increases behavioral variance: considerations for captive breeding and reintroduction programs. Biological Conservation 115: 71–77.

Mingozzi, T, Esteve R. (1997) Analysis of a historical extirpation of the bearded vulture Gypaetus barbatus (L.) in the western Alps (France-Italy): Former distribution and causes of extirpation. Biological Conservation 79: 155-171.

Negro JJ, Torres MJ (1999) Genetic variability and differentiation of two bearded vulture Gypaetus barbatus populations and implications for reintroduction projects. Biological Conservation 87: 249–254.

Pérez I, Anadón JD, Díaz M, Nicola GG, Tella JL, et al (2012) What is wrong with current translocations? A review and a decision-making proposal. Frontiers in Ecology and the Environment 10: 494–501.

Schaub M, Zink R, Beissman H, Sarrazin F, Arlettaz R (2009) When to end releases in reintroduction programmes: demographic rates and population viability analyses of bearded vultures in the Alps. Journal of Applied Ecology 46: 92–100.

Lammergier Gypaetus barbatus Bearded Vulture, Rijswijk ZH, 12 maart 2017 (Wietze Janse)

Discussie

Vincent Hart  ·  28 maart 2017  18:18

Ik onderschrijf dat voor een soort als Heremietibis (wilde vogels zijn niet meer als dwaalgast te verwachten in NL) het Handboek een kleine uitbreiding behoeft.

Voor de categorie Lammergier-Ooievaar-Kwak-etc (vogels kunnen zowel uit een wilde populatie afkomstig zijn als n-de generatie herintroductievogels zijn), vraag ik me af waarom je nieuw beleid zou willen ontwikkelen. Daarmee haal je je als CDNA mijns inziens meer problemen op de hals dan je problemen oplost. Als we accepteren dat we van de meeste vogels de herkomst niet met zekerheid zullen achterhalen - zoals de CDNA altijd gedaan heeft - dan zie ik niet in waarom er een beleidswijziging nodig is, en zou je mijns inziens als CDNA conform het Handboek Lammergieren die niet gemerkt zijn (en dus wild uitgebroede herintro's dan wel wild zijn) moeten aanvaarden.

Remco Wester  ·  28 maart 2017  20:24

Waarom is er al een besluit genomen over de status, als de CDNA de uitkomst van het verzamelde veermateriaal uit Duitsland in maart dit jaar qua DNA-onderzoek nog mee zou kunnen nemen?

Frank Coenjaerts  ·  28 maart 2017  22:28, gewijzigd 28 maart 2017  22:33

Remco, mij lijkt dat het genomen besluit nog steeds ruimte biedt voor acceptatie van individuele gevallen. Een - hoe dan ook (juiste ring, DNA) - bewezen Pyreneeën vogel kan nog steeds geaccepteerd worden (toch?).

Vraag die ik nog wel heb (ook in dit verband belangrijk): zijn er ooit genetische studies verricht naar de fylogenetische positie van de Alpen en Pyreneeën vogels: hun afstand ten opzichte van elkaar - maar vooral ten opzichte van de diverse andere bekende populaties. Ik zou de vergelijking ook wel eens zelf willen maken, echter: van de Pyreneeën vogels kan ik via GenBank met de info uit Gautschi en (recentere ref.) Garcia redelijk wat data vinden, van de Alpen vogels niets - terwijl die populatie toch heel wat makkelijker te samplen moet zijn (geweest). Iemand?

Peter de Knijff  ·  29 maart 2017  08:46

Frank,

Ik vermoed dat de meeste van de huidige Europese populaties slechts ten dele met mtDNA te onderscheiden zijn en dat men microsatellieten (STRs) gebruikt voor een verfijndere geografische bron analyse. Deze gegevens zijn niet in GenBank te vinden, en ook (nog niet) gepubliceerd.

Op de DBA dag een paar jaar geleden liet Franziska Lörcher in ieder geval een STRUCTURE plaatje zien welke op STRs was gebaseerd.

Jaap Denee  ·  29 maart 2017  09:14

Peter, Frank heeft van mij inmiddels de benodigde informatie ontvangen. Zodra Hans terug is uit Eilat zullen wij met een reactie komen op de conclusies en de daaruit geformuleerde standpunten van de CDNA.

Wietze Janse  ·  29 maart 2017  10:34, gewijzigd 29 maart 2017  15:31

Puntjes ter overweging:

Ik ben van mening dat de CDNA het zich nu moeilijker maakt dan nodig, met het willen bepalen wat wel/niet natuurlijk gedrag is. Ik heb goede argumenten voor gelezen, nu komt de CDNA met een aantal tegenargumenten, voor mij de conclusie (maar lees hierboven ook dezelfde conclusie van de CDNA) dat we hier verschillend naar kunnen kijken.

Maar moeten we dat willen, veel gedrag van wilde vogels wordt tegenwoordig ook bepaald (en verandert daarmee) door onze menselijke invloed en ingrijpen, inclusief mogelijk de herintroductie gevallen.

Moeten we nu bij elke project/vogel (en mogelijk dan weer per project/vogel) weer uitzonderingen op de regel gaan maken, die nog voor meer discussie vatbaar zijn dan 1 duidelijke regel? Met hoeveel regels eindigen we dan niet en hoe dik wordt het Handboek?

Huidige regel, dat bewezen in het wild uitgekomen projectvogels telbaar zijn, lijkt mij het gemakkelijkst te verdedigen en duidelijk te maken (zonder per geval weer een hele discussie) en ook het duidelijkst te communiceren (naar buitenland) en op lange termijn in stand te houden.

Daarnaast:

Bijvoorbeeld doe mij maar (daar heb ik een beter/natuurlijker gevoel bij) een wild geboren project Lammergier in plaats van een Grote Canadese Gans, die zeker uit een niet-wilde/origine populatie komt (tenzij ringen anders bewijzen, maar die ben ik nog niet tegengekomen, zal direct gaan rijden als die er zit) maar wel telbaar is!?

David Uit de Weerd  ·  31 maart 2017  13:41, gewijzigd 31 maart 2017  13:42

Dit artikel lezend krijg ik het gevoel in een soap te zijn beland. De Lammergier kan en mag niet (opnieuw!) op de Nederlandse lijst. Een uitgebreid en valide dossier ten spijt wordt een (minimaal) onderzoek gebruikt om dit te staven. Bijzonder. Wordt vast vervolgd. En nee, helaas heb ik geen enkel lijsttechnisch belang.

Hans Verdaat  ·  31 maart 2017  14:14, gewijzigd 31 maart 2017  14:16

In het artikel staat ook een verwijzing naar het herintroductieprogramma van Grote Trappen in Engeland. Daar is men bij 0 begonnen. Maar in Duitsland gaat het om bijplaatsten van Grote Trappen in de wilde populatie. Daarnaast worden ze in de winter bijgevoerd en is er een wolf/vos hek om de broedende 'wilde' vogels te beschermen. Van nature zullen trappen niet uit zichzelf achter een hek gaan broeden. Is deze menselijke beïnvloeding van het natuurlijke gedrag teveel om over een wilde populatie te kunnen spreken?

Een ander project dicht bij huis is de herintroductie van Witoogeenden in Niedersachsen (Steinhuder Meer) deze vogels hebben niet allemaal ringen en kunnen in NL verschijnen. 

Op 30-3 is de onvolwassen Lammergier overigens gemeld vanaf het Waddeneiland Wangerooge in Duitsland    

Jaap Denee  ·  19 juni 2017  13:13

Het moge inmiddels bij velen duidelijk zijn dat Hans en ondergetekende, als indieners van het dossier Lammergier, een verschil van inzicht hebben met (in elk geval) de meerderheid van de leden van de CDNA over de manier waarop de beschikbare data over wilde Lammergieren en het herintroductie project van de Vulture Conservation Foundation moet worden geïnterpreteerd. Nu zullen wel vaker indieners het oneens zijn met het oordeel van de CDNA, maar dit is een bijzonder geval. Waar Eddy Nieuwstraten schrijft dat ‘de materie ruimte laat voor verschil in interpretatie, ook door experts’, weten wij ons in ons oordeel gesteund door een aantal auteurs van wie veel van de geraadpleegde data afkomstig zijn. Dat geeft te denken.

Hoewel de CDNA heeft aangegeven dat ze niet op haar huidige standpunten zal terugkomen, hebben wij wel twee leden van de commissie bereid gevonden om met ons in overleg te gaan en om de verschillende inzichten over het dossier te delen. Wij realiseren ons dat dit hoogst ongebruikelijk is, maar waarderen het daarom des te meer.

Na dit overleg zullen wij onze vergaarde kennis bundelen in een artikel welke gepubliceerd zal worden in Dutch Birding, zodat iedereen er te zijner tijd kennis van kan nemen.

Boy Possen  ·  19 juni 2017  21:35, gewijzigd 19 juni 2017  21:54

Terugkomen op iemands standpunt in het licht van nieuwe of andere inzichten toont in ieder geval lerend vermogen of een meer wetenschappelijke manier van onderzoek. Dat mag toch geen schande genoemd worden? ἔοικα γοῦν τούτου γε σμικρῷ τινι αὐτῷ τούτῳ σοφώτερος εἶναι, ὅτι ἃ μὴ οἶδα οὐδὲ οἴομαι εἰδέναι :)

Daarmee natuurlijk niet gezegd hebbend dat voorgaande in dit dossier noodzakelijk is; dat kan ik op geen enkele manier overzien!

Jaap Denee  ·  20 juni 2017  14:16

"ἔοικα γοῦν τούτου γε σμικρῷ τινι αὐτῷ τούτῳ σοφώτερος εἶναι, ὅτι ἃ μὴ οἶδα οὐδὲ οἴομαι εἰδέναι :)"

Precies daar gaat de discussie over. En over het verschil tussen correlatie en causaliteit en hoe daar consistent mee om te gaan.

Boy Possen  ·  20 juni 2017  21:48

Vinden mensen ook heel lastig, correlatie en causaliteit. Zijn we ook niet voor gemaakt, statistisch verantwoord denken. In dat kader -gaat in het geheel niet over vogels- kan ik iedereen "Thinking fast and slow" van Kahneman aanraden! Serieus onderzoek aan ons onvermogen rationeel te kiezen!!

Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.

Feedback?