Juli kabbelde rustig door, en op een paar leuke soorten na was het vrij kalm. Doorheen de maand kwam de najaarstrek wel stilaan op gang, de komende weken zullen meer en meer vogels in beweging komen, en nemen de kansen op zeldzaamheden dus toe! Alles van juli lees je in afwachting in onderstaand overzicht!

Overzicht

Een Wilde zwaan was de eerste helft van de maand nog aanwezig langs de Grensmaas (LI). Op vier plaatsen werden Krooneenden gezien, een groepje van zeven was het hoogste aantal op één plek. De enige Witoogeend was het exemplaar dat al enige tijd in de Beneden Netevallei (AN) rondhangt. Spectaculair was de Vale gierzwaluw die op 20 juli werd gehoord in Leuven door Louis-Philippe Arnhem. Geluidsopnames die de dagen daarop werden gemaakt lijken de identificatie te bevestigen, er konden echter geen foto’s worden gemaakt. Indien aanvaard zou dit het eerste zomergeval zijn, de meeste waarnemingen van deze soort in West-Europa zijn doorgaans pas laat in het najaar. In slechts twee gebieden zongen Kwartelkoningen, het is een zwak jaar voor deze soort. Ook van Porseleinhoen was er maar op twee locaties een waarneming. Er waren dit jaar al drie koppels Kraanvogel aanwezig in de Vallei van de Zwarte Beek (LI), één koppel bracht ook succesvol een jong groot, en dat voor het vijfde jaar op rij. De enige Roodhalsfuut was de gekende vogel van Ekeren (AN). Steltkluten werden voornamelijk op hun broedlocaties gezien. Eén van de hoogtepunten van de maand was de Terekruiter die op 27 juli in het Zwin werd ontdekt door Mark Hoekstein. De vogel werd aan beide kanten van de grens gezien, en was na een paar uur alweer gevlogen.

Terekruiter Xenus cinereus, Knokke, 27 juli 2025 (Noah Dene)

Een Gestreepte strandloper werd op 19 juli kort waargenomen op het Groot Schietveld bij Brecht (AN). Doorheen de maand werden 12 Reuzensterns gezien, een mooi aantal voor deze zomermaand. Witwangstern was dan weer goed voor twee waarnemingen van in totaal drie vogels. Op het Sterneneiland in Zeebrugge (WV) was begin juli nog één Dougalls stern aanwezig. Klassiek voor juli (en augustus) is het opduiken en overtrekken van Zwarte ooievaars over heel het land, dat was dit jaar niet anders. Een Kuifaalscholver werd op 26 juli gezien in de IJzermonding bij Nieuwpoort (WV). In de laatste week van de maand waren twee Zwarte ibissen aanwezig bij Kieldrecht (OV). Woudaapjes en Kwakken werden in resp. 33 en 37 km-hokken waargenomen. Koereigers zaten nog verspreid over het land, het hoogste aantal op één locatie bedroeg ‘slechts’ 51 exemplaren. Purperreigers werden vooral in Vlaanderen gezien, er kwamen meldingen uit 45 km-hokken.

Grijze wouw was goed voor vier exemplaren deze maand. Er werden nog vijf Vale gieren gezien, gespreid over die locaties. Slangenarenden zijn tegenwoordig ’s zomers niet meer weg te denken uit ons land, er kwamen meldingen van een tiental regio’s, met hier en daar verschillende exemplaren samen. Zo werden op het militair domein van Helchteren (LI) op 22 juli maar liefst vijf vogels samen gezien! Verrassend was de Schreeuwarend die op 11 juli werd waargenomen bij Schartenknopf (LG), de vogel verdween al snel over de Duitse grens naar oost.

Schreeuwarend Clanga pomarina, Schartenknopf, 11 juli 2025 (Stefaan Claeys)

In de omgeving van Zedelgem werd opnieuw af en toe een Dwergarend gezien. Een gezenderde Steenarend werd op 17 juli dood gevonden bij Tintigny, vermoedelijk als gevolg van een aanrijding met een trein. Grauwe kiekendieven werden op vier locaties waargenomen, het aantal broedparen was dit jaar opnieuw zeer beperkt. Zeearenden werden uit acht gebieden gemeld. Hoppen waren goed voor zeven locaties, in het zuiden van Oost-Vlaanderen bracht een koppel dit jaar twee nesten succesvol groot.

Op 10 locaties werden doortrekkende Bijeneters gezien, in Luxemburg broedt de soort dit jaar opnieuw (in Vlaanderen zijn er dit jaar geen broedgevallen). Ook Draaihalzen werden van een tiental plaatsen gemeld. Op één exemplaar bij Postel (AN) na, kwamen alle Klapekster-waarnemingen van de gekende broedplaatsen in het zuidoosten van het land. Aan de andere kant van het land bleven de Kuifleeuweriken dan weer trouw aan hun broedplaatsen aan de westkust. Er werden zes Grote karekieten gemeld, waaronder al enkele ringvangsten van najaarstrekkers. De eerste (en enige) Waterrietzanger werd op 28 juli geringd bij Beauvechain (BW). Snorren werden in 24 km-hokken waargenomen. Graszangers klokten af op 129 km-hokken, een forse toename tegenover de 82 van vorig jaar in juli. Heel knap tenslotte was de vondst van een roepende Provençaalse grasmus op de Kalmthoutse Heide (AN) door Julien Hainaut op 18 juli. De vogel werkte niet echt mee, liet zich lastig zien, en was de volgende dag alweer onvindbaar. Indien aanvaard is dit (nog maar) het 18e Belgische geval.

Een welgemeende dank uiteraard aan alle waarnemers, én aan de fotografen voor het gebruik van hun foto's!

Gezocht in augustus

Na de zeer rustige maanden juni en juli zou het in augustus toch wat ‘drukker’ moeten gaan worden. Vroege zeldzaamheden zoals Grauwe fitis zijn al mogelijk tegen het einde van de maand, en ook de eerste Sperwergrasmussen zullen dan wel opduiken. Als het iets zeldzamer mag zijn, is een leuke steltloper zeker een optie, waar blijft de volgende Woestijnplevier? Over zee kijken kan ook stilaan beginnen lonen, Vale pijlstormvogel is een goede kanshebber, en wie weet passeert er wel iets zeldzamer tijdens het over zee turen? Zeker bij zeevogels kan je maar beter zelf op pad gaan, wachten op de ‘biep’ is daar geen optie. Iedereen naar buiten dus, het najaar is begonnen!