WAT EEN MAAND!!! Als zelfs de top-lijsters drie soorten kunnen toevoegen aan hun Belgische lijst binnen één maand, dan weet je dat we iets uitzonderlijk hebben meegemaakt. Het bleef daar niet bij, lees alles over één van de beste maanden voor zeldzaamheden ooit in België in onderstaand overzicht!

Overzicht

Late Wilde zwanen werden nog op een vijftal locaties gezien, zelfs nog tot het einde van de maand. Een Blauwvleugeltaling die op twee data werd gezien bij Moignelée (HA) kreeg maar weinig aandacht, afwachten wat het BRBC beslist over deze vogel. Nog een eend die op maar weinig bezoekers kon rekenen, was de Bronskopeend die aan de Grensmaas zat. De vogel zat doorgaans in Nederland, maar werd ook af en toe in België gezien. Net zoals bij zijn voorgangers is ook voor dit exemplaar de kans op aanvaarding in categorie A bijzonder klein… Krooneenden werden op acht locaties gezien, met twee exemplaren samen als grootste ‘groep’. Witoogeenden werden dan weer op maar twee plaatsen gezien.

Op slechts vier locaties werden Kwartelkoningen gehoord, met het droge voorjaar wordt het wellicht geen topjaar voor deze soort. Porseleinhoentjes zaten dan weer in een tiental gebieden. Kraanvogels werden nog hier en daar gezien, zoals te verwachten in deze periode ging het steeds om lage aantallen. Roodhalsfuten werden slechts in twee gebieden in het Antwerpse gezien. Op 18 mei vloog een roepende Griel over Kessel (AN). Steltkluten zaten in 43 km-hokken, het is afwachten of er veel jongen groot zullen worden dit jaar. Wie Morinelplevieren wilde zien deze maand, moest tussen 4 en 14 mei paraat zijn, enkel tussen die twee data werd de soort gezien. Er kwamen waarnemingen van een achttal locaties, met een paar mooie groepjes, met 13 exemplaren als maximum. Van een andere grootte-orde zijn de 2.269 Bontbekplevier die op 20 mei werden geteld in Het Zwin (WV), behoorlijk indrukwekkend! Knap was de vondst van een adult vrouwtje Grauwe franjepoot bij Gullegem (WV) door Gert Meeus op 14 mei. De volgende dag was de vogel alweer gevlogen. Poelruiters werden nog gezien op 1 mei bij Zonhoven (LI) en 6 en 7 mei bij Varsenare (WV). Een Vorkstaartplevier die van 4 t.e.m. 10 mei vooral aan de Nederlandse zijde van de Grensmaas zat (en gevonden werd door Henk Alards), vloog regelmatig ook een rondje over België, meteen goed voor het tweede exemplaar dit voorjaar, en nog maar het 12e Belgische geval!

Er werden maar liefst acht Lachsterns doorgegeven, een behoorlijk aantal voor deze soort! Het ging vooral om doortrekkende exemplaren, maar vanaf 18 mei pleisterde een vogel bij Doel (OV). Reuzensterns werden op een tiental plaatsen gezien, samen goed voor 14 exemplaren. Witwangsterns zaten dan weer op zeven locaties, en telden bijna 30 stuks in totaal. Witvleugelsterns werden uit zes gebieden gemeld, en kwamen net niet aan tien exemplaren. Een Middelste jager vloog op 5 mei langs Wenduine. Knap was de Dwergaalscholver die Ger de Hoog op 12 mei kon fotograferen toen die bij Elen (LI) langsvloog. We zijn de afgelopen jaren verwend met deze soort, maar het blijft een topsoort in West-Europa!

Met vier Zwarte ibissen was het een vrij normale maand voor deze soort. Woudaapjes werden in 47 km-hokken gezien, dat zijn er 15 meer dan Kwakken. Koereigers waren zoals gewoonlijk alomtegenwoordig, het is afwachten op hoeveel nesten de soort dit jaar uitkomt. Purperreigers werden nog de hele maand gezien, maar de piek van de trek was duidelijk al voorbij in de tweede helft van de maand.

Grijze wouwen werden op een tiental locaties gezien, wat redelijk standaard is tegenwoordig.

De zachte temperaturen en zuidelijke winden brachten al wat Vale gieren tot bij ons, met op 26 mei een groep van 15 bij Arlon (LX). Slangenarenden waren goed voor zes exemplaren deze maand. Donkere fases Dwerarend werden gezien op 24 mei in de Bourgoyen bij Gent (OV), en op 29 mei bij Doel (OV). Eén van de absolute topsoorten van deze maand, was Steppearend. Een derde kalenderjaarsvogel vloog op 22 mei over enkele verbaasde waarnemers (knap opgepikt door Jasper Verreydt!) die de Kleine torenvalk stonden te bewonderen bij Oostmalle/Zoersel (AN). Met nog maar vier aanvaarde gevallen is dit een absolute topsoort.

Het was echter niet lang wachten op de volgende, op 31 mei zag Yolan Bosteels plots een tweede kalenderjaarsvogel over Sint-Amandsberg (OV) vliegen. Deze vogel kon door enkele gelukkigen worden opgepikt, en leek ’s avonds laag te verdwijnen in de ruime omgeving van Baaigem… Het vervolg is voor het juni-overzicht! Met nog vijf exemplaren was het duidelijk dat het voorjaar er op zat voor Steppekiekendief.

Meer kans op Grauwe kiekendief deze maand, met waarnemingen in 45 km-hokken. In De Blankaart (WV) broedden de Zeearenden rustig verder, elders werd de soort nog op een tiental plaatsen gezien.

Hoppen werden nog van een 15-tal locaties gemeld, hopelijk komt de soort ook ergens tot broeden! 18 mei 2025 zal de geschiedenis ingaan als de dag van de eerste twitchbare Groene bijeneter voor België. Die zondagochtend brak er overal te lande paniek uit toen die soort plots werd ‘doorgebiept’ als ‘ter plaatse’ bij Overmere (OV). Vincent Verhoosel zag een ‘bijeneter’ zitten in een boom, en vertelde dat aan enkele vogelaars die de aanwezige Roodpootvalk aan het bekijken waren. Paul Pugh en Kris De Rouck besloten eens te gaan kijken, en tot hun verbazing ging het niet om een ‘gewone’ Bijeneter, maar om een veel zeldzame soort! Na een kleine vier uur, waarbij behoorlijk wat hommels werden gevangen, was het goed geweest, en vertrok hij. Enkele gelukkige laatkomers konden hem nog onderscheppen, maar daarna zat één van de hoogtepunten van het vogeljaar erop. Dit is het tweede Belgische geval van deze soort, na de vogel die op 2 juli 2017 overvloog bij Brecht (AN).

Als er meldingen komen uit 62 km-hokken, is het een goed voorjaar voor Bijeneter! De grootste groep telde maar liefst 36 exemplaren, en vloog op 22 mei over Olmen (AN). Draaihalzen werden in 34 km-hokken gezien, waaronder verschillende zangposten.

Amper drie dagen na de Groene bijeneter was het al tijd voor de volgende mega-soort. Die ochtend ontdekte Dieter Heylen een adult mannetje Kleine torenvalk op het vliegveld van Oostemalle/Zoersel (AN). Er werd met behulp van ANB en Natuurpunt heel snel toegang geregeld, zodat enkele gelukkigen van deze vogel konden genieten. De meesten kwamen echter te laat, aangezien de vogel rond 11u15 hoog wegvloog. Grote verrassing dus toen de vogel later in de namiddag opnieuw ter plaatse bleek! Weer ging het voor velen richting Oostmalle, maar ook nu verdween de vogel voordat de grote massa hem kon waarnemen. Gelukkig bleek hij de volgende ochtend opnieuw aanwezig, en konden velen hem die dag bewonderen tijdens het jagen op Veldkrekels. Omwille van vliegbewegingen op het vliegveld was de locatie ontoegankelijk de volgende dagen, maar de vogel bleek het er naar de zin te hebben, en bleef uiteindelijk nog t.e.m. 28 mei aanwezig. Twee absolute mega-soorten op enkele dagen tijd, veel gekker moest het niet worden!

Voor Roodpootvalk bleek het ook een goed voorjaar, met in mei waarnemingen in 45 km-hokken. Onder andere in Overmere bleef een exemplaar lang pleisteren.

Op nog twee waarnemingen in Vlaanderen na, werden alle Klapeksters gezien in Wallonië. Knap was de vondst van de 15e Belgische Kleine klapekster door Robin Gailly in een afgesloten deel van de Hoge Venen.

Op 11 mei werd een Roodkopklauwier kortstondig gezien bij Doel door Pierre Devillers. Laat was de Bonte kraai die op 29 mei langs de Fonteintjes bij Zeebrugge (WV) vloog. Daar vloog op 12 mei ook een Kuifleeuwerik langs, de enige waarneming deze maand buiten de stronghold aan de westkust. En nog op dezelfde telpost vloog op 9 mei de enige Roodstuitzwaluw van de maand langs. De drie zingende Iberische tjiftjaffen uit april waren allemaal nog aanwezig in mei.

Grote karekieten werden gemeld uit 26 km-hokken, voor Snorren ging het om 65 hokjes. Voor Graszanger ging het om 101 hokken, exact evenveel als in april. De eerste knaller van de maand was de Westelijke baardgrasmus die Hans Matheve vond in de Sashul bij Heist (WV). Aangezien het nog onduidelijk is hoeveel eerdere gevallen een herziening van doorstaan, kon deze vogel op heel wat belangstellig rekenen. Voorlopig zijn er vijf aanvaarde gevallen van deze soort.

Op 26 mei hoorde Nathalie Brenard een vreemde ‘nachtegaal’ bij Lier (AN). Er kwam al snel bevestiging dat het om een Noordse nachtegaal ging. Een zeer leuke vondst, heel veel voorjaarsgevallen zijn er niet! Achteraf bleek de vogel al een aantal dagen eerder aanwezig te zijn in het gebied.

In de eerste helft van de maand werden drie Grote piepers waargenomen. Duinpiepers waren nog goed voor acht exemplaren, Roodkeelpiepers voor een stuk of 10. Van Ortolaan werden nog vier exemplaren gezien. Op de broedlocatie van vorig jaar werd op 4 mei een vrouwtje Cirlgors gezien, het bleef echter bij die ene waarneming.

Een welgemeende dank uiteraard aan alle waarnemers, én aan de fotografen voor het gebruik van hun foto's!

Gezocht in juni

Nadat april al straf was, was mei buitenaards. Het is bijna onmogelijk dat juni nog beter wordt, maar zelfs met een fractie van de topsoorten van deze maand zijn we al tevreden! De meest verwachte soort is wellicht Zwartkopgors, ooit moet die toch eens lukken! Aangezien Steppearend vorige maand goed voorspeld was, ligt de hoop deze maand op een jonge, ongeringde Steenarend. Of anders toch maar een Steltstrandloper, of een herkansing voor Grote geelpootruiter of Witstaartkievit? De zomerkalmte komt er stilaan aan, maar juni levert vaak nog iets goed op, het moet alleen maar gevonden worden!