Birdingbreaks.nl Reisblog
Welkom op het BirdingBreaks.nl reisblog. Via dit blog doen wij verslag van sommige van onze reizen door middel van foto's en nieuws uit het veld. Daarnaast vind je op het blog reisverhalen van bijzondere reizen naar unieke, maar ook de meer bekende reisbestemmingen. Kortom allemaal plekken waar de reizende vogelaar kan genieten van geweldige vogels en prachtige natuur.
Nils' Blog - Het schip is vertrokken!
29 juni 2015 · 4115 × bekeken
Locatie van het schip op 28 juni om 9.56 AM, Nederlandse tijd.
24 juni
Als het wat droger is loopt ik nog even naar buiten, het levert nog wat Kamchatka Leaf Warblers op en zowel grijs-ruggige ocularis als zwart-ruggige lugens witte kwikstaart-types. Ze komen hier dus naast elkaar voor, hmm... interessante materie. Maar nu geen tijd om er meer aandacht aan te geven want in de middag vertrekken we met de Spirit of Enderby voor de eigenlijke tocht, de opgebouwde energie kan eruit!
De haven ligt aan een enorme baai die is ontstaan na een explosie van een vulkaan. De hele regio hier is geologisch nog altijd enorm in beweging. Dagelijks worden er kleine aardbevingen geregistreerd, af en toe komt er een goed voelbare langs merk ik zelf ook een keer (verrek wat was dat dan?, ach een aardbeving natuurlijk). Gebouwen hebben niet meer dan 5 verdiepingen en aan de buitenkant is een soort kooiconstructie te zien, althans bij de nieuwere gebouwen. Binnen 25 km van Petropavlovsk - Kamchatsky liggen 5 vulkanen waarvan 3 actief, die de stad i.i.g. nog een fraaie omlijsting bezorgen, maar helaas is dat fraais door de mist geen moment zichtbaar geweest. De monding van de baai is relatief smal wat een uitstekende bescherming geeft tegen tsunami's. Het lage deel van Petropavlovsk - Kamchatsky had simpel nooit bestaan als de baai niet deze vorm had, want ook de zeebodem deelt hier af en toe rake klappen uit.
Vanaf het bovendek is het, ondanks de lage temperatuur, goed scannen; al snel worden de eerste Ancient Murrelets gezien, en dat moet ook wel want dit is direct de enige plek waar het logischerwijs kan. De teller gaat richting de 50, wat een gave dingetjes! Een andere 'now-or-never' is Spectacled Guillemot, een volledig 'zwarte zeekoet' incl rode poten met een brede oogring/masker; de soort bereikt hier zijn noordgrens. Het is lastig zoeken met zoveel afleiding, wat een rijkdom! Overal vliegen en zitten zeekoeten (meest gewone, een enkele Kortbek), veel Pigeon Guillemots, de sterns blijken niet allen longipennis Visdieven, maar ook Aleoetensterns en er zoeven Pacifische Noordse Stormvogels onophoudelijk om ons heen. Een goede vondst is een Rhinocerus Auklet, en een extra tik op onze toch al te verwachten dikke alkenlijst. Deze kusten zijn het alkenrijkst ter Wereld, ik verwacht 12-14 soorten op deze trip. De Spectacled Guillemot lukt niet, maar wel een snowi Pigeon Guillimot. Dit taxon van de Kurillen (de eilandengroep ten zuiden van Kamsjatka) heeft slechts een minimale hoeveelheid wit in de dekveren en bij ons exemplaar is zelfs helemaal geen wit te zien. Bij Pigeon Guillimot neemt de hoeveelheid wit in de dekveren wel enigszins af naar het zuiden, dus er speelt ook een clinaal aspect, maar naar verluid zou snowi goede splitkans maken.
25 juni
Vannacht is er een Middendorff's Grasshopper Warbler aan boord gekomen. Hij heeft een plek gevonden op het achterdek tussen wat kratten waar hij regelmatig in verdwijnt. Zelfs in dit wat atypische habitat kan hij nog skulken. Blijkbaar is er dus nog steeds voorjaarstrek, en inderdaad, het voorjaar is hier nog maar net begonnen. Het voelt als een Nederlandse maart.
In de ochtend bereiken we de brede monding van de Zhanupa Rivier. De zodiacs worden neergelaten en we blazen de rivier op. De eerste Bruine Beren -van waarschijnlijk nog velen die we gaan zien- staan even verwonderd te kijken en rennen dan het bos in als we met de zodiacs naderen.
Met de zodiac over de Zhanupa Rivier in Kamtjsatka (M. Kelly)
Kamtsjatka Bruine Beren Ursus arctos beringianus (J. Ross)
Dit is ook Steller's Zeearenden terrein. Ze zien er heftig uit maar het blijken watjes. Slechts een enkele Oriental Crow die blijkbaar zin heeft om wat te pesten jaagt een paar bij hun nest vandaan. Met veel omhalen komen ze wel weer terug maar hun imago is direct fors geschaad. Via deze rivier gaan miljoenen zalmen naar de paaigronden. De paren zeearenden zitten dan ook kort na elkaar, voedselconcurrentie zal er niet zijn.
Het gebied wordt o.a. gedeeld met opvallend veel Parel- en Roodkeelduikers (een Pacifische Parelduiker kunnen we nog niet vinden), we tellen 20 Aleoeten Sterns, wat Far Eastern Curlews, 2 Witvleugelsterns kunnen als dwaalgast bestempeld worden en uit de bosjes langs de oever klinken Bosgors en Roodkeelnachtegaal. Eén van de Witvleugels is een 1e zomer, een zeldzame leeftijdsklasse in i.i.g. West-Europa. Exemplaren van deze leeftijd blijven normaal in de wintergebieden, maar misschien dat de Oost-Aziatische populatie er andere regels op nahoudt? De longipennis Visdieven zijn hier op hun best; als je zoiets in Europa ziet twijfel te geen moment. De roep klinkt ook anders; voller en minder krassend.
We maken een landing bij een zompig stuk wat geschikt zou zijn voor Taigastrandloper. Dat blijkt inderdaad te kloppen maar door het hoge gras waarin ze terugvallen lukt het niet enig zicht op dit toffe steltlopertje in zit te krijgen. Kleine Sprinkhaanzangers, Oostelijke Gele Kwikstaarten en Petsjora Piepers zingen om ons heen, evenals ontelbare muskieten. Voordat de Chinezen vonden dat Wilgengorzen massaal gegeten moeten worden was de soort hier overal nog zeer algemeen vertelt Evgeny Syroechkovskiy. Inmiddels is Wilgengors hier langs de rivier totaal verdwenen, en niet alleen hier... Evgeny doet al 30 jaar onderzoek in Oost-Siberië, o.a. aan Lepelbekstrandloper en de Oost-Aziatische flyway. Over beide onderwerpen krijgen we een presentatie. Over het eerste onderwerp valt i.i.g. nog iets positief te vertellen, maar de Oost-Aziatische flyway wordt zwaar bedreigd door alweer die Chinezen... Op 1500 plaatsten langs de Chinese kust worden mistnetten en andere vangmethodes gebruikt, wat uiteraard een enorme aanslag op talloze soorten is.
Terug op zee pakken we enkele Long-billed Murrelets mee en worden de eerste Roodpootdrieteenmeeuw gezien.
Red-legged Kittiwake Rissa brevirostris Roodpootdrieteenmeeuw (J. Ross)
We varen eerst nog een tijdje langs de kust van Kamsjatka en hoeken vannacht naar de Commandeureilanden.
26 juni
Gehuld in zeedamp zijn de Commandeureilanden met moeite te ontwaren. Een adulte Laysan Albatros komt kort langs het schip en is de eerste vogel die ik zie als ik naar buiten stap. Whaaah, mijn eerste albatros ooit! Niet zo verwonderlijk voor iemand die nooit onder de Evenaar is geweest en Helgoland al even niet meer bezocht heeft. In de noordelijke Pacific komen, i.t.t. de noordelijke Altantic albatrossen voor, 3 soorten zelfs waarvan Laysan de algemeenste is.
We hebben twee landingen gepland. Eerst worden we gedropt bij een dorp dat het administratieve centrum van de archipel vormt. Na paspoortcontroles mogen we vrij rondlopen. Er is zowaar een museum en wat winkeltjes, die de meeste van ons overigens links laten liggen want we gaan we op zoek naar Rock Sandpiper. Ze blijken niet moeilijk te vinden. Zoals meer 'Amerikaantjes' in Far East Rusland heeft Rock Sandpiper hier zijn meest westelijke steak out en dus de enige plek waar ze in de Palearctic broeden. Mongoolse Plevieren broeden langs het pad en het is goed uitkijken niet op een pasgeboren kuiken te stappen, die goed gecamoufleerd zijn en doodstil blijven zitten bij gevaar. Een broedpaar Rock Sandpiper leidt ons weg van het nest door afleidingsgedrag te vertonen met een fanatisme die ik nog nooit gezien heb. Ze rennen naar ons toe en gaan 'vleugellam' een meter voor ons liggen. Hoewel de verleiding tot fotograferen groot is, laten we ons gewillig uit hun territorium terugdrukken.
De tweede landing leidt naar grote kolonies Northern Fur Seals, Steller's Zeeleeuwen en Zeeotters. Het strand waar de vele 100-duizenden kilo's biomassa ligt mogen we niet komen, maar iedereen vindt het wel best om vanaf een hoge positie er van een afstandje op te kijken. Die Steller's Zeeleeuwmannen wegen ruim boven 1000 kg en aan de verschillende plekken met diepe bloederige wonden en opengeklapte lappen huid er omheen te zien, zijn ze i.i.g. voor elkaar niet zo tof. Als medicus zeg ik, dat moet wel even gehecht worden... Poolvossen schuimen tussen de meest slapende massa, op zoek naar?? Soms trekken ze een sprintje, maar wat dat dan oplevert kan ik i.i.g. niet ontdekken. We klimmen verder naar een wand met veel broedende Red-faced Cormorants en de eerste redelijke aantallen Horned Puffins, waar we vrijwel naast kunnen staan.
Horned Puffins Fratercula corniculata Gehoornde Papegaaiduikers (J. Ross)
Een Poolvos loopt letterlijk tussen ons door, later zien we waarom, we staan naast z'n hol waar een jong in ligt.
Met de zodiacs gaan we niet eerst terug naar het schip maar direct door naar een kleine broedrots, te zien aan de horizon. Zodiacvaren met tegenwind en golven van ong 2 meter betekent niet met losse handjes zitten, en alle apparatuur in de waterdichte tassen. We doen er ruim een uur over waarna we in de luwte van het eiland één worden met de kolonies. Een enkele Roodpootdrieteenmeeuw zit tussen de vele duizenden gewone Drietenen.
Red-legged Kittiwake Rissa brevirostris Roodpootdrieteenmeeuw tussen Drieteenmeeuwen Rissa tridactyla (J. Ross)
Van de Winterkoning die hier zit te zingen is nog niet bekend welke taxonomische positie deze inneemt, er zijn zelfs ideeën dat het een steak out is van de Noord-Amerikaanse Pacific Wren.
27 juni
In de ochtend varen we over de shelf edge parallel aan Beringeiland. Hier is Roodpootdrieteenmeeuw ineens erg algemeen. Hele rafts van hoofdzakelijk Roodpootdrieteenmeeuw komen langs, ik tel er in korte meer dan 1000. Ik dacht van te voren dat we met een exemplaar of 10 tevreden hadden moeten zijn. De zeebodem heeft hier het profiel van een ravijn die van 100m ineens de diepte instort tot 3000m en even verderop nog dieper. In de opwelling zit veel voedsel. Dit is de rand waar het walvisspotten is. Bultruggen, groepjes Orca's en Dall's Bruinvissen volgen elkaar snel op. Sommige Bultruggen maken naast de boot een sprong, een luid gejuich en salvo's van sluitershots vanaf het dek tot gevolg. Een dikke Orca-stier passeert het schip op 30 m zonder op of om te kijken, ik krijg z'n rugvin nog net compleet in beeld. Ook vogels weten deze rand te waarderen; Mottled Petrels, Fork-tailed Storm-petrels, bakken met Dikbekzeekoeten, Short-tailed Shearwaters en een Black-footed Albatross zorgen voor verder vermaak. Whiskered Auklet is een schaars dingetje en al de 11e alkachtige van deze trip.
Het schip wordt ook continu vergezeld en regelmatig massaal omsingeld door Pacifische Noordse Stormvogels, vrijwel allen van het donkerste type, warm zwartbruin. Een kleur totaal anders en nog aanzienlijk donkerder dan de donkerste Atlantische types. Hier in de Pacific is het donkere type de zuidelijke i.i.t. in de Atlantische Oceaan. De enkele lichte die we zien zijn juist vrijwel wit. Beide types zouden in West-Europa alleen al daarop de aandacht moeten trekken. Maar later daarover meer als we de noordelijkste en dus meest kansrijke exemplaar als dwaalgast in West-Europa gaan zien. Misschien piep ik dan anders.
'In the wake of Bering', is een andere naam voor deze trip. Vitus Bering moest als ontdekkingsreiziger in 1741 onderzoeken of er een landbrug was tussen Azië en Amerika, waarbij hij min of meer dezelfde route afgelegde als wij nu doen. Die route is verder dan ook de enige wat enigszins overeenkomt met zijn tocht, de rest is het grootst mogelijke contrast! Bering had al een helse tocht achter de rug om het zuiden van Kamtsjatka te bereiken, en ontdekte maanden later dat er geen landbrug (meer) was. Die landbrug is er ooit wel geweest, maar dan in de laatste IJstijd weten we nu. De ontdekkingstocht van Bering en zijn mannen ging op de terugweg helemaal mis. In november liep het toch al gehavende schip op een rif en sloeg er vervolgens in stukken overheen, vlak voor de kust van meest westelijke Commandeureiland overheen. Het eiland was onbewoond en is in november dik bedekt met sneeuw dat met de talrijke stormen wordt aangevoerd. De mannen waren verloren. Bering was al sterk verzwakt en ziek, en stierf binnen een dag nadat ze op het eiland werden gesmeten. De sterkste opvarende kreeg nog een lijdensweg van 2 maanden voor z'n kiezen. Nu begrijp ik waar het woord ontbering vandaan komt. Bering wordt hier nog steeds als een held vereert, het eiland en natuurlijk de zeestraat zijn naar hem genoemd. Op de plek waar Bering en zijn mannen hun laatste dagen/weken/maanden doorbrachten gaan we met de zodiacs aan land. De graven van de mannen liggen aan de rand van de baai. Je wordt er even stil van als je bedenkt wat een afgrijselijke tijd zij hebben doorstaan en uiteindelijk niet hebben doorstaan. Zelfs nu in juni ben je het na een paar uur wel zat hier, maar de vogelaar vermaakt zich uiteraard wel even met veel Red-legged Kittiwakes, Petsjorapiepers en IJsgorzen.
Nils van Duivendijk
Discussie
Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.