Atlantic vs. Pacific: twee Odysseys, één blog
Cultuur!
7 april 2011 · 10057 × bekeken
Voor het eerst is de dagelijkse wake-up call van expeditieleider Rinie
van Meurs door de intercom nodig om ons te wekken. Die extra slaap was inderdaad hard nodig. Eenmaal buiten blijkt het mistig, bewolkt en onaantrekkelijk weer. Al snel gaan we in de baai voor Grytvikken voor anker. Links op de helling het kleine kerkhofje met het graf van
Shackleton, recht voor ons het oude walvisstation dat de pijnlijke
geschiedenis weerspiegelt van een van de grootste massaslachtingen die de mens ooit in de natuur heeft aangericht. Een veel actueler probleem hier vormen echter de met schepen meegekomen ratten, die ertoe hebben geleid dat het aantal broedende zeevogels op dit eiland nog maar een schim is van wat het vroeger moet zijn geweest. In de ochtend kregen we een lezing over het rattenuitroeiingsproject dat aan de gang is. Vanuit helikopters worden de schiereilanden tussen de gletsjers volgestrooid met groene korrels rattengif. De gletsjers vormen een natuurlijke barriere voor de ratten, echter door de opwarming van het klimaat smelt er een meter per dag vanaf en men wil het programma daarom binnen vijf jaar hebben afgerond om nog effect te bewerkstelligen. De landing verloopt soepel en we starten met een obligate fotosessie bij Shackleton's graf. De helling ligt bezaaid met Antarctic Fur Seals en in de baai vliegen de nodige Antarctic Terns. Het regent gestaag en de meeste mensen spoeden zich snel richting het dorp met als enige toegankelijke bebouwing het zeer fraai ingerichte museum en het postkantoor, waar de onvermijdelijke postzegels en unieke (in de UK gefabriceerde) merchandise gretig aftrek vinden. De oude harpoenboten, roestige verwerkingsfabriek en tientallen grote olietanks geven een indrukwekkend en tegelijkertijd beklemmend idee van de industrie die de walvisvangst in dit gebied slechtst enkele decennia geleden nog was. In het museum zijn zeer fraai geprepareerde exemplaren van enkele zeevogels te zien, plus informatie over de geschiedenis van deze plaats. Het is zo modern ingericht dat je bijna vergeet op een van de meest afgelegen nederzettingen op aarde te zijn. Als we de baai na het middaguur weer uitvaren en de lunch aanvangt vliegt het bestek weer eens door de lucht. Een hevige 'swell' die er vanmorgen nog niet was doet ons weer beseffen nog steeds op een boot te zitten. Na een uurtje woeste golven komen we aan in de baai van Stromness, een ander verlaten walvisstation dat langzaam wegroest en is overgenomen door honderden Fur Seals. Hier maken we kennis met het fenomeen van de katabatische winden: valwinden die vanuit de bergen met enorme snelheid de baai indenderen. Helaas ook de reden dat we, ondanks dat het strand maar 200 meter bij ons vandaan ligt, niet de boot afkunnen, want de bijbehorende golfslag maakt het varen met een zodiac een hachelijke zaak. Tientallen rendieren lopen op de vlaktes en de hellingen, nageslacht van geimporteerde dieren die de Noren hierheen brachten als jachtwild.
Gentoo Penguin / Ezelspinguin (Ineziatours.nl)
Rond 16:00 uur zijn de ergste valwinden voorbij en kunnen we landen op het strand bij Stromness. De oude nederzetting zelf is verboden terrein vanwege de gevaarlijke stukken metaal en vooral de asbestvervuiling. Gelukkig is het meeste leven vooral in de omtrek te vinden, in de vorm van honderden Fur Seals (waaronder ook enkele van een blonde vorm), enkele Elephant Seals (nog slechts 1 reusachtig mannetje) en veel Gentoo Penguins. Boven de vloedlijn vliegen een stuk of tien Antarctic Terns. Om 18:30, vrijwel donker, zijn we weer terug op het schip, waar tijdens het avondeten wordt gezongen en gedanst en bier en wijn rijkelijk vloeien. Maar we blijven vogelaars en na de zoveelste Abba-(s)hit en 1993-houseplaat togen we naar boven om de dekken af te zoeken en daar was de oogst behoorlijk: 16 Black-bellied Storm Petrels, 2 Blue Petrels en 5 Common/South Georgia Diving Petrels zijn aangetrokken door de lampen op het schip. De diving petrels worden uitvoerig bestudeerd en gefotografeerd en de conclusie is in ieder geval dat bepaalde auteurs nog eens wat vaker naar South Georgia mogen gaan om te onderzoeken hoe de taxa nu werkelijk uit elkaar zijn te houden. We bekijken de lichte lijntjes op de schouderveren, ondervleugeltekening, snavelvorm, pootkleur; het hele stramien 'diagnostische kenmerken' en de werkelijkheid wordt alleen maar ingewikkelder. Maar we hebben gelukkig eindelijk echt bruikbaar materiaal voor verdere studie. In de loop van de avond varen we de baai bij Stromness uit en start het gedein weer...
Garry Bakker
Discussie
Gebruikers van het forum gaan akkoord met de forumregels.