Eens met de stofkam, Peter! Ik heb dat stuk van Browning met enige verbazing gelezen. Het lijkt een artikel in de rubriek Trends in systematics, maar dat is het m.i. niet: het is een opiniestuk. Dat is prima, maar dat zou van mij scherper mogen blijken in de opmaak.
Het regent verwijzingen waarop de AOU haar beslissing baseert. Browning bestrijdt veel van de bevindingen als “onvoldoende aangetoond”. Daarbij diskwalificeert hij ook auteurs, een zwaktebod. Over Weber (1981) “who even lumped Western and Glaucous-winged Gull”. Dat is hier helemaal niet relevant! Dat is impliciet zeggen: “deze auteur lumpt dus alles, op het belachelijke af, neem hem niet serieus”. Onnodig, en het zegt niets over de inhoudelijke argumenten. Over determinatieproblemen die onderzoek naar gemengd broeden bemoeilijken: “[…] identification problems, with at least some admitted by Snell”. Waarom niet het neutrale ‘with some described by Snell’? Door ‘ten minste’ en ‘toegeven’ te gebruiken, impliceer je dat het een soort schuldbekentenis is – en nog een té marginale ook. Iedere tackle op de bal is prima, mag ook hard, maar in DB horen m.i. tackles op de enkels zelfs niet in een opiniestuk thuis.
Ook inhoudelijk is er m.i. (al heb ik de ballen verstand van taxonomie) wel wat van te zeggen. De focus ligt grotendeels bij Thayers/Kumliens en nauwelijks bij Kumliens/Kleine Bur en daarmee gaat hij niet in op het probleem dat Kumliens er (eigenlijk letterlijk) aan twee kanten tussendoor speelt. Browning steekt meer energie in het bekritiseren van de bronnen, dan in de (veel interessantere!) tegenargumenten. Bij die tegenargumenten plaatst hij dan overigens geen enkele kanttekening. Een voorbeeld: hij draagt aan dat er in de overwintergebieden nauwelijks hybriden worden gezien, zonder daar de kritische vraag bij te stellen hoe zeker die determinaties zijn – terwijl hij daar juist héél scherp op is bij observaties van vermeende gemengde paren in de broedgebieden. Zonder de bronnen te kennen (en dat zijn niet de minsten, zoals Howell, Dunne en MacTavish), wekt dat de indruk van selectief winkelen. Want om Howell en Mactivish zelf te citeren: “We can’t learn how much they interbreed until we can distinguish them, but we can’t distinguish them because they appear to interbreed.”