Ik weet eigenlijk niet op hoe veel paar we heden ten dage zitten in NL.

Die vraag kun je zelf eenvoudig met deze informatie beantwoorden Max?

En anders DE Atlas kopen, waarvan alle relevante informatie hier te vinden is.

Gisteren ook vijf zingende exemplaren in een relatief klein stuk van de randmeren aan de Flevo zijde. Is er sprake van een kleine influx wellicht? 

Info hier en hier op pag. 111.

Een lokale onderzoeker hier (Konstanz) vertelde me dat het aantal territoria Grote karren hier erg wordt beïnvloed door de waterstand in het ondiepe deel van de Bodensee; ze trekken weer verder als er weinig waterriet is. Wellicht zorgt de droogte in andere delen van Europa voor de relatief hoge aantallen in NL? 

Dank voor de reacties, ja ja @Peter toen ik mijn posting had gedaan dacht ik wel dat je zo zou reageren. Je zou zo mijn instructeur op mijn huidige school kunnen zijn; "Eerst zelf zoeken en dan vragen".. :-)) Op zich wel opmerkelijk dat er zo veel nodig lijkt bij het herstel van het habitat van de soort. Je zou bijv. zeggen dat de OVP genoeg oud riet heeft wat constant in het water staat (aangegeven als goed voor de soort) om de soort, in hogere aantallen dan nu het geval is, te herbergen? Tevens valt op dat de Limburgse vogels juist in redelijk onooglijke rietstukjes een territorium proberen op te zetten (door lang te verblijven en te zingen). SOVON rept over de ongeschiktheid van dit soort plekken door "verdwaalde mannen", maar recent is er wel gebroed; WML plas 2019) in zulk een "ongeschikt" gebiedje...

Ze zijn errug kieskeurig Max, niet iedere rietpol in water is geschikt voor ze. Volgens mij is het type riet waarin ze graag broeden dikker en het moeten liefst stukken riet zijn welke helemaal vrij in het water staat.

Reeuwijk was lang een goed bolwerk, waar dit type riet veelvuldig aanwezig was, evenals Loosdrecht, maar ik ben hierin geen deskundige.

Dé expert op dit gebied is Jan van der Winden. In elk geval rondom Loosdrecht speelt het verdwijnen van ouder waterriet door toegenomen aantallen (ruiende) ganzen (die vreten de rietkragen weg) een rol in de populatie-afname.